Maandag 19
Augustus 1901.
VIOLETTE.
No. 5111.
50e Jaargang.
PHOENIX-BROUWERIJ.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Specialiteit in Exportbier naar de Tropen.
Feuilleton.
DE SCHAT.
mr. W. H. de Beaufort
Stadsnieuws.
AMEESFOORTSCHE COURAIT.
FIRMA A H VAN CLECFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden ƒ1.franco per
post ƒ4.15. Advertentiën 16 regel§ 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële-
en onteigeningsad verten tien per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels ƒ1.25; elke regel meer
0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos
ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
OF REIS.
Wij zijn gaarne bereid om, tegen
vergoeding van het porto, aan geabon-
neerden die voor korten of 1 an geren
tijd op reis gaan, de Amersfoortsche
Courant en de bladen welke zij door
onze tusschenkomst ontvangen, na te
zenden.
Opgave van duidelijk adres is vol
doende.
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
Brengen ter kennis van belangstellenden, dat
Ier Secretarie der Gemeente voorradig en, zoo
lang de voorraad strekt, kosteloos verkrijgbaar
zijn afdrukken van de Instructie voor de Rijks-
landbouw- en de Rijkstuiubouwleeruren.
Amersfoort, den 14. Augustus 1901.
Burgemeester en Wethouders van Amersfoort,
De Burgemeester,
E. L. VISSER.
De Secretaris, Weth., 1°. Br.
B. W. Th. SANDBERG.
Schietoefeningen.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Erengt ter kennis van belanghebbenden, dat
op 20 Augustus 1901 door het 5e Bataljon 5e
Regiment Infanterie op de terreinen nabij de
Legerplaats bij Zeist eene oefening in het ge-
vechtschieten met scherpe patronen zal worden
gehouden.
Het schieten zal plaats hebben van ongeveer
8 uur voormiddag tot d uur namiddag, in de
richting van N.W. naar Z.O.
Het terrein ten O. en ten Z. van de Leger
plaats voornoemd zal dientengevolge op dien
dag gedurende die uren onveilig zijn.
Op de toegangswegen zuilen, op onderlinge
afstanden van ongeveer 1000 M., palen geplaatst
worden waaraan een rood vlagje en een plankje
met het opschrift „Onveilig".
Amersfoort, den 17. Augustus 1901.
De Burgemeester voornoemd,
E. L. VISSER.
Weth., 1». Br.
De Kamer-verkiezing
Mochten we ons tot dusver buiten het
pleit kunnen houden omdat de candidaten
steeds personen waren die in het district
waren bekend, thans willen we een enkel
woord zeggen naar aanleiding van de
verkiezing, morgeD (Dinsdag) tusschen 8
en 5 uur in dit district te houden.
Want thans geldt het de keuze tus
schen twee mannen, van welke de een,
rar, W. H. de Beaufort, («meneer Willem,
van De Treek"') even bekend is bij alle
kiezers als dat hij de behoeften kent van
het district waarin hij geboren is, waarin
hij bij voorkeur en bijna onafgebroken
woonde en bij welks inwoners vooral
de landelijke bevolking hij geliefd is.
Van den te Arnhem wonenden jhr. rar.
H. W. van Asch van Wijck weten zelfs
zij die hem de candidatuur aanbo
den niet anders ter aanbeveling te zeg
gen dan dat hij jong is en „naar men
verzekert" een beslist, bekwaam en
ijverig man, die een krachtige steun zal
zijn van het nieuwe Ministerie.
We willen gaarne gelooven dat zulks
volkomen juist is, doch dan dringt de
vraag zich op waarom deze gaven niet
zijn erkend in Gelderland zelf en waarom
niet een enkel van de 11 districten van
dat Gewest hem een Kamerzetel verze
kerde. 't Is geprobeerd te Lochem met
welken uitslag, is bekend.
Hoezeer onbekend de candidaat hier is,
kan wel hieruit blijken dat zij die hem
stelden, het noodig oordeelden hem Don
derdagavond te elfder ure in „De Arend"
hier voor te stellen.
We zouden hier kunnen bijvoegen, dat
deze 35-jarige, na te Utrecht gestudeerd
te hebben, in 1895 werd ingeschreven
als advocaat bij het Gerechtshof te Arn
hem en sinds 1898 zitting voor het dis
trict Ede heeft in de Provinciale Staten
van Gelderland.
De grootste aanbeveling in ons district
is wel de naamsgelijkheid van dezen can
didaat met onzen Burgemeester.
Mr. H. W. de Beaufort daarentegen
kan wijzen op een eervolle Staatsmans
loopbaan van bijna 25 jaren, weinig kor
ter dus dan de andere candidaat levens
jaren telt. Sedert April 1877 was hij lid
van de Tweede Kamerin 1886 had hij
een belangrijk aandeel in de debatten
over de Grondwetsherziening. Vriend en
tegenstander erkent zijl. groote gaven als
fijn stylist en even uitmuntend als der
zake kundig spreker. In 1897 trad hij
op als Minister van Buitenlandsehe Zaken
en al moge thans ook door de promotoren
van jhr. Van Asch van Wijck als hoogst
laakbare verkiezings-manoeuvre worden
afgekeurd zijn „beleid in zake de Zuid-
Afrikaanschc republieken om nu van
al het andere maar niet te gewagen"
(aldus staat gedrukt in een ander aan
bevelend artikel), niet vergeten mag
worden, dat hij er toe medewerkte,
President Kruger met H. M. „Gelderland"
naar Nederland over te brengen.
Wat tegen deze „agitatie" is geschre
ven door de heeren jhr. C. Roëll, A. J.
Bicker Caarten, dr. H. H. Meulenbelt,
mr. C. J. W. Loten van Doelen Grothe
behoeft hier niet herhaald.
Mr. W. H. de Beaufort heeft bijou
een kwart Eeuw getoond te zijn een
bezadigd doch geenszins conservatief
man, en wie dan ook er prijs op stelt,
dat niet een part ij-man doch een man
Een blad uil het dagboek
Prins Karneual.
4.) Slot.)
Nu was zij weder alleen, maar hoe geheel anders
kwam baar nu de eenzaamheid voor, nu zij haar
met lieflijke beelden voor de toekomst mocht be
volken. In zoete droomeu verzonken, bleef zij nog
uren lang zoo zitten, ofschoon het vuur reeds lang
was uitgedoofd, eu toen zij eindelijk haar kamer had
opgezocht, kon zij niet slapen van geluk en opge
wondenheid.
Stephanie, die een uur daarna thuis kwam, was
zeer verbaasd, Viollette wakker en met schitterende
oogen te bed te vinden. Het was duidelijk, dat zij
zich niet goed geamuseerd had, dat de gebeurte
nissen van den avond haar niet bevredigd hadden.
„Von Wiedebach was er niet, vertelde zij aan
haar nicht, „maar men zegt, dat hij uit de stad is
om een groote erfenis in ontvangst te nemen. Zijn
oom is gestorven. Wanneer dat het geval is, had hij
toch wel eerder zijn voornemen om mij te vragen
ten uitvoer kunnen brengentot nu toe was hij
altijd een weinig schroomvallig en teruggetrokken
jegens mij, ofschoon hij inderdaad een aangenaam
jongmensch is, die er goed uitziet."
Viollette gaf geen antwoord, doch haar hart
klopte tot berstens toe. Den volgenden ochtend werd
het geheim bekend, toen een bediende een prach
tige mand vol welriekende viooltjes binnenbracht,
en ditmaal kon er van geen re-gissing sprake zjjn.
Met groote, duidelijke letters stond op een smaak
vol couvert te lezen„De viooltjes voor het Viool
tje en daarin bevond zich Von Wiedebach's eerste
minnebrief. Het was zulk een van geluk stralende
en jubelende brief, dat zelfs Stephanie niet meer
kon twfjfelen, en zich innerlijk ten hoogste gek ren let
gevoelde.
Zij was echter veel te verstandig om zich te ver
raden en beweerde de zaak van den beginne af juist
beoordeeld, en zoo gehandeld te hebben uit vriend
schap voor Violette.
„Maar weet je wel, kleine", zeide zij op moeder
lijken toon, „dat hij er niet aan had kunnen den
ken je zijn liefde te verklaren als de erfenis niet ge
komen was, en het was heuach beter, dat je je geen
illusies maakte. Men wordt het spoedigst meester van
zgn hartstocht, als men weet, dat zij niet beantwoord
wordt".
Aldus Stephanie. Violette is echter een hoogst ge
lukkige bruid en in plaats van de modiste, die haar
plicht verzuimd had, haar klandïsie te onttrekken,
heeft z;j zich voorgenomen, juist bij boar he tbruids-
toilet te bestellen.
Of de bruidsjapon óok te laat zal komen Ik ge
loof het niet.
1).
Jaren geleden maakte ik kennis met William Le
grand, met wien ik op iutiemen voet geraakte. Hij
stamde uu een oude familie van Hugenoten en was
vroeger welgesteld geweest, maar door een reeks on
gelukkige omstandigheden arm geworden. Om de
vernederingen te ontgaan die zjjn verarming na zich
moest sleepen, verliet hij New-Orlearis, de stad zij
ner vaderen, en vestigde zich op Sullivans-eiland
bij Charlestou in Zuid-Carolina.
Dat is een zeer eigenaardig eiland. Het bestaat
bijna geheel uit zeezand en heeft een lengte van
ongeveer drie Engelsche mijlen, terwijl zijn breedte
van beteekenis zijn
de Kamer zal behartigen, zal, alle over
wegingen voor ditmaal ter zijde latend,
morgen stemmen op den bekwaamsten
en in het district meest bekenden der
beide candidaten
Na langdurige ziekte is liier gister op den
leeftijd van G5 jaar overleden as. C. Rasch,
predikant bij de Evang. Luthersche Gemeente,
Vice-president der plaatselijke afdeeling van
het Nederlandsch Bijbelgenootschap, Secre
taris der Gustaaf Adolf-vereeniging, Corres-
jondent der Evangelische Maatschappij, Secre-
aris van het collegium van Curatoren van
het stedelijk Gymnasium, lid der plaatselijke
School-commissie, enz.
Na in 1860 proponent te zijn geworden,
werd Christiaan Rasch in 1862 hulpprediker
te Groningen, in 1866 predikant te Monni
kendam, in 1881 te Wildervank en Veen-
dam, in 1883 te Edam, in 1888 te Pekela en
30 Mei 1889 te Amersfoort, waar hij, ge
tuige de boven opgesomde betrekkingen, ook
buiten het herderlijk ambt zich ten nutte
maakte voor zijn stadgenooten, die hem nog
in lengte van jaren met weemoed zullen ge
denken.
Zij stoffelijk hulsel wordt Woensdag bij
gezet op de Nieuwe algemeene begraafplaats.
Ter Donderdagavond gehouden 96ste open
bare vergadering van .de Kamer van Koop
handel en Fabrieken waren, onder voorzitting
van den heer J. Gei*. Kleber, tegenwoordig
4 leden en de Secretaris, de heer Hs. P. van
Haselen, en was atwezig de heer H. van
Haselen.
Het belangrijkste der Ingekomen stukken
was de missive van den heer De Marez
Oyens houdende bericht dat hij opgetreden
is als Minister van Waterstaat, Handel en
Nijverheid.
Aan de orde kwam een adres van de
Nederlandsch-Indische Maatschappij voor
Landbouw om afschaffing te verkrijgen van
de heffing van uitvoer op koffie. Na eenige
discussie werd besloten, dit adres in alge
eenen zin te steunen.
Hierna kwam aan de orde een adres «Ier
Grossiersvereeniging »Eendracht" te Gronin-
^en^^aarii^^vord^angedronger^^vyzi-
nergens meer dan een kwart mijl bedraagt. Een
nauwelijks waarneembare smalle waterweg, die traag
tusschen een wildernis van slijk en riet loopt, scheidt
het eiland van het vasteland. De plantengroei is,
zooals men zich kan voorstellen, schaarsch en dwerg
achtig. Groote boomen ontbreken te eeuen male.
Aan de uiterste westelijke punt, waar fort Mountri
staat, zijn eenige armoedige huizen, die in den zomei
een vrfj gebrekkige schuilplaats bieden aan bewo
ners van Charleston die de koorts ontloopen, vindt
men nog den stekelingen dwergpalm. Het gebeele
overi-e eiland is. niet uitzondering van een plaats
aan de zeekust die een rij zilverbeuken draagt, be
dekt door dik struikgewas van de door Engelsche
tuiuliefhebbers zoo buitengewoon gezochte tnyrte.
Deze plant bereikt hier dikwijls een hoogte vau vijf
tien, soms zelfs van twintig voet en vormt een on
doordringbaar kreupelbosoh, dat de lucht vervult
met een aangename» geur.
Diep in dit struikgewas verscholen, niet ver van
de meer afgelegen Oostelijke punt van het eiland,
had Legrand zich een hutje gebouwd, dat hij nog
bewoonde toen ik louter toevallig keuuis met hem
maakte. Onze kennismaking rijpte spoedig tot vriend
schap, want de kluizenaar bezat menige eigenschap
die hem aanspraak kon doen makei. op belangstel
ling en achting. Ik leerde in hem een man kennen
van goeda opvoeding en ongewone geestesgaven,
maar die aan menschenhaat leed en ten prooi was
aan wonderlijke stemmingen, nu eeus zeer enthusi
ast, dan weer diep-melancholiek. Hij had heel wat
boeken bij zich, maar gebruikte er zeiden een. Jacht
en vischvangst, het zoeken van schelpen aar.
strand, of van insecten, waarvan hij een zeerschoo-
ne verzameling bezat, in de myrienboschjes maak
ten zijn voornaamste bezigheden uil. Op die toch
ten werd hij gewoonlijk vergezeld door een ouden
neger, Jupiter genaamd, die, ofschoon hg reeds vóór
dat de familie tot armoede geraakte zijn vrgheid had
gekregen, voor geen goud ter wereld zijn jongen
„mas'r Will" zou hebben verlaten. Misschien had Le-
graud'a familie ook wel, dien» verstandelijk vermo
gen niet geheel vertrouwend, den ouden neger zgn
onbuigbaar voornemen ingeboezemd om in hem een
soort voogd en bewaker van den zonderling te heb-
De winters zijn op Sullivaus-eiland zeer streng eu
zelfs in den herfst heeft men er slechts bij uitzon
dering geen vuur noodig. Tegen het midden van
October 18... was er echtereen buitengewoon koude
dag. Ik woonde in dien tijd te Charleston, negen
mijlen van het eiland verwijderd, en daar destijds
de verbinding tusschen beide plaatsen nog zeer ge
brekkig was, had ik mijn vriend sedert verscheidene
weken niet gezien. Ik ging dus op weg en baande
mij met moeite een pad door het altijd groene struik
gewas Aan de hut gekomen, klopte ik en haalde, toen ik
geen antwoord kreeg, den sleutel uit de niii zeer
goed bekende bergplaats, sloot de deur ojaen eu trad
binnen. In den haard vlamde een flink vuur,
voor mij op deze plaats een nieuw, maar geenszins
onwelkom verschijnsel. Ik ontdeed mij van mijn
overjas, ging in een leunstoel bij de aangenaam knet
terende blokken bout zitteu en wachtte geduldig op
de terugkomst van mijn vriend,
Deze kwa i kort na het invallen der duisternis
thuis en verwelkomde mg hartelijk. Jupiter, die
van blijdschap zóo erg grijnsde, dat zijn mond zich van
het eene oor naar het andere uitstro^te, haastte zich
een paar waterhoenders voor ons souper gereed te
maken. Legrand laboreerde voort ik zou niet
weteu hoe ik het anders moest uitdrukken aan
een zijner aanvallen van enlhusiasme. Hij bad nl.
een tol nu toe onbekeud insect gevonden en, meer
nog, met Jupiter's hulp een tor gevangen die naar
hij meende tot een geheel nieuwe soort behoorde
en waarover hij den volgenden ochtend mjjn oor
deel wenschte te vernemen.
„En waarom vandaag niet t" vroeg ik, terwijl ik
mijn handen voor het vuur hield en alle torren ter
wereld in stilte naar den drommel wenschte.
Wordt vervolgd.)