Donderdag 7 ovember 1901. iMERSFOORTSCHE COÏÏRAIT. No 5134. 51e Jaargang. Stadsnieuws. UITGAVE FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden ƒ1.franco per post ƒ1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, ofïï'cieële— en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel meet. ƒ0.25. Groole letters uanr plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Tulephoon 19. Sterfgevallen in-de CONCENTRATIE KAMPEN (Zuid-Afrika) volgens offlcieele rapporten. SEPTEMBER. Aantal blanken in de kampen 109 418 (Kinderen 54326) Gestorven in September 2411 (Kinderen 1904) Het totaal sterftecijfer geeft een verhouding van 264 per 1000 De Sterfgevallen bij Kinderen een jaarl. verhouding van 433 per 1000 Het jaarlijksche sterftecijfer van Engeland is 18 per 1000 Kinderen- sterftecijfer de kampen. Sterftecijfer de kampen. Uit vroeger gepubliceerde rapporten volgt, dat het AANTAL KINDEREN die IN DE KAMPEN gestorven zijn, bedroeg Juni576 Juli1124 Augustus1545 September1904 Te zamen in vier maanden 5209 Sterftecijfer in Engeland. 18 264 433 per 1000 per 1000 per 1000 In Engeland wordt op het oogetiblik een blaadje verspreid, waarvan wij hier de af beelding geven. Het heeft boven de bloote medcdeeling van de officieele cijfers over de sterfte in de concentratiekampen dit voor, dat het duidelijk tot hel oog spreekt en het leek ons daarom niet ongeschikt, het voor 1 onze lezers over te drukken. Da, W. J. Alnnssen, vauZaandam, hooptl... rten Zondag vóór te gaan bij de godsdienstoefening in de Luthersche kerk hier. De Minister van Binnenlandscbe Zaken brengt ter keunis van belanghebbenden, dat bij, met afwijking van den tot dusver gevolgden regel, voortaan eiken Zaterdag, des namiddags te twee uur, aan het De partement van Binnenlandscbe Zaken allen zal ont vangen, die hem over de zaken van zijn Departe ment wenschen te spreken. Blijkens aan de Commissarissen der Koningin in de onderscheidene Provinciën défc Rijks gerichte cir culaire van den Minister van Binneulandsche Zaken, bestaat noch bij den Miuister van Oorlog, noch bij hem, het voornemen het voorstel te doen om bot tijd stip van bet in werking treden der Wet van 24 Juni op 1 Januari of op een lateren datum van bet jaar 1902 te bepalen. Mitsdien geldt, zegt de Minister, voor dat jaar niet het bepaalde by de artikelen 41 en 42 vau vermelde wet. Art. 41 luidt, voorzoover tot juist begrip hier nood zakelijk vermeld dient: „De Wet op de Schutte rijen blijft buiten toepassing ten aanzien van hen, die zich in het jaar waarin deze wet in werking treedt, of in een der vier volgende jaren, ter iuschry- ving voor de Schutterij zouden moeten aangeven." Art. 42 luidt, voor zooveel noodig„Zij, die bij liet in werking treden van deze wet iu bet, genot zijn van voorwaardelijke vrijstelling vau den dienst bij do Schutterij, worden door de commissie in art. 15 dor Wet op de Schutterijen vermeld, in bare eerst volgende gewone zitting onvoorwaardelijk van dien dienst vrijgesteld, al is de vrijstelling niet gevraagd." Bij do Dinsdag gehouden zitting der Provinciale Staten van Utrecht werd, na onderzoek van diens geloofsbrieven, besloten tot toelating van het nieuw gekozen lid, den beer J. Bolk, die vervolgens door «ton Griffier werd binnengeleid en de gebruikelijke eeden aflegde. Na door den Voorzitter gecomplimenteerd te zijn, nam by zitting en werd bij het trekken der nfdooliugen aangewezen voor de 3e afdeeling. Bij Kon. besluit zijn alsnog benoemd in het mi litie-district Utrecht tot militair lid van den Militie raad do luitenant-kolonel provinciaal-adjudant in Utrecht W. van Houten; tot zijn plaatsvervanger do kapilein L. M. de Boer, van het 5e regiment iutanterie te Utrecht. Thans het slot van bet Rands-overzicht. Bij post 120 (gasfabriek) zeide do beer Gerritsen, dal liet zeer gewenscht zou zijn, ook bier het 3-ploe- genslelscl in te voeren, gelijk thans óok teAlmeloo is voorgesteld. Onze fabriek werkt goed en geeft (linke winst, toch moeten de werklieden 84 uur per week aan de fabriek zijn. Overal is deze regeling aanhaDgig, dan wel reeds ingevoerd. Spr. houdt er zich van overtuigd, dat de Wethouder van publieke werken hem zal antwoorden, dat maar 7'/j uur ge- j werkt wordt, maar meer zou ook onmogelijk zijn. Iemand die 84 uur per week van zijn gezin is, wordt op den duur voor (lat gezin een vreemde, eenlogé, hetgeen niet dan nadeel geeft. Spr. hoopt den beer Visser op dit punt te bekeeren en tot anderiuziclit te brengen. Laat ons bet 3-ploegenstelsel invoeren eer men het eischtgebeuren moet het tóch. Spr. herinnert boe reeds iu het voorjaar ontevre denheid heerschte op de fabriek en zegt, dat de Di recteur alle recht miste om de werklieden bang te maken. Het spijt spr. dat de overigens zoo verdien stelijke Directeur zoo weinig blijk geeft van mede te leven met zijn vast personeel. Spr. leest nu verschillende verklaringen van gas- technici voor, waaruit o. a. blijkt, dat van de 80 fa brieken hier te lande in 1890 reeds 11, iu 1891 reeds 16 den 8 uiirs arbeidsdag hadden en eindigt met de volgende motie in te dienen „De Raad, van oordeel dat het gewenscht is het 3-ploegenstelsel in te voeren, doet voorstellen in dien zin am B, en W." en stelt voor, deze motie in de volgende zitting te behandelen, welk voorstel door verschillende leden wordt ondersteund. Wethouder Visser verlangt geen bekeerling te zijn. Wat de ontevredenheid in het voorjaar be treft, hierop wil spr. slechts antwoorden, dat aan de fabriek is tot stand gekomen wat geëischt werd, I doch dat overdrijving en opruiing de ontevreden- I heid veroorzaakten. De Voorzitter zegt, dat de motie in de vol- gende zitting in behandeling zal komen. De beer Van Esveld vreest, dat dit wat vlug is en men geen gelegenheid zal hebben gehad om I de adviezen behoorljjk na te gaan. De V*oorzi t ter stelt spr. gerust. Bij post 128 (Middelbaar onderwijs) zegt de beer Gerritsen, dat B. en W. hem het antwoord schul dig zijn gebleven op zyn vraag omtrent de verhoo ging van het tractement van den Directeur der Hoogere Burgerschool. De Voorzitter antwoordt, dat hieromtrent nader advies wordt uitgebracht. De beer Gerritsen meent, dat waar de rechten van een ambtenaar zijn verkort, de Raad ook thans wel dat advies had mogen verwachten. De heer Van Eevold meent óok, dat het ad vies er nu had moeten zijn. Verleden jaar is flOOO uilgetrokken, nu f600. De Raad heeft geen besluit daartoe genomen en spr. zou thans gaarne willen weten hoe dat komt. De heer CeloBse, Wethouder van onderwijs, ant woordt, dat de heer Buys thans geen Directeur der Burger Avondschool meer is, en dat overigens het advies den Raad spoedig zal bereiken. De heer Van Esveld vraagt of dan maar siil- zwijgend die f400 van dezen poet zijn afgenomen. Wethouder CeloBse antwoord), dit B. en W. nadere voorstellen zullen doen en het tracte ment dan definitief geregeld wordt. De heer Van Esveld herhaalt zjjn vraag waar dan de f400 gebleven zyn. Wei in geen half jaar is dit uitbetaald. Wethouder Celosse antwoordt, dat dit óok uit het advies zal blijken. De lieer Van Esveld stelt hierop voor, den post van f1000 te handhaven on daarover te heslissen zoodra net advies is ingekomen. De heer Gerritsen meent, dat men later beter kan verlagen dan verhoogen. Het voorstel-Van Esveld wordt hierop aangeno men met algemeeno Btemmen. Mr. Heyligers vraagt nu welken uitslag de au diëntie van B. en W. bij den Minister van Binnen landscbe Zaken omtrent de Hoogere Burgerschool gehad heeft. Wethouder Visser antwoord!, dat B, enW. niet op audiëntie zijn geweest, doch een adres heb ben toegezonden, met aanbod van persoonlijke toe lichting. De Minister heeft echter het Dagelijksch Bestuur nog niet uitgenoodigd over te komen, Wethouder Celosse zegt, dat de Minister antwoordde te zijner tijd op de zaak te zullen terug komen, Mr. Heyligers concludeert, dat dus geen audi ëntie werd verleend, doch wel een verhoogd subsi die werd toegestaan, dat den toestand eigenlijk ver ergert en beveelt dringend aan, deze quae9tie krach tig ter hand te nemen. De Voorzitter zegt, in de eerstvolgende zitting hieromtrent raededeelinger. te zullen doen. Bij post 131 (Lager onderwijs) vraagt de heer Plomp of er nu tijd en gelegenheid is om over do jaarwedden te spreken. Wethouder Celosse antwoordt, dat een voorstel van B. en W. in deze den Raad spoedig zal bereiken. Tevens deelt spr. mede, dat de 7e en de 8e klasse aan de Jongensschool bestendigd worden en dat de heer Oosterman aan die school wordt ver vangen door een onderwijzeres van de Meisjesschool. De heer Gerritsen is niet volkomen tevreden over de overbevolking vooral der lagere klassen van de scholen der minder gegoeden en meent, dat 40 a 50 leerlingen reeds als maximum diende gesteld. Zeer speet het spr. geen post gevonden te hebben voor den bouw eener nieuwe kostelooze school, Wethouder Celosse gaf toe, dal enkele klas sen zeer bevolkt zjjn, doch zeide dat het zeer moei lijk is, die klassen te splitsen en dat bovendien het aanvangsonderwijs zeer licht te geven valt ook in groote klassen. De heer Gerritsen hield zich er van overtuigd, dat men op Gymnasium of Hoogere Burgerschool de klassen wel zou splitsen en vreesde, dat men dacht, dat het er voor de minder gegoeden minder op aan komt Wethouder Celosse toekende protest aan tegen deze laatste woorden en constateerde, dat de heer Gerritsen niet had gezegd, dat het onderwijs niet voldoende was, en dit is een reden te meer om de klussen niet te splitsen. Aan de orde kwam nu dequaestie derschoolvoe- ding en schoolkleeding, welke in alle Gemeentera den des lands heel wat te doen heeft gegeven. Het rapport der le afdeeling hieromtrent luidt: „Eeuige leden wenschen bij dezen post rekening te houden met de bevoegdheid, aan arme scboolkin- dere kleediug en schoeisel te verschaffen om mede op die wijze het schoolverzuim te beperken. Met 5 stemmen voor, tegen twee, wordt besloten tot dat doel een som van f 50 op de Begrooting te brengen, niet zoozeer, omdat men de hulp tot dit-bedrag zou willen beperken, dan wel omdat daardoor het prin cipe uitgesproken zal zyn, dat de Gemeente zich c. q. aan deze ondersteuning niet onttrekken kan. Iu de 2e afdeeling echter „vond dit voorstel alge meeno afkeuring", terwijl de Memorie van antwoord van B. en W. dienaangaande zegt: „Het denkbeeld om hier een post vau f 50 uit te trekken om aan arme schoolkinderen kleeding en schoeisel te ver schaffen, ten einde daardoor in principe uitgemaakt te zien, dat de Gemeente zich c. q. aan deze onder steuning niet onttrekken kan, vindt by ons, evenals iu de 2e afdeeling geen instemming. „Wij achten dit beginsel niet goed, omdat zoodra een recht op ondersteuning van Gemeentewege aan genomen wordt de verantwoordelijkheid der ouders voor hun kinderen wordt verzwakt. „Nu de meerderheid van uwo vergadering dit ge voelen deelt, kan een nadere uiteenzetting van dit standpunt overbodig worden geacht, te meer wyl een ongeveer gelijk resultaat op andere wijze kan worden verkregen. „Immers werden Teeds geruimeu tijd hier ter stede door particuliere liefdadigheid in den winter klee diug en voedsel aan schoolkinderen verstrekt. „Tegen het ondersteunen van een dergelyke ver- ecnigiug hebben wij geen overwegend bezwaar wij stellen U voor, hier uit te trekken f 150 en den po3t te doen luiden„subsidie aan verecniginged of commissiën, die zich het verstrekken van voeding en kiccding aan kindereu ter bevordering van school bezoek ten doel stellen." „Omtrent de eventueel toe te kennen stibsidiën zullen wij nadere voorstellen doen." De Secretaris deed voorlezing van de ingeko men requesten van „Kindervoeding" welke, om haar te kort van f 127.88 te kunnen dekken, een subsidie van f100 aanvraagt, en van den „Bestuurdersbond" welke verzocht om evenals in andere Gemeenteu subsidie te verleenen voor schoolvoeding en school kleeding. De Voorzitter stelde namens B. en W. voor, f 150 uit te trekken ter verdeeliug. De heer Gerritsen meende, dat waar de Ge meente ter uitvoering van de Leerplichtwet namens bet Rijk de ouders dwingt hun kinderen naar school te zenden, de ouders recht hebben op kleeding en voeding hunner kinderen. De Voorzitter waardeert dit denkbeeld zeer en zegt, dat het óok heeft voorgezeten bjj B. en W. doch dat het in strijd is met liet Koninklijk besluit. De heer Gerritsen meende, dat de Commissie tot wering van schoolverzuim gehoord had moeten worden en hoopt, dat B. en W. alsnog gegevens zul- leu verzamelen waaruit blijkt of inderdaad kinde ren schoolverzuim plegen uit honger of omdat zij bijv. geen schoeisel hebben. Het heeft spr. zeer ge troffen, dat genoemde Commissie slechts voor zich- zelven vroeg, met name om hooger subsidie voor bureau-kosten, enz. De V oorzitteran t woord t, dat naar zijn meening B. en W. geert voorstel zullen doen, al trachten zij met den 'neer Gerritsen het zeilde te bereiken. Spr. vreest, dat het groote zorgeloosheid bij ouders zou wekken en acht het niet een quaestie van recht, maar een van liefdadigheid. Bovendien zou het te zware finaucieele offers vragen. Wethouder Celosse merkt op, dat op de Begrooting van Amsterdam slechts éen gulden voor dit doel is uitgetrokken. De heer Gerritsen zal zich niet verder begeven op dit terrein van Principienreiterei en acht het pre cies hetzelfde of A. of B. dan wel een commissie de kinderen van voeding en kleeding voorziet. Wethouder Celosse repliceert dat. als het hem dan zoo precies hetzelfde is, de heer Gerritsen dan ook wel tevreden zal zijn niet de oplossing wel ke B. en W. aangaven. Over de posten 146-192 werd geen discussie ge voerd, zoodat te 4.45 werd begonnen niet de Inkom- Bij post 5 (Inkomstenbelasting) herinnerde de heer Gerritsen zooeven gezegd te hebben, dat de Be- grooliug zoo pessimist is saamgesteld, de uilgaven zoo hoog-, de inkomsten zoo laag mogelijk. Zoo wordt nu de Inkomstenbelasting uitgetrokken op f66 000, tegen f67 000 verleden jaar eu dat nog wei terwijl de Gemeente zoo hard vooruit gaat. De Voorzitter zegt, dat men die ramiugdeed uit voorzichtigheid. De heer Gerritsen vervolgt, dat hetzelfde ge schiedde bij het vuur-, haven- en tongeld, thans f5300, tegen ruim f5900 in 1900. Wethouder Visser merkt op, dat zoo door overlijden als vertrek cenige belangrijke aanslagen in de Inkomstenbelalling zijn gemist. Al wordt het zielental der Gemeente grooter, niet allen die zich hier vestigen, zijn daarom nog belastingplichtig. Bij post 13 (schoolgelden Lager ouderwijs) driugt de heer Van Kalken aan op progessieve school- geldheffing en meent, dat schatrijke menschen, die een inkomen hebben van 3 a 4 mille, waarlijk geen subsidie noodig hebben in den vorm van laag schoolgeld; zij zijn er zelfs niet vau gediend. Spr. geeft iu overweging dit eens na te gaan. De heer G e r r i t s e n was vroeger f!et zelfde ge voelen toegedaan, doch leerde uit een bespreking met den vorigeu Burgemeester, dat men van den wal in de sloot zou komen. De heer Van Eek zegt, dat de rijkeren toch den kosteuden prijs betalen en de armeren een schijntje. De heer Van Kalken blijft bij zijn verzoek,dat B. eu W. de zaak eens overwegen. Bij post 26 (opbrengst Gemeeute-eigendoinmen) vraagt mr. Heyligers wat er gebeuren zal met het huis naast de voormalige gasfabriek, dai /.eer goed zou iu te richten zijn voor een volkshui'huis, waarnaar de Gezondheids-commissie reeds jaren lang zoekt. Wethouder Celosse acht het minder ge schikt voor badhuis dan wel voorden Gemeen re-rei nigingsdienst. B(j post 30 (verkoop van rooisel) merkte de heer Gerritsen op, dat de kustanjeboomeu op den Weverssingel te dicht bij elkaar staan, wat wel prach tig mooi is, doch belemmerend voor het verkeer. Bij post 35 (gasfabriek) vraagt de heer Gerritsen of er reeds over is gedacht, hier muntgasmeters in te voeren, welke elders zulk een groote bate ople- Wethouder Visser antwoordt, dat nog geen aanvrage daartoe inkwam en dut de aanschaffing van die meters zoowel als van lichl- en kooktnestellen oen groot kapitanl eischt. Evenwel zal de zaak ter sprake worden gebracht iu de Gas-commissie. De heer Gerritsen dankte voor de i en beval deze zaak aan. Do Gemeente-begrooting werd hierop met alge- meene stemmen voorloopig vastgesteld en zal ter goedkeuring worden toegezonden aan Gedeputeerde Staten. Aan de orde kwam nu punt 18 van den Beschrij vingsbrief, een request van den heer P. H. van Ha- selen tot overneming vau een weg verbindende de Hendrik van Vianden-straat mot de wegen op „Beekestein". Conform het pne-advies van B. en W. wordt z. d. of h. st. tot die overneming besloten. Ten slotte komt aan de orde een request van de beeren H. Kroes eu Th. A. Kwint tot overneming van een weg langs de Beek verbindende de Groote Koppel met de 8ehimnielpeniiinck-stra.il. De heer Van Esveld meende, duf een weg van C'/j M. lo smal zou zijn en zou 8 M. wilhw bepaald De S ecretaris doet nu voorlezing vu betont werp-cou'ract, waaruit o. a. blijkt, dat oi k de ta luds dienen meegerekend en inderdaad het gedeelte van den weg, dat niet aan de Beek ligt, 8 hl. breed wordt. Wethouder Visser verzekert, dal de weg voldoende breed is. Ten andere kan men geen hoo gere eischen stellen daar de bouwondernemers ook reeds f2100 moeten besteden voor een hek. n lichting

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1901 | | pagina 1