Maandag 25 November 1901. No. 5139. 51e Jaargang. Feuilleton. Stadsnieuws. Phoenix-Brouwerij H. MEURSING Co., Amersfoort. PHOENIX-BOCKBIER. AMERSFOOETSCHE COURANT. UITGAVE FIRMA A H- VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnemeift per 3 maanden fi.franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, ofiicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT 9 Tolephoon 10. KENNISGEVINGEN. NATIONALE MILITIE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op de artt. 87 en 88 der Wet betrekke lijk de Nationale militie van den 19. Augustus 1861 (Staatsblad No. 72) en de artt. 25 en 26 van bet Koninklijk besluit van den 8. Mei 1862 (Staatsblad No. 46) later gewijzigd nJ?-??ie2 kennisgeving van den beer Kolonel Muitie-C'omrnissaris in de provincie Utrecht, van den 14. November 1901, Doen te weten, dat de zitting van den Mili tieraad voor deze gemeente Maandag don 9 De cember 1901, des voormiddags te 10 uren, in het openbaar wordt gehouden in de zaal genaamd „Groot Kunstliefde" vun het gebouw voor Kun sten en Wetenschappen aan'de Mariaplaats te Utrecht, in te gaan tegenover de Botermarkt, en bestemd is tot het doen van uitspraak om- v.r6u1u ('e.'°tehngen die redenen van vrijstelling hebben ingediend, de lolelingen die van den dienst uitgesloten of daarbij v o o r 1 o o p i g niet toegelaten worden, en alle overige lotelingen, behoorende tot de lichting van het jaar 1902. En brengen tevens ter kennis van de belang hebbenden, dat de tijd en plaats der zitting aan eiken loteling zal worden bekend gemaakt door middel van een aan zijne woning ofaandievan zijnen vader of voogd te bozorgen biljet, alhoe wel het niet-ontvangen van zoodanig biljet niet ontheft van de verplichting tot het verschijnen voor den Militieraad, of tot hot indienen van de tot staving der redenen van vrijstelling gevor derde bewijsstukkenzullende de loteling, die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke ge3telhuid, gebreken of gemis van de gevorderde lengte voor den Militieraad moeten verschijnen, op het hier boven vermeld tijdstip. Amersfoort, den 25. November 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUYTIERS. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. j afgedekt. Deze bak mag geen afvoerriool i I Amersfoort, den 21. November 1901. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUYTIERS. De Secretaris, B. W. Th. SANDBERG. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gezien art. 8 der Hinderwet, Brengen ter kennis van het publiek, dat door hen aan J. P. B. THIEN en zijne rechtverkrij genden vergunning is verleend om een rund-en varkensslachterij eu roakcrij van vleeschwarcn op- terichten in liet perceel alhier gelegen aan den Naurderstraatweg, wijk G. No. ong'1. kadastraal bekend onder sectie D, No. 2828, onder voor waarde dat in de slachtplaats moet worden ge maakt en ten allen tijde goed onderhouden eene waterdichte gemetselde meelbak van 200 Liter inhoud, waarvan de wanden en vloer minstens 0.17 M. dik moeten zijn en door een houten luik Om elk misverstand te voorkomen, deelen we mede, dat de slechte voorbereiding van het concert-Heymann, waarvan we in ons vorig nummer spraken, geenszins te wijten is aan Commissarissen van »An4icilia". Het te- §endeel is waar toen de impresario op den ag der uitvoering zelve nog niets van zich had doen hooren en de beide dames zich aan het gebouw vervoegden, beijverde een dei- Commissarissen zich om nog in orde te ma ken wat gereed gemaakt moest worden en hetgeen toch de impresario had behooren te doen. In de Donderdagavond gehouden vergade ring der vrijzinnige Kiesvereeniging «Amers- foort" werd na langdurige discussie besloten, «lat zij niet zal ingaan op de uitnoodiging van den sLestuurdersbond" tot het houden eener conferentie ook met andere plaatselij ke Kiesvereenigingen, ten einde te komen tot verbetering van de positie der Gemeente werklieden, meer speciaal tot het invoeren van het 3-ploegenstelsel aan «ie Gemeente lijke gasfabriek. Ofschoon de Kiesvereeniging zich, zoo noo- dig, zal blijven bewegen op het gebied van algemeen belang en evenals haar voorgang sters daarover lezingen zal doen houden, enz. werd besloten, dat zij zich niet zal mengen in zaken van eigenlijke Gemeente-huishou ding. Tot Bestuurslid van de Kiesvereeniging «Amersfoort" is, in de plaats van den heer P. Volbedn, die wegens drukke bezigheden ontslag nam, gekozen de heer H. L. de Wijs. Naar we uit goede bron vernemen, wordt eerlang in het Hoofd-kiesdistrict Amersfoort opgericht een Centrale liberale kiesvereeni ging, geheel afgescheiden van de kiesver eeniging «Amersfoort" welke zich speciaal bezighoudt met plaatselijke politiek. De Nutslezing van Donderdag 21 November. Bij de ouderwetsche, degelijke, oud-Hol- landsehe menschen, die leefden in den tijd der «Camera" was eene Nutslezing eene gelief koosde uitgang. Bij de luchtige, vluchtige menschheid van heden, die öf gaarne lachen om een schuine fransche comedie, öfaspira- tiën hebben van «kunst1' genieten, zijn die Nutslezingen in discrediet geraakt. Men haalt er een beetje spottend de schouders voor op. «Kunst krijgt men daar zelden of nooit te hooren de voordrachten zijn vaak hoogst middelmatig", zeggen ze, «wat zullen we ons vermoeien, daarheen te. gaan Je ziet er niemand van je kennissen" óok al een argument. Een feit is 't, dat kunst op een Nutsavond dikwijls ver te zoeken is, een feit is 't ook, dat de lezingen slecht bezocht wor den en «lat 't publiek, grootendeels uit da mes bestaande, gewoonlijk weinig overeen komt met 't moderne auditorium dat den schouwburg bezoekt. Toch is't jamnier, dat de Nutslezingen in verval zijn geraakt, want soms wordt er iets goeds gegeven en een Nutslezing kan veel nut stichten. De afwezigen kunnen dezen keer berouw hebben van hun wegblijven; zij hebben veel gemist, want nu was er kunst te genieten en zij, die er geweest zijn, zullen nog lang de herinnering huutien aan 't geen zij daar geha«I hebben. 't Was er koud van leegte, nauwelijks 40 menschen, en dat, terwijl een jong officier zijn krachten kwant geven aan wat hij als kunst voelde te kunnen geven. Misschien had 't Bestuur, ofschoon 't als altijd in de plaatselijke bladen annonceenle, wel voor «lezen keer, waar men kunst te wachten had, in de sociëteiten ten aanschouwe van ieder kunnen bekend maken, «lat een jong, artistiek voelend mensch zou komen om anderen te doen genieten van het heerlijke treurspel van Sophocles. Niet ieder leest 't locale blad van een provinciestadje, en wat gemakkelijk aanschouwd wordt, vindt te spoe diger ingang. Het deed mij leed voor «len spreker, «lat. niet meer kamerailen naar hein kwamen luisteren. Toen bij begon met een kinine inleiding trof dadelijk een zware, welluidende stem mijn oor, hoorde ik de goede wyze van spre ken, waarnaar het streven zoo groot is tegen woordig, het juiste uitzeggen der woorden met tong en lippen, geen gebraüw van r's ach terin den mond of de g geschraapt in de keel. Daarna kwam 't verzenzeggen. De spre ker wilile heel het treurspel aanschouwelijk voorstellen, Het was een reuzentaak, «lie hjj zich gesteld hail. Verrnsseutl wuren de stemwendingen, 't verschil van toon en hoogte gegeven in «le stem van ie der afzonderlijk. Oedipus, Creon, Teresiaa men hoorde 't dui«le!ijk, zii waren allen ver schillende personen, en latpr 'tteere, weeke in .locaste's stem. Die man moet wèl zich ingeleefd hebben in dit treurspel oiu Tzóo te kunnen weergeven. Meestal was 't verzenzeggen heel goed, vooral in «ie koren en de korte geprekken. By een lange claus werd de spreker af en toe wat eentonig. Bepaal«i heel mooi was do plotselinge zelfbeheersching na «ie uitbai-sting van wanhoop van Oedipus. Bleek nog van aandoening, doch volkomen kalm, met de stem van een prologus, zeide hij «Oedipus ijlt zijn paleis binnen." 't Was niet moer dan natuurlijk, dat 't merkbaar werd, hoe ver moeiend zulk. eetf voordracht is, waar meer dere personen zich in éen vereenigen. Bo vendien is spreker wat jong en wat hem ontbreekt, is routine. Verwouderlijkgoed was zijn geheugen, want slechts heel zelden be hoefde hij in 't boekje te zien, dat zekerheids halve voor hem lag. We hebben zoo weinig amusementen, doch laut ons dit weinige in eere houden. We pruttelen allen, dat Amers foort zoo luttel heeft op kunst- eu intellec tueel gebied. Laat ons dan ten minste zelf ons best doen orn wat goed is, onze belangstelling te geven. Waarlijk, het is voor een groot deel de schuld van 't publiek, dat alles hier kwynt of sterft. Zullen wy nu Dinsdag 26 November een volle z«ai hebben? Wij wenschen den spreker van Donderdag in andere steden van harte meer succes toe; het was waarlyk welverdiend. F.gli. C, van der Manuele. To midden van onafzienbare velden lag eene boe renhoeve een aardig huisje, laag van dak en wit gekalkt een bloementuin lag er naast de weiden en de golvende heuvelen strekten zich uit, zoo ver het oog maar zien kon. Wat lag het daar vredig en aardig, dat huisje van den -Wildeman", van Piet en Piet z'n vrouw, en Piet's twoo jongens en Piet's jeudig dochtertje. Ze haddeu voorspoed. Ze waren gelukkig, 't Gedruisch van de wereld was ver weg wat haddeii zy er mee van doen?! Ze hadden hun vee ze had den hun vogels - ze hadden hun „Boek" - ze hadden hunne vrienden zo hadden elkander - ze hadden hun God, dat was meer dan de wereld in onzo dagen van zich zelf durft le verklaren. Maar zo waren niet Engelsch, dat zag er leelyk uit - ze hadden hun vrijheid lief on dat was heel erg en daarginder onder die golvende heuvelen in de rerte «vas hier en daar goud te vinden, en dat was hun ongeluk. Het Engelsche opperbestuur, hoeveel beter was dat niet?! De Eugelsche taal, was zij niet reel mooier dan de hunne?! De Engelsche vlag was zy Do riuoiillcïitio „Wildeman" werd don Boereu toebedeeld redonên ongenoemd wensoht te blijven, en die deze „noodkreet van oen in haur rechtvaardigheidsgevoel boleediEdo vrouweziel ■leed toekomen ami de voornaamste Nederlandaehe binden, in do overtuiging, dat bot goed zal doen nan ons, Nederlanders, t. we"» Sat er ook Eng.l.cb.nzyn, die «k.r ««nveel.- „ia ajii «nor de wQze waarop door het Engel- Weder verkrijgbaar het zoo gunstig bekende niet veel grootscher f Vreemd toch, dat zij er niet zoo over dachten. Maar zij waren ook „wilden" eu wat zou je nu van „wilden" anders verwachten Zoo gaat altijd de gang der beschaving de groote wagen van den Juggernaut rijdt immerB altyd over „wilden"? dat heeft hij steeds gedaan, dat zul hy altijd blijven doen en in dieu wagen zitten En- gelschen 't is hunne beschaving, zy hebben baar gemaakt bet is hun land, zij hebben 't veroverd. En je kunt toch doen vrat je wilt met hetgeen je hebt van je zelf? Maar hadden zy het land wel veroverd Piet vond van niet. Piet's vrouw en Piet's twee jongens en Piet's jeudig dochtertje vonden van niet. Maar dan waren 't ook „wilden", wat zouden zo te vertellen hebben? En bovendien, de wagen van Jaggernaut doemde eerst op in de schemerende verte zo had den den dreun nog niet gevoeld nog niet, maar hjj was op de komst I Ze hoorden nog maar in de verte 't gedreun der kanonnen en 't schril gefluit der geweerkogels nog maar in de verte 't ge stamp van soldaten op marscb. Piet en z'n beide jongens trokken te veld. „We zijn Hollanders", zeiden ze. „'t Is ons land. De Transvaal, we moeten 't verdedigen, verdedigen onze vrouwen, onze kinderen, onze buizen, onze vlag. Die Engelschen hebben zelf 'n land zelf 'n huis, ze hebben zelf 'n vlag en vrouwen en kinderen waarom zouden wo niet houden mogen wat van ons is We hebben vroeger 'n land gehad en ze na- ineu 'l ons af wo zeiden niets wo trokken ver der en zochten en voudeu een auder land voor ons. Waren ze toen tevreden Neen, Zo kwamen ons achterna". „Je hebt goud" zeiden ze „wy willen dat hebben. Wij zyn een grooter - ilk. Geeft onsje goud. Jullie bent „wildon", Jullie bent barbaren, wat wou je met dat goud Geeft het ous of wij zullen jo to pletter ryden met nzon Jnggornautswagen. We zul len je wegvegen van 't oppervlak dor aarde. Wy zijn de Engelsche natie hoor je!? Geeftons je goud". En dat wilden ze niet. „We zullen vechten" zeiden ze „wo zullen vochten voor onzo vrijheid we zullen bidden tot onzeu God en lly zal ons beschermen tegen 't be schaafde volk". En do strijd raasde over do toppen der heuvelen eu in de dalen. De „Wildeiuaunon" vochten voor vryheiii en de Engelsche natie vocht voor goud. 't Zal niet lang duien" zeidon du Engelschen „een paar wekeu, oon paar soldaten, een paar harde woorden. Daarmee is 't gebeurd". Maar de stryd rausde door. Hoe merkwaardig I De Engelsche natie wcnl tel kens geslagen, vernederd door een haudjevol „wil denNooit vertoond! „We moeten leeren te vechten op hun manier", zeiden de Engelsche soldaten. „We moeten hun kruit gebruiken, 't is beter dan 't onze, eu hunne geweren, ze zyn grootor en hun manier van doen zo zijn verstandiger", Vreemd dat een beschnnfdo natie zou moeten leeren van „Wilden". „We kunnen ze niet vermorzelen", zeide de En- gelschen nog niet". Dat is ook vreemd „Zenil ons meor soldaten, meer, meer! 1 schreeuw den zy. Wat is dat Engelsche volk tochdapporl Wat 'n mood I Twaalf togen een wat? vyflig, houderd van hun geoefende soldaten togen oen ongedrilden „wil deman". De „wildeman" is oon lafaard hij kruipt weg, hij hurkt neer achter 'n boom waarom kwam hy riet voor den dag om te vechten tegen zyn honderd vyuuderi -een tegen iiouilord— dapper als een man waarom ging hy niot overeind slaan om zich to laten doodschieten t 't Is mousterachlig onge hoord „We kunnen niot met hem beginnen", zoi de En gelsche natie. We maken hem dood en hy wordt .veer levend of er komt 'n ander in z'n plaats. - do worold houdt stuur meer soldnten gauw ous voor den gok 1" „Wat zou (lat? Laat z' ona voor gek houden. Wij zyn 't Engolscho volk wy hebben «en grnoten en roemrijken oorlog gevoerd on wy hebben over wonnen nu ja, nog niet -- maar wo zullen over winnen nog eon «lag, nog een weok nog een maand en de oorlog zai uit zijn. Wo zijn tot nog t(iü welwillend geweest de Éiigelaehe natie was Bltijd te zachtzinnig on te medelijdend. We moeten ons togen dia zwakheid verzotten. W«> kunnen do mannen niet te pakken krygon welnu duo, laten we do vrouwen pukken en de kindereu dut zul len onze „krijgsgevangenen" zijn laten we do huizen verbranden. Begin muur met da. huis daar op dien heuvel het huis van den „Wildeman"! Daar was Piet's vrouw en daar was Pi< i'« jeugdig dochten je. Wat «vas 'i er vredig en gezellig. Gauw geef op, 'n Inciter, et 11 brandend iituk hout! Kijg 'I cons brandenHoi dak valt in -de wanden zijn vernield de tuin is 'u warboel welk een gezicht I Piet's vrouw drukt de handen op haar oogeti, ze kan 't niot aanzien. Piet's jeugdige dochter klemt zich sidderend nnn lianr vast. Do wagen van don Jaggernaut ia gekomen. (Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1901 | | pagina 1