Donderdag 2 Januari 1902. No. 5150. 51e Jaarg? Stadsnieuws. Feuilleton. TWEE VRIENDEN. iMERSFOORTSCHE DOÜRART. FIRMA A H VAN CLEEFF to AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden fi.franco per post /'1.15. Advertentiën 16 regels GO cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTE6RACHT9 Telephoon 10. Ds. H. C. Lühr, van Rotterdam, hoopt aan staande Zondag vóór te gaan bp de gods- dienstoeteuing in de Luthersche kerk bier. De iantste vergadering van den Raad in hel afgeloopen en aan vergaderingen zeer drukke jaar werd Dinsdagavond onder voor zitting van den heer Burgemeester jhr. J. W. A. Barchman Wuytiers van Vliet ge houden van halfacht tot bij elven. Alle leden waren tegenwoordig, met den Secre taris der Gemeente, wat zeker mug toege schreven aan de belangrijke zaak in de ge heime zitting gedurende twee uren dikwijls met groote warmte besproken. Hoofdschotel van de openbare vergade ring was de ontwerp-verordening in zake de bezoldiging van het onderwijzend perso neel Lager onderwijs. Het Nieuwjaarsgeschenk is in vele opzich ten heter dan het als Sint. Nicolaas-cadeau bedoelde, waartegen aanstonds de onderwij zers zich verzet hebben. Hoofdinhoud van de nieuwe regeling, welke in werking trad met 1 Januari 1902, ishet salaris der Hoofden van scholen le soort be draagt f1500—f1800, dat van die der 2e en 3e soort f 1100—f1400 (het vorige ontwerp stelde voor de 2e soort J'1200f1400, voor de 3e soort f1100f1300); de vergoeding voor huishuur der Hoofden van de scholen ie soort bedraagt f300, voor de 2e en de 3e soort f250, (vorig ontwerp 2e soort f 300, 3e soort f250); voor de onderwijzers is het aanvangs-salaris f600 met 4 vijfjaarlijk- scbe verhoogiogen van f75 (vorig ontwerp 6 vijfjaarlijksche verhoogingen van 150), zoo dat na 20 jaar dienst bij openbaar- of bij zonder Lager onderwijs het maximum van f900 wordt bereikt (vorig ontwerp na 30 jaar). De hoofd-akte (al- dan niet-verplicht) geeft f125 (vorig ontwerp f200 voor de verplichte. f125 voor de niet-verplichte). Herhalings- onderwijs wordt beloond met f0.75 per les uur, voor het hoofd met f125 bovendien per cursus. De tegemoetkoming voor ge huwde onderwijzers boven 28 jaar zal f50 bedragen, en de vergoeding voor huishuurf50. Van do thans in dienst zijnde onderwijzers en onderwijzeressen worden de jaarwedden in overeenstemming gebracht met de bepa lingen der gewijzigde verordening, met dien verstande, dat geen der bestaande jaarwedden worden verminderd. De opklimming na 3, G, 9 en 12 jaren dienst blijft voor hen gelden. i) Nora w«b oen patrijshond en Tommy was oen «Iwcrg. De hond waa buitengewoon verstandig, kon door hoepels spiingcu, op oen trom slaan, en een lad dertje opklimmen, dat voor hem gemaakt was. Hij kondo nog moer kunstjes, bijvoorbeeld tot honderd tellon met cijfertjes run karton, en muziek maken op oon kleine piano, die een klank gaf, als van roestig ijzer. De dwerg was zeer dom voor een meusch. eu tat op eon met rood fluweel bekleed leuningstoeltje, tot do beurt aan hem kwam. Dan stoud hij op met koddigo deftigheid en vertelde aan het publiek ïuot zijn schel stemmetje allerlei bijzonderheden over de sierlijkheid zijner vormen en de bewonderenswaar dige evenredigheid zijner gestalte, op dezelfde wijze nis allo andere dwergjes, die de kermissen afreizen. Nora had ruig, dof liaar. Mooi was hij niet maar hij had zeer goedige, vriendelijke oogou en kou u aankijken met dien innig droeven blik, die zoo eigen is aan ongelukkige dieren en waarvan u het hart toekmjpt. Tommy geleek op al zijn natuurgenooten. Het zelfde puiligo, walerzuchtige lichaampje, hetzelfde bolle k i ml erge zie tij e met do rimpels eener oude vrouw. Tommy en Nora hielden veel van elkaar. Zij had don dun ook vele puDten van ovoreeukomst: beiden waren zwak, beiden waren slaven, beiden werden afgebeuld. Na de zoo breeile voorbereiding in de afdeelingen werden geen algeraeene beschou wingen meer gehouden en werd het ontwerp zonder eenige discussie met algemeene stem men vastgesteld. De ontwerp-instructie voor den eerste Gemeente-opzichter bracht eenige discussie. De heer Van Esveld achtte het slot artikel eenigszins onduidelijk, waar dit dien opzichter verplicht, tweemaal daags de plaat sen te bezoeken waar gewerkt wordt, Spr. meende, dat bedoeld werd de plaatsen \Vaar onder toezicht van dien opzichter wordt ge arbeid en het niet in de bedoeling lag, dat de opzichtere elkaar zouden controlee ren. De heer Visser, Wethouder van open bare werken, wilde niet te veel gereglemen teerd zien en ook iets overlaten aan het gezond verstand. Elk der opzichters weet waar hij te werk gesteld wordt en wat hij te doen heeft. Het is niet goed, de onder- deelen te veel te preciseeren. De heer Gerritsen wilde de gehpele slot-alinea weglaten; dan staat er zeker niets dat voor tweeledige uitlegging vatbaar is. Daartegen kwam Wethouder Vis ser ophet tegenwoordige personeel ken nen we, doch het toekomstige niet en daarom is het beter hun rechten en plichten eenigs zins vast te leggen. De heer Van Esveld antwoordde den heer Visser, dat hij juist niet te veel wilde reglementeeren en minder decreteerde dan het ontwerp aangaf. De heer Gerritsen vreesde, dat men door het behoud der slot-alinea tot vreemde toestanden zal komen, bijv. als een zeer onwillig aannemer den opzichter belet deze bepaling in de instructie na te komen. De heer Van Kalken begreep niet waar de heer Gerritsen heen wilde. Er is juist aangedrongen op een juiste, nauwkeu rige omschrijving der verplichtingen, opdat alle willekeur worde vermeden. De heer Gerritsen trekt zija voor stel in. De heer Plomp stelt voor te lezen: ïhij is verplicht de arbeiders, die onder zijn toe zicht zijn, tweemaal daags", enz. De heer K 1 e b e r meende, dat men de discussiën wel kon staken. Desnoods kan de Burgemeester den opzichter van een deel zijner instructie ontheffen. De heer Van Eek meende, dat men niet bevreesd hoefde te zijn voor een soort onderlinge contróle. In den regel is niemand zóo ijverig, dat hij óok gaat inspecteeren wat hem niet aangaat. De heer Van Esveld handhaafde zijn voorstel. Wethouder Visser stelde alle spr. gerust door hen te verwijzen naar art. 3 der insiructie. De heer Van Esveld bleefpersisteeren bij zijn voorstel, dat nu verworpen werd met 13 tegen 4 stemmen (die van de heeren Croockewit, mr. fleyligers, Plomp en den voorsteller). Bij art. 14 stelde mr. Van Voorst Vader redactie-wijziging voor, welke aan stonds werd overgenomen door B. en W. en waardoor het art. nu luidtalvorens de betrekking te aanvaarden, legt hij in een vergadering van het college van B. en W. in handen van den Burgemeester de voor geschreven eeden af. Hierna werd de instructie z. h. st. aange nomen. De nu volgende ontwerp-instructie voor den tweede Gemeente-opzichter bracht even zeer discussie. M r. H e y l i g e r s hoopte, dat art. 2 geen doode letter zou blijken én dus een eind zou gemaakt worden aan de zeer vele over tredingen van de Bouwverordening en de Verordening op de openbare gezondheid. W e t h ou d e r Visser achtte dit zeggen een smet in 't openbaar op B. en W. ge worpen en vorderde dat mr. Heyligers van de zeer vele overtredingen er éen enkele zou noemen om zijn woorden te staven. Mr. Heyligers noemde het veelvuldig aanleggen van beerputten en wees er op, dat zoovele pasgebouwde huizen worden betrok ken. De Voorzitter antwoordde, dat de zaak der beerputten door den Raad is overgela ten aan het college van B. en W. Wethouder Ce losse gaf als zijn mee ning te kennen, dat de beerputten zooals die tegenwoordig, na keuring, worden gebouwd, zeer goed zijnwat het betrekken van nieu we huizen betreft, dat is de zaak der bewo ners, die zelf moeten woten of ze al dan niet een vochtig huis willen hebben. De heer Van Eek gaf aan mr. Heyligers in overweging deze zaak eens te behande len bij een wijziging der Bouwverordening. W e t h-o u derVisser verklaarde nog, dat op éen na alle woningen door den Gemeente- architect werden goedgekeurd vóór zij betrok ken werden. De instructie werd hierna z. h. st, goedge keurd. Tot tweede Gemeente-opzichter werd alsnu benoemd de heer D. van Schooneveld, te met 16 stemmen en 1 blanco, waarna zijn Hun meeste- heette Bartasse. Hij was een ruwe dronkaard, uit Bordeaux afkomstig, wiens eenige arbeid daarin bestond, dat bij zijn troep, xooals hy dien uoemde, van de eene kermis naar de andere sleepte. Er was een vrouw bij, die vroeger rtuzin bij hem geweest was, maar opeens (toen hij haar by na bad doodgeslagen en zjj dreigde, hem bij het gerecht te zullen aauklagen) had h\j haar getrouwd om haar tot kalmte te brengen, en van dat oogenblik had hij het recht haar zooveel te staan als hij maar wilde. Theodora, zoo heette zjj, was, gel jjk gezegd, reuzin van haar ambacht. Ze was inderdaad een zeer groote vrouw, maar staagde er in, den indruk van een reu zin te geven door haar buitengewone dikte, hooge hakken en valsch haar. Verder behoorde er een hansworst by den troep, een liederlijk, diefachtig kereltje met een heescbe stem een gemeen accent, die echter onmisbaar was gewordon door de welbespraaktheid, waarmee hij bot pubhek wist te lokken, In deze morsige en ruwe omgeving van den ker miswagen eu leefden de twee vrienden Nora en Tommy en begrepen elkander volkomen met hun begrensde vermogens. Mot vloeken en slagen was Bartasse er in geslaagd, den dwerg het eerste couplot te leoren van een liedje, dat toen zeer veel gezongen werd. Zoodra Tommy met bet geldbakje was rondgeweesl, hief hy aan uit al zijn macht, zoodat de aderen van zijn voorhoofd salaris, reeds, bij de Begroolingbepaakjj Wurd vastgesteld op f800. Aan de orde kwam nu hét voorstel 'om- trent de boomen aan de Beekstraat éh den j Weverssingel. Uit het door den Secretaris voorge lezen rapport van den deskundige, den O zichter der plantsoenen te Utrecht, bleek, d deze adviseert tot opsDoeien en het na 2 of.1 3 jaar, als de boomen voldoende zulleu uit-'f gegroeid zijn, vellen om den andere. jl De heer Kleber was het niet eens met; 1 den deskundige, althans wat de boomen op I den Weyerssingel aangaat, waar deze ver uit J elkaar staan en na het vellen zelfs 10 Me ftr van elkaar zullen verwijderd we/.»-n. Spr. stelde voor deze boomen alleen op te suo.-ien en ze niet te vellen. \v2fcL De Voorzitter zeide, dat hij persoon-'^ lijk ter plaatse was met den deskundige en I den Gemeente-architect en dat het noo- 'j dig is gebleken, alle hinderlijke takken te snoeien. De heer Kleber vindt dit uitstekend, doch wil ni£t dat de boomen gerooid wor den, althans niet op den singel. De Voorzitter repliceerde, dat de deskundige vreesde, dat zij elkaar m den weg zouden staan. De heer Kleber achtte den afstand voldoende groot. De heer Van Kalken herinnerde er aan, dat de heer Kleoei* zelf indertijd ér op wees hoe verkeerd het is, hoornen te lAng te laten staan en zeide, dat hij zou steminen vóór het voorstel van B. en W. De heer Kleber meende, dat op den Weverssingel de boomen elkaar niet kunnen j in den weg staan. M r. Heyligers zou eveneens stem men vóór het voorstel van B. en W. Zóo dikwijls is hier reeds het voorbeeld gegeven van onoordeelkundige benandeling der boo men, dat spr. blij is, dat thans óok eens I een deskundige werd gehoord. Ook de heer Veis H e y n kon niet j meegaan met de zienswijze van den heer Kleber en zou stemmen vóór het voorstel j van B. en W. dat hierop werd aangenomen j met 14 tegen 3 stemmen (die van de hee- J renGarjeanne, Kleber en mr. Vader). f Het talrijke publiek verliet hierna de tri-I bune. Aan de orde kwam nu een voorstel to tl rooiing van boomen in het Plantsoen. .1 Uit de voorlezing van het rapport door J den Secretaris bleek o. a. dat de Plant- T soeuen, een halve eeuw geleden door Zocher aangelegd, zoo veel mogelijk behouden zul-I van de inspanning opzwollen: Sur la place de la Bastille, Je me promenais l'autre soir, Quand une belle et grande ülle Vint A passer sur le trottoir Une gracieuae mantille Cachait sa taille au tour miguon Etant myope, quel guignou 1 Vite je pris mon lorgnon Et je la suivis eu disant Tralalalala, tralalalla La belle, ne courez pas tant Tralala, lala I Tot zoover ging het heel goed. Tonitny begeleidde het straatliedje met etnigo komische gebarcu, die de menschen aan het lachen maakten, maar verder kon hij nooit komen. Zijn geheugen was blijkbaar te klein om meer te kunnen bevatten, want bij het t?/eede couplet geraakte hij altijd iu de waren kon niets meer bedenken dan bet eentoonig „tralala" van het slot, lederen dag zong Bartasse hem tien, vijftien, twin tig mar.' met wanhopig geduld het deuntje voor, en spande Tommy vruchteloos zijn kleine hersens in, om do onzinnige woorden te onthouden. Zag hy eindelijk aau de oogen van zijn meester, dat deze driftig werd, dan verloor hy zijn beetje verstand ge heel en kwam in wanhopigen angst alweer voorden dag met het „tralala," dat hem door de opkomende tranen in de keel bleef steken. En dan sloeg Bartasse hem zonder genade. Nog snikkende en pijnlijk door de ondergane mis handeling, floot Tommy heel zacht om Nora en giug met hem op het balkonnetje aan de voorzijde van den wagen zitten, beiden even bedroefd, want de hond begreep wat er gebeurd was. Op dat balkou brachten de vrienden hun aange naamste oogeublikken door en genoten er de vry- heid op hun wjjze. Zy zaten er meest tusschen de middag- en de avondvoorstelling. Nora keek Tommy aan alsof hy zich afvroeg waarom deze mensch zoo anders was dan andere menschen en waarom hij be ter zon zijn dan een anderen ;eu Tommy keek naar de drjjvendende wolken en dacht. Ja, dit gedrochtje, dat, hoe bevreesd ook voor sla gen, niet meer dan tien versregels onthouden kou, dacht werkolyk, terwijl bjj in de lucht staarde maar hij dacht altijd aau hetzelfde. Toen hij nog heel klein waa, hadden zijn ouders, arme boeren, hem aan een kermisman verkoelt t, dié 1 hem, welgevoed en goed gekleed, in verscheiden 1 steden vertoond had, tot er geen zaken meer mee I te maken waren. Daarna was bij voor honderd frank I in het bezit van Bartasse gekomen. Van dit alles I had Tommy slechts éen gebeurtenis onthouden. Eens, I het was in een zeer groote stad, had zijn meester, 1 hem naar een voorname w- ',ng gebracht, waarbij, I voor het genoegen der kinderen tusschen de too- j verlautaren eu het bal vertoond werd. Na de voor- j stelling had een prachtige dame, met een fluweelen j japon aan, veel mooier dan die van madame Theo- dora, hom aangesproken. Veel bijzonders had zij niet gezegd: zy had g, vraagd hoe oud hij was, waar hij vandaan kwaut en hoe zijn ouders heetten, eu geen dezer vrageD bad hij kuuneu beantwoorden maar Tommy wist wel, dat noch vóór noch na dien tijd iemand hem ooit zóo vriendelijk behandeld had. Naar die dame en hel fluweelen kleed dwaalden de gedachten van het leelyke dwergje, zoodra hij met Nora op het balkon zat. En daarbij keek hq altijd achteruit, omdat hjj zich in zijn bekrompen verstand die voorstelling maakte, dat hq us dien dag altyd vooruitgetrokken was. Het scheen hen toe alsof aan het einde van ((en langen weg diél zq gekomen wareD, de groote stad moest figj waar vac hjj den naam niet eens kende en waai dame woonde met haar zachte, lieve stem. Soms, wanneer Bartasse hem erg veel pjjn li gedaan, kwam bij den dwerg het plan op om 1 b&ul te onvluchten. Hy zou niet rusten, voordat h| de stad gevonden bad eu de vriendelijke dame, en U Dan keek Tommy naar ejju kromme beentjes vergeleek ze in gedachte met de lange atc ig< zjju meester, en dan barstte bij in biltere tiapi en \erborg snikkend zijn boold in de lange fc van Nora, die met oprecht medelijden de Ir' roode handen van zijn vriend lekte. (Wordt v

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1