Donderdag 23 Januari 1902. No. 5156. 51e Jaar Stadsnieuws. Feuilleton. mm SOLDATEN. PHOENIX - BPOUW EIUJ. H. MEURSING Co. AMERSFOORT Specialiteit in Exportbier naar de Tropen. AMERSFOQRTSCHE GOÏÏRAIT. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Maandag- en Donderdagavond Abonnement per 3 maanden f\.franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oiïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers worden in rekening gebracht en kos ten evenals afzonderlijke nummers 10 cent Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer Gemeente, dut de door den Directeur van's Rijks directe belastingen enz. te Amsterdam executoor verklaarde kohieren Nos. 10 en 11 van de Pcr- soneele belasting over het dienstjaar 1901 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier zijn ter hand gesteld, aan wien ieder ver plicht is zijnen aanslag op den bij de wet be paalden voet te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat sen aangeplakt te Amersfoort, den 22. Januari 1902. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, maken belanghebbenden bekend, dat met ingang van 27 Januari e. k. de prijzen van cokes te le veren door de Gemeente gasfabriek, wat betreft geklopte en grove cokes, verminderd zijn met 5 cent per H. L. en mitsdieD gesteld zijn op f0.65 per H.L. geklopte cokes f 0.60 grove f0.50 parel alles afgehaald aan de fabriek. Amersfoort, den 23. Januari 1902. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. TH. SANDRERG. Dr. J. VV. Pont, uit Utrecht, hoopt aanstaan den Zondag de godsdienstoefening in de Luthersche kerk hier te leiden. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in de gemeente Linschoten een geval van miltvuur is voorgekomen. Amersfoort, den 23 Januari 1902. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Worden de Vrijstaters vergeten Van volstrekt betrouwbare zijde wordt aan het Consulaat-generaal van den Oranje-Vrij staat te 's-Gravenhage, uit Bloemfontein, dd. 9 December 1901, geschreven »De ellende is oneindig groot en hartver scheurend Dat we toch geld genoeg hadden om voor de arme vrouwen en kin deren voldoende kleeren te koopen; van schoenen hebben we reeds lang afgezien. »lk kan ongelukkig de gedachte niet van mij afzetten, dat de noodlijdenden in den Oranje-Vrijstaat eenigszins vergeten worden, vergeleken bij de Transvalere. Wanneer ik zie, dat bij de verdeeling van sommige be- bedragen deu Vrijstaat slechts 1/3 toegewezen werd, zoo is dat hoogst onrechtvaardig, en ik heb goede gronden om te gelooven, dat de Vrijstaat meer verwoest is en dat daar meer geleden wordt dan in de Zuid-Afri- kaansche Republiek." (Herinueringeu van een Duitscher.) 2) Na deze beide, iu 't kort vermelde gevechten, was mijn compaguie tot 51 man, een luitenant en acht onderofficieren versmolten, en blijft er me nog over te vertellen hoe ze na mijn herstel geheel te niet ging, op tien man na, met wie ik, doodelijk gewond en met de wanhoop in het hart, naar de hoofstad Mexico terugkeerde. In November 1866 bevond zich de zetel derrepu- blikeinsche regeering in den Noordelyken staat Za catecas en vertoefde president Juarez met zijn Mi nisters in zijn gelijknamige hoofdstad. Toen de dap pere en eerzuchtige keizerlijke generaal Miguel Mi ramon, die vroeger reeds, op slechts 25-jarigeu leef tijd, President gowöeat was, dit vernam, brak hij ijlings met 4 fi 500 man en een battery van Mexico op, onderweg nog recruten opnemend en in Quere- taro eenige zich daar bevindende troepen. Ik lag hier met het overblijfsel van mijn zwarten troejT, verdere bevelen afwachtend en stelde mij ter be- schikking van den generaal. Hij had natuurlijk van de bestorming van Oaxaca gehoord, zooals ook ons buit inalcen van het millioen hem niet onbekend gebleven was, en ten gevolge van dit alles benoem De Gemeenteraad vergaderde Dinsdagmid dag van 1.45 tot 4 uur onder voorzitting van den Burgemeester jhr. J. W. A. Barcliman Wuijtiers van Vliet. Tegenwoordig waren 16 leden en de Secretarisafwezig met kennisgeving was mr. Prikken. De Voorzitter opende deze eerste zitting in het jaar met een hartelijk woord, waarin hij dankte voor den in het afgeloopen jaar ondervonden steun, zijn goede wenschen uitsprekend voor den arbeid in het thans begonnen jaar. Van de Ingekomen stukken waren het meest belangrijk het besluit van Gedeputeerden, waarbij de Gemeente-begrooting voor 1902 is goedgekeurd, en het in ons nummer van 16 dezer besproken request van het Hoofd bestuur der »Vereeniging van leeraren bij het Middelbaar onderwijs", waarin wordt ge wezen op de billijkheid om aan het gelijk- bevoegde personeel der Gemeentelijke Mid delbare scholen de zelfde salarissen, periodieke verhoogingen en pensioenen toe te kennen als aan dat der Rijksscholen wordt gegeven. Het eerste werd aangenomen voor kennis geving, het tweede in handen gesteld van B. en W. om prae-advies. Aan den heer H. G. Putman, aannemer der turf-leverantie, werd op zijn verzoek voor de helft kwijtschelding verleend van de boete die hem werd opgelegd, tot een bedrag van f60. Ter voorbereiding eener herziening van het Reglement van het Burger Weeshuis werd benoemd een Raads-commissie van drie leden, bestaande uit de heerenWethouder Celosse, mr. lieyligers en Hamers. Regen ten van het Burger Weeshuis verzochten om deze herziening ten einde een bepaling te verkrijgen waardoor weezen kunnen ge weerd, wier ouders niet te Amersfoort heb ben gewoond. Gelijk bekend, verzocht de heer G. J. Buijs ten vorigen jare om gezondheidsredenen ontslag als Directeur der Burger Avondschool; op de ontwerp-Begrooting werd in verband daarmede door B. en W. zijn traktement als Directeur der Inrichtingen voor Middel baar onderwijs f400 lager uitgetrokken, m°t welk voorstel de Raad zich niet vereenigde uit de overweging dat geen besluit dienaan gaande genomen was. Thans werd zijn jaar wedde als Directeur der Hoogere Burger school vastgesteld op f 30J0, terwijl B. en W. werden gemachtigd tot uitkeering van het na 1 April 1901 ingehouden bedrag. Tot tijdelijk Directeur der Burger Avond school werd benoemd de heer F. Wesseling, terwijl diens jaarwedde werd vastgesteld op f400. Tot tijdelijk leeraar in Wiskunde aan de Hoogere Burgerschool, ter voorziening in de vacature ontstaan door het ontslagnemen van den heer Stracké en voortdurend door het bedanken door de beeren De Koning en Van Beek, werd benoemd de heer I. H. Boeye, le luitenant-adjudant bij het 5e regi ment infanterie. Aan den heer W. N. Coeuen, leeraar in de Hoogduitsche taal en letterkunde aan het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool, werd orn gezondheidsredenen een verlof toe gestaan van zes weken, ingegaan 13 Januari. Voor 1902 werd aan «Kindervoeding" een subsidie toegestaan van f75, onder de voor waarden gesteld bij art. 10 van het Kon. be sluit van 19 November 1900. Het derde aanvulliogskobier der plaatse lijke Inkomstenbelasting, dienst 190!, werd z. d. of h. st. vastgesteld op f62.50. Conform het advies der Reclame-commissie werd beschikt op bezwaarschriften tegen aanslagen in de Inkomsten-belasting omtrent éen aanslag hadden B. en W. voorgesteld, af te wijken van het advies, hetgeen echter verworpen werd. Tnans volgde een geheime zitting, welke ruim anderhalf uur duurde. Onze plicht riep ons elders, zoodat we thans het woord geven aan collega Van Les sen, die omtrent het verhandelde na de her opening der deuren schrijft Aan de orde kwam een verzoek van de nVereeniging tot het bouwen van arbeidere- wrningen", die een gedeelte van den haar in erfpacht afgestanen grond tijdelijk beschik- baar wil stellen voor den fabrikant Pleyn.es, wiens fabriek is afgebrand, voor hel bouwen van een loods, en daartoe wijziging vroeg van het erfpaohtsbesluit. Dit verzoek werd toegestaan. Deze brand was verder het onderwerp van eene interpellatie, dip de heeren Van Esveld en Gerritsen tot B. en W. ruimen. Deze beide leden vroegen aan bet Dugelijksch Bestuur inlichtingen naar aanleiding van de praatjes, die hebben geloupen over tekort koniingen van de brandweer en die door de dagbladen verder zijn verspreid. O. a. was vermeld, dat de brandweer zeer laat water gegeven had, omdat zij in last had gehad dit niet te doen voordat de opperbrandmees- ter op het terrein van den brand was ver schenen. De inlichtingen, die door den Burgemeester gegeven werden, bevestigden den indruk van de beide Raadsleden, dat de brandweer zich niet aan Kamper streken had schuldig ge maakt in stede van spot en verguizing, ver- dieude zij veeleer lof voor haar uitstekeode plichtsbetrachtingzij had gedaan wal zy met de beschikbare middelen in staat was te doen. De heer Van Esveld knoopte hieraan den wensch vast, dat B. en W. zouden beletten, dat deze fabriek, die zóo groot brandgevaar opleverde voor de omgeving, weer op de plek, waar zij gestaan had, zou worden op gericht. De Voorzitter antwoordde hierop, dat dit behoorde tot de bevoegdheid van B. en W., die aan den Raad geen bindende toezeggingen konden doen omtrent hetgeen zij in deze zouden bepalen wel zouden de gemaakte opmerkingen in aandachtige over weging genomen worden. Uit den in de »Staats-courant" opgenomen staat van besmettelijke veeziekten indeiouand December 1901, blijkt, dat in de provincie Utrecht geen andere ziekten werden gecon stateerd dan 5 gevallen van schurft bij vee van éen eigenaar te Uudeurbijn. De Kamer van Koophandel en Fabrieken houdt hedenavond te 8 uur weder een open bare vergadering ten Raad huize. Voor bijgeloovige menschen is 'tweer om braaf bang te worden. De dolle klok slaat in den laatsten tyd de by mij tot commandant ran zijn lijfgarde, die, ongeveer 70 man tellende, uit de vermetelste man nen der Eapladorea van de Valte de Mexico, ver scheidene Duitschera en eenige Franschcn samenge steld was. Daar ik mijn zwarten intuschen tot goede ruiters had gevormd, kon ik hen onder mij behou den en had alzoo plotseling weer het bevel over een respectabelen troep van 120 man, voorzien van uit stekende paarden. Met de eigenlijke kern van 't escorte, de Mexiaaneu, sloot ik op mnrsch zeer spoedig vriendschap, tot groot misnoegen van hun vorigen coiumandaut, ritmeester Vittoria, die mij met afgunstige oogen zyn to< hiertoe zoo voordee- lige plaats zag innemen. Hij had de zonderlinge gewoonte gehad, zijn manschappen niet dagelijks hun soldij van Cen reaal uit te betalen, maar slechts eens iu de week, waarbij hij het geld voor de ove rige zes dagei. in zijn zak stak. Miramon had generaal Don Sercro de Castillo be volen, gemeenschappelijk met hem op to treilen en gelijke bevelen doen toekomen aan generaal Don Tornas Mejia, die zich voor den vijand had moeten terugtrekken. Hij wachtte evenwel do aankomst de zer troepen niet af, maar drong met zijn, naar ver houding kleino macht, snel naar Zacatecas op en viel het zoo onverwacht en met zulke energieke on stuimigheid aan, dat de vijandelijke bezetting geheel overrompeld werd. Om vijf uur 'Bniorgens, nog in de schemering, stielen wij op omstreeks tien minu ten afstands van den inet hoornen versperden in gang der stad op do eerste vijandelijke voorposten, die wy voor ons uitdreven. Do daarna overvallen iufauterie trachtte zich op do Plaza, de iunrkt, op te stellen, doch scheen wciuig lust te hebben, onze met gevelde bajonet onder luid gcschroeuw in storm pas voorirukkende kleine colonne af te wachten. Toen ik uit een zijstraat met opgeheven sabel en den ver heen klinkenden roep: „Viva el Ernpera- dor!" aan 't hoofd mijner dapperen, waarvan de zwarten vooraan zich dicht om en achter mij ver drongen, in 't strijdperk verscheen, kwam mij ten minste slechts con ongeregeld salvo te geiuoet en in minder tyd dan ik uoodig heb voor 't schrijven dezer regelen, zaten wij in een verwarden hoop ra deloos heen en weer rennende lafaards, op wier hoofden ouze breede klingen neersuisden. Ik hereed een kleineu, zwarten Mexicaanschen hengst, mijn lievelingspaard, dat door eeu kogel in het hoofd getroffen, eensklaps neerstortte, doch zich even spoe dig weer herstelde. Twee zwarten en een Duitsch deserteur van het 8ste bataljon jagers, met name Braschos, dien ik ouder de Mexicanen gevonden cu tot ouderofficier bevorderd had, sprongen torstond van hun paarden en stelden die te myner beschik king. Ik zwaaide me op den schimmel van een der zwarten, de beide andere dapperen vluchtig de hand drukkend tot dank. Een groot aantal gevan genen, twintig kanonnen en een menigte gewich tige documenten on papieren der vijandelijke rc- geeriug waren hot loon onzer stoutheid, Juarez zelf vluchtte met de hem eigen haast terstoud bij 't be gin van den strijd, beschermd door ongeveer 400 man cavalerie, en ofschoon ik hem na op de hie len sat en er letterlijk den laatsfm adem van man en paard op zette om hem te vangen, gelukto dat mij niet, omdat zijn voorsprong te groot was. On verrichter zake. maar met ongeveer 100 gevangenen keerde ik tegen den miudag terug en werd door Miramon mot een glimlach en een Muxicuunscb „ejibrasao," een omhelzing, ontvangen. Ondertusschen hadden de Fransche keizerlijke gendarmes, die onder Miramon stonden, allerlei on gepastheden bedreven, waaraan de generaal wel is waar zoodra hy 't hoorde een eind maakte, maar die den vijand niettemin geheel noodeloos -erbitter- den. De Frauschen zoudeu tot hun ontzetting vier dagen later ondervinden, dat Juarez hun die grap- Kn zeer kwalijk genomen had. Zij hadden o. a. een ste van den President aan een touw door do stra ten gesleopt, een bokonde aardigheid van dn fran schcn naar 't schynt, want ook tijdens den veld tocht iu Frankrijk heb ik teChaumont—gezien hoe schoolkinderen onder aanvoering hunner leer meesters de buste van deu gevallen Keizer door het straatslijk sleurden. Eer nog Castillo en Mejia tijd gehad hadden, zich met Miramon te vereenigen, werd deze, uit het Noorden met groote overmacht aaugevallen gedwongen Zacatecas te ontruimen ec den terugtocht te aanvaarden. Twee dagen daarna werden wij plotseling bij Jacinto in den rug en in beide flanken overvallen door de vijaddelijke ge neraals EsC'diedo en Troviguo, met ongeveer 6000 man cavalerie, In een oogenblik waren de gevange nen bevrijd en was ons eigen geschut met het bni- goinuakte ons ontnomenOnze infanterie, Jii zoo dapper gestreden had, werd geheel overrompeld en uiteengejaagd zonder dat zo een schot kon lomen ze verdween in di: golven van de als emj woeste zee aanrollende ruilermassa's. Slechts met mt> it® gelukte het Miramon, niet eenige officieren .'au zijn staf Queretaro te bereiken, waar hij veiliz v asztju jongere broeder, overste Don Joaquim Miramon, viel zwaar gewoud iu handen des vyands. B'ordl vervolgd

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1902 | | pagina 1