Zaterdag 7
Juni 1902.
PHOBMX - BROUWERIJ.
DE DOLLE GRAAF.
No. 5199.
51e Jaargang.
Feuilleton.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Export naar Oost- en West-Indië.
'Üïl
AMERSFOORTSCIE COURIIT.
FIRMA 1. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f i.iö. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoou 19.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van de ingezetenen dezer
Gemeente, dat de door den Directeur van's Rijks
directe belastingen enz. te Amsterdam executoor
verklaarde kohieren Nos. 5 en G van de belasting
op bedrijfs- en andere inkomsten over het dienst
jaar 1901/1902 aan den Ontvanger van 'sRijks
direote belastingen alhier zijn ter hand gesteld,
aan wien ieder verplicht is, zijnen aanslag op
den bij de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaat-
Beu aangeplakt te Amersfoort, den 6. Juni 1902.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken beeft
ontvangen
1. De Jaarverslagen van de Kamers van Koophan
del en Fabrieken over 1901 te: Arnhem, Dordrecht,
Gouda, Harlingen, Den Helder, Leeuwarden, Ned.
Kamer van Koophandel te Londen en Maastricht.
2. Consulaire verslagen nos. 4—22, maanden Janu
ari, Februari, Maart, April en Mei, met register van
zaken en plaatsnamen voor de nos. 1 tot 13, jaar
gang 1902.
3. Tijdschrift van de „Ned. Maatschappij tot Be
vordering der Nijverheid" maanden Januari, Febru
ari, Maart en April, met bijlage: Een en ander over
de koelhuizen bij do slachthuizeu.
8. Statistiek van de In-, uit- en doorvoer gedu
rende de maanden December 1901, Januari en Fe
bruari 1902.
5. Handelstractaten en Tarieven van invoerrechten
in Algerië, Antigua, Afrika (Duitsch Oost), Argen-
tijnsche Republiek, België, Nieuw Caledonië, Chili,
China, Columbia, Cuba, Duitschland, Frankrijk,
Guatemala. Haïti, Italië, Britsch lndië, Japan, Mar
tinique, Marocco, Mexico, Nederland, Noorwegen,
Nicaragua, Oostenryk-Hongarije, Portugal, Rumenië,
San Salvador, Spanje, Turkije, Venezuela en IJsland.
6. Van het Oentraal-Bureau voor do Statistiek
Maandcijfers uo. 7, Nederland en Ned.-IndiëSpaar
en Leenbanken.
7. Jaarverslag van de vereeuiging „Het Buiten
land" ov. 1901.
8. Jaai verslag van het Middelbaar onderwjjs te
Enschede over 1901.
9. Verslag van den Landbouw 1899.
10. Verslag van het Ned. Landbouw-comité 1901.
11. Deutsche Woohenzeituug in den Nicderlandeu.
12. Zomerdienst stoomvaart-maatschappij Zeeland,
13. Verslag van de „Vereeniging van Handelaren
in buitenlaudsch meel".
14. Adresboek voor geheel Nederl.-Indië.
Belangstellenden kunnen bovengenoemde versla
gen enz. voor eenige dagen ter lezing ontvangen
aan te vragen bij den ondergeteekende
Herms. P. van HASELEN,
Secreta.is.
Amersfoort, Mei 1902.
De Vrede.
Do «Times" heeft uit Pretoria een belang
rijk telegram ontvangen. Wij vernemen er
uit, waarom de Boeren vrede hebben geslo
onderworpen en zij leun-
ten en genoegen genomen met dit vredes
verdrag. Zij hebben gedacht aan bet vermin
deren van bun aantal.
Dat. heeft ieder dadelijk al begrepen. Dat
moet een der voornaamste, misschien wel
de voornaamste reden zijn geweest. Den
oorlog volhouden, konden zij nog, misschien
wel zoolang tot het Engeland verdroot of
dat er in de wereld nog iets voorviel, dat
dwong, den oorlog op te geven. Maar wat.
zou er van den Atrikaander stam zijn over
gebleven Tot dezen prijs werd de onafhan
kelijkheid allengs duurder gekocht en welhaast
al te duur.
Maar wy hooren nog van een andere reden,
en daaraan hadden wij niet gedacht. Vroeger
hebben wij wel iets vernomon van een
duister plan van Engeland om de krijgsge
vangenen niet naar Zuid-Afrika te laten
terugkeeren, maar ze in andere werelddeelen
over zijn koloniën te verstrooien. Daarvan
was in den laatsten tijd echter niet meer
gerept, maar nu blijkt, dat dat een bedreiging
van Engeland is geweest, waarmede het bij
de onderhandelingen gebruik heeft gemaakt.
Braaf, edel Engeland En zoo is dan de
terugkeer der gevangenen, dien men bij
eiken andereu oorlog als een van zelf spre
kend gevolg van den vrede zou beschouwen,
waaromtrent men alleen noodig had den
tijd van terugkeer te bepalen, een der voor
waarden geweest, die de Boeren door hun
onderwerping bedingen moesten.
Haar stem klonk mat
de tegen den muur.
„Dat zal ik natuurlijk niet doen wat ik hem zeg
gen zal, weet ik nog niet; maar dat natuurlijk niet."
„En nu vindt u mij zeker heel slecht en verach
telijk, niet waar
„Neen, juffrouw Ellingsen. Wat u mij voorheen
gezegd hebt, gold niet mijn persoon, maar alleen
wat in mij jong, frisch en opgewekt isdat trok
u aan, omdat het voor u iets nieuws is en omdat
het nu eenmaal in den natuur vau don mensoh ligt,
dat jong en jong bij elkaar hoort. Maar ik moet ter
wille van uw eigen rust weggaan, anders kon het toch
eens anders worden, en dan ware het ongeluk niet
te overzien."
Hij opende nu de huisdeur en liet haar binuen-
gaan. In de gang reikten zij elkander stom de hand
en toen hij de trap opging, bleef zy onbeweeglijk
staan met de lantaarn in de baud en zag hem na
tot hij in zyn kamer verdwenen was. Toen zocht
ook zy haar kamer op, wierp zich op haar bed, en
weende bittere tranen.
Don volgenden ochtend vroeg zond Lnssow een
paar knechts uit om den gebroken wagen op te zoe
ken en naar den wagonmaker te Tideborg te bren
gen. Juffrouw Doortjo liet ziob niet zien en Mario
bracht bom de boodschap, dat rlo juffrouw wegens
hoofdpijn in baar kamer nleef.Ofschoon I.assowjuist
niet in een vroolyko stemming wn moest hij toch
glimlachen. Dat had het jonge vrouwtje dan toch
van hem geleerd, dat or goon gemakkelijker excuus bo-
varxsPresident Kruger de tijding van bet
teekenen der vredesvoorwaarden bijna niet
Icon gelooven, zóo onwaarschijnlijk luidde
die na de optimistische berichten die nog
kort geleden van de Boeren-leiders in Afrika
waren ontvungen.
De plausibelste verklaring van dezen plot-
selingon ommekeer der leiders is, dat de Nota
der Nederlanrlsche regeering grooten indruk
heelt gemaakt op de strijdende Boeren en
dat zij daaruit misschien de valsche gevolg
trekking hebben gemaakt, dat hun zaak
hopeloos stond
De (Engolsche) «Standard" meldt, dat er
een beweging gaande is welke waarschijnlijk
ten gevolge zal hebben, dat men er bij de
Regeering op aandringt, een bijzondere uit-
noodiging te richten tot dr. Knyper om deel
te nemen aan de kroningsfeesten. Men
meent, dat dit een gepaste erkenning zou
wezen van de goede diensten, welke de Ne-
dorlandsche regeering in verband met den
oorlog bewezen heeft
aan verandert Engelands erkenning of niet-
erkenning niets. En zij houden op gedele
geerden te zyn, waar hun Regeeringen op
houden te bestaan.
Zij zijn nu ambteloozo burgers, en hebben
zij Engelands verlof noodig om terug te
keeren naar hun land, dan zulleu zij, denken
wij. om dat verlof vragen, üns dunkt, dat
de tyd om deze mannen, die hun plicht ge
daan hebben, te beleedigen, nu minder ge
schikt is dan ooit.
De correspondent van de »Temps" te
Constantinopel seint, dat de Turksche pers
beweert dat Engeland, dat eerst na twee en
een half jaar worstelens de Boeren ten onder
heeft kunnen brengen, eigenlijk de nederlaag
lijdt, zijn prestige verliest, en gedwongen is,
vrede te sluiten.
Uit Turkije komt gewoonlijk niet veel
goeds, maar nu zou toch zijn Pers wel eens
gelijk kunnen hebben.
Aan den »Lokal-Anzeiger" wordt uit
Utrecht gemeld, dat men in de omgeving
President Kruger en dr. Leyds, schynen
voorloopig geen plan te hebben, Europa te
verlaten. Van de «gedelegeerde»" heel hot,
dut hun zal worden toegestaan, voor den Brit-
sclien gezant te Brussed don onderdanen-eed
af te leggen, waarna een Britsche kruiser zal
worden beschikbaar gesteld om hen naar
hun land terug te brengen. Dttf, men hen
bij de onderhandelingen zoo geheel heeft
genegeerd, zou te wijten wezen aan hun
weigering destijds om het vrijgeleide naar
Zuid-Afrika aan te vragen, dat, naar men
zich herinneren zal, hoewel niet in zeer aan
moedigende termen, in het Britsche ant
woord op de Nedrlandsche «mtsdedeelirig"
min of meer was in den mond gegeven
Deze oplossing is niet verwonderlijk na al
den hoon, dien Engelsche Ministers over de
deputatie uitgestort hebben. Dat Engeland
geen gedegeerden erkent, is een fraze. De
leden der deputatie waren afgevaardigden
van de Regeeringen der Republieken. Daar
in strijd met een bericht in een buiten-
landsch blad, dat President Kruger te Utrecht
wegens een vrij ernstige ongesteldheid het
bed moet houden, wordt van betrouwbure
zijde bericht, dat de President oen goede
gezondheid geniet.
Het bericht van het einde van den oorlog,
met liet nieuwe verdrag van Pretoria, heeft
hij als uilkomst ontvangen, met de kalmte
en de berusting, die zijn geloof hem schenkt.
In «Truth" behandelt Labouchere de vre
desonderhandelingen waarby hij voorul laat
uitkomen
Dat de Boeren zich niet onvoorwaardelijk
hebben overgegeven, maar eerst na onder
handelingen, waarbij de Rogeeringen van
den Oranje-Vrijstaat en Transvaal door En-
beland zyn erkend en dut er een verdrag
tusschen partijen geteekond is hetgeen,
zegt Laboucheere, reeds vroeger had behooren
te geschieden, in welk geval duizenden men-
schenlevens en millioenen schats gespaard
hadden kunnen worden
dat do vrede te eenen male het gevolg is
geweest van Lord Kitchener's bemoeiingen,
wien allen daarvoor dank versotiuldigd zyn,
en dat hij een deel van het Kabinet op zijn
zijde had, maar dat beiden ton einde toe de
Chamberlain-Milner-party tegen zich bobben
gehad.
Lord Kitchener, verklaart «Truth", was
vóór het aannemen van de door de Boeren
gestelde voorwaardon. Chamberlain wilde
ze weder gewijzigd hebben. In een zijner
telegrammen aan Lord Milner verklaart de
staat, dan hoofdpijn hebben. Hij slenterde doelloos
door de stallen hy gevoelde zich hier reeds als een
vreemde, want dat iiij van hier weg moest, ua hot
voorgevallene, stond bij hem vast. Zoodra Ellingsen
op was, zou hij mat hem sprekeu.
Togen nogen uur keerde Lassow uaav huis terug;
Bllingsen zat aan tafel met een bord melksoep voor
zich. „Mijn vrouw heeft zeker weer eens hoofdpijn"
snauwde hij hem al dadelijk toe. „Dat komt van dat
nachtbraken. Om hoo laat ben jelui eigenlijk thuis
gekomen? Ik heb je in het geheel niet gehoord."
„Wij zijn ook pas om ceu uur thuis gekomen,"
„Iloe kan dat?" voer Ellingsen uit. „Jelui
knul toch onmogelijk tot twaalf uur by mijn zustor
gebleven zyn."
„Dat zijn wij ook niet! Wy ziju te Tideborg in
het circus geweest," aulwoorddo Lassow, terwyl hij
een sigaar opstak.
„Mijnheer!" Ellingson sloeg met zijn gozoudo vuist
op de tafel, dat alios dreunde; „kom bij mij met
zulke aardigheden niet arm I"
Lassow streek een tweede lucifer af, want zyn
sigaar wilde niet branden. „Er was niet veelnardig-
heid aan, autwoordde hij, tie voorstel ling was zeer
matig, en het terugkomen, bij hetafschuwelijke weer,
ellendig."
Ellingsen werd bleek van woede, „Monsch ik
ik is dat waar?"
Lassow wees -mar het venstor, liet regende nog
aanhoudend. „Te oord eel en naar hetgeen li van
hier ziel, kuut u zich wel voorstellen hou do wogon
er uitzien."
„Ik vraag ie, man, of het waar is, dat je met mijn
vrouw te Tidoborg in het circus bont geweest?"
„Ja zeker."
„Weet je wat dat botoekent? Dat myn vrouw zich
aan de grootste ongehoorzaamheid hooft schuldig
gemaakt. Ik zal mij van haar latun suheidon."
„Datzelfde heb ik haar ook voorgesteld, maar zij
bracht, dat haar leveu aan uw zijde geen levou is
dat zij door u behaudeld wurdl, niet als do vrouw
des huizes, maar als een slavin, on dat zij zich dat
volstrekt niet hoeft te laten welgevallen.; maar zij
koestert jegens u een gevoel van aanhankelijkheid
en dankbaarheid, dat mij geheel onverklaarbaar is."
Ellingsen hijgde een paar maal naar lucht, eer hot
hom weer m 'gelijk was, te sprekeu langzaam en
stootend kwaiu hel toen over zijn lippen
„Weetje wel, dat myn vrouw letterlijk niets hoeft,
wanneer ik de hand van haar aftrek Of wil jij
iedeo om uan dit leven een einde
Hm
maken.
lmnr s
s huw,
mikte. „Ik heb baar onder het oog ge-
Do onuitsprekelijke hoognioodigo uitdrukking, dio
Ellingsen nu eenmaal niet kou uitstaan, vertoonde
zich weer op hot gelaat van Lassow.
„Daar is natuurlijk geen sprnko van, maar ik zou
haar onder mijn hoede bebbeu genomen en op do
goederen van mijn vader zou zij wel een plaatsje I
gevonden hebben, waar zij zich behaaglijk kou in
richten met het deel van u vermogen, dat u ver
plicht is, haai uit te keeron maar zy wilde niet."
De oude was al aan heel veel buitengewoons bij
zijn volontair gewend, maar zoo iets was hem toch
nog nooit voorgekomen. Daar zat die man liool op
zijn gemak tegenover hem, rookte zyn sigaar, ver
klaarde. dat zijn vrouw by hem oen ondraaglijk lol
had en legde hom uit, wat hy haar voorgesteld om
oen scheiding mogelijk tc maken. En dat alles ging
mot een kalmte, alsof hot do natuurlijkste zaak van
de wereld was; zijn volontair, zijn ondergeschikte,
een jongmensoh van vijfentwintig jaar, had hem zoo
iets durven zeggen hem, Ellingson! Maar hij had
daarbij zóo iets dat ontzag inboezemde hot liet
zich zoo niet beschrijven en als men er eens goed
over nadacht, dan had hy niet zoo geheel on al on-
geijjU. Wat had Doortjo eigenlijk voor oon lovon?
En zij was tooi» nog zoo jong. Dag in dag uit niets
dan haar werk en hot oppassou van oen ouden, knor-
rigeu man, dio zich tot haar hoor en metator had
gemankt, zonder haar ooit zyn liefde te tooueu.Hm,
hmDus zy had niet gewild, ofschoon dio knappe
jongo man linar de behulpzame hand had willen
„Wilde zij werkelijk niet?" vroeg hij nog eena
zacht en iwyfolond.
„Volstrekt niet."
Ellingson zag peinzend voor óch ueer.
„Moor dan dat, mijnheer Ellingson, vervolgde Las
sow zij was zóo verontwaardigd over myn voorstel,
dat zij mi; do deur gewezen heeft, Nog heden ver
laat ik Ellingshof."
„Alle drommels, is zü zoo Hink goweest Dat had
ik niet vin. 'mar verwacht," riep Ellingson bijna vroo-
lijk uit. Hij leunde achterover in zijn stoel en zag
Lisow een tyd zwijgend aan. „Ik geloof, mijnheer
do graal, dat wy niet bij elkander passen en dut het
't beste is, dat wij weer scheidenmyn vrouw heeft
daar groot gelijk in, Toch kan hot geen kwaad, dat
wy een half jaar mot elkaudor bobben doorgebracht;
je hebt loeren werken, jonge man. Ik kan van hier
uit wel zien, dat alles goed op droef is, wellicht be
ter, dan onder mijn leiding; je bobt jonge krachten
en een paar sohorpe oogou, en die komen je wel
licht boter to pas dan mij myn ondervinding. En
vlijtig ben je, die oer moet ik je laten Daar heb ik
my in stilte over verheugd, al was er anders veel in
je, waar ik mij over geërgerd heb. En dat beviel
me zoo in jo, juist omdat je zulk oen voornaam
heertje bent. Nu, on wat my aangaat ik hob
ook iets van jo geleerd. Jo hebt my dikwijls onge
zouten de waarheid gezegd zooals nog niemand
ooit voor jo godaau hoeft. Jongen, jongen dikwijls
was ik op het punt, je iets naar hot hoofd te gooi-
8D, dat je gevoeld zoudt hebbenMaar hot heeft
geholpou als jo nu vertrekt, kan je do overtuiging
meouemuu, dat mijn vrouw jo voel te danken hoeft;
je begrijpt mij wel." lij) zweeg met oen verlegen
Lassow stoud op on drukte hem warm do
(Wordt vervolgd.)