Donderdag 19
No. 5204.
51e Jaargang.
Feuilleton.
DE BOLLE OEAAF.
Stadsnieuws.
imSFOORÏSCHE COURANT.
UITGAVE
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale-,
ofFicieële- en onteigeningsad verten tien per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosteu in rekening gebracht.
KORTEGRAGHT9
Telephoon 19.
Wie zich met 1 Juli abon
neert, ontvangt de tot dien
datum verschijnende num
mers gratis.
De Vrede.
«Verrassing" is de hoofdtoon van het ar
tikel in de «Economist", waarin wordt ge
sproken van de elkaar opvolgende tijdingen
uit Zuid-Afrika, van «vreemden en aaneen-
sluitenden aard", gewagende «van geen
enkelen weerklank in het koor van voldoe
ning waarmee de vrede van beide zijden is
begroet".
Men had dat blijkbaar niet verwacht en
volgens het blad kunnen de Engelschen niet
dankbaar genoeg zijn voor de beloften van
een spoedige en gewillige pacificatie. Het
blad wijst er verder op, dat de gang van
zaken best een andere had kunnen we
zen immers men kan nooit van te voren
zeggen hoe een volk, dat voor zijn vrijheid
gestreden heeft en gedwongen is dien strijd
op te geven, de nederlaag zal dragen. De
overgaaf had in stilzwijgen kunnen geschie
den en de houding had die kunnen zijn van
mannen, die de eerste de beste gelegenheid
aan zouden grijpen om opnieuw te beginnen.
De pacificatie haDgt nu dan ook geheel
van Engeland zelf af en men meent, dat
om alle reden van wrijving tusschen de beide
rassen te niet te doen, de Engelsche Regee
ring slechts het voorbeeld te volgen heeft
van de Britsehe troepen tegenover de onder
worpen Boeren.
Is dus dit liberale blad zeer goed te spre
ken over den toestand van de Boeren zelve,
minder optimistisch is het ten opzichte van
de loyalisten in de Kaapkolonie. Te ver
wonderen is dit nu wel niet, want «de loya
listen zijn èn door de toegestane vredes
voorwaarden èn door de invallen in Nalai
en de Kaapkolonie verbitterd op de Boeren".
Toch hoopt het blad, dat deze wrok spoedig
bekoelen zal en het waarschuwt ervoor,
dezen niet aan te wakkeren. Want de toe
komst van Zuid-Afrika is afhankelijk van
de spoedige en volledige erkenning dat de
pas geëindigde oorlog een burger-oorlog is
geweest en dat daarom het verleden spoe
dig moet worden vergeten. Dat Zuid-Afrika
Britsch en niet Hollandsch zal worden, is
nu eens en voor al uitgemaakt en «de beste
wijze om te toonen, boe hoog wij deze uit
komst stellen, is dat wij met open armen de
medeburgers ontvangen, die de oorlog ons
44.
„Ik was stom van verbazing over de uitnoodiging
voor hedenavond, fluisterde ny haar toe. Ik dacht,
dat je hemel en aarde in beweging zou hebben ge
zet om m\j niet weder te zien."
Zij zag hem treurig aau. „Niet zoo, Lex, niet zoo.
Ik heb je toch gezegd, dat wij vrienden zullen zijn, even-
aIb in onze kinderjaren."
„Het spijt mij, maar ik heb mijn gevoel niet zóo
in mijn macht, dat ik het tot een eenvoudige kin
dervriendschap terug kan brengen, nadat het eens
zoo geheel andere is geweest Ik kan maar niet zoo,
naar willekeur, episodes uit mijn leven vergeten."
Elviro zweeghet kopje in haar hand beefde.
„Je vindt het zeker heel prettig, dat IlBingen hier
is" zeide Laasow na een oogenbhk stilte:
„O ja!"
„Ie hij toevallig te Waldiuühlen gekomen, of wist
hij, dat je hier bent!"
„Hij wist, dat ik hier ben."
„Hjj maakt een brillante carrière hij is op het
punt, ritmeester te worden en staat uitstekend aan-
feschreven. Ik ken ook geen solieder mensch dan
Isiugenop het laatst van de maand bezit hij nog
altijcf de helft van zijn tractemeut; hij drinkt nooit
meer dan drie glazen wijn."
„Waarom vertel je mij dat alles zoo
„Wel, ik dacht dat het je zou interesseeren."
„Ja maar ik weet dat alles al lang."
„Och ja, dat is waar ook. Natuurlijk ben je van
dat alles nog beter op de hoogte dan ik."
heeft gegeven".
Maar geheel gerust is de «Economist" toch
niet. Na de vermaningen aan de Zuid-Afri-
kaansche jingo's vindt het blad het noodig,
die ook te richten tegen de Europeesche en
hen aan te sporen hun toon wat te matigen.
Zoo heel geruststellend is de toestand en
zeker ook de toekomst dus nog niet.
Een telegram van van 17 dezer van Kit
chener uit Pretoria meldt, dat thans alle
commando's in Transvaal en de Oranjerivier-
kolonie de wapens hebben neergelegd. In
Transvaal gaven zich over 11 225 man met
10 843 geweren, in de Oranjerivier-kolonie
5395 man met 5280 geweren. De opgave
van degenen die zich in de Kaapkolonie
overgaven, is nog niet compleet.
De berekeningen van het War-Office over
de gestalsterkte der Boeren blijken ook hier
uit maar zeer slecht te zijn geweest. In
November verklaarde Minister Brodnck in
het Lagerhuis, dat er nog slechts 10 000
Boeren in het veld waren. Hiervan werden
gevangen genomen tot einde Mei 8000, ter
wijl na den vrede zich nu reeds meer dan
18000 Foeren overgaven. 18 000 -f 8000
is iets meer dan ÏOOQQ.
De «Stichtsche Courant" wijst er op, dat
het gevaar zeer groot is, dat in Zuid-Afrika
op den duur de Efigelsche invloed zóo zeer
zal toenemen, dat het Hollaudsche element
meer en meer in gedrang raakt. Engeland
is rijk, en goud is een machtige hefboom.
Onze stamverwanten zullen alle krachten
hebben in te spannen om in den nieuwen
strijd, die hen thans wacht, niet opnieuw
het onderspit te delven.
Op welke wijze wij hen daarin het best
zullen kunnen steunen, zal de toekomst
leeren.
Dat valt op dit oogenblik nog niet te zeg
gen. Maar wel mag worden aangenomen,
dat het in de eerste plaats noodzakelijkheid
is te zorgen, dat zij niet ook geldelijk af
hankelijk van de Engelschman worden.
Zij zijn nu arm.
Zij kunnen hun bedrijf niet weder begin
nen zonder kapitaal.
Leenen de Engelschen hun dit, dan is over
enkele jaren heel het land Britsch eigendom
daar kan me» zeker van zijn.
Welnu, dan weten wij ook, waarmede
wij nu het best onze vriendschap kunnen
toonen.
Wij moeten zorgen, dat onze broeders uit
de handen der Britsehe geldwolven blijven.
Holland moet Afrika's geldschieter worden.
Met de oprichting van een Crediet- en
Hypotheekbank voor Zuid-Afrika mag nu
niet langer gedraald.
De «Morning Leader" neemt een artikel
uit de «Tiigliche Rundschau" over, waarin
voorgesteld wordt een Duitsche Bank in
Zuid-Afrika te vestigen, ten einde daar Duit
sche zaken van Engelsche financieele instel
lingen onafhankelijk te maken. De eerste
taak van zulk een Bank zou zijn, den Duit-
schen handel en de Duitsche oudernemingen
te steunen, en het blad wijst er op, hoe
Duitsche Bankinstellingen in Brazilië, Argen
tinië, Chili en Üost-Azië hebben bijgedragen
tot ontwikkeling van de Duitsche zaken en
den weg hebben gebaand voor ondernemings
geest.
In het Lagerhuis zeide Chamberlain, dat
hij niet voornemens was om de De Beers
en andere Zuid-Afrikaansche diamant- en
goudmijn-maatschappijen buiten Transvaal
en Oranje Vrijstaat te verzoeken in de oor
logskosten bij te dragen.
Waarom ook wel Het Engelsche volk
mag de kosten betalen van den oorlog, die
om de mijnen begonnen is.
De correspondent van Reuter te Bloem
fontein heeft een onderhoud gehad met De
Wet. Deze verklaarde o. a., dat hij zijn vrouw
in twee jaren tijds niet gezien had en dat
hij, uit vrees van gepakt te worden, gedu
rende den oorlog nooit in een hoeve over
nacht had.
De Wet zal wel erg bevreesd zijD geweest.
In vele Engelsche bladen wordt de toe
komst van Britsch-Indië donker ingezien.
Het is de gewoonte, elk jaar een officieele
voorspelling te geven van de moessons en
het regenseizoen. Deze opgaaf wordt jaar-
lijks met de grootste nauwkeurigheid bewerkt.
I Thans heeft de regeering alleen bekent ge-
maakt, flat er minder regen dan gewoonlijk
I zal vallen op het Indisch gebied,
j Deze voorspelling, na de slechte jaren die
I pas in Indië doorleefd zijn, heeft een zeer
I pijnlijken indruk gemaakt. Men verwach-
I toch algemeen, dat de hongersnood thans het
viger zal zijn dan ooit te voren.
Op dit oogenblik kwam de knecht melden, dat
het souper was aangerecht. Lassow stond op en bood
Elvire den arm. Zij schudde het hoofd „Je bent
voor juflrouw Maas bestemd."
Hij ging een paar schreden achteruit: „Pardon,
ik vergat.
Over het geheel was de stemming van het gezel
schap niet zeer geamineerdde personen liepen tc
veel uit elkander: men kende elkaar te goed of niet
genoeg.
„Lassow, weet je eigenlijk op welke treurige wijze
Plenz aan zjjn einde is gekomen vroeg Ilsingen
plotseling.
„Neen." Lassow legde mes en vork neer, en ook
Elvire keek in gespannen verwachting op. „Hoe is
hy dan
„Hjj is in Zwitserland in een afgrond gestort en
was dadelijk dood,"
Lassow keek zwijgend voor zich.
„En de barones vroeg Elvire.
Ilsingen aarzelde even. „Haar lot is bijna nog treu
riger. Daar zij geen kinderen heeft, zijn alle goede
ren overgegaan op een verren bloedverwant van Plenz.
Men zegt, dat zjj reeds geruimen tnd iu haar geest
vermogens gekrenkt was en nu scby ut haar toestand
heel erg te zijn zij is zwaarmoedig en lijdt aan vervol
gingswaanzin. Op haar eigen verzoek bewoont zij bet
jagershuisje te Messelm en heeft niemand bjj zich
dan een oude dienstbode. Wanneer men door het
bosch rijdt, ontmoet men haar dikwijls, geheel in
het zwart gekleed, terwijl zjj strak voor zich uit
staart, maar het heeft mij eigenlijk nu pasgetroffen,
hoe vezbiiudend sohoon z\j is."
Toen het souper wbs afgeloopen, trad Elvire op
Lassow toe en reikte hem zwijgend de hand. Hij
begreep haar.
„En iedere zonde wreekt zich op aarde," zeide hij
zacht „Er waren tyden, waarin ik dacht, dat er geen
straf op aarde hard genoeg voor haar kon zijn. Nu
oordeel ik zachter, ofschoon ik nu eerst ten volle
Tot consulent der Evang. Luthersche ge
meente hier is, in de plaats van dr. Joh. W.
Pont, benoemd ds. P. Groote, Evaug. Lu-
therseh predikant te Amsterdam.
Ter herdenking van Quatre Bras en Wa-
inzie, wat ze mij ontroofd heeft, maar juist omdat
ik zelf ongelukkig ben, kau ik haar gemakkelijker
vergevenomdat ik weet wat het beteekent, onge
lukkig te zijn."
Deze woorden klonken vreemd in den mond van
den dollen graaf die zoo veelvuldig benijd werd, en
Elvire Krocker klemde met eeu weemoedig gebaar
de tanden op elkander en sloeg de oogen neer.
Het gelukte Ilsingen, dien avond nog een vry lang
gesprek met Elvire te hebben en toeu hij naar huis
ging, kwamen er allerhande vreemde gedachten bij
hein op.
Was Elvire Krocker werkelijk de vroüw zijner
liefde?
Toen hij haar leerde kennen, was zij een frisch.
vrooljjk, onbevangen meisje in wier kinderlijke ziel
bij als in een boek bad kunnen lezen.
Toen bad hy haar lief gekregenhaar te bezitten
was ziju vurigste wensch, maar toen was Lassow ge
komen met al ziju rechten en aanspraken op de
vriendin zijner jeugd, en uit het vroolijke. onbezorgde
meisje werd een ernstige, gesloten vrouw. Lassow,
de wilde, dolle graaf, nam al haar gedachten in be
slag. hij kwam altijd tusschen huur eD de overige we
reld en toen hij weg was, toen al de zonderlinge
geruchten over hem en Elvire in omloop waren, ver
scheen zij hem na haar ziekte als een geheel andere
als een vreemde.
die
En had hij deze vreemde nóg lief, deze vreemde,
elyks luisterde als men tot haar sprak en
terloo woei gister de vlag van torens en
enkele openbare gebouwen.
Met do meeste beslistheid kuuneu we het
hier loopeud gerucht tegenspreken als zoude
het gasthuis «Aldegonde" zijn gesloten of
eerlang worden gesloten.
Bij het gister gehouden eind-examen van
het Gymnasium slaagden de leerlingen der
6de klasse: G. Bolkestein, H. S. J. van der
Flier en J. F. van Wijk voor A, terwijl de
leerling P. van der Eist en de extraneus A.
H. Wefers Bettiuk voor B slaagden.
Eén leerling en twee extranei werden af
gewezen met éen leerling werd het examen
voortgezet.
Van onzen stadgenoot den kunstschilder
H. J. Wolter Jr. wordt thans in ValkhofFs
boek- en kunsthandel een nieuw doek geëx
poseerd, «Koperpoetser" geheeten.
Aan onzen vroegeren stadgenoot den ie lui
tenant J. C. Wagner, van het regiment gre
nadiers en jagers, is Bij Kon. besluit vei lof
verleend tot het aannemen en dragen der
versierselen van ridder der Orde van Frans
Jozef van Oostenrijk.
Luitenant-adjudant I. H. Boeye, van het
5e regiment infanterie, is bevorderd tot ka
pitein bij het 4e regiment.
Luitenant F. o. Quanjer, van het 5e regi
ment is overgeplaatst bij het regiment gre
nadiers en jagers.
Door den Inspecteur der artillerie zijn
met ingang van 1 November gedetacheerd
bij het le regiment veld-artillerie de 2e lui
tenants der vesting-artillerie B. D. Stor©
Buijsing, S. G. N. Nauta Pieter en C. k.
van Woelderen, die van dien datum tot 1 Mei
1903 een cursus in de rijkuDst zullen volgen
bij de Rijschool te Bergen-op-Zoom.
De plaatselijke «Vereeniging tot Bevorde
ring van het Vreemdelingenverkeer" is toe
getreden tot den Nationalen bond voor
vreemdelingenverkeer in Nederland, welke
zich o. a. ten doel stelt, de kennis van ons
land in den vreemde te bevorderen en het
buitenlandsche touristeuverkeer daarheeu te
trekken.
Hierdoor wordt Amersfoort opgenomen
onder de plaatsen waarop de Bona in zijn
bekende fraai geïllustreerde publicatiën de
aandacht vestigt en zal de vereeniging meer
nog dan tot dusver haar doel nastreven,
hetgeen ongetwijfeld ten goede komt aan
de inwoners.
wier ernstige, treurige oogen altijd iets schenen te
zoeken, wellicht een verloren Reluk, kon zij nog iets
voor hem zijn'?
Ilsingen was van nature ernstig, bijnazwaartillend
hij wist wel, dat hij een vroolijke, opgewekte levens-
Sezelliu noodig had, Reeds twee jaar koesterde hjj
ezo ongelukkige liefde voor Elvire en nu werd hij
er zich eensklaps van bewust, dat hy haar eigenlijk
niet meer liefhad.
Hij ging op een bank zitten en luisterde naar bet
ruischen der beek. En voor zijn oog verrees het beeld
der aardige gravin Lena Rastetten. met baar donkere,
stralende oogen en haar vroolijken laoh. Waarom
zou hij eigenlijk blijven smachten naar de blonde,
koude Elvire, die toch altijd het beeld van den dol
len graaf in haar hart zou blijven dragen, terwijl
deze heerlijke bloem op zijn levenspad bloeide en
bij de band slechts hoefde uit te strekken om baar
te plukken
Ilsingen stond op en maakte een beweging alsof hij
iets vau zich afschuddeen de vogel, die ginds in
de takken kweelde, scheen hem toe een lied te
zingen van een nieuw leven en een nieuwe liefde.
Eenige dagen later heerechte er groote ontstelte
nis in de villa der familie Rastetten. De gravin was
plotseling ongesteld geworden en er deden zich zulke
onrustbarende verschijnselen voor, dat de jonge meis
jes onmiddellijk den dokier lieten halen. Deze kwam
eu constateerde na een nauwkeurig onderzoek typhus.
Reeds toen haar moeder den vorigen keer ziek was,
bad Lena getoond, eeu zeer slechte ziekenoppasseres
te zijn haar ontbrak geduld en denoodige kalmte;
bij de minste aanleiding barstte zij in tranen uit,
wierp alles weg en ging 3nikkend in een boekje
zitten. Nu ook was zij zóo radeloos, dat men haar
uit de ziekekamer moest verwijderen en de dokter
met Elvire de noodige maatregelen, moest bespreken
„Inde eerste plaats moeten de kindereu met de gou
vernante het huis uit," zeide hij.
Elvire knikte. „Maar waarheen
„Hebt u hier in den omtrek geen familie, of ken
nissen, die ze in huis zouden willen nemen?"
„Ik zal er met Lena over spreken misschien weet
zij iemand, want ik ben hier nog zoo vreemd."
Wordt vervolgd.)