December
1902.
nieuwjaarsdag
PHOENIX BROUWERIJ.
BOCK-BIER verkrijgbaar, zoolang de voorraad strekt.
No. 5287,
52e Jaargang.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
UITGAVE
FTTtnff A A T» pü 1 Advertenti®n 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent
FIRMA A- H VAN CLEEFF '®:o!n u°te,Keningsa.lvertentiën |»r regel 15 cent. Reclames 1-5 regels f 1.25;
u'' "l0°te letters naat plaatsruimte. Bewiisniiminors naar buiten wnrden ir
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /l.
Iranco per post "iArC *«- cent Legale-,
.25; elke regel
,.a«. plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad i
I worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
In verband met den
zal het volgend nummer reeds
morgenavond worden ver
spreid.
Beleefd verzoek, adverten
tiën voor dat nummer be
stemd, morgenochtend
UITERLIJK tien uur ons te
doen toekomen.
KEXNISGEVI X GEX.
Openbare Kennisgeving.
Dc BI R( EMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
Gelet op eene missive van den Voorzitter der
Lointuissie van Onderzoek, ingevolge art. 104
der Militiewct.
Brengt ter openbare kennis
dat de onderstaande lotelingen tot het onder
zoek naar hunne militaire bekwaamheid en
lichamelijke geoefendheid zich moeten aanmel
den tutu de Infnnteriekarzernc te Amersfoort op
den <en Januari a.s. des voormiddags ten 9',,
ure.
E. V.N BEKKUM; II. BRANDSEX; J. W.
DEEN IK: VAN DIEMEN A. VAN ESJ.
J. KELTEN A. HAGKBETK H. r,i: MEITER;
J. H. K. NESKNBEREND; D. van NT M WE
GEN; \V. J. F. A. R1BBER1NKG. STAM
\V. G. VERSCHOOP; R. VOI.P en P. VOS
KUILEN.
Amersfoort, den 29 Deeember 1902.
Dc Burgemeester voornoemd.
WUUTIEKS.
Invoering der Ongevallenwet.
Het Bestuur van de zVereenigiog van Ne-
derlanilsche werkgevers" heeft aan den Mi
nister van Rinnenlandsche zaken een adres
gericht betreffende de iuvoering van de
Ongevallenwet, waarin o. a. wordt betoogd,
dat niet thans reeds zoowel werkgevers
als vennootschappen en vereenigiogen vol
doende zijn ingelicht omtrent de nadere
regeling der risico-overdracht. Zal het,
gelijk t Bestuur aAnneemt, vrij lang duren voor
aan alle ondernemingen gevarennercenten
zijn toegekend, dan moet eerst daarna de
nok door den Minister noodzakelijk geachte
termijn beginnen te loopen voor beraad om- I
trent de voor den werkgever meest ge-
wcnschte wijze van opbrengen der middelen.
Wordt op 1 Februari 1903 art. 1 derOnge- j
vallenwet in werking gesteld, dan zullen op
dien dag zelfs alle gevarenpercenten nog
niet toegekend zijn en zal er dus zelfs van
een zeer korten termijn voor beraad geen
sprake zijn. Het gevolg daarvan zal zijn. dat al
deze werkgevers, die niet dan met kennis van
zaken een beslissing willen nemen, inmiddels
bij de Rijksverzekeringsbank verzekend zullen
zijn. Dit nu acht het Bestuur in strijd met
de verklaring, destjjds door de Regeering bij
do indiening van het nader gewijzigd ontwerp-
Ongevallenwet opgelegd, dat bier een royale
en loyale concessie zou worden gedaan en
wordt aan de propaganda van risico over
nemende Vennootschappen en Vereenigingen,
een ernstige belemmering in den weg gelegd
en feitelijk een voorsprong gegeven aan de
Rijksverzekeringsbank.
Doch bovendien meent het bestuur dat
waar de wet de vrije keuze laat tusschen
verschillende stelsels de werkgever optie
heeft uit die stelsels inet volkomen en volledige
kennis van zaken een keuze te doen, eer
voor hem de noodzakelijkheid geboren wordt
aanvankelijk een der wegen niet te kiezen,
maar in te slaan, terwijl hij eerst later van
dien ongeweuschten weg zal kunnen terug-
keeren om dan het pad te nemen dat zijn
inziens beter is.
üp deze gronden meent het Bestuur dat
ernstig bezwaar bestaat tegen een inwerking
stelling van art. 1 der Ongevallenwet reeds
op l Februari 1903, te ernstiger, waar bo
vendien, gelijk onlangs gebleken is, de Be-
roepsraden niet vóór I Mei 1903 zullen zijn
geconstitueerd, zoodat volle drie maanden
zuilen kunnen verloopeo, eer een werkgever
of werkman, die zich door een beslissing
der Rijksverzekeringsbank te zijnen aanzien
bezwaard bevoeld, daartegen appelleeren kan.
Mocht de Minister eventueel niet tot ver
daging der invoering kunnen besluiten, dan
geeft het Bestuur subsidiair eenige maatre
gelen in overweging, waardoor spoediger
afdoening van aanvragen tot zelf dragen of
overdragen van risico zal kunnen worden
verkregen en zal kunnen voorkomen worden,
■lat, wie reeds aanstonds risico-overdracht
als de meest gewenschten vorm gekozen had,
nog maanden laDg bij de Rijksbank zal zijn
aangesloten.
Ten slotte dringt adressant, wijzende op
bet door den Minister medegedeelde in de
zitting der Eerste Kamer, dat de tijdelijke
aansluiting bij de Rijksbank van werkgevers,
die hun risico wenschen over te dragen aan
een Vennootschap of vereeniging, daarom
geen bezwaar zou opleveren lomdat men
eiken dag waarop men de toestemming van
de Kroon krijgt om zijn eigen risoco te
te dragen of zijn risico over te dragen, zich
van de Bank kan losmaken en binnen kor
ten tijd kan overgaan in de nieuwe positie"
er bij den Minister op aan te bevorderen
dat de »korte tijd" zoo kort mogelijk zij,
met dien verstande dat voor dien overgang
niet behoeven te worden afgewacht het. ver
schijnen van een nieuwen betalingstermijn
der premie, doch men ook tusschentijds
kunne overgaan, tegen terugbetaling van
een evenredig deel der premie over het nog
niet verstreken gedeelte van den reeds inge
treden termijn.
In het bijzonder voor grootere onderne
mingen, welker jaarpremie duizenden guldens
bedragen zal, acht het Bestuur deze zaak
allerminst van ondergeschikt belang.
Op Nieuwjaarsdag zullen geen z. g. Zon-
dagstreineu loopen.
Op Nieuwjaarsdag zal aan bet postkantoor
de dienst als gewoonlijk geschiedenpak
ketten, quitanties en wissels zullen echter
niet behandeld worden.
Aan de postkantoren zijn formulieren van
aangifte gezonden, waarbij geneeskundigen,
apothekers eri handelaren in heel- en ver
bandmiddelen zich bereid kunnen verklaren,
hun diensten te verleenen ten behoeve van
verzekerden, die door een ongeval zijn ge
troffen, ter uitvoering van de voorschriften
betreffende de Ongevallenwet (K. B. van
14 Juli 1902).
Aan deu heer J. A. Th. H. T. van Rijs
wijk de Jong alhier, is bij kon. besluit ver-
gunning verleend tot het aannemen der -
ondcrscheidingsteekenen van officier in de
orde 'van Takovo, hem door Z. M. den
Koning van Servië geschonken.
De beer P. Keete, hoofd der school te -
Leusde, slaagde te 's-Gravenhage voor de
acte schoonschrijven.
Quick's Veteranen.
In tegenstelling van het buitenland, waar
„getrouwde heeren en heeren op leeftijd" nog
wel degelijk lid blijven van hun sportclub, komt 1
het hier te lande slechts zeer sporadisch voor, I
dat dezulken voor hun club op de vlakte kom«n
't moet wel gaan om een kampioenschap, eer I
dergelijke oud-IIoogere Burgers of ex-Gym na- I
siasten hun vrijwel weder ongeoefende ledematen
wringen in het sport-costuum en op nieuw als
enkele jaren terug over het terrein huppelen.
Dat het hun toch soms te machtig wordt, als I
zij het dan ook een enkele maal, getuige hun
aanmoodigings-, dan wel protestkreten niet ge-
heel werktuigelijk toeschouwer de „fai#ts et
gestes" hunner jongeren gade te slaan, bewezen I
Zondag j.l. de Veteranen der A. F. C. „Quick". I
Door de Kerstvacantie aan hun ernstiger be- j
zigheden ontrokken en weder in ons stadje aan
de Eem saamgebracht trok hurvoud-sportbart
geenzins verouderd nochtttns hen in deze
dagen van schier onafgebroken wedstrijden naar
het voetbalveld en van een „wij moesten toch 1
ook nog eens een match spelen", kwam het
weldra tol uitvoering van dit los opgeworpen, 1
doch in allen ernst opgevat rilan.
Zij, die al een paar jaarjJf.B. S. of Gymna
sium verlaten hebben, onderstonden het, zich
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaansclieii Oorlog,
door
DOKTER".
23.
Ik kwam legen „zonsonder" bij do Mnlnns aau,
d ie nio dadelijk vol verbazing vroegen, wie de krank
zinnige vent was om „vos" voor zoo'n uitstekende
pony te ruilen. Tobd zo het verdwijnen van „vos"
hoorden, was or al weer van medelijden geen sprake,
ninar hadden ze de grootste pret,
„We hebben je nog zoo gewaarschuwd lachten zo,
oni op te passen dat „vos" je niet voor de tweede
maal beet neemt, en nu heeft hij je heelemaal :-
ucn steek gelaten."
Ze troosten ine verder met de echt Afrikaansche
raad om bij ongeluk te vergeten hoe de baas var.
den pony heette eu voorloopig het dier als mijn
eigendom to beschouwenhet was wel een groote
verzoeking, maar ik hoopte kracht genoeg te heb
ben haar weerstand te bicden. Pony kreeg een goede
portie voer, terwijl ik bleef „slipperen", en na een
oogenblikjc gepraat en „vos beweend te hebben", ver
trok ik naar Bulwana. Boven gekomen wilde ik nog
even een bezoek afsteken bij den majoor, maar tot
mijn verbazing waren de tenten weg en was er van
zijn „lager" niet meer te zien. Bij het machinehuis
aangekomen, vernam ik eerst, of alles goed gegaan
was en na een bevestigend antwoord bekomen to
hebben, vroeg ik waar uc raajoorgebleyen was.Mijn
manschappen vertelden mij dat de majoor naar de
Tugeta was opgeroepen, daar de Engclschen waar
schijnlijk ran plan waren, langs de Tugeta op te
trekken en te trachten ergens in de nabijheid van
Spioer.kop door te breken. Luitenant Von Wichman
was als commandant over do artillerie op Bulwaua
aangesteld en de majoor had eeu verzoek achterge
laten om zooveel mogelijk in overleg met den lui
tenant den dienst van tiet zoeklicht te regelen.
Zooals verwacht was, gebeurde. De Engelschen na
men positie in uitgestrekt elinie langs de Tugela
waarvan het midden ongeveer tegenover Spioenkop.
lag. Van Bulwana kon men duidelijk de rijkoppen
zien, die de onzen bezet hadden en eiken dag had
den we onzen kijker, die bij liet zoeklicht beiioorde,
daar opgesteld en kon men de granaten zien barsten.
Veel nieuws hoorden we niet; alleen kwam er zoo
nu en dan bericht, dal we, niettegenstaande het lie
vige kanonvuur eu de overmacht der Engelschen,
goed stand hielden en er alle kans bestoud, dat ook
dezen Keer do vijand met bebloede koppen zou moe
ten afdeinzen. De slag bij Spioenkop was dan ook
al lang afgeloopen, vóór we daaromtrent bijzonder
heden hoorden.
Wel hadden we een tamelijk aantal dooden en
gewonden, maar het verlies der Engelschen was
enorm eu de vijand had zich teruggetrokken.
Een dag of vier na den slag bij Spioenkop kreeg
ik een telegram van mijn chef, bij hem te komen.
Ik had uog altijd „pony" in mijn bezit; het telegram
kwam in 't geheel niet ongelegen, daar ik toch het
plan bad, naar deu chef te gaan
een paart
probeeren
hem te krijgen. Bij den luitenant
.„„„Êkomen. hoorde ik. dat het zoeklicht van den
Vrijstaat moest worden overgenomen, daar de ketel-
inspecteur
- die deze installatie beheerde naar
hët werken der goudmijnen dóór en 'on hchoeve van
Reveering. Na den nacht in het hoofdleger te
&SU8S*»* votr.k ik „-r te,keleta;
Ï.SSl e» ta' «"klWil ™"b» 'k b»
gS"l PSnsloo VSi'1»" e™
teekenen, dal ik de installatie in goede orde had
bevonden. Toen vertelde de generaal mij, dat
generaal Burger hem had laten weten, dat het
heel raadzaam was, bij Tugela een zoeklicht te
plaatsen. Goocral Prinsloo droeg mij daarom op,
naar de Tugela te gaan en daar met den generaal
de noodige schikkingen te maken.
Ik gaf mijn chef per telegram kennis en vertrok
naar Spioenkop. Ik bad n.l. geboord, dat majoor
Wolmarans daar zijn tenten hadopgeslageu en wilde
hem vragen mot my naar generaal Burger te gaan
om over het plaatsen van bet zoeklicht te spreken.
Alvorens te vertrekken, inspecteerde ik eerst nog
ons eigcu zoeklicht, bracht daar den nacht door en
vertrok in den morgen. Het was eeu goede 5 uur
te paard, zoodat ik eerst om een uur of twee bij
Spioenkop aan.
Meu wist hier echter totaal niet, "aar de majoor
zich bevond, terwijl ook generaal Burger op een an
dere plaats zijn lager had opgeslagen, maar waar dit
was, wist men niet. Gelukkig ontmoette ik eeu ar
tillerist en deze vertelde mij, dat do majoor bij een
boerenplaats lagerde bij wees my de plaats aan eu
ik berekende, dat het ongeveer een uur rijden was.
Hoewel pony al een uur of zes onder het zaal was,
had ik geen lust hem af te zadelen, zoolang ik niet
op de plaats van mijn bestemming was en ging ik
kalmpjes naar de aangeduide boerenplaats. Daar
aangekomen, was de majoor ook hier uiel, en had
zich verplaatst tot by generaal Burger, ongeveer e.en
kwartier verder. Ook goed, dacht ik, dan heb ik
juist de twee personen, die ik zien wil, bij elkaar.
Ik was blij, toen ik naar de aangeduide plek reed,
weldra de tent van den majoor kon onderscheiden
ik was dan toch eindelijk waar ik wezen wilde. De
majoor was niet aanwezig hij was uit op inspectie
eu werd tegen 5 uur terug verwacht.Tevens vernam
ik, dat generaal Burger zich op ongeveer 100 treden
afstand» bevond en ik ging dien opzoeken om over
het zoeklicht te praten. Ik vertelde den generaal
(le reden van mijn komst en nu bleek het, dat het
plaatsen van hei zieklicht niet van zoo heel veel be-
teebenis was. Hij had wel iets omtrent het zoek
licht tegen generaal Prinsloo gezegd, maar dat was
tijdens de laatste aanvallen der Engelschen nu was
echter de vijand terug gelrokken en daar men niet wist,
waar de Engelschen een volgenden keer zouden aan
vallen, wist de generaal eigeulijk ook niet, waar het
zoeklicht moest geplaatst worden. Ik moest zelf maar
eens do prositie gaan opnemen, en een geschikte
plaats uitzoeken, want hij had goen verstand van
die dingen. Tevergoefs trachtte ik deu generaal aan
het verstand te brengen, dat de plaats van het zoek
licht door krijgskundigen moest worden aangewezen
en dat mijn werk alleen bestond in het laten bran
den van de lamp. Ik kon onmogelijk die plaats aan
wijzen, daar ik geen kennis van oorlogvoeren had. Het
hielp echter niets, en het'eenig antwoord was: „Je
zelfs maar eens kijken, wat de beste plaats is; ik
heb geen "verstand van die dingen."
Ik gaf het voorloopig op, en besloot eerst te zien,
wat de majoor er van zou zeggen. Bij mijn terug
keer vun generaal Burger ontmoette ik den adju
dant-smid we waren allebei verheugd elkaar te ont
moeten en hij vertelde mij, dat liy met een vriend
naar Spioenkop ging en vroeg me of ik lust had,
mee te gaan. Hoewel ik en pony tamelyk moe wa
ren, vond ik dit loch een te mooie gelegeoheid om
het slagveld te zien, dan dat ik ze wikle latei, voor
bijgaan Pony werd du* weer opgezadeld.en weldra
waren we met ons drieën op weg. Gedurende den
rit naar don kop vertelde ue adjudant my allerlei
bijzonderheden.