Dinsdag 17
Maart 1903.
PHOEMX - BROUWERIJ.
No. 5320.
52e Jaargang.
Feuilleton.
H. MEÜRSING Co. AMERSFOORT.
Export naar Oost- en West-Indië.
AHERSFOORTSCHE CÖURAIT.
UITGAVE
FIRifIA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
tranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/'1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
brengen ter algemeene kennis, dat bij bun besluit
van heden, ingevolge nrt. 8 der Hinderwet, aan H.
M. E. HUBERS, wonende alhier, vergunning ia
verleend tot de oprichtiug van eene sigarenfabriek
en droogerij van sigaren in liet perceel aau de Kort
gracht, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort,
sectie E. No. 4458.
Amersfoort, 12 Maart 1903.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT,
brengen ter algemeene kennis, dat by bun besluit
van beden, ingevolge art. 8 der Hinderwet, aau G.
W. BENNINK, wonende alhier, vergunning is ver
leend tot de oprichting van eene varkensslachterij
en ro ikerij van vleesonwaren in liet perceel aan de
Vijverstraat, kadastraal bekcud Gemeente Amers
foort, seclie E. No. 4782.
Amersfoort, 12 Muarl 1903.
Burgemeester eu Wolhouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. TH. SANDBERG.
l)e wetsontwerpen.
De vi'ijzianig-democratische aAruherasche
Couraut" wier hoo hl-red acteur Kamerlid is,
zegt, dat »de interpellatie-Troeistra een vol
slagen mislukking is geweest''.
Nu gewezen te hebben op het ping pong-
spel tussclieu Regeeritig en Spoorweg-directie,
die de verantwoordelijkheid naar elkaar toe
kaatsten, dooit niet verder kwamen, consta
teert het blad, dat bij het gemeen overleg
met de Staten-generaal de heeren elkaar
nader zullen spreken, en vervolgt dan
Dit zal ook wel de reden zijn, waarom
buiten de socialisten alleeu de heer Mees
sprak, liet spreekt vanzelf, dat het uitlokken
van toenadering van de zijde der Regeering
tot hen, die een tegenzin hebben tegen de
voorgestelde strafwetten, veel beleid wordt
vereischt en iu de tegenwoordige omstandig
heden onnoodige scherpte zooveel mogelijk
dient te worden vermeden.
üp dit standpunt trachtte aanvankelijk de
heer Troelstra zich te plaatsen. Och. de
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanscheu Oorlog,
door
»D O K TER".
heeren meenden hel zoo goedDe Regee-
ring moest toch vooral niet denken, dat zij
vrienden waren van geweld of terrorisme
De heeren schenen over hun eigen optreden
in de Kamer zóo verbaas 1 te zijn, dat zij
het noodig vonden om- in een declaratie of
declamatie, in plaats van een motie,-het sluit- j
stuk vormende van de interpellatie, uitdruk- i
kelijk van zichzelt te. getuigen, dat zij zoo
kalm en bezadigd mogelijk waren opgetreden.
»Zoo kalm en bezadigd mogelijk" is daarom I
nog niet kalm en bezadigd. In een zeilde I
redevoering stelde nog de heer Troelstra een
algemeene werkstaking in het vooruitzicht
om het algemeen kiesrecht te bereiken. Nog
kort tevoren werd in gunsch anderen toon
geschreven in F1 et Volk", en dag-in dag-
uit is opruiing, tneer of minder voorzichtig, j
schering en inslag in volksvergaderingen.
Men kan niet tegelijkertijd zijn rcvoluti-
unitair, klassenstrijdprediker eu vredestichter, j
Wié aldus zich voordoet, wordt niet ver- j
.louwd en hij heeft wat hem toekomt.
Indien dus in het vooruitzicht is gemeen
overleg met de Regeering. dat leiden kan
tot verzoening, dun is de heer Troelstra,
noch een zijner politieke vrienden, de man
om die verzoening te bevorderen. Troelstra,
die zelfs niet in staat is om in het Parlement
op te treden als gematigd man, zonder,
ten believe van de rooden achter hem, van
tijd tot tijd een hartig stukje revolutie er-
tusschen te schuiven.
Hoeveel minder nog kon hem de rol zijn
toevertrouwd otn ontijdig een dergelijke toe
nadering af te dwingen.
De interpellatie-Troelstra is een volslagen
mislukking geweest. Aan een bevredigende
oplossing van de strafwetten kwestie, in het
belang van den georganiseerden arbeid, zal,
hopen wij, deze mislukte poging geen kwaad
hebben gedaan. De rechterzijde heelt een
wijs beleid getoond, door op de uitlokking
van den heer Troelstra orn nu reeds mee te
spreken, het antwoord schuldig te blijven.
Te betreuren alleen is, dat het Huarieinsche i
incindent door den heer Hugenholtz schijnt j
vergeten te zijn.
Volgens het olïieieele verslag der Kamer- j
zitting vart 11 Maart zette de Mimst'-r-Pre- i
sident het standpunt der Regeering met deze j
woorden uiteen
Wat is de ernstige keus, waarvoor wij j
staan
Er is in het land een Overheid. Die
Overheid regeert in dit land niet absoluut, j
maar regeert constitutioneel in overeenstem-
ming niet de historisch verkregen rechten en
vrijheden van ons volk. Veilig inag gezegd,
dat er weinig landen zijn waar de rechten
van liet consiitutioneele leven zóo stipt en
streng geëerbiedigd worden als in ons land.
Wal ligt nu iu die gedachte, dat er een I
Overheid is Dit, dat er door "lie Overheid j
langs constitutioueelen weg een wet gesteld
wordt en dat elk goed burger in Nederland j
zich, als er een wet tot stand komt, daaraan j
I heeft te onderwerpen.
Daartegenover stelt zich nu een macht in j
den Staat, een macht die absoluut regeert j
I en waar elke consiitutioneele waarborg bij
j ontbreekt, een macht die, gelijk nog onlangs
i werd aangeduid, evenals een machinist, die
op een locomotief' staat, slechts even aan
een schroef heeft te draaien om de geheele
I machine te doen stilstaan, alleen maar een
j smal briefje af te geven heeft om de ge-
heele Overheidsraachine te doen stilstaan.
I Door die macht nu is de Overheid bedreigd.
Er werd toch gezegd tot de Regeering wan-
I neer gij bij uw wettelijke maatregelen niet
doet wat wij u zeggen of wanneer gij iets
durft te doen wat wij niet dulden of toe
staan dan zullen wij tegenover u met
geweld optreden.
Vanzelf rijst hier de vraag: zal de Over
heid, irt wettigen constitutioneelen vorm op
tredende, hel hoofd moeten buigen, moeten
zwichten, moeten bukken vooreen bedreiging
van die geheime machtof wel, zal die ge
heime macht moeten bukken en zwichten
voor de wettig tot stand gekomen wet, voor
de Overheid Een vraag, die thans hierop
neerkomt of de Overheid in dit opzicht on
derworpen zal worden aan de heeren van
het Comité van Verweer. Doet zij dat, dan
is er geen Regeering meer. Een ieder in
ons land, die de hoogheid van het gezag
dal wil zeggen de hoogheid van de wet op
wettige wijze tot stand gekomen wil
eerbiedigen, moet krachtens dien wil aan de
zijde van de Regeering staan.
Het optreden van een macht in het land
die aan de Overheid de wet zou willenstel
len, is het neerwerpen van den Staat, het
omverwerpen, het prijsgeven- van de Over
heid. En dat dit nu inderdaad bedoeld wordt,
blijkt uit hetgeen door den geachten alge-
vaardigde zoo straks werd erkend zelf ge
schreven te hebben. Door den heer Troelstr.i
is gezegd, dat hij alles psychologisch wilde
verklaren. Het hangt daarbij maar af, Mijn
heer de Voorzitter, van de psjxhologische
wetten die men volgten hem zal ook wel
bekend zijn, dat uit den wortel van ver
schillende philosophieën een zeer onderschei
den psychologie is opgekomen. Welnu, do
Regeering is dan zoo vrij er óok een psycho
logische beschouwing op na te houden en
bij het licht dier beschouwing raadpleegt zij
nauwkeurig wat. de heeren schrijvenzij
raadpleegt hun uitingen niet a ileen wanneer
54.
We wareu hei dorp echter spoedig doorgewandeld
en ua eenige inkoopeu te hebben gedaan, begaven
we ons weer naar do tent, waarin |we ook gedurende
hel verdere verblyf te Pietersburg on zen tijddoorbraoh-
teu, vooral met lezen, want we hadden bet geluk, dat
we boeken konden krijgen, die we tot ouzen spijt zoo
lang hadden moeten missen. OokRothmann was een
groot liefhebber van lezen, zoodat we nu onze schade
inhaalden; alleen iu deu avond gingen we een wan
deling door het dorp maken om daarna te gaan sla
pen.
Een week na onze aankomst te Pietersburg arri
veerde luitenant Von Loaberg, die bij de Staals-ar-
lillorie diende en den laatsten tyd bet bevel ge
voerd bad over de kanonnen bij generaal De la Rey.
Hij was van geboorte Duitseher, genaturaliseerd
Amerikaausob burger, kwam bij het uitbrekon van
den oorlog zijn diensten als artillerie-officier aanbie
den, waurvau met dankbaarheid gebruik gemaakt
werd. Hy gaf iu verschillende gevechteu bewijzen
van buitengewonen moed, werd herhaaldelijk gowond
en wilde nu naar Europa gaan om eenige grnuaat-
kartetskogels. die nog onder den sohedelbuid zaten,
te laten uitsnijden. Ik vond dit een uitstekende
gelegenheid om een bericht naar Europa te zenden.
Op mijn vraag of bij voor mij eeu brief wilde mee-
uemeu, antwoordde bij, dat. bij dit met bet grootste
plezier zou doen, zoodat ik vol vreugde een brief
voor de familie in Europa schreef en dien aan lui
tenant Vou Losberg overhandigde. Of de luitenant
goed en wol Delegoabaai beeft bereikt, weet ik me
niet goed meer te herinnerendit schijnt evenwel
zeker, dat de brraf niet is terecht gekomen, daarin
de brieven, die ik ua den vrede ontving, er totaal
geen melding van werd gemaakt.
Den 4den November, trokken we uit Pietersburg I
met bet doel naar. Botba'sberg te gaau. De majoor
vertrok om 2 uur iu den middag met luitenant Ma- I
lan te paard. We zouden deu majoor te Smilhdorp
inhalen maar sloegen eeu verkeerd pad in, botgeen
we eerst laat in deu avond door het vragen aan een
boer, die met eeu ossenwagen naar Pietersburg trok,
aan de weet kwamen. We spauden uit om iets te
eten en deu muileu de noodige rust te geveu,
waarna we 8 uur 's avonds weer inspanden en tot
10 uur trokkeD. Deu volgenden ochtend, ua door
eeu kaffer op het goede pad te zijn gebraeht, be
reikten we Smithdorp om ougeveer 8 uur. Bij ouze
aankomst was de wagen van den majoor ingespau-
nea en vertrok weldra, terwijl wij eeu paar uur rust
Den 7den November bereikten we Olifaatsrivier
en bleven langs deze rivier trekken. Den volgenden
ochtend waren we reeds om half vier op pad, om
juist met zonsopgang uit te spannen. Rothmann
was al dadelijk op onderzoek uitgegaan, zooals zijn
gewoonte was, en hij verraste dicht bij den oever
eeu schildpad, die bezig was de laatste poot aan haar
nest te leggen. De schildpad werd krijgsgevangen
gemaakt en haar nest en eieren volgens bet nieuwste
oorlogsrecht, door de meest christelijke natie der
wereld in practijk gebracht, geconlisceerd. De buit
bestoud uit 81 eieren, die zich bevonden in een
ilescbvormig gat, netjes in den grond uitgegraven
en glad gemaakt, en verder bedekt door een laag
grond van 5 c.M. dikte, die eveneous aangestampt
en netjes door moeder schildpad vlakgcstrekcn was.
De eieren werden gekookt. Behalve Rothmann en
ik wilde niemand ze eten, zoodat we volop eieren
voor ons ontbijt hadden.
Over bet lot van deu schildpad werd krijgsraad
gehouden daar ze gevangen genomen was zonder
wapens en vluchtende, konden we niet anders aan
nemen, dan dat ze een spion was en ze werd daar
om, óok al volgens bet nieuwste oorlogsrecht, ver
oordeeld om doodgeschoten en opgegeten te wor
den bet laatste behoorde ik eigenlijk te verzwijgen,
want hoewel voor het eerste, n.l. bet coneludeeren,
dat do gevangeuo een spion was en doodgeschoten
moest worden, do Engelscbeu ons voldoende piece-
deuten hebben geleverd, geloof ik, dut het moeilijk
zal wezen er een voor het opeten to vinden,
Den 9den November kwamen we daar, waar de
Elandsrivier in Olifanterivier loopten werd door den
majoor aan ons kennis gegeven, dat we hier eenige
dagen zouden overblijveu, daar hy uit moest om
ossen te inspecieeren. Rothmann en ik brachten
dien tijd hoofdzakelijk door met visschen in de
Olifautsrivier en met lezen in de boeken, die we
van Pietersburg hadden meegenomen.
Deu 13den November kwam de majoor van zijn
inspectiereis terug en don volgender. dag trokken
we weder om, zonder dat er zich iets buitengewoons
voordeed, den 19den November onder Botba'sberg
by de plaats van Stofberg te arriveeren eu daar
voorloopig te blijven. Hier waren ook kapitein
Pretorius, luitenant De Jager en klein-luitenant
Malau, met het doel om met generaal Botha een
conferentie te houden over de bevordering van som
mige adiudanten-ouderofficier en wat verder bet lot
van de Staats-artillerie zou wezen.
Wegeus het vernietigen van het grootste gedeelte
der kanonnen was er een groot overcompleet vaD
artilleristende officieren wilden het korps bij el
kaar houden, maar de artilleristen wilden, nu bun
diensten als zoodanig niet meer noodig waren, met
alle geweld huu ontslag hebben om ziob bij de
burgercommando's te kunnen aansluiten. Op de
conferentie werd besloten tot de verandering van
de Staats-artillerie in een cavaleriekorps. Dit viel
totaal uiet in den smaak van de mindere artille
risten ze wilden en zouden weg cd sommigen
weigerden beslist langer te blijven en beweerden,
weg te zullen loopen. Toen de eerste teleurstelling
voorbij was, ging het beter als ik wel gedacht had.
want discipline is een artikel, waarmee de boereu
over 't algemeen weinig ophebben. Bij het korps
werd de discipline nog ultyd tamelijk gehandhaafd
eu kon men niet doen wat men wilde. Dit was
dun ook de reden, waarom de manschappen onder i
de burgercommando's wilden verdeeld worden, waar i
i de krijgstucht zoo goed als nihil was.
Den 21steu November kregen we bezoek van
waarnemend President Burger, die de goedheid had,
I bet laatste nieuws mee te brengen. We vernamen,
I dat de volkeren van Europa in opstand kwamen
i togen Engeland en interventie wilden, dat President
I Kruger door een Hollandacli oorlogsschip naar
Europa zou gaan (waar ik als Hollander uiet weinig
trotsch op was) eu Engelaud, daaruver vreeselijk
verontwaardigd, te keer ging. Ook was er van ge-
1 neraal Viljoen per heliograaf bericht ontvangen, dat
hy bij Balmoral met den vijand was slaags geweest,
waarbij wij 1 doode en 9 gewonden hadden. Met
de kanonnen waren we in dat gevecht bijzonder
ongeluk kkig seweest; hel Kruppkanon werd door
een granaat beschadigd het Armstrongkanon was
by bet 7de schot gebarsten eu de Pompom weigerde
te werken.
Den 26sten November gingen de broeder van Pre
sident Burger, de broeder van den majoor en luite
nant Hoffmanu langs de spoorlijn naar Carolina
met het doel om uit te vinden of hun families, die
daar woonden, nog buiten de macht der Engelscben
gebleven waren, terwijl den volgeuden ochtend de
artillerie-officieren met 100 manschappen in de rich
ting Middelburg vertrokken om dien nacht comman
dant Spruyt met zijn commando over de spoorljjn
te brengen. Wegens het gemis van een paard was
ik verplicht, achter te blijven, waarover ik enorm
bet land had. Den 28sten November in den mid
dag kwanten ze terug, zonder dat er er iels bijzon
ders gebeurd was. Dat in die dagen de spoorlijn
nog niet zoo goed bewaakt werd als later, kan hier-
blijken, dat men met een groot aantal wagens en
los vee trok, zonder dat men maar in het minst
door den vijand lastig gevallen werd.
Na eerst naar Witpoort te zijn getrokken en ons
naar Vaalkop te hebben verplaatst, trokken we den
8den December naar Scboonpoort. We zouden hier
voorloopig blijven om als voorpost tn dienen tegen
de Engeltcben, die uit Belfast naar Botha'sberg wil
den trekkeu. Van generaal Viljoen was na het
laatste gevecht bij Balmoral nog geen nieuws ont
vangen.
Dbn 4den December l .eeg de majoor order
om 50 ruAQ ter versterking naar commandant Scboe-
mau te zeuden. Bij dieu commandant aangekomen,
zouden zij zich met de Burgers vereenigingeu en
verder naar Nolspruit gaan om le trachten dat sta
tion te nemen. Rothmann ging ook mee en ik
moest blijven, zoodat ik nu bet rijk alleen had. In
't eerst was bet niet onaardig, zich op eenmaal al-
loenheerscher te voelen, maar wanneer er niemand
is om over te heerecben, wordt bet spoedig ontzet
tend vervelend. Wel ging ik nu en dan een bezoek
aHeggen bij klein-luitenant Malan, die zijn tent
dicht naast ons bad opgeslagen, of bij den majoor,
die ongeveer een kwartier loopeus verwijderd was,
maar het was de tijd, dat de vruchten lijp eu die
lui gewoonlijk naar de eene of andere boerenplaats
gegaan waren. (Wordt vervolgd.)