Donderdag 7 Mei 1903. No. 5342. 52e Jaargang. Feuilleton. Stadsnieuws. AMERSFOORTSCHE COURANT. UITGAVE: FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/"l. tranco per post f 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Beclatnes 15 regels f 1.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT Telephoon 19. KENNISGEVING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meente AMERSFOORT, brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van heden, f|ingevolge art. 8 der Hinderwet, aan J. H. WEIJERS, wonende alhier, vergunning is verleend tot de oprichting van eene varkensslachterij in het perceel aan den Grooten Koppel, wijk H. No. 14, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, sectie A. No. 976, onder voorwaarden le. dat de schuur waurin geslacht wordt, voorzien zij van een waterdichten gemetseldeu vloer; 2e. dat het slachtwater door een riool met een binnenwerksche wijdte van 0.20 M. van de zinkput, welke geheel waterdicht moet worden gemaakt en gehouden, naar de Eetn (niet oude Eein) worde afgevoerd. AMERSFOORT. 4 Mei 1903. Burgemeester en Wethouders vo irnoemd, De Burgemeester, WUIJT1ERS. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. Voor onze oud-strijders. Reeds sedert 1815 heelt het «Fonds ter aanmoediging van den gevvapenden dienst in de Nederlanden", gesteund door de op brengst der jaarlijksehc collecten, getracht te beantwoorden aan zijn roeping en een jaarlijksche gratificatie verstrekt aan hen die wel door bet Rijk zijn gepensionneerd, doch wier pensioen, vooral met het klimmen der jaren, niet altijd voldoende is. En lang niet allen konden worden ge steund slechts zij, die 't allermeest steun noodig hadden. En terwijl het aantal solli citanten van jaar tot jaar toenam óok door de expeditiën vooral in Oost-Indië wordt de opbrengst der collecten steeds kleiner. Onbekendheid met het Fonds moet hier van wel de oorzaak zijn, want als de onder officieren van leger of schutterij rondgaan, ontvangen zij naar rato meer in de volks buurten, waar men het Fonds wel kent, dan in de wijkeu der gegoeden. Zoo lang nog zóo vele honderden oude en ongelukkige oud-krygers te vergeefs hun oogen op het Fonds houden gericht, omdat die instelling niet hij machte is, hen te hel pen, terwijl hulp wezenlijk verdiend wordt zoo lang is en blijft het Fonds een on voltooid monument, aan welks opbouw wel Schetsjes uit den Zuid- Afrikaanscheu Oorlog, door *DOK TER". wordt gewerkt, maar waaraan, tot bescha ming van den landgenoot, met slappe handen wordt voortgebouwd. Of is de niet verzorging van den ver minkten, den blinden, den zwakken of den afgeleefden oud-krijger, een plicht van dank baarheid, een eereschuld, en een alleszins billijke belooning voor zijn liefde tot het vaderland waarvoor hij ontberingen zich ge troostte, zijn leven veil had? Elk dus wie het Fonds waardig keurt in stand te worden gehouden, betoone aan staanden Maandag zooveel ruimte van hait en mildheid van hand als noodig zijn om deze onze vaderlandsche instelling te.steunen. Ds. D. J. van Aalst, Ned. Hervormd pre dikant hier, hoopt aanstaanden Zondagoch tend voor te gaan bij de godsdienstoefening in de Luthersche kerk. In de Remonstrantsche kerk hoopt dr. A. M. A. Reynders, Remonstrantsch predikant te Amsterdan, den dienst te leiden. Bij de Dinsdag gehouden stemming voor het Kiescollege der Ned. Hervormde Ge meente hier zijn uitgebracht 305 stemmen, van welke 5 van onwaarde, tegen 478 op 6 Mei 1902. Herkozen werden alle altredende leden, de heeren G. Blok (335), J. Bolk (331), G. Boshuizen (329), K. Teeling (324), J. Bus- quet (316), H. Kremtr (314), C. C. Moriën (313), B. Ruitenberg Hz. (307) en H. J. van Hensbergen (184). In de vacature werd gekozen de heer U. J. van der Nagel met 189 stemmen. Verder waren uitgebracht op de heeren W. H. van Haselen 159, G. H. van den Bosch 158 en op verschillende anderen 1 tot 4 stemmen. had buiten het Rijk en zijn koloniën of bezittingen in andere werelddeelen, op ge noemden «lag de hoedanigheid van Neder lander verliezen, tenzij zij de in genoemd wetsvoorschrift bedoelde kennisgeving heb ben gedaan. In de «Nederlandsche Staatscourant" van Dinsdag zijn opgenomen de namen van hen die als hoogstaangeslagen in 's Rijks directe belastingen verkiesbaar zijn als lid van de Eerste Kamer der Staten generaal, De lijst voor de Provincie Utrecht telt 107 namen, inet f 1111.11 als laagst bedrag, het hoogste tevens in geheel liet land. Het laagste cijfer geeft Drente waar men reeds met f 300.00 tot de 99 behoort, die op de lijst voorkomen; de lijst voor Zuid-Holland telt 762 namen. In den Raad van beroep voor «le Onge vallenwet (art.75), welke zetelt te Utrecht, zijn uit de Gemeente Araerstoort benoemd; tot leden-werkgevers de heeren G. van Eist en J. Ger. Kleber, tot plaatsvervangende leden werkgevers de heeren A. A. Hamers en A. Herschel Bzntot leden-werklieden de heeren Jan van den Brink, H. Verheuvel en H. Voortmau, tot plaatsvervangend lid-werkman de heer J. A. Verhaar. zware diensten werden gevorderd van het korps, dat door zijn beleidvol optreden ia den nacht van 5 op 6 April heeft voorkomen, dat de staking aan het spoorwegstation alge meen werd. Immers toen de stakers van de vergade ring zich naar het station begaven, vonden zij reeds alle toegangen afgezet door politie en militairen. Op 1 Juli 1903 zal de Wet van 12 De cember 1892 (Staatsblad no. 268) op het Nederlanderschap en het ingezetenschap ge durende 10 jaren in werking zijn geweest. Mitsdien zullen, krachtens art. 7, 5°., dier wet, de Nederlanders die gedurende dat geheele tienjarig tijdvak, behalve ter zake van 's Lands dienst, woonplaats hebben ge- 76. Er liep tevens een gerucht, dat de vijand het plan had om uit drie richtingen tegen generaal Moll op te trekken, waarom hij een order had gestuurd om 80 man ter versterking te zenden. Hieraan werd geen gevolg gegeven, daar we zelf onze mannentjes uitstekend konden gebruikenverder moesten we een commando naar Steenkampsberg zenden om de nog daar wonende families tegen de Kaffers te be schermen, waarvoor een zekere Labuscbague, die een soort van vrijkorps had opgericht werd uitge kozen, waardoor ons commando alweer zwakker werd. Den 26sten Juni kwamen veldcornet Swart en lui- tenaut Erasmus terug, na vergeets te hebben gepro beerd over het spoor te gaan. Er trokkeu nog steeds zeven kampen op 'tHogeveld rond, zoodat het bijna onmogelijk was, de Regecriug of d«;u com mandant-generaal te treffen. Ze brachten tevens een rapport mee en een brief van den commandant-ge neraal aan commandant Sohoeman. Generaal Butha schreef, dat hij het rapport van den commandant ontvangen had en met blijdschap vernomen, dat het hem gelukt was, uit 'avijanefs handen te blijven. Hij beloofde binnenkort de com mando's te bezoeken en hoopte dan alles goed ge organiseerd te vinden. Omtrent de aanstelling van den heer Muil als waarnemend assisteut comman dant-generaal was hem niets bekenil en hij dacht, by tijti bezoek deze kwestie tot aller tevredenheid te regelen. Het rapport bevatte tamelijk veel nieuws. In de Kaap-Kolonie luidden Kritzingev, Foucbó, Schepers en Froueniiiii don lautslen tijd totaal 1200 Engelscheu gevangen en ontwapend, benevens een groot aautal paarden gebuit; vele koloniale burgers sloten zieh aau. Den 25sten Mei stormden generaal Spruit en Beu Viljoen den vijand, waarbij 200 Engelsehen gedood en gewond werden, terwijl het verlies aan onze zijde 1 doodo, 2 gewonden en 17 paarden was. Den 12 Juni vatte generaal Muller eeu kamp, waar bij van de Engelscheu 40 gedood, 60 gewond en 270 gevangen werden; hier kregen wij 7 dooden gewonden. Generaal Beijers rapporteerde, dat de toestand in Zoutpansberg tamelijk gunstig wasveld cornet Neethling had met behulp van Long Tom (de eenige, die nog bestoud) een groote macht Eu- gelschen teruggeslagen en op 't oogen blik boerden de Khaki's alleen langs de spoor. Den 26sten Juni trok een klompje burgers ei tilleristeu naar Watervalsrivier, maarzij konden verder komeu dau de plaats vau Labuscbague geus het groot aautal gewapeude Kaffers. Ze had den het in de kloof tamelijk warm gehad, lukkig was er niemand gekwetst. De zaak tusscheu den waarnemendeD commandant-generaal Moll en veldcornet S< niet beslist kunnen worden, omdat, zooals ik reeds heb medegedeeld, generaal Viljoen, of liever de Re geering, niet te bereiken was. In den brief den commaudam-generaal had deze tien cornu dant het beheer der zaken van het district Lijden- burg opgedragen en naar het scheen, werd door ge neraal Botha de aanstelling van den heer Moll ge heel genegeerd. Ook werd in dien brief den com mandant op bet hart gedrukt, de proclamatie na te komen, waarbij de rechtspraak moest worden uitge oefend door een militair hof, waarvan de leden door de Kegeering werden benoemd. Nu was juist de aanstelling der leden van de Kegeering outvan- geu den burgers werd hiervan kennis gegeven en do commandant besloot, het hof zoo spoedig moge lijk zitting te laten nemen oin eeuige toepende za ken te behandelen, waarbij ook werd opgenomen de zaak tussohon tie heeren Moll en Swart. Ken spe- eiitle rapporlrjjder werd naar Krugerpost gezonden niet eou kennisgeving van den voorzitter van het hof aau den heer Moll om voor het hof to verschij nen. maar toen den lsten Juli het hof zitting nam, verscheen de heer Moll niet, waarom de schorsing van den veldcornet werd opgcheveu eu deze iu zijn function hersteld. Dien avond rapporteerden de brandwachten, dat zjj geweerschoten iu de riebtiug Oshoek hadden ge hoord on dadelijk werd een patrouille van Binau Uit de bijdragen, door de burgerij geschon ken voor een blijk van sympathie aan de politie en de militairen die in de stakings dagen zulke moeilijke en zware diensten hebben verricht, is voor de politie een draag- teeken aangekocht. Het is een zilveren medaille, ter grootte van een kwartgulden. Op de voorzijde staat het wapen van Amersfoort met het rand schrift «Trouwe plichtsvervulling. April 1903". Op de keerzijde: «Hulde van de Amersfoortsche burgerij". De keurig uitgevoerde medaille, uit de fabriek des heeren C. J. Begeer te Utrecht, wordt gedragen aan een lint in de Amers foortsche kleuren. Gister werd zij uitgereikt aan den Inspec teur, den adjunct-inspecteur, den hoofd-agent en ae agenten. Voorwaar een welverdiende hulde als men nagaat, dat gedurende bijna twee maanden, dikwijls zonder wachtvrije nachten, zeer De Maandagavond gevormde commissie voor feestelijkheden in verband met het van de Varkenmarkt naar het Plantsoen bij de Utrechtschepoortsbrug brengen van den kei stelt zich voor, den kei door Amersfoortsche burgers in kleedij uit de'dagen van Everhard Meyster naar zijn nieuwe ligplaats te doen trekken, evenals voor ruim tweehonderd jaar onder persoonlijk toezicht van bovengenoem- den zonderling, voorts concerten te doen ge ven op den Hof en in «Amicitia", volks spelen te organiseeren, enz. enz., kortom dien dag tot een feestdag te maken. Maar om bet plan tot uitvoering te kun nen brengen, moet de commissie over geld kunnen beschikken en dit hoopt zij te ont vangen van de stadgenooten, waartoe Maan dag de inzameling zal aanvangen. De kei werd heden gedetermineerd. Op den bovenkant zijn eenige letters ge vonden en een paar teekens, die al aanstonds worden uitgekreten als «de zandlooper van Meyster". Aan den onderkant, die plat be- hakt is, zijn drie doken waarmee ae steen van 4661 tot 1674 op het voetstuk beves tigd was. In de plaats van den heer A. Veen, die, na ruim 14 jaar met de meeste toewijding onderwijzer aan de Volkszangscbool van «Toonkunst" te zijn geweest, thans als zoo danig heeft bedankt, is tot onderwijzer aan die zeer populaire instelling benoemd de heer A. A. Verburg. De «Staatscourant" bevat den volgenden oproep »H. M. de Koningin heeft een Staatscom missie benoemd tot het instellen van een on derzoek te aanzien van de rechtsverhoudingen en de voorwaarden, waaronder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst is. «Een ieder, die daaromtrent uit eigen daarheen gezonden. Daar aangekomen, bleek het, dat vier man, die bij het verbrande huis van Coetsee door middel vau de zinken platen een suort van verblijf gebouwd hadden, door Kaffers waren over vallen deze hadden 21 ossen, 8 rijpaarden en een houderdtal schapen meegenomen en eerst geschoten, toen de buit iu veiligheid was gebracht. Onbegrij pelijker wyze waren onze vier lui vast in slaap, toen de Kaffers kwamen en eeist wakker geworden door de geweerschoten; ze hadden het niet noodig gevonden, wacht te doen, niettegenstaande ze zich zóo nabjj de Kaffers bevonden. Den 2den Juli kwamen eenige lui terug vaD Krugerspost en beweerden, dat de toestand niet bijzouder gunstig was. Uitgezonderd de jongere Boeren, was men zeer ontevreden over den heer Moll, en in den laatsten tijd hadden zich om die reden 15 man vrijwillig in handen van den vijand begeven, m. a. w. gehandsupt. Tevens had de beer Moll een brief aau den voorziltter van het hof geschreven, waariu hij meedeelde, dat hij met het hof niets te maken had en dit ook nl t bevoegd achtte, over de zaak lussohen hem en veldcornet Swart te oordeelen. Luitenant Erasmus kreeg een brief, waarin hem, onder bedreiging van óok iu arrest gesteld te worden, gelast werd alsnog den veldcornet naar generaal, Viljoen te brengen en de commandant werd vereerd met een schrijven, waarin stond, dat hjj, de generaal nu „noeg" was van de dwarsdrijverij van den com mandant eu dat- deze weldra zou merken, dat niet bij, maar de heer Moil de baas was in hel district. Hierdoor werd de outevredenheid der officieren en burgers nog grooter en ieder weuschto van harte, dat do cun»muudat-gcneraal spoedig aau zijn belofte voldoen en weldra konten zou om de zaken te regolou. Men verweet ook aan generaal Viljoen, dat hy Lijdenburg goed genoeg vond om er den kost te helpen mee opeten, maar dat, als het hom te warm werd, hij de Lijdenburgers aan hun lot over liet en hun bovendien de beleediging aandeed om in de afwezigheid van eenouzer eigen officieren een vreemdeling in zijn plaats te stellen. Den 13deu Juli kwam er bericht, dat generaal Viljoen met zyn commando terug was, maar by den overgang der spoor met den vjjand had moeten vechten, waarbij veldcornet Mijpurg en 5 burgers gedood en 5 burgers gewoud werden. Behalve de ruzie, reeds vroeger behaudeld, bestond er ook een kwestie tuaicheu de beide artillerie officieren Erasmus en Malan eenerzijds en de B officieren anderzijds. Er hadden zich n. 1. vele artil leristen van het korps afgescheiden en zich aange sloten bij de Burger-commando's en Iocd de artil lerie-officieren die artilleristen opriepen om zich met hen naar den majoor te begeven, weigerden de artilleristen om le gaan en de Burger-officieren om hen af te geven. Zoodra de twee artillerie-officieren hoorden, dat generaal Viljoen terug was, gingen zjj naar den generaal om zijn bjjstand in te roepen, maar kwamen zonder eenig succes terug. Ze waren door den generaal heel vriendeljjk ontvangen, maar hjj weigerde, de artilleristeu tegen hun zin weg te stureu om zich te moeten aansluiten bij een korps, dat volgens bem geen recht van bestaan meer had. Zij brachten ook nog eenige bijzonderheden mee over de bijeenkomat te Vrede en over den ia 't Hogeveld ondernomen tocht over de spoorlijn. De generaal had bun ver teld, dat hjj bjj zyn komst den commandant-generaal en den waarnemend President even moedeloos had gevonden als hjj toen ter tyde zelf was, waarover men zich niet behoeft te verwonderen, als men nagaat, dat ze rseds wekan lang door een groote overmacht van Engelschen her- en derwaarts waren gejaagd, zonder maar ésn oogenblik zeker te zjju. Menigen nacht gebeurde het, dat ze, nauwelijks inge slapen, hals over kop moesten opzadelen om den naderenden vijand te ontkomen. Daar kwam nog bij, dat er dagelijks lui naar den vjjand overliepen om dadelijk verraders van hun volk te worden en den vijand als spion te «iienen Het is te begrijpen, dat zoo iels vreeselijk op de zeuuw?n werkt, en dat zelfs de weerstnnd van een als geue.ial Botha ge- brokeu werd. Het gevolg was, dat de Regeeriog met de generaals Botha eu Viljoen aau de Vrijstaatscbe Regeering het voorstel deed, over te geven; hierop kregen ze een zeer waardig, weigerend antwoord en een verzoek om le Vrede bij elkaar te komen. Generaal Viljoen vertelde van deze bijeenkomst, dat President Schalk Burger dadelijk oversloeg naar de zijde vau de Vrijstaatscbe Ri-geering maar dat generaal Botha eu hy eerst op hun standpunt ble-

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1