Dinsdag 19
Mei 1903.
PHOENIX BROUWERIJ.
No. 5347.
52e Jaargang.
H. MEURSING Co. AMERSFOORT.
Export naar Oost- en West-Indië.
Feuilleton.
AMEBSFOORTSCIE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en ZaterdagmiddagAbonnement per 3 maanden f\.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 19.
In verband met den
HEMELVAARTSDAG
zal het volgende nummer
reeds morgen verschijnen.
Advertentiën, voor dat
nummer bestemd, gelieve men
ons UITERLIJK vóór Woens
dagochtend 10 nur te doen
toekomen.
ADEMHALING.
(INOKZONI)KN).
Als vervolg van een vroeger door ons ge
plaatst stuk, de noodzakelijkheid hetoogende,
het kind te leeren ademhalen, achten wij het
voor vele onzer lezers(essen) nuttig, een en
ander over te nemen van het laatst uitge
komen «Tijdschrift voor Sociale Hygiene" over
«ademhaling".
Duizenden jaren geleden gebruikten Chinee-
zen, Indiërs, Romeinen en Grieken wille
keurig en kunstmatig ademhalen als genees
middel bij verschillende ziekten.
In de Middeleeuwen werd de toepassing
steeds minder en thans is het nog niet genoeg
aan de vergetelheid ontrukt.
Het belangrijke van de goede ademhaling
wordt niet genoeg ingezien.
Weinige artsen, enkele onderwijzers in
zang en spraak schenken hunne aandacht aan
het goed ademhalen; goed gestudeerd heb
bende gyinnastiek-onderwijzers richten de
oefeningen zóo in, dat ook de ademhaling
goed geleerd wordt.
De groote invloed, welke een goede adem
haling heeft op het voorkomen van ziekten,
resp. voor de genezing daarvan, wordt veelal
voorbijgezien.
Ongetwijfeld is de ademhaling de belang
rijkste functie van ons lichaam.
Aan voorschriften wat hij eten of drinken
moet, zal geen arts het zijn patiënt laten
ontbreken, maar hem duidelijk te maken hoe
hij moet ademhalen, daaraan wordt dikwijls
niet gedacht.
Wel wordt hem berglucht, boschlucht,
zeelucht voorgeschrevenhij bezoekt Kurorten
of badplaatsen, maar het voordeel van het
verblijf aldaar is onvoldoende omdat de longen
niet goed gebruikt worden, slechts ten halve
werkenhij keert terug, wel verbeterd, maar
niet zooals dit had kunnen zijn.
Reeds vroegtijdig begint men het kind van
alles te leeren, om verschillende spieren te
oefenen en te ontwikkelen.
Moeten nu ook niet de spieren, speciaal
voor de ademhaling bestemd, krachtig ont
wikkeld worden om deze gewichtige functie
van het lichaam behoorlijk uit te voeren?
En deze spieren te ontwikkelen, leert men
het kind niet omdat men'denkt dat dit van
zelf geschiedt; maar gaat men bij 1000 indi-
viduën na hou zij ademhalen, dan \indt men
er hoogstens 10 die het juist doen.
De jeugd is de aangewezen tijd om goed
te leeren ademhalen; leert het kind dit goed,
dan zal het de borstspieren versterkende
geheele borstkas komt tot krachtige ontwik
keling; de longen krijgen meer weerstands
vermogen, zullen minder vatbaar zijn voor
ziekten en deze beter doorstaanja zelfs bij
aanleg voor tering zullen zij deze kunnen
doen verdwijnen. In een niet goed gebouwde,
slecht ontwikkelde borstkas, kuDnen geen
goed ontwikkelde longen huizen.
Zoowel kinderen als volwassenen maken
de fout, dat zij te veel eten en te weinig
ademhalen en toch bij matige voeding en
ruime ademhaling kan de mensch eerst vol
komen gezond zijn.
Alia afwijkingen van hetgeen de gezond
heid in evenwicht houdt, moet ontwijfelbaar
leiden tot storingen in het organisme, het
moge dan zijn slechte ademhaling, ongeschikte
voeding, gebrekkige lichaamsbeweging of wat
dan ook, en vroeger of later komen de ge
volgen voor den dag.
Dat de meeste menschen niet goed adem
halen, komt daarvan, dat zij niet geleerd
hebben de spieren, welke daarvoor noodig
zijn, te gebruiken en deze dus niet geoefend,
niet ontwikkeld zijn. Evenals elke spier, welke
niet geoefend wordt, in kracht achteruitgaat,
of althans in ontwikkeling blijft staan, zoo
is dit ook bet geval met de ademhalingsspieren.
Evengoed als men zich tijd moet gunnen voor
eten en drinken, moet men dagelijks geregeld
IÜ minuten ademhalingsoefeningen maken,
hetzij in de buitenlucht, hetzij in een vertrek
met geopend venster; de bloedreiniging,die
er door wordt verkregen, is zeker niet minder
noodig dan de voeding; de hartswerking
vermeerdert, de bloedcirculatie wordt ver
beterd, de spijsverteering bevorderd en het
geheele lichaam krachtiger en gezonder.
Ziekten te voorkomen, is beter dan ze te
genezen en daar door goede ademhaling ver
schillende ziekten kunnen voorkomen worden,
is liet wenschelijk dat ieder zich die adem
haling eigen maakt.
Wanneer haalt men in den regel slechts
diep en goed adem Wanneer men schreeuwt,
zingt of gaapt, trappen oploopt of heuvels
en bergen beklimt.
Gymnastiek, schaatsenrijden, fietsrijden,
roeien, zwemmen, wandeltochten, allerlei
sport, zijn goede medehelpers; koudeafwas-
schingen van het bovenlijf bevorderen het
diepe ademhalen, maar toch moet de adem
haling geleerd worden.
Dat men na bovengenoemde lichaamsbe
wegingen beter eet en slaapt, is voor een
groot deel het gevolg van de betere adem
haling die dan gemaakt werd, waardoor het
bloed gezuiverd wordt en gemakkelijker door
de bloedvaten stroomt, wat ook de spijsver
tering verbetert en de maag zich doet aan
melden.
Leert men de kinderen goed ademhalen,
dan zulleD de platte ingevallen borstkassen
verdwijnen. Van de millioenen menschen die
jaarlijks als offer van tering vallen, konden
duizenden gered zijn, wanneer zij goed adem
halen hadden geleerd.
Vooral bij chronische ziekten, waarbij het
bloed niet is, zooals het behoort te zijn, zooals
by bleekzucht, bloedarmoede, scrophulose en
Engelscbe ziekte, zal een ademhalingskuur,
ondersteund door goede voeding, veel nut aan
brengen ook bij partieele slechte bloedcircu
latie en congesties van borst-en buikorganen en
hoofd zullen door krachtige ademhaling de
verdikkingen in het bloed worden opgeheven
en de symptomen, als slechte slaap, slechte
spijsvertering en zenuwaandoeningen, ver
dwijnen.
Het meest aangewezen is de ademhalings
kuur bij ziekte van de luchtwegen, katarrhen,
hoest, aandoeningen van de longtoppen, aanleg
voor tering, gevolgen van longontsteking,
pleuritis, verdichting van het longweefsel,
en asthma.
Bij hoest energisch in- en uitademende
zal deze verminderen en hetgeen de hoest-
prikkel opwekt, wordt verwijderd. Slym-
massa's, die in de luchtpijpen en fijnere
vertakkingen aanwezig zijD, onderhouden de
hóestprikkel en maken, wanneer zij niet ver
wijderd worden, het omliggend longweefsel
ziek.
Hebben de longblaasjes hunne elasticiteit
verloren, zoodut zij de verbruikte lucht niet
kunnen uitdrijven, zooals dit bij asthma het
geval is, dan kunnen deze door toepassing van
goede ademhalingsoefeningen weder voor een
groot deel die elasticiteit terugkrijgen.
üok asthma door nerveuse oorzaken, als
angst, schrik enz., waardoor krampen van de
borstspieren ontstaan, evenals bij inademen
van bedorven lucht, rook en stof, wordt door
de kuur opgeheven.
Na een afgeloopen longontsteking kan de
Schetsjes uit den Zuid-
Afrikaanschen Oorlog,
door
»DOK TER".
80.
Den 18 Augustus arriveerde een burger van de
overzijde met zijn beesten en die van den comman
dant; de beesten van den laatste bestonden uit twee
koeien en twee kalveren, die bij eee verkooping van
buit-beesten een paar maanden geleden door hem
gekocht waren. De burger bracht tevens mee een
brief vau assistent-veldcornet Scboeman, waarin be
richt werd, dat het lager van commandant Viljoen
door den vijand bij verrassing_ genomen was, met het
gevolg, dut do wagens en eenige burgers in handen
van den vyand vielen.
liet gelukte dien zelfden middag aan generaal
Muller op zijn beurt den vijand te verrassen, waarbij
de vijand groot verlies kreeg en op de vlucht sloeg,
met achterlating van de veroverde wagens on de
gevangenen, terwijl het verlies aan onze zijde eenige
dooden en gewonden bedroeg, maar waarvan het
aantal nog niet bekend was. Generaal Muller trok
daarop terug naar Krokodilheuvel, terwijl de vijand
in twee gedeelten kampeerde bij Tantesberg en
Oiifants-rivier.
In deze maand zonden de Engelschen vrouwen
uit de kampen binnen onze linie, met het doel de
mannen over te balen den strijd op te geven en te
gaan „hntidsup". Den lddon Augustus kreeg de
commandant bericht, dut twee vrouwen uit Nel-
spruit gekomen waren on zich op 'tongenblik be
vonden bij het telegraafkantoor dat bij „Zeepsop"
opgericht was.
De commandant begaf zich dadelijk daarheen,
waarbij ik hem vergezelde. De vrouwen vertelden
hem nu het doel harer reis, maar zeiden tevens, dat
zy volatrokt niet het plan hadden, haar echtgenoo-
ten tot ontrouw te bewegen, maar gebruik maak
ten vau de gelegenheid, die Kbaki haar gaf, om
haar echtgenooten eu zoods te ontmoeten. De ge
neraal werd dadelyk met het feit in keunis gesteld,
eu gaf eerst order om de vrouwen onmiddellijk over
de lijn te brengen. Op verzoek van de echtgenoo
ten gaf hij echter laier toestemming, dat de vrou
wen baar „verlof' bij haar echtgenooten doorbrach
ten. Twee dageu daarna vertrokken ze zonder echt
genooten, maar met een brief van generaal Viljoen
aan de Engelschen, dat als dezen 't nogmaals waagden
vrouwen voor dergelijke doeleinden te gebruiken,
hij kar eu muilen zou verbeurd verklaren, den drij
ver als spion laten doodschieten en de vrouwen te
voet terug zenden. Het bleef bij die twee vrouwen
en we hebben van „Sirenen" nooit meer iets be
merkt.
Den 20aten Augustus kwam assislent-veldcornet
Scboeman met 20 mau van de overzijde op bevel
van den geueraal, en den 22slen Augustus kregen we
order om ons gereed te maken om tegen een be
paalden tijd de spoorlijn „op te blazen". Dit moest
op twee plaatsen te gelijk gebeuren door asristent-
veldcornet Scboeman en commando Du Toït (deze
was aangesteld in de plaats van commandant Moll)
bij Krokodilpoort en commandant Scboeman met
behulp van Veldcornet De Deer bij Alkmaar. Daar
er niemand hij ons commandant was, die dit zaakje
al eens bij de hand had getiad, stuurde generaal Vil
joen een van ziju stal, die vroeger op 't Hogeveld
reeds een paar treinen hnd opgeblazen.
Terwijl de menschen, die bij Krokodilpoort den
trein moesten vernielen, daarheen vertrokken, trok
ken wij naar Houtbosohloop om daar de stellen voor
het booze werk gereed te maken. Het toestelletje,
waardoor do trein zelf de lading dynamiet in brand
sloeg, was, naar men my verteld bad, de uitviuding
van een Duitscher, wiens naam ik tot mijn spijt ver
geten heb, want ik ben van opiuie, dat iemand, die
I ons door zijn vernuft van zoo grooten dienst is ge-
weest, wel recht beeft op algemeeue bekeudheid.
Het toestel kon door iederecu gemaakt worden,
als bij slechts in het bezit was van een Mariine-
Henry geweer en een sche.-pe vijl. Het bestond n.l.
uit het slot van genoemd geweer meteen klein eindje
van de loop, terwyl ook de beugel, die de trekker
beschermt, verwijderd moest worden. Het slot werd
dan, met de trekker naar boven, geplaatst in een
kistje, waarin het juist paste om kantelen te voor
komen, terwyl het laatste van die hoogte was, dat
de trekker er bovenuit kwamook was de zijwand,
aan die zijde waar het gedeelte loop zich bevond,
weggenomen.
Wanneer men nu een trein wilde opblazen, werd
een gedeelte ballast onder de rail weggenomen (bij
voorkeur bij een lascb, om zeker te zijn van het
doorbuigen der rail door de zwaarte van den trein)
en het toestel, geladen met een losse patroon, een
slagdopjo en dynamiet-patronen onder de rail ge
legd en alles weer netjes met ballast toegemaakt,
waardoor, wanneer men oordeelkundig te werk ging,
het niet mogelijk was de plaats te bepalen, waar de
machine zich bevond. Kwam nu een trein op die
plek, dan boog door de zwaarte de rail naar bene
den en drukte den trekker, die bijna tegen den on
derkant van de rail aanlag, naar beneden, met het
gevolg, dat het schot afging en de lijn vernielde,
terwijl tevens, wanneer de lading dynamiet niet al
te klein was, de wagen of locomotief, die zich juist
boven de bepaalde plaats bevond, uit de rails ge
worpen werd en den geheelen trein deed ontsporen.
Den 26sten Augustus vertrokken wij metzonondcr
naar Krokodil-rivier dicht by het station Alkmaar,
waar we om half negen aankwamen.
Hier werden tien mannen aangewezen om den
heer Kaplan (den man, door generaal Viljoen ge
zonden) te begeleiden en waarbij ik, op verzoek van
den commandant, 6ok tegenwoordig was om later,
ook zonder de aanwezigheid van den heer Kaplan,
in staat te wezen de spoorlijn te laten springen. We
moesten, om bij (le spoorlijn te komen, door Krokodil-
rivier. maar van de driften kon geen bebruik gemaakt
worden omdat, volgens de berichten van onze
spionnen, deze door don vyand bewaakt werden. Er
werd door een der Boeren, in deze streek goed be
kend, een doorwaadbare plaats aangewezen en hier
aangekomen, worden scboonen en broek uitgetrokken,
om de rivier te doorwaden. Dit viel niet mee; de
stroom was tamelijk sterk, maar voor iemand van 6
j voet lengte, zooals de Boeren, ging het evtnwel. Mot
mij was het echter een ander geval; ik ben klein
van stuk en terwijl de andere lui niet meer dan hun
I beenen natmaakten, kwam ik, dicht bij den wal aan
de zyde der spoorlyn tot aari mijn middel in 't water,
met dat gevolg, dat ik van de been raakte en alleen
door zwemmen den oever bereïkta Het nnaret6 was,
dat mijn kleeren daartoor totaal uat geworden waren
(ook mijn broek, die ik over myn rug had hangenl
en me daardoor minder behaaglijk voelde. Eenmaal
op 't droge, werden kleeren en schoenen weder aan
getrokken en gingen we heel voorzichtig voorwaarts.
We verkenden eerst de plaats der blokhuizen en
kozen een plek uit tusscben twee dier buizen, zoo
danig, dal men moeilyk gezien kon worden. Aan
beide zyden, op ongeveer 100 treden van ons, werden
wachteu uitgezet, terwyl Kaplan, een burger en ik
bet dynamiet en stel onder de rail plaatsten. Om
een ontydig afgaan vaD den trekker te voorkomen,
wefd er voorloopig een stukje houdt onder den
trekker geplaatst om dit, wanneer men tot het toe
maken der lading was gekomen, weg te nemen. We
waren zonder eenig ongeval zoover gekomen en nu
deed zich het eigenaardig geval voor, dat de twee
lui (Kaplan en de burger, die reeds vroeger onder
kaptein Labuscbagne bij een zelfde zaak behulpzaam
was geweest) die bet toestel gesteld hadden, te be
vreesd wareD om het houtje onder den trekker weg
te nemen, Ik had er ook weinig zin in: had ik het
toestel zelf geplaatst dan zou ik precies geweten
hebben, hoeveel gevaar er bestond, dat bet ding zou
kunnen afgaan, maar nu was ik alleen maar toe
schouwer geweest. Mijn twee maats waren het onder
wijl niet eens geworden en de wachten werden onge
duldig en kwamen vragen, of we nog niet klaar
waren. Ik begreep, dat lauger wachten gevaarlyk zou
kunnen worden, en besloot, het houtje weg te nemen,
daarbij overwegende, dat, wilde het ongeluk, dat de
trekker afging, de ontploffing wel zóo gauw in zijn
werk zou gaan, dat ik er toch niets van merkte. Het
is eigenlijk overbodig te zeggen, dat het goed afliep,
maar ik vond het hoogst vermakelyk, dat de twoe
lui, die uit vrees van een ongeval het houtje niet
durfden wegnemen, bij de handeling tegeuwoordig
bleven en dus, indien er iets gebeurd ware, toch hot
kind van de rekening geworden zouden zyn. We
maakten nu verder alles zoo goed mogelijk in orde
waarbij vooral zorg werd gedragen, dat niets achter
bleef wat ons plan bad kunnen verraden.
(Wordt rtrvolfiii.)