Donderdag 25 1903. No. 5363. 52e Jaargang. Feuilleton. Stadsnieuws. AMERSFOORTSCHE COURANT. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post /"4.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9- Telephoon 19. ITS* Zij, die zich met in gang van 1 Juli op dit blad abonneeren, ontvangen de tot dien datum verschijnende nummers gratis. KENNISGEVINUK.N. JACHT. De COMMISSARIS der KONINGIN in de pro- vincie UTRECHT, Gezien hel besluit van Heeren Geduputeerdo Staten dier provincie, d.d. 19 Juni 1903, no. 6t>; Gelet op art. 11 der Wet van 13 Juni 1857 (Staats blad no. 87) Brengt bij deze ter kennis van belnnghebbendeu, dat de opening der jachtbedrijven, vermeld onder litt. d, f en h van art. 15 der voormelde Wet (het schieten van waterwild, bet vangen van waterwild met slagnetten en bet vangen van eendvogels in een eendenkooi of daarmede gelijkstaand toestel) voor de provincie Utrecht is bepaald op Zaterdag 11 Juli aanstaande, tel' plaatse bij art. 1 van het Reglement op de beoefening der jacht en visscherij en de af paling der eeudenkooien in de provincie Utrecht aangeduid. En, ten einde niemand eenige ontwetendheid hiervan voorwende, zal deze worden afgekondigd en aangeplakt, waar zulks te doen gebruikelijk is. Utrecht, 20 Juni 1903. De Commissaris der Koningin voornoemd, SCH1MMELPENNINCK v. u. OYE v. NIJENBEEK. De GRIFFIER der STATEN van UTRECHT, daartoe door de Gedeputeerde Staten van dat gewest gemachtigd, brengt tor kennis van belanghebbenden, dat de ontwerpen van Begrooting der kosten van het Pro vinciaal Bestuur, voorzooveel bet Rijksbestuur is, eu der enkel provinciale en huishoudelijke inkom sten en uitgaven, beide dienst 1904, met de Memoriën van toelichting, alsmede de Rekening en verant woording wegens laatatgemelde inkomsten en uit gaven, over het dienstjaar 1901, ingevolge de artt. 103 en 119 der Provinciale wet verkrijgbaar zijn gesteld ter Provinciale Griffie van Utrecht tegen betaling van 15 cent voor de eerstgenoemde eu van 50 cent voor de laatstgenoemde Begrooting met Memorie van toelichting en van 50 cent voor de Rekening en verantwoording. Utrecht, 23 Juni 1903. De Griffier der Staten voornoemd, CJR. MERK US. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien do aanschrijving van den heer Commis saris der Koningin in de provincie Utrecht van deD 18 Juni 1908, no. 1 Az., (Provinciaalblad no. 88); Breugt ter keuuia van belanghebbenden, dat vol gens een mededeeling aan de Britscbe Regeering gedaan door een Christelijke vereeniging voor jonge LISKA. vrouwen, welke zich ten doel stelt vreemde meisjes die van het vasteland naar Engeland overkomen, te beschermen en te helpen, het is gebleken, dat velen dier meisjes, in het waandenkbeeld dat daar op een gemakkelijke wijze veel geld valt te verdienen, naar Engeland over stoken zonder eenig uitzicht op een betrekking en zonder behoorlijk daarvoor op geleid te zijn, niet in staat tot het verrichten vau huishoudelijken arbeid, welke voor haar gevonden zoude kunnen worden, noch opgeleid voor arbeid van boogere beteekonis, zijn die meisjes blootgesteld aan de grootste gevaren. Slechts voor V5 van do meer dan 2000 meisjes, waarmede de bovenbedoelde vereeniging in elk der jaren 1901 en 1902 in aan raking kwam, kon geschikte arbeid gevonden wor den. Sommigen hebben mogelijk door bemiddeling van anderen een werkkring gevonden, maar een groot aantal moet op oubekende wegen zijn afge dwaald, bij gebrek aan de noodige middelen, om naar haar vaderland terug te keeren. Voor haar, die in staat ziju lot bet verrichten van huishoudelijken arbeid of bevoegd tot het geven van onderwijs in de Fransobe en Duitscbe talen on in muziek, is er in Engeland een arbeidsveld te vinden. Aan degenen, die daartoe niet zijn opge leid eu aan haar, die een gemakkelijk leven zoeken, moet de overtocht naar Eogeland ten ernstigste ontraden worden, Het is daarom wenschclijk, dat de meisjes, welke zich, om in haar levensonderhoud te voorzien, naar Engeland wenschen te begeven, vooraf de zekerheid trachten te verkrijgen, dat zij met hare capaciteiten in een geschikte betrekking kunnen worden ge- Amersfoort, 23 Juni 1903. De Burgemeester veornoemd, WUIJTIERS. 6). President was bier majoor Sinidt, wiens devies was „geen half werk". Daarom dronk by ook nooit halfjes, was hy steeds zeer langdradig, nam hij bij de exercitiën een geheel voorschrift door, en was bij alles wat hy deed zóo „geheel" dat hij menigeen tot wanhoop bracht. H(j was echter een hoogst be kwaam en zeer flink officier en daarom by zijn offi cieren algemeen bemind. Juist had een kapitein eene lange preek gehouden over het vervelende garnizoen, het ellendigste dat er in alle vijf werelddeslen maar uit te denken viel. Een paar malen had de majoor reeds getracht hem in de reden te vallen, doch de kapitein dacht„Laat mij nu toch óok eens iets mogen zeggen" en bad kalm doorgepraat, maar nauwelijks was hij uitgere- deneerd, toen de majoor het woord nam„Pardon, ik ben zoo vry te beweren, dat ons garnizoen nog lang zoo slecht niet is. Vraag u eens verlof eu maak u eenB een reis om de wereld en neem daarbij eens alle garnizoensplaatsen op eu u zul zien, dat we te benijden zijn, te benyden, heeren. Pardon, laat my nu óok eenB uitspreken" en hy brak een lans voor de stad, zóo kranig, dat zy hem ge rust het Eereburgerschap had mogen aanbieden. „Was bij maar uitgespeecht", dachten do heeren. „Hebt u nog een plaatsje voor me?" vroeg op dit moment de kolonel. „Marshall heeft mijn adjudant weggeroepen. Maar ik wil de heeren volstrekt niet storen in Iiud discours" Dat zegt iedere kolonel, maar elke meerdere moest toch gevoelen, dat hij stoornis breugt in een gesprek tusschen minderen. De plotselinge staking van het discours zocht men hierdoor aun te vullen dat men als op commaudo te gelijker tijd den kolonel zes stoelen, vijf glazen bier, vier doosjes lucifers en nogen aschbakjes aanbood. „Dank u zeer, heeren; prachtige avond, hè?" Door het Bestuur der classis Amersfoort van de Ned. Hervormde kerk is de gewone 3-jaarlijksche persoonlijke kerk-visitatie ge houden, waarbij o. a. bleek, dat het aantal Hervormden in 24 gemeenten, met 27 pre dikanten, bedraagt 37 216. De inkomsten dei' diaconieën bedroegen f99 967.97 terwijl de uitgaven beliepen i'86 098.92®. Het to taal der legaten of' schenkingen beneden f 100 besomde f6700. Het aantal doopelingen was 1053, dat der cathechisanten 59-48, dat der nieuwe lidma ten 549. In 11 gemeenten geschiedt de benoeming van ouderlingen en diakenen en het beroe pen van predikanten door den Kerkeraad, in 5 door een kies-college, in 8 door stem gerechtigde mans-lidmaten. Bij de Centrale Commissie tot de Alge- ■neene Zaken van het' Nederl. Israëlietisch j Kerkgenootschap is een voorstel ingediend om, ter uitbreiding van de werktaak van j bet kerkgenootschap, een proportioneele bij- drage van de Israëlietische gemeenten in ons I land te heden, welke geraamd wordt op 10 cent per ziel voor gemeenten beneden 100 zielen, van 100—200 7V2 cent, van 200—500 zes cent, 500—1000 vijf cent, 1000-5000 vier cent, 5000 -15 000 drie cl., 15 00030 000 twee, en boven 30 000 an ier hal ven cent per ziel. De Permanente Commissie verklaarde zich j tegen dit voorstel omdat de kleine gemeen- j ten te veel belast worden en een herziening van het Reglement van het kerkgenootschap dient vooraf te g<tan. Prof. dr. H. Y. Groenewegen, hoogleeraar aan de Ryks-universiteit te Leiden, hoopt aanstaanden Zondag vóór te gaan bij de godsdienstoefening in de Remontrantsche kerk hier. De Commissaris der Koningin in deze Provincie beeft, op last van den Minister van Binnenlandsche Zaken, de Burgemeesters uitgenoodigd, per publicatie te waarschuwen tegen het denkbeeld dat het in Engeland voor meisjes gemakkelijk zou vallen, een betrekking te vinden en veel geld te verdienen. Het tegendeel er van is waar, en vele meisjes zijn reeds in het verderf gestort doordat ze zich bedrogen zagen en geen middelen hadden om naar haar vaderland terug te keeren. Aan het hoofd van dit nummer vestigt de Burgemeester in een kennisgeving de aan dacht van belanghebbenden op deze zaak. Ten huize van mevrouw Ponne, Utrechtsche straat 3, is Dinsdagavond een kennelijk ver dwaalde postduif vau vermoeienis neerge streken. Het diertje, dat voor den rechtmatigen eigenaar daar terug te bekomen is, is op een der vleugels gemerkt 12, waaronder 58856. De »Staats-courant" van heden bevat de Statuten van de afdeeling Amersfoort der »Vereeniging tot opvoeding van halfverwees- de-, verwaarloosde of verlaten kinderen in het huisgezin". De Statuten van de Chr. Jongelings-ver- eeniging Psalm 119:9" zijn goedgekeurd en die vereeniging is dus als rechtspersoon erkend. Luitenant-kolonel J. C. Buytendijk, sedert 29 Mei 1901 op non-activiteit, wordt in actie ven dienst hersteld en ingedeeld bij het 5e regiment infanterie. Kapitein D. M. Storm van Leeuwen en luitenants VV. F. Ruempoll en N. J. Schal len berg, van het 5e regiment infanterie, zijn eervol ontheven van hun detacheering te Amsterdam, terwijl luitenant G. Voüte daar heen gedetacheerd is. In de plaats van den heer Leop E. Beers, die den dienst met pensioen verlief, is de heer G. Bikkers thans aangesteld tot onder kapelmeester van het stafmuziekkorps van het 5e regiment infanterie. Vaandrig S. van Brakel en reserve-sergean ten N. Beets, J. Booy, S. S. Gallée, T. W. C. de Haas en C. Tjebhes, van het 5e regi ment infanterie, wier diensttijd is geëxpireerd, zullen den dienst met paspoort verlaten. Bij het 5e regiment infanterie zijn o.a. bevorderd tot stafmuzikant de stafmuzikant- titulair H.J.Paats, en tot élève-muzikant de geëmployeerde P. Ratsen. In enkele bladen is het bericht uit een der Amsterdamsche couranten overgenomen, dat de Rijscholen der cavalerie en der artillerie met 1 November zouden worden vereenigd te Amersfoort. Dit gerucht mist allen grond. Wel is in principe besloten tot hereeniging der beide Rijscholen, doch aangaande de plaats waar zij zouden worden gevestigd, is nog hoegenaamd geen beslissing genomen. Nu het reis-seizoen zoo zoetjesaan weder aanbreekt, zouden we de bussen van #Reis- belasting", welke in de voorhal van hetstations- gebouw bij de plaatskaarten-lokketten staan, wel weder bij lezeressen en lezers willen aanbevelen. Op de reiskosten maakt een 21/2 cent-stuk een grooter gift wordt óok dankbaar aan vaardweinig uit en toch maken veel kleintjes een groote, waardoor de plaatselijke afdeeling misschien een sollicitant meer óok De brave bierdriakers oude ongehuwde en oude getrouwde heereu hadden een kwartier te voren er over gemopperd, dat zij met liuu gewoon biertje in hun eigen café hadden kunnen pakken, doch zich op bevel moesten amuseeren met het toekijken naar het tennis-spel, welks uitvinder door hen reeds minstens een dozijn malen was verwenscht; maar toch beijverden zij zicb, te verzekeren dat ze nog zelden een zóo gezelligen avond hadden meegemaakt. „Dal doet me genoegen, heeren, werkelijk veel genoegenpardon, heeft een van de heeren misschien even een mes voor me dertig messen werden hem aangeboden merci; inderdaad, 't doet me zeer veel genoegen, dat 't zóo in uw smaak valt. Volgend jaar zullen we iedere maand zoo'n feestje geven ter wille vau dojongelui. Nu kan't niet meer; volgende week beginnen do manoeuvres, daarna gaan de heeren met verlof en dan is 't alweer vroeg donker en te koud om buiten te zitten." „Veel te koud, kolonel" klonk het in koor. „Ed wat zeggen do heeren van onzen nieuwen kameraad? Hy maakt een goeden indruk, hè?" Ware er éen geweest, die „neen" bad geantwoord, dan had hij zijn meening op kleingeld moeten geven. Allen antwoordden uit dien hoofde dan ook toe stemmend alleen de oudste overste waagde te zeggen „Ibi ubi; men moet niet te oordeeleu." Het citaat „Ubi beno, ibi patria" moest den overste, toen deze r,og scholier was, al zeer byzonder 'neb ben getroffen, want hij had er zich een nieuw ci taat uit gevormd, ibi ubi, waarbij hij zwoer, dat hy steeds te pas braoht en waarbij men alles dus: niets kon deuken. De kolonel plaagde den overste 6teeds met diens stopwoordje; ook nu weder: „Ibi ubi u bobt volkomen gelyk, overste, 'tls toch jammer, dat je niet getrouwd bont en tweo jongens hebtwe we ten al hoe ze zouden henten. Ibi ubi," Zelfs om den chef moeten de minderen lachen en zoo weerklonk dan nu ook een algemeen Ila- ha-ha". Eén der jongstnn lachte zóo hard, dal de tranen hem in de oogen kwamen. Do kolonel kreeg er zelf pret inde kameraden echter gaven den il te gedienstige een paar gevoelige ribbestooten. Middelerwijl maakt Marshall zijn „grand compli ment aux dames" en toon hy van de laatste dames hoed met zijn liefste lachje had afscheid ge nomen, zeide KuobelsdorlT„Er wordt heei wat hoop op je gebouwd, kamerandvervul er althans éeu. Weliswaar beu ik een principieel tegenstander van het huwelijk, maar ik heb hooren vertellen, dat het toch óok zijn goede zijden heeftzoo moet er voor den vader iets hemelsch in liggen als zijn kind de eerste tand krijgt. Uit ervaring kan ik er niet over meespreken, maar als jij 't eeus wiltprobeereu, zal ik je gaarne helpen een aanstaande uit te zoe ken, ofschoon ik weinig tijd disponibel heb. Je weet, dat een regimenis-adjudant den heeleu dag druk is". „Hoeveel uren werkt u wel per dag?" „Dat is natuurlijk zeer verschillend, maar de dag is om eer je er aau denkt, Als we in 't garnizoen zyu, sta ik om acht uur op, kleed me aan en dan is 't kwart vóór tien." „Manr kapitein, ik ben in een kwartier gekleed." „Excellentie" zag hem vol verbazing aan en vroeg „Maar wasch je je dan niet?" „Op Zon- en algemeen erkende feestdagen" ant woordde Marshall met een staal gezicht. „Maar hoe krygt u den dag verder klein'"' „Nu, om tien uur ben ik op 't bureau; daar blijf ik tot éen uur eu ga naar huis om een andore uniform aau te trekken". „Weer drie kwartier?" „Neen, 's middags heb ik meer tijd noodig, tweo uur; dan ga ik eten öf in 't casino óf in een restaurant; dan ga ik om zes uur nog eens naar 't bureau en daarna naar mya café tot het bedtijd wordt." „En wanneer gaat u rijden?" „R|jden? Hoor eens, als ik dat niet voor dienst moet doen, dan nooit. Ik zie er niets in, me nl maar door in de lucht te laten gooien door een paarderug. Als jij mijn paarden wilt afrijden, clan zijn ze gaarne tot je beschikking" „Dank 11 zeer, mijn eigen paard is al onderweg, maar als 't eens ziek mocht worden, wat ik uiet hoop, dan wil ik gaarne gebruik maken van uw vriendelijk aanbod. Ik bon een hartstochtelijk ruiter." Op dit oogeublik vloog Liska von Montserrath, door een jong luitenant achtervolgd, in razenden ren op de beide heeren toe: „Help, ik kan niet meer"riep ze buiten adem „ik ben op" Zij greep Marshall by den arm en toen haar vervolger haar bad ingehaald eu haar zacht op deu sohoude.' tikte, riep ze dezen toe: „Neen, 't geldt uiet, neen;ik heb'tgewonnen". Naar lucht happend, leunde zij kalmpjes op Mar shall. „Ik beu op, ik beu dood-op" maar opeens vloog zo weer weg, haar vervolger tooroepend. „Je krijgt me tóch niet." „Hij wil haar trouwen" legde „Excellentie" uit „maar die goede Westphalen heeft geen centhy zit alleen braaf in de beer. Maar hij wil haar tóch trouwen. Hoe, weet hij zelf niet." „En wat zegt zy er van informeerde Marshall, die hot jougemeisje niet uit het oog had verloren eu haar gracieuse bewegingen zoo lang mogelijk gadesloeg. „Eu wat zegt zij „Ik zie wel, dat je Lisica niet kent. Ik geloof, dat ze hem wel mag. en dr.t ze hom wel zou trou wen ook, als hij maar genoeg geld had. Zij trouwt niemand, die geen drie ton in saliede papieren bij een soliede Bank heeft gedeponeerd. Nu, je zult haar en haar moeder nog wel leeron kenneu, 't Is een wildzang maareen beste meid, slordig voor zes, een echte Poolsehe". Uit de eetzaal klonk een trompet-signaal valsch, afgrijselijk valsch. „Excellentie" rilde er van. „Als de kolonel dat gehoord heeft, dan beu ik er weer bij dan mag ik morgen weer twee uur met de hoornblazers exer- ceoren; om gek van te worden. Maar wy moeten weg eu een dame chapperoneeren misschien zijn er wel uiet meer; ik eet liever wat meer en praat liever wat miuder". Zijn hoop werd vervuld; nergens kon by een tafoldamo vinden. Marshall wa9 er maar half over gesticht, dat ook bij alleen zou zijn. Edith keek hem van over de tafel aan, alsof zy wilde zeggen: „Waarom beu je niet eerder gekomeuik heb nog zoo lang mogelijk op je gewacht." Claire giug hem mot een nauw merkbaar lachje voorby Liska nam in 't geheel geen uotitie vau hem. En toch was hij blij, toen hij oen plaatsje aan de lange tatol veroverde, vanwaar hy Liska gadeslaan eu af en toe een vluchtigen en volkomen toevalligen blik van haar opvangen kon. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1