Dinsdag 30
1903.
PHOENIX - BROUWERIJ.
No. 5365.
52e Jaargang.
Reisexemplaren.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
H. MEURSING <fc Co. AMERSFOORT.
Export naar Oost- en West-Indië.
AMERSFOUE DDÜRAIT.
FIRMA A H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/i.
trancó per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale»,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT9
Telephooo 19.
Aan onze ubonnés, die tijdelijk elders,
hetzij binnen- of buitenlands, vertoeven,
wordt op aanvrage en met daideljjbe opgave
van adres, de Courant eiken verschijndag,
tegen vergoeding van het porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen zich op
de zeilde wijze geregelde toezending van de
Wnersfonrtsche Courant1' verzekeren.
K KK N ISU E VING!
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT brengen ter kennis van belangheb
benden, dit de Gemeenteraad in zijne vergadering
van 27 Juni 1903 den prijs van lichtgas, waaronder
te begrijpen is inuutgas, heeft vastgesteld op 7'/»
cent per MJ. niet ingang van 1 Juli 1903.
Amersfoort, 29 Juni 1903.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUUTIEBS.
De Secretaris.
B. W. Th. SANDBERG.
Amersfoort in 1902.
i.
Evenals ten vorigen jare beginnen we maar
weer met het einde, de laatste Bijlage van
het Zaterdag verschenen ïVerslag van den
toestand der Gemeente Amersfoort over
1902".
Die Bijlage behelst het Verslag omtrent
den toestand en de exploitatie der gasfabriek
van de Gemeente Amersfoort gedurende het
jaar 1902 en daarin heet het:
De werking der fabriek had ongestoord
plaats; er kwamen geen iiaphtaline-verstop-
pingen voor. Aan de gebouwen en toestel
len, die alle in goeden staat verkeereu, werd
het gewone onderhoud verricht, terwijl de
gebouwen van buiten werden overgeschil
derd. Van drie ovens werden de vuren ge
repareerd en het Oostelijke einde der kolen-
loods werd met een houten beschieting dicht
gemaakt. Een spoorwegverbinding van bet
terrein met het stations-emplacement kwam
tot stand en daarover werden reeds gedeel
telik kolen en andere materialen aangevoerd
en enkele bijproducten afgeleverd.
Daar in dezen winter reeds 3 ovens ge
lijktijdig in werking waren om in de pro
ductie te kunnen voorzien en bet rich laat
aanzien, dat in den winter van 1903 ook de
viorde oven mede in werking zal moeten
gebracht, zal in 1904 een tweede ovenblok
moeten worden gebouwd, waarvoor bij den
bouw der fabriek reeds ruimte in de stokery
is gereserveerd.
LISKA.
Marshall wist niet hoe hij 't had, doch waagde
ten slotte toch to zeggen: „Pardon, kapitein,u heeft
me toch zelf gezegd, dal ik daar niet bij hoefde te
Nu wist de kapiteiD niet hoe hg 't had: „Dus
töc'i. dus tóch" zeidc bij ten slotte „ik zal je eens
wat vertellen, Marshall: al een paur uur loop ik me
half gek er over te prakiieeren ot ik gisteravond te
veel gedronken heb, of niet. Ik dacht, dat ik vol
komen nuchter was gebleven, maar nu weetik toch
beterde ontgoocheling is groot, Marshall, heel groot.
Ik weet me waarlijk niet meer te herinneren, wat ik
gisteravond met je sprak".
„Op rojjn woora."
„Kom, maak nu geen dwaasheden; als je 't zegt,
geloof ik het; geef me de hand; het geval is opge
lost. Goed bekomen?"
„Nu, kapitein, dat kon wel beter. Bjj dergelijke
gelegenheden rook ik te veel en te zware sigaren".
„Én wanneer ben je thuis gekomen".
„Even vóór half, kapitein".
„Even vóór half? Neen, die is goed, die is uit
muntend; die onthoud ik tegen dat mijn vrouw me
weer eens vraagt hoe laat ik ben thuisgekomendie
is patent. Zeg, heb je nog lust, bier te blijven ot
ga je me in 't casino een glas bier drinken? 't Is
nog wel wat vroeg, maar dan kunnen we ook
langer blijven ritten'.
„'l Idee is werkelijk niet zoo kwaad, kapitein, als
de dienst het veroorlooft
„De dienst ben ik" antwoordde de compagnies
Wegens uitbreiding der productie bestaat
dringend beboette aan een bergloois, zoodat
deze reeds in 1903 zal moeten wordeu ge
bouwd.
Het aanleggen van nieuwe wegen vorderde
uitbreiding van het buizennet en vermeer
dering vat. liet aantal lantaarns.
In het bestuur der fabriek kwam geen,
in bet personeel wegens invoering van het
muntgas, eenige verandering. Er zijn thans:
6 stokers, 2 hulpstokers, 2 machinisten, 3
fitters, 1 lantaarofitter, 4 sjouwerlieden, 12
lantaarnopstekers benevens bij drukke werk
zaamheden eenige helpers.
In plaats van een andere werkverdeeling
werd, ter tegemoetkoming in den arbeid van
7 achtereenvolgende dagen en gemis aan
Zondagsrust, door het aanstellen van reserve-
jersoneel, aan de stokers en machinisten
ied6r éen vrije Zondag otn de 4 weken en
éen vrije dag om de 14 dagen toegekend,
met behoud van Joon, zoodat zij per jaar 37
vrije dagen hebben, waarvan 13 op een
Zondag vallen; iedere vrije dag vertegen
woordigt een onafgebroken rusttijd van 36
uren.
Deze regeling werkt zeer ten genoege van
de werklieden en geeft geen technische be
zwaren.
De stokprij bestaat uit 4 regenerator-ovens
ieder met 8 retorten. Het grootst aantal te
gefijk in werking zijnde retorten was 24, het
kleinste 8. Voor hun verhitting werden
13 899 H.L. of 555960 K.G. cokes gebruikt;
gedistilleerd werden 4159360 K.G. kolen,
zoodat voor de verhitting 13.34 van de
gebruikte kolen noodig was, welk resultaat
gelijk is aan de garantie, bij den bouw ge
geven.
In 1902 waren beschikbaar 5 147 637 K.G.
gaskolen, waarvan werden verwerkt 4032599
K.G. Mickley en 126 761 K.G. Moltke- kolen,
zoodat op 31 December in voorraad bleven
988 277 K.G.
Van de 4159360 K.G. gedistilleerde kolen
werd geproduceerd 321 150 M3 gas, zoodat
dit per 1000 K.G. kolen 315.47 M3 gas be
draagt. De grootste etmaal-productie had
plaats op 12 December en bedroeg 6340 M3
ae kleinste op 29 Juni en bedroeg 1555 M3.
In 1902 waren beschikbaar 66 746H.L.
cokeö. Hiervan werden gebruikt 13 899 H.L.
voor ovenverhitting, 4881 voor andere doel
einden en verkocht als geklopte cokes 36 927
H.L., als grove cokes 5030 H.L., als parel
cokes 8358% H.L. en als gruis 2048l/2 H.L.
zoodat op 31 December in voorraad bleef
602i/2 H.L.
In 1902 waren beschikbaar 258830 K.G
kootteer, waarvan verkocht werd 244930
K.G. en 30 680 K.G. ammoniakzout, waarvan
verkocht werd 28300 K.G. Uit 1000 K.G.
koleo werd dus bijna 6 K.G. ammoniak ver
kregen.
De inhoud der gashouders bedraagt 6000
M3; de gasberging was 94.6 van ae pro
ductie. De aflevering van het gas geschiedde
bij dag onder een waterdruk van 30 m.M.,
bij avond van hoogstens 43 ni.M. terwijl io
de ochtenduren gedurende de wintermaan
den de dagdruk tot 33 m.M. werd verhoogd.
Het gas wordt na de natte zuivering door
ijzer-oxyde gezuiverd en verlaat de zuiver-
kisten geheel vrij van zwavelwaterstof. Uit
de rapporten van den scheikundige, belast
met het onderzoek, bleek, dat 1000 L. gas
bevatten aan amnoniak 0.002 tot 0.010 L. en
aan zwavelverbindingen 0.110tot 0.180 Gram.
Het gas werd alzoo volkomen zuiver aan de
verbruikers afgeleverd, terwijl de lichtsterkte
varieerde tusschen 125 en 130 m.M. volgens
den verificateur-De Giroud.
Op 31 December 1901 waren bij de ver
schillende gasverbruikers geplaatst 853 meters
voor licht- en 435 voor kookgas met een
totaal meterlichten van 8305op 31 December
1902 waren deze cijfers geklommen tot 1002
meters voor licht- en 211 voor kookgas, met
9535 meterlichten, of een vermeerdering van
de lichtgasmeters met ruim 17%, de kook-
gasmeters met 56 »/o en de meterlichten met
ruim 14%.
Den 4 Augustus 1902 werd begonnen met
het aanleggen van muntgas in woningen van
ten hoogste <"250 huurwaarde. Op 31 Decem
ber 1902 waren reeds 83 woningen van raunt-
gasleidingen voorzien (3-lichts) terwijl op
dien datum het aantal aanvragen 128 bedroeg.
Het buizennet had 31 December 1901 een
totale lengte van 26 453 M. met een inhoud
van 259375 M3 en op 31 December 1902
een totale lengte van 29 026 M. met een in
bond van 282 950 M3.
Op 31 December 1901 werd door 435
lantaarns (187 hoofd- en 262 avond) met 449
branders, in de publieke verlichting voorzien;
op 31 December 1902 waren aanwezig 484
lantaarns (222 hoofd- en 279 avond) met 498
branders; zij vroegen vernieuwing van2513
kousjes, 151 ruiten en 602 glazen.
Het gasverbruik over 1902 bedroeg aan:
publieke verlichting 130401,. Gemeentege
bouwen 9491, Rijksgebouwen 155020, licht
gas particulieren 637 765, kookgas 125 327,
kracbtgas 113 709, muntgas 10897, eigen ge
bruik en verlies 129540; totaal 1 312 150 M3,
tegen 1046 825 M3 in 1901.
Uit de bijgevoegde tabellen blijkt o.a., dat
de werkelijke ontvangsten waren f 125 679.03
en de uitgaven f85146.31® (raming f100175
en f77 925) zoodat een bruto winst werd
gemaakt van f40532.715. Hiervan is voor
rente en aflossing afgeschreven f22 250, zoo
dat het batig saldo is f 18 282.71®.
Van de Raadszitting welke Zaterdagmiddag
van half twee tot half vijf duurde, konden
wij 's avonds nog de hoofdzaken meedeelen.
Alle Ingekomen stukken werden aangeno
men voor kennisgeving ze waren goedkeu
ringen door Gedeputeerden van Raadsbeslui
ten omtrent overneming van grond op den
Berg en van de Puntenburger laan, het
Raadsbesluit omtrent de jaarwedde van den
in de vorige zitting benoemden onderwijzer
en een beroep in zake de plaatselijke Inkom
stenbelastingverder een mededeeling, dat
de Statuten der vereeniging »Amersfoortsche
commandant trotsch, en tot een der onderofficieren:
„Jij, sergeant, laai inrukken en poets-theorie".
In een oogwenk waren de klassen verdwenen.
„Zie nu die kerels eens aan, zie ze eens holleD,
zie eens weg zgn ze. Maar bg manoeuvres, bij de
attaque, bij de exercitie zijn ze zoo lui en zooioom
als de olifant in den Dierentuin."
„Is hier een Dierentuin?" informeerde Marshall.
„Hier? Hier ia niets. Wilde beestenAlleen honden,
paarden, katten en kanarievogels, Ja, mgn vrouw
heeft nog eeu vos, maar die is al lang dood en draagt
zij als boa."
Kort daarna zaten de heeren in het casino, waar
zg de eenige gasten waren.
De kapitein werd al meer eu meer praatlustig.
„Ik zal je eens wat zeggen, Marshall, als je onmid-
dellgken chef acht ik het mgn plicht, je intijds
de oogen te openen. Je komt hier in een gansch
nieuwe omgeving, die ik niet altijd precies tot mijn
voordeel heb leeren kennen. Hier is veel verkeerd,
heel verkeerd. Weet je kom, drink eens leeg;
zoo weet je, hier wordt je niet altijd beoordeeld
naar je bekwaamheden, maar hier is heel veel
protectie. De koloDel is ziekelijk; hoor eens, alle
achting voor zgn energie, voor de wilskracht waarmee
hij zich overeind houdt; ik zou 't niet kuunen;
inaar wij hebben dikwijls erg te liiden onder zjjn
ontzettend slecht humeur; maar dat zou nog 't
minste zgn zij, zijn vrouw, commandeert het
regiment en geeft cd lakens uit; wie bij haar in de
pas staat, kan doen en laten wat hij wil; als zo
echter een pik op je beeft, doe je niets goed. Ik
ken je nog niet, Marshall, en weet dus niet wat jij
voor soort karskter hebt de kolonelsche weet, dat
ik haar doorzien heb; ik heb haar ook eens, sub de
zoogenaamde rosa, mijn meening gezegd over de
inmenging van vrouwen in eenig commando o,
natuurlijk zoo maar iD 't algemeen, ik heb 't zelfs
in een oud-perzisch gewaad gestoken en baar een
buitengemeen prachtig sprookje verteld, maar
lang niet dom en snapte 't dadelijk. Sedert dien dag
haat ze mg als de zonde. Haar allergrootste verdriet
is, dat mgn vader aan Oorlog zit, maar als die er
niet was, was ik er allang uit. Kom, schenk nog
ecus in; zoo. En propos, ze likken hier allen ont
zettend, allemaal, ae een meer, ander minder.
Heb je gister Föhring waargenomen? O neen, je
was er niet bg toen de kolonel moppen tapte. Dan
lacht Führing steeds tranen met tuiten. En weet
je hoe hij hem dat levert? De rent heeft altijd een
zakdoek met azgn bij zich en als dan de aardigheid
komt, smeert bg er zijn leelijke kop mee in. Dan is
't geen kunst om te lachen; daar breng je een doode
mee aan 't giegelen."
„Maar dat meent u toch niet, kapitein?" bracht
Marshall in 't midden.
„Op mijn woord, kerel, ik laat me hangen als 't
niet waar is. Ik heb 't hem eens vierkant in zijn
gezicht gezegd; hjj wilde mij uitdagen maar heeft
het nog altgd niet gedaan. Maar hjj is de ergste
van allen, wees voorzichtig met hem; een geluk,
dat Knobelsdorf hem niet kan luchten of zien.
Knobelsdorf is een model-adjudant, een prachtige
kerel, die heel wat voor ons doet. Wat, is de
tiesch leeg? De Hesschen worden steeds kleiner en
de zielen en de kurken steods langer; als we nog
een jaar of wat wachten, gaat er hoelemoal uieta
meer in. Ééntje nemen we natuurlijk nog."
„Niet te veel, kapitein, ik moet vanmiddag visite*
maken".
„Neen, éentje nemen we er nog. Je boft, dat
gisteravond alie menschen, die men in dit nest ge
wend is te zien, reeds op 't tennisveld waren. Zeg,
hoe zjjn de mesjes je bevallen?"
„Voorzoover ik er nu over kan oordeelen, heel
goed, kapitein."
„Zoo, dus geen dieperen indruk. Nu, hoe staat
het er mee?"
„Maar, kapitein, ik ben toch geen schooljongen,
die maar dadel jjk verliefd wordt op 't eerste het
beste mooie meisje dat bij ziet? En mooi waren ze
allen."
„Dat is waar, maar de mooiste is toch Olaire, naar
mjjn smaak althans. Als ik niet getrouwd en zjj een
„ouderlooze wees" was en als ik wist dat zjj van
haar hooggeëerde en hooggeschatte ouders geen
enkele karaktereigenschap had geërfd, dan trouwde
ik haar zonder verder bedenken."
Marshall lachte „Dan is 't toch maar goed, dat u
al geborgen is; elk kind erft toch iets van de deugden
en ondeugden zijn oudere."
Groeben rilde. „Ik bedoel in dit geval, brrr, anders
4 la bonnheure. Prosit."
Daar kwam een ordonnans binnen: „De kolouel
laat luitenant Von Marshall verzoeken, onmiddellijk
op het regiments-bureau te konion. De luitenant be
hoeft geen andere uniform aan te trekken".
„Wat is er nu aan de hand?" dacht Marshall. Als
men bjj een chef geroepen wordt, en dan nog wel
met spoed, weet men wel hoe rneu naar hem toe
gaat maar niet hoe men van hom vandaan komt.
Ook zouder zich van schuld bewust te zgn, geeft de
tijding dat eeu chef je dringend moet spreken altgd
zekere beklemming en onrust.
Marshall stond op: „Het, spijt me, kapitein, dat
ik niet oen weinig langer maar hoogere mach
ten hebben auders besloten."
Grueben reikte hem de hand: „Goede reis,kame
raad deuk aan hetgeen ik heb gezegdhet mocht
je eens te pas komen. Ik ben DieuwBgierig naar
hetgeen de kolonel van je wil. De stemming die
heden' vóór of tegen je heerscht, is die voor de toe
komst, want je bent gisteravond te veel op den voor
grond getreden dan dat je uiet haar sympathie of
antipathie hebt verworven je weet wie ik meen.
Nu, goede reisik wacht hier op je."
Marshall spoedde zich naar bet regiments-bureau,
vlak tegenover het casino.
(Wordt vervolgd.)