Donderdag 5 sSS November 1903. No. 5420. 53b Jaar Jaargang. Feuilleton. SLATSR PALKXR n XsftiMi, UITGAVE: firma a- h. van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. ranco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reolames 1-5 regels/" 4.25; elke regel meer f 0.2o. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT t- Telephoon 19. Vergadering Ambachtsschool. ^!ru-.giaterav?nd onder leiding van den beer Mattbnsen weder in „de Arend" gehouden en om half negen geopende Algemeene ledenverga dering waren 130 leden tegenwoordighet leden tal, dut sedert de vorige vergadering afnam met d(J en toeuam met 32, bedraagt thans 202. Daar een keelaandoening den Secretaris het spreken moeilijk maakte, las een der andere Be stuursleden de notulen der vergadering van 14 October. De heer W o 11 e r verzocht twee wijzigingen daarin aan te brengen en wel in het door hem gesprokene de woorden „zeer onkieseh" te ver anderen in „naief(Een stem jaeen wijzi ging trouwens van minder belang en welke reeds in een der plaatselijke bladen iB aange bracht; van meer beteekenis acht spr. 't dat men 't in de Notulen doet voorkomen alsof in de Bestuursvergadering pogingen zouden zijn aangewend om de quaestie op te lossen door mr. Prikken te bewegen, het Secretariaat neer te leggen. Spr. heeft echter gezegd, dat mr. Prikken zeide geen reden te hebben om zijn mandaiè beschikbaar te stellen. De Voorzitter stelt voor, de rectificatiën op te nemen. De heer Wolter zal zelfwel't best weten wat hij gezegd, althans bedoeld heeft. Hierna worden te 9 uur zonder verdere wijzi ging de notulen vastgesteld. De Voorzitter herinnert, dat het eenige punt van behandeling voor deze vergadering is de verkiezing van 13 Bestuursleden en zegt, dat het tijdelijk Bestuur verzocht, candidatenlijsten in te leveren. Wat hemzelven betreft, verzoekt spr. niet meer in aanmerking te komen voor een herbenoeming; dit staat echter geheel buiten de quaestie en vindt alleen hierin zijn oorzaak dat spr. begin volgend jaar de Gemeente metterwoon moet verlaten. Beter acht spr. het beter, dat thans dadelijk iemand wordt gekozen, die zitting blijft houden. Alsnu doet hij voorlezing van de candidaten lijsten, ingezonden door den Chr. Historischen Werkmansbond, den R. K. Volksbond, de timmer lieden vereeniging Sint Joseph, Patrimonium en twee leden. De heer Van Schalk zegt dat hij geen smid of bankwerker hoorde noemen en stelt voor den heer W. van den Donker. De Voorzitter doet opmerken, dat de heer G. Blok, mr. smid, als candidaat is genoemd. De heer T h i e 1 vraagt of er geen gelegenheid is, vóór de stemming een enkel woord van toe lichting te spreken. Spr. meent in de vorige vergadering duidelijk den stand van zakei hebben uiteengezet en toch komt nu weer chaos van candidaten en zal men in don blinde stemmen. De zaak heeft een historisch verloop en men dient in de ljjn te blijven. De Voorzitter gelooft niet, dat het ge- wenscht is, de candidaten thans te bespreken. De lange discussie die daaruit zal volgen, zal zonder nut zijn. De Gemeente is niet zóo groot, dat men elkaar niet voldoende kent. Spr. is niet voor dergelijke bespreking. Wordt deze echter gewenscht, dan moet een voorstel daar toe worden gedaan. De heer T h i e 1 zegt, dan het voorstel te doen en binnen de twee minuten gereed te zullen zijn. De Voorzitter vraagt of iemand een ander Voorstel heeft. De heer S i n n i g e gelooft niet, dat het op den weg dezer vergadering ligt, de candidaten te bespreken. De Voorzitter moet spr. even storen en hem doen opmerken, dat thans het voorstel- Thiel aan de orde is. Dit wordt nu bij zitten en opstaan verworpen en de Voorzitter constateert hierop dat men niet wenscht, dat de candidaten worden besproken. De heer S innige herinnert, dat de stemming over candidaten geheim is, doch wil zijn stem inotiveeren en zeggen waarom hij zal stemmen op het oude Bestuur in zijn geheel. Het wil spr. voorkomen dat, nu het en-bloc heeft geabdiqueerd, er geen bezwaar meer kan bestaan om het una niem te herkiezen. Dit zal tevens een einde maken aan den on- zaligen toestand die te Amersfoort heerscht door de Ambachtsschool-quaestie. Spr. herinnert zich zeer goed, dat de heer Buys zeide, niet langer te kunnen samenwerken met den Secretaris, maar weet 6ok dat deze volstrekt niet heeft gezegd, dat hij niet zou aannemen als hij in het Bestuur werd herkozen zonder noch tans dagelijks contact te moeten hebben met den Secretaris. Dit Bestuur heeft zóo veel voor de school ge daan en, zoo noodig, kunnen de rollen nu zoo danig verdeeld, dat men weer in 't gevlei komt. Men herkieze nu liet oude Bestuur en-bloc- en spr. vertrouwt dat het dan weer met alle ambitie en alle kracht de belangen der school zal voor staan en alle bezwaren zal weten te boven te komen. Als het de herbenoeming zal hebben aanvaard, zal de onzalige toestand zijn opgeheven. Spr. hoopt, dat allen zijn voorbeeld zullen volgen en daarmee zullen toonen genoegzaam vertrouwen in het beleid van het Bestuur te hebben. Do heer T h i e 1 zegt, zich alléén er over te kunnen verbazen, dat den heer Sinnige werd toegestaan wat hem werd geweigerd, (instem ming.) Ook spr. wilde slechts zeggen waarom hij op de heeren zal stemmen. De Voorzitter zegt, dat het zijn bedoeling is geweest, de candidaten als zoodanig niet te doen bespreken. De beer T h i e 1 vervolgt, dat hij wil motiveeren waarom hij niet zal stemmen op het geheele oude Bestuur en zegt dat, toen hij zijn candidaten- lijstje opmaakte, ons bekend was, dat de heeren Matthijsen en Prins geen herbenoeming zouden aannemen. Spr. zal niet stemmen op mr. Prikken omdat de vorige vergadering is geweest éen onmachtsbelijdenis van het Bestuur, dat geen kans zag om in eigen boezem de quaestie op te lossen. Juist hierom moet thans de Algemeene vergadering beslissen en vragen 6f Buys öf Prikken omdat anders de „onzalige toestand" wordt bestendigd. De heer Sinnige meent, dat die toestand niet meer bestaat. Op dit oogenblik komt er een geheel nieuw Bestuur, dat door de rolver- deeling alles in zijn macht heeft. Het vorig Bestuur kon geen oplossing vindenals men het nu herkiest, kan 't dit wel. De heer W o 11 e r moet een protest doen hooren tegen het door den heer Sinnige aange voerde. Het wordt geen geheel ander Bestuur, en er is geen reden dat de leden van het her kozen Bestuur anders zullen handelen dan zij voorheen deden. Jhr. VVuytiers verzoekt, om tijd te be sparen,. dat men niet meer op hem stemme en zegt, niet meer te wenschen in het Bestuur zit ting te nemen. De heer Kroes wenscht vóór de stemming te verklaren, dat de bezwaren die bestonden tus- schen Voorzitter en Secretaris uit den weg zijn geruimd en er op heden geen quaestie meer tusschen hen bestaat. De heer Buys zegt in grooten mate verrast en verheugd te zijn, deze verklaring te hooren. Spr. gelooft niet, dat de heer Kroes 't woordelijk zóo heeft gezegd, doch wat deze zeide, komt hierop neer, dat met spr. bezwaren rekening is gehouden. Is dat zoo vraagt spr. De heer Kroes zegt, dat daarmee rekening is gehouden. De Voorzitter meent, dat dit niet moge lijk is, omdat de rolverdeeling nog niet is ge schied. De heer Kroes kan beslist zeggen dat, als het geheele Bestuur wordt herkozen, alle be zwaren zijn opgeheven. Het waarom ligt buiten deze vergadering en deze kan de oplossing ge rust aan het Bestuur overlaten. De heer W o 11 e r is óok verrast en verklaart niets te weten van een afspraak, overeenkomst of conciliatie (Gelach). Te 9.30 wordt nu de eerste stemming gehou den, die ondanks de twee stem-bureaux duurt tot 10.45. De Voorzitter deelt mede, dat van de 129 uitgebrachte stemmen op zich hebben ver- eenigd de heer: Kam 125, P. van Veen Jr. 124, Zijlstra 124, A. Visser 122, H. Croockewit 122, Wolter 122, Buys 119, Klomp 113, Reeders 107, Kroes 102, jhr. Wuytiers 96, C. Prins 74, C. van Zwol 68, en bovendien Hemminga 58, mr. Prikken 48, G. Blok 35, Arnold 14, Matthijsen 6, Celosse 5, R. van Zwol 4, Noorman 3, Pels Rijcken 3, Oosterveen 3 en verschillenden 1 stem. De Voorzi t ter deelt mede, dat jhr. Wuytiers, die te 9.45 de vergadering heeft verlaten, hem uitdrukkelijk verzocht mee te deelen, dat hij geen herbenoeming wenschte aan te nemen en vraagt thans of de gekozenen aannemen. De heer Buys: Met genoegen. (Applaus). De heer Croockewit bedankt. Spr. had zich voorgenomen om, als het geheele Bestuur en-bloc herkozen ware, geen spelbreker te zijn. In dit geval neemt spr. niet aan. De heer Kam verklaart zich bereid, weder zitting te nemen. De heer Kroes sluit zich aan bij den heer Croockewit. De heer Klomp is evenzeer voornemens, voor de herbenoeming te bedauken. Den heer Visser spijt het zeer, óok te moeten bedanken. De heer Prins neemt niet aan. De heer W o 11 e r zal wel aannemen. De heer Van Veen bedankt. De heeren Zijlstra, Reeders en Van Zwol bedanken evenzeer. De Voorzitter zegt, dat dus slechts de heeren Buys, Wolter en Kam de herbenoeming I aannamen en er dus een tweede stemming moot plaats hebben voor 10 leden. Velen (52) verlaten de vergadering. De heer Buys hoopt, dat men nog niet de zaal zal verlaten. Sur. moet een ernstig woord in het belang der scnool zeggen. We staan op een betrekkelijk ernstig punt. De heeren hebben de herbenoeming geweigerd en éen hunner heeft de reden duarvan genoemd. Even goed nu als in de vorige vergaderingen herhaalde malen een beroep op spr. is gedaan, even goed als spr. nu vrij vaag heeft aangenomen, ofschoon hij niet met vol recht kon beoordeelen of de bezwaren zijn opgeheven, verzoekt spr. dezen heeren wel heel goed te overwegen of hun besluit wel vast Btnat. Hun zeer gewaardeerde krachten heeft de school nog zéér noodig. Spr. wil dit ook vragen aan den gekozen afgevaardigde eener werkliedon- vereeniging, die thans den post van vertrouwen weigert aan te nemen. (Applaus). Spr. wil nog een beroep doen op de heeren en een pas verder gaan en hun herinneren, dat boven eigen meening die dor Algemeene verga dering stout, welke zich niet heeft meester ge maakt van den toestand doch door den loop der discussiën daartoe gekomen is omdat bleek, dat liet Bestuur onmachtig was de quaestie te be slechten. Waar het verwijt is toegevoegd, dat er partijdigheid en politiek in den strijd i8 ge- SCHAFER Co. 19.) Inmiddels was ook Hartwig van het korkhof thuis gekomen. Nauwelijks had hij zijn privy weer betreden toen er geklopt werd en aanstonds daarop een dame bin nentrad. Hartwig schrok toen ze haar voile opsloeg en hij Laura herkende. „Wat wil je?" vroeg hij barach. „Ik heb je toch gezegd, dat ik niet wil, dat je mij hier komt lastig vallen. Heb je geld noodig?" „Ik wil maar éen ding weien" antwoordde Laura „waar is mijn broer?" „Je broer" hernam Hartwig schouderophallend. „Die is immers op reis. Heeft hij dan geen afscheid van je genomen? Gisteravond is hij naai Parijs ge gaan nog éen maal, maar ook voor den laatsten keer, heb ik hem geholpen." „En wie was de jonge man, die gisteravond iu de haven gevallen en verdronken is vroeg Laura. „De jonge man stotterde Hartwig. „Die heb jij den weg geruimd." hoe weet je „Je hoort, dat ik 't weet. Jelui was met je tweëen op de loopplankhij viel eu verdronk." „Hoe onvoorzichtig om je dat zóo zonder voorbe reiding mee te deelen" zeide Hartwig op medelij- - „Je zoudt het ongeluk toch altijd nog vroeg genoeg ervaren hebben „Een ongeluk viel Laura hem in do rede, niet langer bij machte zich in te houden, „'tls geen ongeluk. Jij hebt mijn broer vermoord omdat hij een geheim kende Hese courant is gedrukt met de courant»inkt ran de firma vertegenwoordiger J. J. Mi/1H ÏÏJStH/%', kantoor en magazijn Cornet is Trompstraat I, iiOTT Kitn ilti. „Laura Tracht je maar niet te verontschuldigen" ging Laura voort „ik zal je löch ontmaskeren, 't Was de ge makkelijkste weg om je van hem te ontdoen. Wat moest je 's avonds zóo laat aan boord doon Waar om moest Frans met je mee?" „Hij wilde weg" antwoordde Hartwig, die in weer wil van de zware beschuldiging zijn uiterlijke kalmte wist te bewaren. „Hij was bang gearresteerd te worden." „En waarom was hij daar bang voor vroeg Laura scherp. „Als hij gezegd had wie hem opdroeg de revolver te koopen, zou hij uiet het minste gevaar meer geloopen hebben. Maar ik zal nu spreken en den dood mijns broeders wreken." Hartwig keek op zijn horlogo. „Wol, lieve juflrouw" zeide hij honend „als u dat doen wilt, kan ik u daar natuurlijk niet van terug houden, maar dit moet ik u toch wel opmerken, dat uw beschuldigiugen op louter vermoedens steu nen en u zo niet kunt bewijzen. Wie is u, eu wie beu ik 1 Denk u daar eens over ua vóór u een on voorzichtig woord uit. Eu wat wint u er mee vervolgde hij na een korte pauze. „Niets I Ik zal natuurlijk eischen, dat een geneeskundig onderzoek wordt ingesteld naar uw geestvermogens en beloof u nu al vast een secuur plaatsje in een krankzinni gengesticht." Maar deze woorden misten eiken indruk en maak ten Laura niet bevreesd. Integendeel verklaarde zg hem dat zij niets gaf om zyn bedreigingeu eu dat hij ondanks zijn rijkdom geen enkel geneesheer zou vinden dia zóo gewetenloos zou zijn, haar krank zinnig te verklaren. Toen trachtte Hartwig haar stilzwijgen te koopen, doch ook dit wees Laura beslist van de hand en zeide, dat zij geen geld van een moordenaar wilde aannemen eu slechts den dood haars broeders wilde wreken. Hierop brak Hartwig het onderhoud af; uiterlijk dood kalm, zonder een zweem van angst, liet h|j haar vrij, hom aan te klagen. Zoo scheidden zij. Laura spoedde zich naar den winkel h'nrer moeder en vandaar naar haar huis waar zjj den heer Rube hoopte te vinden, wien zij uu alles wilde meedeelen wat zij wistHartwig ging naar zijn echigenoote om afscheid van haar te nemen. Een half uur later bracht eeu rijtuig bem naar het station. Wat men oen gelukkig toeval pleegt te had Frans het leveu gered. Door den val in het koude water volkomen ont nuchterd, bad hij, als goud zwemmer, al heel spoedig een scheepskeiting gegrepen waaraan hij zich eenigen tijd boven water hield en toen hij gewaar werd dat men vau de schepen pogingen aanwendde om hem te redden, was hij zoo stil mogelijk stroomaf ge- Aanstonds had hij hot plan opgevat, onmiddellijk naar de stad terug lo keeren en zich te begeven naar den rechter van instructie, maar toen hij san wal stapte, begaven hem zgn krachten en hij was ver plicht, bij eeu visscher aan te kloppen, die hem liefderijk verpleegde en hem een slaapplaats gaf. Toen hg den volgenden ochtend naar de stad wilde terugkeereu, had bij zóo hevige koorts, dat hij vreesde de stad ï.iet meer te kunnen bereiken. EeD politie-agent, die hem zag wankelen, sprak hem aan eu Frans verzocht dezan hem zoo spoedig mogeljjk naar den rechter van instructie te brengen. Een uur later bwatn deze met den heer Rabe eu een klerk in de cel en liet onmiddellijk eon dokter halen. „Als je te ziek bent, zullen we je vanmiddag het verhoor doen ondergaan," meende de rechter. „Neen, ueen", viel Frans hem haastig in de rede. „de tijd is kostbaarvanmiddag mocht hel eens te laat zijn." Hij verlelda nu hoe hg Iiurlwig had leeren kennen, wat deze bem beloofd had en dat h\j had willen vluchten. „Dat de schavuit met alle geweld wilde, dat ik bij 't koopen van de revolver den uaam Ernst Kal- tenborn zou opgeven, wekte mijn argwaan", vervolgde hij „wel kon ik mij er geen rekenschap van geven, waarom ik hem verdacht, maar ik besloot hem na te gaan. 's Middags nam hij de revolver van mg over, gaf ino een aanbevelingsbrief voor een ban kierszaak to Londen en beval me, nog den zelfden dag te vertrokken. Ik opende deu brief eu zag daaruit dat bij mij naar hot een of ander verafgele gen land wilde hebben. Dit versterkte mgn arg waan. Van ons huis was Hartwig naar het station gegaan eu daar wist ik al spoedig waarheen hij ge reisd was. Ik verkleedde mg zoowat en wachtte hem 's avonds op bg liet landgoed van den hoer Schwarz. Ik weet zelf Diet wat mg er toe dreof, hem zoo te bespionueeren, maar 'twas alsof een in nerlijke stem mij zeide, dat hg een ontzettende mis daad zou begaan. Ik dacht, dut hg met den laatsten trein naar huis zou gaan, maar hg deed dat niet. Ik wilde reeds weg gaan omdat ik er maar weinig lust in had, den nacht onder den blooten hemel door to brengeu u herinnert zich misscbieu nog wel, dat het den heeleu dag zoo regende toen tegen half elf eeu venster op den beganeu grond voorzichtig werd geopend eu een ntau er uit klom. Hij deed dit zóo stil, dat zelfs de meest onbevoor- oordeelde argwaan zou hebben gekregen. Hij droog een kiel en een muts, maar ik herkende aanstonds Hartwig. H\j sloop dour deu tuin en ging stad waarts. Ik volgde hem." (Slot volgt.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 1