Ingezonden. van de versierselen van Oflicier d'Académie, hem door den Minister van Onderwys en Schoone Kunsten der Fransche Republiek geschonken. Tot leden van de commission die in Janu ari een onderzoek zullen instellen naar de militaire bekwaamheid en lichamelijke ge oefendheid van hen die deelnamen aan het Voorbereidend militair onderricht zijn be noemd: voor Amersfoort majoor A.L.Klerk de Reus en de kapiteins A. A. Haisterkamp en P. C. J. P. Kroeze en voor Gorichem majoor Klerk de Reus en de kapiteins J. A. F. Keetell en J. L. van der Moer. Aan eerstgenoemde commissie worden toe gevoegd de luitenants W. F. N. von Hom- bracht, J. W. K. de Bas en J. H. A. L. Strij- bosch, en aan laatstbedoelde de luitenants K. F. Dill, F. J. C. baron Van Hardenbroek van Amraerstol en L. C. Prey. De bij alle concoursen als zeer ernstig me dedingster zoozeer gevreesde scbietvereeni- ging »Wilbelmina" heeft Zaterdagavond in »De Arend" een feestelijke bijeenkomst ge houden, die klonk als een klok. En niet alleen toonden de leden zich goede schutters maar ook goede zangers "u beste acteurs; zelfs een dichter schuilt onder ben, die bij de Feestnaursch natuurlijk van den heer Hendriks een heel goed korpslied schreef. Heel opmerkelijk was 't, dat alle nummers van het aan afwisseling zeer rijke program ma werden bezet door eigen krachten, ter wijl enkele dames hoogst verdienstelijke soli zongen. Een mooie avond, die zeker wel tot een reprise zal leiduin Met G Bestuursleden waren gisteravond slechts 10 gewone leden der vrijzinnige kiesvereenigiug opgekomen ter vergadering, welke in „De ver gulde Zwaan" werd gehouden, niettegenstaande in verband niet het kermisvraagstuk tot trouwe opkomst was aangemaand. Nadat eenige huishoudelijke aangelegenheden waren afgedaan, bracht de Voorzitter, de heer F. M. van Veen, do beide reeds in de open bare vergadering van 2 December genoemde voorstellen in bespreking, dat van den Alge- meenen kerkeraad der Ned. Her vormde gemeente en dat van den heer Pels Rijcken (hut houden van een referendum) en deelde meao, dat twee Bestuursleden op 7 dezer de vergadering in de Consistorie hebben bijgewoond. Die bijeenkomst was speciaal belegd om adhaesie te betuigen met het voorstel om in beginsel te besluiten tot af schaffing der kermis en sloot dus direct uit dat een andere meening werd verkondigd of dat bet voorstel-Rijcken daar in behandeling kon ge nomen. Nagenoeg niemand van de rond 30 aan wezigen had een mandaat en het overgroote meerendeel betuigde dus, óok door zijn komst, adhaesie als particulier persoon. Het voorstel van ds. Van Aalst om het be kende adres van adhaesie te teekenen, had de bedoeling, aan den Raad te doen tien, dat een overgroot deel der burgerij zich tegen de kennis verklaarde. Een van de in die vergadering aanwezigen wees nog op het voorstel-Rijcken, doch de ver gadering wilde daarop niet ingaan. Ten slotte werd verzocht of de aanwezige Be stuursleden iu hun vereenigingen de taak nader ter sprake wilden brengen en of qua vereeniging de beweging wilden steunen, öf do leden wilden opwekken tot steun. De heer Leinwebe r vroeg of in de uit- noodiging tot bijwoning inderdaad stond, dat komen werd gelijk gesteld met betuigen van bijval. De Voorzitter antwoordde, dat het Bestuur dit er niet uit heeft gelezen en heeft gemeend, dat me niet 160 ver zou gaan. De heer Van S c h a k meende, dat zij die de uitnoodiging deden, ietwat misbruik hebben gemaakt van die clausule. De heer C. J. F. Prins antwoordde hierop, dat hij uitdrukkelijk heeft geconstateerd, niet als Bestuurslid van het „Nut" doch slechts zijn personeelc opinie te geven, zulks ook door de onmogelijkheid om ruggespraak te houden met zijn vereeniging. De clausule „namens de ver eenigingen", oorspronkelijk in het adres gesteld, is dan ook uitgelicht. Ook anderen constateer den, dat zij niet namens hun vereeniging spraken of stemden. De heer Prillevitz is persoonlijk sterk vóór afschaffing doch bejammerde liet, dat de beide heeren als Bestuurslid der Kiesvereenigiug de vergadering bijwoonden. De heer J. J. van der Eist merkte hier tegen op. dat herhaalde malen is uiteengezet, dat de personen niet qua Bestuurslid ter verga dering waren- De heer D. Gerritsen deolde mede, dat men uitgenoodigd werd in qualiteit en dat zulks even werd gememoreerd, doch te gelijk gezegd, dat ieder, die geen bepaald mandaat had van zijn vereeniging, zijn persoonlijke opinie gaf. lJe heer Van Duinen meende, dat het voor den Raad een zeer groot verschil maakt of men in die vergadering al dan niet in qualiteit sprak en stemde. Onder het adres tyu de qualiteiten wel degelijk genoemd. De Voorzitter zeide, dat gedane zaken geen keer nemen en vroeg of ook de vereeniging als zoodanig het adres al dan niet zal steunen. De heer V a n D u i n e n herinnerde, dat steeds gesproken ie van afschaffen „in beginsel". Kan dat Moet de Raad geen overgangsbepalingen maken Do Voorzitter zeide den indruk te hebben gekregen, dut ds voorstellers reeds een uitweg hebben gevonden, bijv. door de kermis in te krimpen. De heer Gerritsen merkte op, dat de Raad meer „in beginsel" besluit en aan B. en W. op draagt de zaak te termineeren, bijv. bij aankoop van eonig huisdat geschiedt eerst in geheime zitting en later volgen de openbare beraadsla gingen. Spr. hoopte, dat het besluit tot adhaesie hier met algemeene stemmen zou worden ge nomen en herinnerde dat het reeds de 17e maal is, dat het voorstel tot afschaffing wordt gedaan. Do kermis geeft oaamlooze ellende in gezinnen en is uit den tijd. Spr. meent dat de liberale kiesvereniging niet alleen zeer goed kan, maar ook krachtig moet meowerken om de kermis af te schaffen. Haar nadeel behoeft niet uiteen gezet; ieder is daarvan overtuigd. Wellicht heeft een enkele tapper, die in de buurt woont, bij de afschaffing schade, doch het meerendeel niet. Misschien lijden enkele winkeliers schade, doch lang niet alle; wat men op do kermis koopt, is duur en slecht en de boeren zullen voortaan in de winkels koopen. Kn al zullen er enkelen schade hebben, dan moeten zij maar vallen als slachtoffer ten bate van het algemeen, vooral van do minder bevoor rechten die nog niet weten hoe verkeerd zij doen. De heer Don kor meende, dat de Gemeente kas door de afschaffing een schade van G mille zon lyden. De heer Gerritsen antwoordde, dat het zelfde bedrag verloren zal worden als de „vergunningen" verdwijnen; men zal dat bedrag echter uitwinnen aan armenzorg. Dat mag geen argument zijn voor het behoud. De heer Schellinger zeide, dat toch vele neringdoenden groote schade zullen hebben. Men denke aan de bergen koek, die in de kermis week worden verbruikt. Comestible-, boek- en sigaren winkels hebben in de kermisweek heel veel te doen. Zaak is 't, de beide kanten van hot voor stel onder de oogen te zien. De heer Simons vroeg of, waar we de el lende wilde opheffen door afschaffing, we niet veel grooter ellende zullen maken. Zal men niet nog meer ontevredenen maken 7 Zal er niet meer gevochten, meer gedronken worden Spr. is zeer tegen de schandalen der kermisweek, doch vreest dut ze nog erger zullen worden. De heer Boukainp gaat met veel mee dat door den heer Gerritsen is aangevoerd, doch moet opmerken dat het volk zoo heel weinig heeft. Ontneemt men het alle genot, dan heeft het geen leven meer. Kon men in den zomer een paar volksfeesten geven, dan zou men do ge moederen veel zachter stemmen. De heer Gerritsen antwoordt, dat dit na tuurlijk de bedoeling is. De verschillende ver eenigingen zullen met het Gemeentebestuur zorg dragen voor een goede vervanging. Men zie de zaak goed onder de oogen en 'tzal blijken, dat van de geheele bevolking een paar honderd die den beest willen uithangen vóór het behoud en alle overigen voor de afschaffing der kermis zijn. De heer Donker merkt op, dat de mensehen hier gewend zijn, hun kermispotje op te maken en vreest dat men alleen kapitaal-verplaatsing zal bereiken. De heer Gerritsen antwoordt, dat hij in „Onderlinge Hulp", een vereeniging van 300 werklieden, frappante inlichtingen kreeg, o.a. dat men gedurende de kermisweek geen goed naar den Lombard brengt maar dat de kleine luidjes de kleeren en het schoeisel naar huizen van koop met recht van wedcrinkoop brengen, welke goederen zij eerst na maanden en soms ook in 't geheel niet kunnen lossen. Het zit in de onderste lagen, die beter zuilen worden als zij geen geen gelegenheid krijgen tol uitspattin gen en het is hoog tijd, dat de proef wordt ge nomen. De heer L e i n w e b er verklaart zich vóór het behoud. Aan staangeld en gasgeld wordt rond f5000 gebeurd, het zelfde bedrag als de Slraatbelaating en dus zal öf deze öf de Inkom stenbelasting moeten verhoogd. En als men de kermis hier afschaft, zal men te Utrecht gaan kermishouden en zal de bedoeling van den éta lage-wedstrijd van „Handel en Nijverheid" zijn te niet gedaan, want men zal weer te Utrecht gaan koopen. Spr. acht de afschaffing een ge vaarlijke proef en herinnert hoe te Hilversum een jaar nadat de kermis werd afgeschaft deze weer werd ingesteld. Bij volksfeesten zal men zich töch te buiten gaan, töch zijn goed beleenen. Het eenige resultaat dat men zal bereiken, is dat èn de Gemeente èn vele neringdoenden groote schade lijden. De heer Schellinger is het eens met dit betoog. Zelfs op Nationale en zelfs op Christe lijke feestdagen ziet men allerlei uitspattingen. De heer B o u k a m p moet hier legen opko men en wijst op de Kroningsfeesten. Thans spaart het zoogenaamde volk voor de kermis en als men nu op ongeregelde tijden volksfeesten geeft, kan het niet sparen. Het woord kermis wekt hun hartstocht op. We moeten de meer ethische zijde bezien. De heer Gerritsen zal het zeer toejuichen als de nieuwe Drankwet in werking komt, waarbij den Burgemeester de macht wordt gegeven, des noods alle kroegen te sluiten. De heer Leinweber vindt deze opmerking teer juist. Dat is een remedie; daardoor wordt ongebondenheid tegengegaan en blijft het voor deel voor Gemeente en neringdoenden, behalve de tappers, behouden. De heer Schweinmer is persoonlijk voor afschaffing doch acht het beter daarover in deze vereeniging niet te stommen, maar onpartijdig te blijven. Individueel tcekene men, doch late deze vereeniging er buiten. De heer Van I) u i n e n sluit zich hierbij aan. Spr. meent in deze beweging meer zekor drijven te zien dan werkelijk medelijden met het volk. Men zal niets degelijks in de plaats kunnen ge ven en het woord kermis heeft inderdaad eon magische kracht. Slecht enkelen zijn druk, maar duizenden zijn rustig eu genieten in eenig spel. Zij hebben een andere wijze van feestvie ren dan wij. Juist de nieuwe Drankwet kan hier veel doen bet groote kwaad zit in den sterkedrank. De heer Van der Eist wijst op don on- gunatigon tijd, zoo vlak vooi den winter, dien men met schulden ingaat. Dit moeten we truchtcn te verbeteren. Ook de heer Van Duinen zou sterk zijn vóór een vervroegen bijv. te gelijk met Utrecht, waarheen thans zelfs kermisvrienden wandelen. Wellicht sterft daardoor de kermis haar eigen dood. De heer Prillevitz meent dat deze ver gadering niet geroepen is om te oordeelen over een vervroeging, een zuiver bijkomende omstan digheid. Zij moet beslissen over steunen of niet- steunen. Wellicht zijn allen er tegen, doch qua Kiesvereeniging schijnt dat niat het geval. Spr. vreest dat door een stemming leden zullen af vallen en in deze troebele tijden moeten juist leden gewonnen. De Voorzitter meent ook, dat dit hoofd zaak is. De heer Prins is 't eens met de heeren Schwemmer en Prillevitz, doch moet een woord van protest doen hooren tegen het denkbeeld dat er drijverij in 'tepel zou zijn de actie heeft edeler, grootere beginselen. Zeer moeilijk is 't iets in de plaats te geven, doch spr. herinnert dat de jongste volkslezing in het „Nut" door rond GOU menschen werd bijgewoond. Door dit buccèb zal het Nut meer zulke avonden trachten te geven. De heer Leinweber zegt, dat er velen tegen de kermis zullen teekenen doch op welke wijze worden die handteekeningen verkregeno.a. teekqnde een dienstbode voor haar afwezigen meester zonder diens voorkennis. De heer Gerritsen antwoordt, dat de tegen- Ëartij evenzoo doet. Dit mag geen argument zijn. e afschaffing is in 'talgemeen belang. De quaestie mag echter in deze vereeniging geen scheuring brengen. Do heer Schellinger, die wat laat ter vergadering kwam, vraagt of het voorstel-Rijcken reeds behandeld is. De V o o r z i 11 o r herhaalt, dat de Kerkeraad hei op zij zette De lieer Pels R ij eken meent, dat als de Kies vereeniging qua corporatie zich niet wcnscht in te laten met het voorstel der Raadsleden, zij ook zijn voorstel niet in behandeling kan ne men. Dat van de Raadsleden is het verst strek kend. 13e Voorzitter herinnert, dat de heer Rijcken een referendum voorstelde. Daarover kunnen vóór- en tegenstanders hier spreken. De heer Rost hoorde er vreemd van op, dat dit voorstel verdeeldheid onder de leden zou brengen en meende dat slechts zelden een voor stel met algemeene stemmen wordt aangenomen. Men gaat dan met de meerderheid mee, maar zegt zijn lidmaatschap niet op. De V oorzittor meent dat dit geschiedt als :t een zaak van de vereeniging geldt, doch hier is juist do vraag of deze quaestie behoort tot do competentie der Kiesvereeniging. Reeds in 1898 deed de heer Gerritsen het voorstel tot af schaffing, met klemmend betoog en nu deze quaesiie weer aan de orde werd gesteld, meende spr, haar in de vereeniging te moeten brengen. Persoonlijk is spr. voor de afschaffing, doch na het gehoorde is hij huiverig, de vereeniging als zondanig uitspraak te laten doen. I)e heer Schwommer persisteert bij zijn meening, dat de quaestie geen zaak is vooreen Kiesvereeniging. Uit de debatten is gebleken, dat sommigo leden tegen afschaffing zijn. Waar het zoo moeilijk is, leden te krijgen, moet geen twistappel in de vereeniging worden gebracht. De he°r Van S c h a k zou wenschen, dat do vereeniging als zoodanig geen adhaesie be tuigde. Wel is het voorstei door twee Raads leden ingediend, doch te veel bekend iB het, dat het toch niet van hen is en hierdoor is de uitdrukking „drijverij" te vergoelijken, maar ook juist hierom moet ae vereeniging xicli buiten de quaestie houden. De Voorzitter vraagt nu of iemand er een voorstel van maakt, dat als vereeniging zij adhaesie betuigt en vervolgt, daar noch eenig Bestuurslid noch eenig lid dit voorstel doet, te hopen, dat de leden individueel hun meening op een der adressen zullen te kennen geven. De heer Pels Rijcken zegt, dat zijn voor stel hier evenmin in behandeling kan komen. Vindt hef bij enkelen ingang, dan zou spr. wenschen dat enkele leden individueel het ten uitvoer mochten leggen, bijv. door een verzoek aan den Raad. De Voorzitter doolt als zijn personeele opinie mee, te vreezen, dat het bij den Raad niet veel ingang zal vinden, 't Is iets geheel nieuws. De heer Pels It ij c k e n antwoordt, dat de Raad zich zoo dikwijls doet voorlichten door een commissie; waarom zou hij thans geen voor lichting wenschen van de burgerij? De heer Gerri tsen vreest, dat de zelfde bezwaren tegen de aschaffing zullen aangevoerd en er dus weer verdeeldheid zal komen en de vereeniging voor de zelfde feiten zal komen te staan en geeft in overweging, de zaak maar lo laten rusten. Do Voorzitter vraagt of nog iemand hot woord verlangt eu doet, daar niemand meer iets omtrent deze quaestie in 't midden wcnscht tc brengen, weer overgaan tot huishoudelijke be sprekingen. De plaatselijk© afdeeling der >N"ed. ver eeniging tot afschaffing van alcohol-houdende dranken" heeft het voornemen om de Besturen der verschillende vereenigingen hier ter stede, wolke het dool hebben to arbeiden voor don stoflelijken on zedelijken toestand barer leden, uit te noodigen tot een gecombineerde Bestuursvergadering ter bespreking van liet voorstel tot afschaffing der kermis. Door het afkeuren van bot veld, Zondag vóór veertien dagen, hield hei eerste elftal van Quick een oufcnspol op haar eigen mooi veld tegen een gemengd elftal van U. D. I. met het ongedacht resultaat dat de eerste klasse-club niet 5—4 werd geslagen duurde derde klassers. Zondag werd een 3e klasse competitie ge houden op Udi's terrein tusschen haar eerste en het tweede elftal van Quick, met het gevolg, dat laatst genoemde won met 7 —2. Quick was beslist de sterkste, terwijl Udi ontzaglijk knoeide; van het in den regel heel mooio samenspel van Udi was ditmaal niets te merken. Een enkel vleugje, dat dan ook een doelpunt ten gevolge bad, maar over 't geheel werd geen enkele mooie kans om gezet in een doelpunt. Quick had daarente gen haar beau jour en gaf mooi spel te zien, waaraan we in den iaatsten tijd werke lijk niet gewend zijn. De Vereeniging tot hel houden vjm Kunst beschouwingen" zal Zaterdag en Zondag een portefeuille van zPulchri" exposeeren. Men verzoekt ons, bereids de aandacht te vestigen op het vocaal- en instrumentaal concert door verpleegden van »Ncerbosch" ten bate van die inrichting op 28 December hier te geven. Wel heel opmerkelijk is 't, dat terwijl we als Sinterklaas-surprise een pak sneeuw kregen gelijk we dat in jaren niet meer ge wend waren, verleden Zaterdag 't zoo mooi weer was als we dezen zomer maar weinig hadden, zöo mooi dat hier en daar de muggen dansten. Nu herhaaldelijk blijkt, dat »de goede buitenlui" te kleine maat geven, heeft men bedacht dat ook «le kluiten boter wel eens onder 't gewicht konden zijn nn bestaat het voornemen om in de Boterbal gedegenheid te geven om de kluiten kosteloos te wegon. Door do politie is hedenochtend aange houden G. de M., die nog zeer onlangs zijn verwanten met zijn bajonet dreigde en als vechtersbaas al meer met de politie in aan raking is geweest. Thans wordt hij verdacht van diefstal van een gouden horloge. Ook hield zij iemand aan, die gisterochtend in het Plantsoen de lafheid had, een kat dood te slaan. De Rechtbank te Utrecht eischte 14 dagen gevangenisstraf tegen G. van der K., die Zondag 27 September, langer dan een half uur achtereen zijn hond beulde en ten slotte het arme dier een mes in den bek stak. Misbruik van vertrouwen is een trouwbreuk, niet slechts jegens een enkelen mensch, maar jegens de geheele menschbeid, omdat ver trouwen de algemeene band is die alle le den der maatschappij heilig moet zijn. Het opnemen vau Ingezonden stukken brengt niet altijd mede, dat de Redactie onvoorwaardelijk instemt met hun inhoud. Kopij van geplaatste of ongeplaatste stukken wordt nimmer teruggegeven. Geachte Redactie. VerguD mij nog eenige ruimte voor een laatste antwoord aan den heer Stijnman. Evenals hij de openbare vergadering der Kiesvereeniging gebruikte tot het uiten van een verwijt, dat eigenlijk niet aan de orde was, evenals de heer Resink mijn antwoord, op die vergadering gegeven wilde gebruiken tot het zoogenaamd demonstreeren van dat verwijt, evenzoo tracht dc heer Stijnman van mijn antwoord aan den heer Resiuk nog weder gebruik te maken tot een constateereo van de zoogenaamde waarheid van zijn verwijt. Den minder beleefden toon van zijn Inge zonden stuk in Uw blad van i2 dezer voor bijziende en alleen het zakelijke daarin op vattend, moet ik hem op bet navolgenne wijzen. In de openbare vergadering veroorzaakte zijn verwijt nog eenige goedmoedige hilari teit. In mijn antwoord en dat van den heer Mr. J. C. Post, op die vergadering, poogden wij hem te doen begrijpen dat de liberalen toch steeds een betamelijke vryheid hoog houden; in mijn antwoord aan den heer Resink preciseerde ik dit nog eens, en nu is de heer Stijnman zoo waarlijk nog niet te vreden. Hij doet het voorkomen alsof zijn verwijt uitsluitend op du houding der libe ralen in 1303 botrekking had en myne verder strekkende opmerkingen daarbuiten vielen. Op de vergadering, die ik als Voorzitter leidde, werd het verwijt evenwel gezegd in verband met andere gevallen, zoo als ik hel in Uw blad van 1U dezer heb weergegeven. Daarby preciseerde ik onze houding ten opzichte van dun heer Resink zoowel iu 1902 als in 1903. Dat die in 1003 niet geheel naar den zin des heeren Stijnman is uitgevallen, was in dc eerste plaats de schuld der gedragingen van den heer Resink, die zelfs niet eens voor eune herbenoeming als leeraar solliciteerde. De ongelukkige .stakingsgeschiedenis heb ik als eene nog invallende omstandigheid daarbij genoemd. Met den beer Post meen ik den heer Styn- man don raad te mogen geven, van zijn standpunt toch altijd oud lood hooger dan oud ijzer tu waardeeren. Met dunk, F. M. van VEEN.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1903 | | pagina 2