Dinsdag 26
Januari
1904.
PHOENIX B R U W E R IJ,
EXPORT naar OOST- en WEST-INDIË.
No. 5454.
53e Jaargang.
Feuilleton.
AMERFQORT.
AMEBSFOORTSCHE COURANT.
UITGAVE:
FIRMA A H- VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per .regel 15 cent. Reclame» 1—5 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoofl 19.
KENNISGEVINGEN.
De GEDEPUTEERDE STATEN der Provincie
UTRECHT,
Voorzieningen willende nemen tot het doen
opmaken der Lijst van de Hoogstaangeslagenen
in 's Rijks direste belastingen, ter benoeming
van Leder voor de Eerste Kamer der Staten-
Generaal
Gelet op de 2e alinea van art. 102 der Wet
van 7 September 18% (Staatsblad No. 154), rege
lende het kiesrecht, enz., zooals die wet !.s ge
wijzigd bij de Wet van 31 December 1897 (Staats
blad No. 309)
Noodigen de inwoners van dit gewest uit om,
bijaldien zij elders dan in deze Provincie in
'8 Rijks directe belastingen zijn aangeslagen, daar
van vóór den 15 Maart 1904 te doen blijken.
En zal deze op de gewone wijze worden afge
kondigd en aangeplakt.
Utrecht, 21 Januari 1901.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
SCHIMMELPENNINCK van der OYE
van NiJENBEEK, Voorzitter.
C. R. MERKUS, Griflier.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Gezien de gemeenschappelijke beschikking van
de Ministers van Waterstaat, Handel on Nijver
heid en van Financiëu van 2 Januari 1904
Gezien de aanschrijving van den hoor Commis
saris der Koningin in de Provincie Utrecht van
den 19. Januari 1904, No. 1 A.Z. (Provinciaal
blad No. 21)
Gelet op de Koninklijke besluiten van S De
cember 1370 (Staatsblad No. 194), 3 Februari
1902 (Staatsblad Na. 15) en 21 November 1902
(Staatsblad No. 190)
Brengt ter algenieene kennis, dat, ingaands 1
Februari 1904, met- iutrekking van de gemeen
schappelijke beschikking van de Ministers van
Binnoulandsche Zaken en van Financiën van
16/18 Juni 1898 (Nederlandsche Staatscourant
van 19 en 20 Juni d.a.v., No. 141), afwijking
van de verbodsbepalingen, vervat in het eerst
aangehaald Koninklijk besluit, wordt toegestaan
ten aanzien van den Invoer uit Dnitschland van
rundvee en schapen, bestemd voor de slachtbank,
daaronder begrepen de exportalachterijen, op de
volgende voorwaarden
le. dat aan het eerste kantoor worde overge
legd eene ambtelijke verklaring van de overheid
van de plaats van hefkomst, binnen de laatste
8 dagen afgegeven, ten bewijze
a. dat de dieren, waarvan de leeftijd en het
signalement te vermelden zijn, gedurende de
laatsto 20 dagen te dier plaatse verblijf hebben
gehouden, en
b. dat te dier plaatse, wanneer het rundvee
betreft, in do laatste 120 dagen geen besmette
Aan elkaar gewaagd.
De Riviera-expres verliet juist het Noorderstation
to Pary». Het elegaute publiek, dat de hitte der
groote stad graag met de koelte der zee verwisselt;
bankier* en industrieelen die na een rit van eenige
uren een verpoozing vinden te midden hunner aan
het strand vertoevende familie; gentlemen met
Engelioh uiterlijk, die lusschen twee renneu te
Longchamps en Auleuil voor afwisseling hun geld
met „kleine paardeu" in het casino bij een frisscbe
zeebries wel weer willen verliezen; dames van
eigenaardige elegance, die bij ondervinding weten,
dat Boulogne een uitmunteud „oporatiovold" ie
gemêleerd publiek uit allerlei Parijsche salons in
stalleerde zich met zijn juohtloeren haudkoffers in
de rollende salons van dan luxe-trein.
Den monocle in de oogkas gak bund, flaneerde
een heer van zeer gedisliugeerd uiterlijk door den
trein. Hg was ongeveer dertig jaar, droeg een fijn
gefriseerd kneveltje, terwijl zijn grijs reiscosluum
naar de nieuwsteu parfum rook. Schijnbaar zich
vervelend, schoof hg de reismuts een beetje terug,
streek eens over zijn zwartgrijze glacé haudschoenen,
toen hij in deu restauratiewagen was aangeland,
blijkbaar zoekend naar ren plaatsje, waar hg
missehien een kennis medereisgeiuiot kou ont
moeten, of iemand met wien kennis te maken viel. Aan
eon der lafelljae zag hij een beer zitten, die veel op
hem geloek, met dit ouderscheid, dat diens even
eens tot in deu nek geschoideu haar een bootje
meer gemêleerd was. Deze heer scheen zich e
sterk te vervelen als do Dieuwaatigokomene
maakte den jongere hot vervullen van het verlangen
om zich tegenover hem to zetteu door een vriende-
lijken blik gemakkelijk.
„Permiteert u?"
„Zeker, met genoegen".
Ej zoo installeerde zich de jongere dandy tegen
lijke longziekte en in de laatste 6 weken geene
veepest en geen mond- en klauwzeer,
wanneer het schapen betreft, in de laatste G
weken geene veepest, geen mond- en klauwzeer,
geene schaapspokken en geen rotkreupel zijn
voorgekomen;
2e. dat de dieren aan hel eerste kantoor door
den diatricts-veearts of een zijner plaatsvervan
gers worden gekeurd en gezond bevonden. Van
voornoemde keuringen, welke tu38chen zonsop-
en ondergang on, wat de schapen betreft, buiten
de veewagens hehooren te geschieden, zijn vrij
gesteld de dieren, welke bestemd zijn voor het
abattoir to Amsterdam of Rotterdam, hetzij voor
eene exportslachterij te Harlingen, Hoek van
Holland of Vüssingen
3e. dat de dieren, voor zooveel gekeurd na
gezondbevinding, zoo spoedig mogelijk afgeschei
den van ander vee, per spoor, zonder overlading,
in afzonderlijke, gesloten en verzegelde wagens
worden doorgevoerd naar de plaats van bestem
ming, alwaar de ontzegeling der wagens niet
geschiede dan in tegenwoordigheid van den dis-
tricts-veearts ot een zijner plaatsvervangers;
4e. dat de dieren op de plaats van bestem
ming onder politietoezicht worden ontladen en,
voor zooveel de onder 3e. bedoelde wagens niet
binnen of tot de slachtplaats gebracht worden,
eveneens onder politietoezicht per as vervoerd
worden naar die inrichting, alwaar zij van ander
vee afgezonderd zijn te houden, slechts voor de
ambtenaren van het Veeartsenijkundig Staats
toezicht, het betrokken personeel en hen, die
daartoe door den directeur of den eigenaar der
inrichting zijn gemachtigd, toegankelijk mogen
wezen en binnen 2 maal 24 uur, mede ouder
voornoemd toezicht, moeten worden geslacht.
De vervoermiddelen zijn zoo spoedig mogelijk
na_gebruik te reinigen en to ontsmetten;
5e. dat het slachtafval en de mest niet uit de
slachtplaats worden verwijderd, dan na op aan
wijzing van den districts-veearts of een zijner
plaatsvervangers onschadelijk te zijn gemaakt;
Ge. dat de slachtplaats telkenmale na gebruik
zoo spoedig mogelijk, voor zooveel noodig, wordt
gereinigd en ontsmet
7e. dat de voor wederuitvoer bestemde dioren
niet anders geslacht worden dan in het abattoir
te Amsterdam of Rotterdam, hetzij in eene ex
portslachterij te Harlingen, Hoek van Holland
of Vlissingen en onderworpen worden aan de
keuring, bedoeld bij het Koninklijk besluit van
21 November 1902 (Staatsblad No. 199).
Amersfoort, 25 Januari 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
Industrieschool.
Ter Zaterdagmiddag onder voorzitting van den
heer J. van Horst Bruyn gehouden 3de Alge
nieene ledenvergadering van de vereenigiging
„Amersfoortsche Industrie- en huishoudschool"
waren met 10 Bestuursleden 16 gewone leden
tegenwoordig.
Nadat de notulen der 2e Algemeene vergade-
ring, van 11 Juli 1903, waren gelezen en onge-
wijzigd waren vastgesteld onder dankbetuiging
aan den Secretaris, den heer W e s s e 1 i n g, voor
de accurate wijze waarop deze ze heeft ontwor
pen, wilde de Voorzitter naar aanleiding dier
i notulen eenige mededeeling doeD.
i De heer T h i e 1 vroeg, gelijk we Zaterdag
reeds meedeelden, of het wel wenschelijk was,
bij deze vergadering verslaggevers toe te laten.
De Voorzitter vroeg of de vergadering
j bezwaar had tegen hun tegenwoordigheid.
De heer Gerritsen wees er op, dat wel-
licht in de discussion passages konden voorko-
I men welke minder geschikt waren voor open-
baarmaking.
i De Voorzitter verzocht den verslaggevers
j ori« indien dergelijke pas-ages mochten voorko-
i men, de usance in deze te volgen en die niet
I op te nemen en vervolgde, dat in de notulen
cewag is gemaakt van het aanvragen van sub-
I sidie van de Provincie en herinnerde, dat dit is
j verleend ondanks een vorm-quaestie (het strikt
genomen te laat inkomen der aanvrage, dat
j evenwel met groote bereidwilligheid ondervan-
gen).
j Van het Garantie-fonds, dat in de notulen
I werd vermeld, is geen verder werk gemaakt om
dat men nog te zeer in onzekerheid verkeert,
j Sedert de Juli-vergadering werd meegedeeld,
dat bij schrijven van 2 September 1903 werd
bericht, dat de Minister Tan Biunenlandsche
Zaken in plaats van f5000 een subsidie van
f 3500 zou voorstellen, «onder inrichtingskosten.
De Inspecteur adviseerde, een nieuw request in
te zenden cn de belangen der vereeniging den
Kamerleden op het hart te binden. Een depu
tatie uit het Bestuur ging naar den Minister en
werd daar zeer aardig ontvangen, terwijl Z. Exc.
het verzoek nader zou overwegen. Men bleef
dus in afwachting, doch de Memorie van ant
woord en de Nota van wijziging gaven niets
nieuws. Het Bestuur wendde zich alsnog tot
eenige Kamerleden, die steun toezegden en de
zen ook hij de behandeling der Staatsbegrooting
verleenden.
De vraag is thanswat nu
De Raad besloot „met ingang van 1 Mei 1904
aan deze vereeniging tot wederopzegging een
jaarlijksch subsidie van f2500 toe te kennen
als bijdrage in de kosten van exploitatie dier
I schoolonder voorwaarde, dal haar door
het Rijk een jaarlijksch subsidie van minstens
f 5000worde toegekend".
Tqen nu slechts f3500 door het Rijk werd
toegestaan, wendde het Bestuur zich weder tot
den Inspecteur die, in tegenstelling met den
raad onlangs door een hier verschijnend blad
gegeven, aanraadde niet los te laten wat een
maal werd begonnen en niet te gaan modderen.
Het Bestuur gaat mee met de zienswijze van
den Inspecteur en stelt daarom voor, een nieuw
adres aan den Minister van Binnenlandsche
Zaken te zenden, houdende verzoek om op de
Staatsbegrooting voor 1905 voor de school uit
te trekken een Rijks-subsidie van f5000, en aan
Provinciale Staten en Gemeenteraad te berich
ten, dat de vereeniging nog in onderhandeling is.
Du heer Buys, het Bestuursvoorstel resumee-
rend, zeide (lat dit beoogt te trachten, de zaak
aan te houden tot 1905 en de hoop tc bouwen,
dat Z. Exc. in 1905 zal doen wat hij in 1904
weigerde.
In zijn Memorie van antwoord schreef de
Minister: „Do ondergeteekende sluit zich aan
bij de meening van de leden, die opmerken, dat
een Industrieschool niet op te grooten voet moet
worden opgezet. Daarom kan hij geen vrijheid
vinden, hel voor Amersfoort aangevraagde bedrag
over den ouderen. Zij staken beiden hun niet fijn kalfs- 1
leer bokleede voelen ver in de gang vooruit en
trokken beide hun elegante pantalons oen beetje op
de knieën in do hoogte, waarbij men den gouden
armband zag, dien zij om den pok droegenhun
bestudeerde gebaren waren volkomen gelijk. Alleen
de hoeren zeiven schenen niet te bemerken, dat zij
in alle opziohteu twee alleen in leeftijd van elkaar
verschillende broeders geloken.
„Afschuwelijk warm merkte de een op.
„Om te bezwgkenbevestigde de ander.
Daarbij waaide de eerste zich met een roodzijden
zakdoekje eenige verkoeling toe -. de tweede ver-
frischte zieh het gelaat door middel van een zilve
ren spuitje niet eau-de-cologno.
Zij moesten heiden lacheu over de compleetheid
van hun zaknécessairo. De steward van deu luxe-
trein verstoorde de prélémiuairen hunner nadere
kennismaking mot do vraag of de hoeren verlang
den te dinoureti, waarop holdon toestemmend ant
woordden.
Snol vulde zich nu de restauratiewagen aan alle
tafeltjes zaten met juwee'in pronkende dames en
hcereu, die zeker embonpoint vertoonden, terwijl
een aantal kellners de couverts goreedzoueu. De
tafeltjes zagen er smaakvol uit: fijne bloomrniker-
tje-s in kristallen vazen, keurig gevouwen servetten
van blinkend damast, rijk geciseleerd zilverwerken
geslepen glazen en karaffeneen rollend restaurant.
Terwijl over het landschap daarbuiten de nacht zijn
schaduwen uitspreidde, schitterden hier de electrischo
lampjes en een uur lang wist de kok van den
express de opmerkzaamheid der reizigers door zijn
eullinariselie producten te boeien. Het prachtige
menu verwierf algemeene goedkeuring en bewon
dering.
Onze beide cavaliors waren onder den invloed
van hot goede maal vertrouwelijk geworden en drou-
ken sparkling uit de itlfde llesch. Zij hadden deu
zolfdcti smaak en zoodoende het z-dtde merk ge
kozen.
„Deze champagne heeft tegenwoordig algemeen de
voorkeur in de clubs", merkte de een op, „Natuur
lijk", bevestigde de ander, „hg is Je favoriet der
highlife".
Na het dessert bleek zelfs, dat zij wat sigaren be
treft deu zelfden smaak hadden zij hadden bei n-u
de zelfde „geïmporteerdeu" in hun gouden (net bril
janten geïncrusleerde ëtuia.
De couverts werden afgeruimd en bet onderhoud
werd nu een beetje vertrouwelijker, zooala dit na
een goede tafel doorgaans het geval is. Men voelde
elkaar wat politiek betreft aan den tand, vertelde
kleine zouden en vorklapte kleine hartstochten. De
beiden gentlemen hadden zoowaar den zelfden
hartstochtzij waren bepaald verwante naturen. Zij
speelden gaarne kaart, en duar zij zich, wat huu
middelen betrof, niets behoefden te omzeggen 't
werd met voorname onverschilligheid daarheen ge
worpen met hoogen inzet.
„Óf ik duizend franc win of verlies", merkte de
jongste op, „de hemel weel 't, maar 't laat mij zoo
onverschillig ulsof oen boerenmeisje aau den slot-
muur van mijn kasteel in Bourgoudië een roos
wegkaapt. Maar de mammon hueft den duivel in
zich; T prikkelt do zenuwen, wauncer men het
geld ziet rollen. En daar ik mij deze onlspanniug
kan veroorloven «onder mij te ruiueeren, waarom
zou ik mij dan dat genot ontzeggen 1"
,'t Gaat met u als mei mij," verzekerde de oudere,
blijkbaar verheugd. „Daar heb je nu luidjes in onze
exceptioneelc kringen, bij wie drie of vier nullen
op oen cbèq'io niets beteekeut, en die niot kunnen
of willen bpgrijpen, dal bet spel werkelijk een soort
bekoring heeft, die van „zondigen hartstocht" praten
cu al dhu nonsens meer. Belachelijk Alsof het
niet volkomeu het zelfde is of men de blauwe
billetjes voor oen hengst ineer in deu stal, of voor
een halssnoer van paarlen naar deu duivel jaagt, of
I ze door kuarien laat rondwandelen' De lui in onze
I kringen, die het spel veroordeelcu, veroorüeelen 't
I allt-eu. omdat zij het genot ervan niet kennen, 'lis
j bijna do eenige soort sport die ons door de eentonig-
i beid vati het leven weet heen to helpen. Is dat ook
I niet uw nieening?"
j De uogen van deu jougorc straalden alsof men
hein do woordeu uit deu mond had gegrepen, eu
hij antwoordde„Volkomen mijn meen'
„Baron Hamard", antwoordde de jongste, waarmee
de keunismakiug in allen vorm had plaats gehad.
Beiden maakten een lichte buiging.
De graaf klemde zijn monocle in 't oog en vroeg:
„Wel, wat zoudt u er van denken, wanueer wij het
verdere gedeelte van de reis verkortten door aan
onze wederzijdsche liefde toe te geven eu den Lgd
mot een ougevaarlyk tournooi doorbrachten?"
„Wij konden ons door den groom een spel kaarten
lateu geven I" stelde de ander voor.
„Niet noodig ik heb een spel kaarten in den
zak", antwoordde de baron nonchalant an graep in
den zijzak van zijn veston.
„Ah", zeide graaf met een licht plooitje van on
tevredenheid op het voorhoofd, „daar herinnert u
mij er aan, dut ik zelf een spel kaarten in den zak
heb geitokeu, in de hoop op reis een partner te vinden.
We kunnen dus wel met mijn kaarten spelen".
„Waarom niet met de myuc?" vroeg de baron
onverschillig, „die zijn nog nieuw".
„Een redcxi te meer om met de mijne te spelen,
want ik houd heeletnaal niet van nieuwe kaarten,
't Is met mij met de kaarten als met een meer
schuimen pijp; ze smaken slechts als ze „aange
broken" zijn".
Waarom da jonge,e na deze woorden onrustig op
zgn stoel been en weer schoof, kon de graaf zich-
zeiven niet 'erklareu. Was 't omdat zij voor de
eerste mtal op dezen avoDd, over een kleinigheid
van meeniug verschilden? Een zonderlinge luim,
zich te verzetten togen het gebruik van een „aan-
geb. iken" spelIn elk geval verklaaroo de baron
beslist. „Ik speel nooit in de club, wanneer m:j niet
telkens een nieuw spel kaarten wordt gegeveu, eu
daar ik dat nu eenmaal gewend beu, laat ik liever
het heele spel iu den steek dan met andere dan
nieuwe to beginnen".
Hij zeide dit op boffolyken maar zeer beslisten
toon, zoodat de graaf begreep, dat het „definitief'
was. Daarom schikte hg zich er in, maar niet zonder
den baron te kennen te hebben gegeven, dat bet
niet correot was, dat de oudere zich moest schikken
naar een luim van den jongere.
(Slo' volyt.)