e. j. ruitenberg" Advertentien. G. G. Ph. L. Boekelman, tot oorsprong van alle dingen, tot alle bewust zijn voor alle hooger, ideëel leven. Men heeft weieens beweerd, dat de S. D. goede Christenen waren, dat zij evenals de eerste Christenen alle dingen weer gemeen wilden heb ben, doch die Christenen waren los van alle aardsche goederen en zeidenal het mijne is het uwe, terwijl de S. D. zeggen: al het uwe is het mijne. Alsnu werd van 9.30 tot 9.40 gepauzeerd. De heer Oosterbaan vervolgde dat hij thans niet wilde spreken over de theorie van den klassenstrijd en de meerwaarde en in verband daarmee de Verelendungstheorie, doch de vraag wilde doen of het nog noodig is, te bewijzen, dat het historisohe materialisme lijnrecht in strijd is met de Christelijke opvattingen en dat er geen vergelijking is te maken tussehen Den Christus en Marx. Voldoende moge zijn de uit spraak van mr. TroelstraHet historisch mate rialisme is anti-theologisch omdat het uitgaat noch van geopenbaarde noch van natuurlijke verhoudingen. En mr. Troelstra tracht dan wel aan te toonen, dat het niet is atheïstisch, doch de God daarin is de god van Bebel, niet de God dien wij chr. uit den Bijbel kennen. Vol gens dit stelóel is alle godsdienst een gevolg van de onvolkomenheid der maatschappij. En dr. Pannekoek schreef „April 1903 in het „Volk" De 6try d dien zoogenaamde vrijdenkers tegen godsdienst voeren, achten we nutteloos omdat alle godsdienst steunt op de onvolkomenheid der laa(schappelijke inrichting en zal verdwij- bij de volkomenheid der maatschappij. De heer Gerhard noemde godsdienst erger dan rat- tenkruid. Ferri noemde godsdienst een privaat- zaak. Uit dit geziichtspuut spreekt wel vanzelf, dat de S. D. geen eerbied kiu hebben voor Goden Zijn beleiderz. Niettegenstaande de heer Schaper vermaande Jan Rap niet langer te doen meewerken aan het Zondagsblad van het „Volk", worden karrevrach- ten spot, haat en venijn uitgestort op hen die gelooven. Mr. Troelstra, een soort Kuyper in zijn partij, heeft dit ook gevoeld en daarvan doen blijken in zijn „Thorie en beweging" en daarin o.a. ge schreven de arbeider, die vóór alles har.gtaau zijn geloof, zal zich in onze beweging niet thuis gevoelen wij geven gaarne toe, dat dit niet vereenigbaar is. Maar waarom trachten dan de S. D. propa gandisten de Chr. arbeiders te lokkken Is aat eerlijk? Spr. illustreerde de onvereenigbaarheid met uitspraken van Kautzky (de erkenning van een persoonlijke God), Liebkuecht (Met éen woord het Christendom is knechtschap, verslaving, dood; de S. D. is vrijheid, leven. Het Christen dom is een spook van het verleden), Rebel (Chr. en Soc. staan tegenover elkaar als vuur en water) Diezgen-I.oopuyt (S. D. en Chr. zijn even verschillend als dag en nacht), enz. De S. D. is daarom juist zoo gevaarlijk omdat zij in haar stofvergoding beslag legt op den ge- heelen inensch, diens verhouding tot God, tot den Staat, tot de geheele hem omringende we reld. De S. D. is een nieuw geloof, dat met alle fanatisme strijdt. De religie der stof geeft den S. D. propagandisten kracht tot de worsteling. De leiders weten zeer wel, dat zij niet zullen aanschouwen den dageraad der S. 1). toekomst maatschappij. Beter dan nu 25 jaar geleden Domela Nieuwenhuijs, zijn zij daarvan overtuigd. Juist de stofvergoding en stofaanbidding ia het groote gevaar voor de toekomststeeds houdt zij het oog gericht op het tijdelijke, nim mer op het eeuwige eu verheft de materie tot haar God. Deze gletscher van materialisme is niet te keeren, doch zij zal afsmelten onder het stralend Woord Gods dat wordt gehandhaafd door den Christen die het niet slechts belijdt, maar ook beleeft en die getuigt dat niet de stof almachtig is en heerscht, doch zegtIk geloof in God Almachtig, den Schepper van hemel en van aarde. Van 10.10 tot 10.15 werd weder gepauzeerd, waarna een uur voor debat werd gegeven. Het eerBt vroeg de heer P. M. W i n k (Amers foort) het woord. Spr. bemerkte al spoedig, dat, waar hij ter vergadering kwam om te debat- teeren, hij heel kort kon zijn omdat het aan gekondigde onderwerp veranderd ie. Er is niet gesproken over Socialisme doch over Sociaal- democratie. Spr. is anarchist en dus gingen vele argumenten langs hem heen. De iuleider trok te velde tegen het historisch materialismewelnu, spr. is evenmin een beslist materialist. Maar staat of valt hiermee de S. D. dan is dat nog geenszins het geval voor het Socialisme. Uit een bestrijding van het historische materialisme wordt liet Socialisme in algemeenen zin nog geenszins bestreden. De inleider heeft betoogd, dat Christenen niet kunnen samengaan met de S. D.. doch daar tegenover staat, dat zij uit uitsluitend ideëel begin sel wèl Socialist kunnen zijn. Spr. noemt ten be wijze daarvan Lamenuis, Saint Simon, Picquard. Spr. moet er even op wijzen, dat S. D. en Socialisme twee begrippen zijn, die elkaar niet volkomen dekken en dat een veroordeeling van het laatste niet kan worden tot stand gebracht, doch wil, na dit in 't midden te hebben ge bracht, het debat overlaten aan de beide hoofd- stroomingen in deze vergadering (applaus). De 10.23 kreeg de heer L. M. Hermans (Amsterdam) het woord. Voor spr. die nogal eens debatteert met anti- revolutionnairen en de heeren op zijn duimpje kent, had het onderwerp weer bijzondere be- leekeni8, vooral om den tijd waarin het werd besproken. Toen Kuyper nog in zijn oude plunje rondwandelde op deze aarde en de anti-revolu- tionnairen nog met de Socialen in oppositie waren tegen de machtige liberale partij, toen sprak men meer welwillend over de 8. D. Nu we echter een Chr. ministerie hebben en de S. D. een oppositie-partij is, bejegent men hen minder welwillend, doch maakt daardoor juist propa ganda voer de S. D. nu het schuldbesef telkens meer wordt beleden. De Voorzitter vorzoekt spr. zich bij het onderwerp te houden. De heer Hermans vervolgt, dat hij evon zijn algemeene gedachten over de lezing wil bloot leggen, een lezing die weer ten volle blijk geeft van het schuldbewustzijn, dat het Chr. ministerie niet gaf wat het beloofde. Een ge wichtig getuige, een extra-best anti-revolution- nair, een „berg", schreef in den „Standaard" van 4 September 1.395 ganschelijk anders Het Sooia- lisme telt overtuigde aanhangers ook onder de vrome Christenen, enz. doch nu worden de S. D zoolang weer in de parapluie-bak geplaatst (Gelach). Nu heet hetmannen broeders als jelui bij die rooien komt, ben je er erger aan toe dan wanneer je rattenkruid slikt. De heer Gerhard heeft ontkend, van ratte- kruid gesproken te hebben, doch stel dat hij het woora gebruikte en zóo gebruikte, dan wil Bpr. vragen of het geloof der Chr. is te bedorven door rattekruid; zoo ja, clan erkennen zij dat het niet een gave Gods doch een product der omstandigheden is en zij erkennen dan tevens dat het heel wat minder is dan het onwankelbare geloof der S. D. (Applaus). De inleider zeide: Wie als woekerplant leeft in de maatschappij heeft niets begrepen van het groote gebod van den Christus. Spr. wil hierop antwoorden, dat er heel wat Chr. kapitalisten zijn, die geen jota begrip hebben van dat gebod. Dat, aan de hand van het voorbeeld-Roth- schild, men nog geen juist begrip zou hebben van hetgeen de S. i). wil, is onjuist. Zeker, er is verschil tussehen de S. D. onder ling en dat is maar goed ook. Een partij waarin men het over alle zaken een is, is ten doode opgeschreven, is dood. Ook de anti-revolution- nairen hebben wel verschillende opvatting. In de eeds-quaestie bijvoorbeeld staan Kuyper en Lohmann lijnrecht tegenover elkaar en toch zijn beiden gewonnen ou geboren op éen wortel des geloofs. Dit is het onderscheid, dat de S. D. hun meeningsverschillen wel durven openbaren, de anti-rev. niet. Dezen houden deputaten-ver- gaderingen en maken niets openbaar; dat doen de S. D. wel, zij zijn niet lichtschuw. De inleider heeft getracht een mop te tappen over Marx toen hii zeide dat deze S. D. een adellijke dame huwde. De aardigheid isjniet| ge snapt er werd met om gelachen. De inleider heeft getracht, de Darwin-theorie af te maken met oen mop uit den Humoristischen Album. Spr. zou nu 6ok moppen kunnen gaan tappon bijv. door te zeggen, dat er onder de mensenen nog heel wat apen zijn, hetgeen in deze verga dering nog is gebleken (Gelach) doch wil er zich toe bepalen te zeggen, dat de heer Oosterbaan erg hardleer8ch blijkt. Vroeger heeft deze óok over dal huwelijk van Marx gesproken en toen is hem toch zoo duidelijk mogelijk aan 't ver stand gebracht, dat de S. D. niet strijden tegen personen doch tegen het stelsel. Door de partijgenooten van den inleider wordt Bteeds gecolporteerd met de bewering, dat de S. D. vooral zorgt voor maagvulling en dat het haar te doen is om den proletariër materieel in beter conditie te brengen, doch men weet veel beter wat de S. D. beoogt en dat maagvulling bijzaak is. De tien geboden werpen de geheele materia listische theorie om, doch die zoogenaamde grondwaarheden zijn veranderd met de tijden. „Gij zult niet stelen" en nóg steelt elke werk gever van zijn werknemer, al ia ook het rneeren- deel hunner er niet van bewust, dat zij diefstal plegen, 't Zit zóo vast in de zeden en gewoonten, dat men niet beter weet dan dat het zoo be hoort. „Gij zult niet begeeren wat uws naasten is" en als men zijn be las ting niet betaalt, worden os en ezel eenvoudig weggehaald. „Gij zult niet begeeren uws naasten huisvrouw" en in elk beschaafd land heeft men een wet op de echtscheiding. „Eert uw valer en uw moeder" en men spreekt sinds lang van het recht der kinderen. De inleider heeft gezegd, dat deS. D. leeraren „Al het uwe is het mijne"maar hoe komt men dan aan dat „mijne'1? Wij S. D. zeggen: wat gij bij elkaar hebt gegaard, hebt gij door oxploi- teeren ontstolen aan anderen en de gemeenschap. Dat overigens de huidige Christenen niet alleen het oog naar boven gericht houden, zal spr. straks bewijzen. De inleider en zijn partijgenooten trachten al het mogelijke te doen om de Chr. arbeiders uit den kring der S. D. te houden en bewijzen daarmee,) dat het geloof niet is een gave Gods. De inleider noemde Kuyper een berg en Troelstra een molshoop. Spr. houdt niet van vergelijkingen, doch wil zeggen, dat do S. D. geen paus noodig hebben en daarvoor bedanken (Applaus). Troelstra zeggen zij ongezouten de waarheid al erkennen zij hem ten volle als leider, doch zeggen niet als de anti-revolution- nairen op alles ja en amen. Broeder Jaap van Oversteeg en de ongehoorzame Staalman maken elkaar uit voor nieteling en wat dies meer zij en alwie het niet eens is met Kuyper of de „Standaard" krijgt er al op heel on-chriBtolijke wyze van langs. De inleider zeide, dat de S. D. de Chr. arbeiders lokken; dat is onjuist. De S. D. zeggen slechts: „Gij zijt uw eigen vijanden, Chr. arbeiders, als gij niet tot ons komt" doch bedanken voor nalooperB, die tóch maar ons in den weg loopen. Spr. trachtte nu aan te toonen, dat vele anti- revolutionnairen vooral niet minder Btofrergo- ders zijn dan de vurigste materialisten en zij niet steeds hot oog naar boven gericht houden, getuige de zgn. RogeeringB-benoemingen, het traktement dor Ministers, do bekende zwendel- debatton, het ridderen der hoofdlieden van de onderkruipers, em. Is dat alles geen stofvergo ding De S. D. echter hebben tienduizenden opge bracht voor de slachtoffers der staking en we ziin er blij om, dat zooveel geld uit onze arme zak ken ia gekomen (Applaus). Socialistische vrou wen braohten spr. te Rotterdam 5 en 10 cent en offerden van hun waarachtige nooddruft na soms uren loopens op het altaar der waarach tige solidariteit (Hoerah'e). slHh)rweg- Zoodra Oudegecet .le ...Rum»*, slaven weer hud opgericht, *ll?n ^war- dat hii dubbele contributie id.i. ll i pi faal .afstond. Spr. heeft «elf genoeg honger gelede» om te beselleu welk groote opoflering dat is. en re kent het «ieh een eeuwige eer, £fe Kot- tot dezulken (Applaus). Nog Jndag .s e Koi- terdam een coöperatie f ^,nd'A' R8l geeft dend-jagerij beoogt, doch d 8 aan de arbeidersbeweging. De b.- l». W B stofvergoders eu richten het oog i'-^oven en dragen er roem eu eer op, dat lij zuus sim MÊ»d°S'n in Duilsehland 3 n.illiem werden uitgebracht oj» onze mannen en<itantoor ruim 80S. D. in don Kijksdagkwamcn ielM)'' wij gejubeld en ons verheugd 111 het mooi, hoog, nobel gevoel van ware solidariteit. Eén maal zagen we hier te lande de zon schijnen, op den 31 Januari 1903, toen ook h or dat mooie, hooge, nobele gevoel van soiular tut zich uitsprak. Thans is de zon door enkele wolken van tweedracht eu wolken van lauwheid, doch wij weten dut e zon er iswij hebben haar gezien en riemen den blik naar boven en zullen de wolken ver scheuren en ons eenmaal weer koesteren m ue zonnestralen der solidariteit. (Applaus). Te 11.07 kreeg de heer O o s t e r b a a n wetter het woord. Spr. dankte den heer W ink. dien spr. tot dusver nog niet ontmoette, voor de alloszin8 nette wijze waarop deze liet debat voerde en dit overliet aan den heer Hermans en beant woordde ni' laatstgenoemde. Ja, er is gesproken van dr. Kuyper die rond wandelde iu zijn oude plunje welnu, de heer Hermans is nu óok in nieuwe plunje en spr. zal maar niet voorlezen wat deze in „De Roode Duivel" schreef over Z. M. Pieter Jelles I (Gelach en geroep: Lees maar voor) en wil liever hopen, dat do heer Hermans mettertijd dr. Kuyper even warm zal verdedigen als hij 't nu mr.'Iroelstra doet. De heer Hermans heeft een citaat van dr. Kuyper aangehaald, doch vergat gebruikelijker wijze weer liet slot: Even rondborstig sproken wij het uit, enz (Standaard 8141). Dr. Kuyper heeft nooit gezegd, dat alles moet zijn ouder keure onzer Belijdenis (Applaus). Spr. verzoekt de vergadering te willen beden ken, dat een debat niet kan gevoerd met de zolen der schoonen, dooh dient gehouden met argumenten. Spr. wil den hoer Hermans uit den droom helpen waar deze er zich op beriep, dat de lieer Gerhard de geïncrimineerde woorden niet zou hebben gebezigd. Niet de heer A. 11. Gerhard dcch de heer J. W. Gerhard schreef ze. De heer Hermans hoeft weer eens gesproken van de verschillende stoelen op éen wortel des geloofs, doch weet zeer wel, dat dr. Kuyper, de heer Lobman en prof. Schokking mannen van zeer verschillende roeping zijn. De heer Hermans insinueerde, dat de Depu- taten-vergaderingen geheim zijn. Daartoe mist hij het recht, hij die maar al te goed weet, dat het Comité van verweer niet alleen in het ge heim vergaderde, maar ook in het geheim samenzwoer (Interrupties). De heer Hermans heeft gezegd, dat de S. D. niet vecht tegen den adel, doch tegen het stel sel. En het „Volk" dan en Troelstra's Vloek zang tegen het kasteel onder Goor De heer Hermans heeft hedenavond verschil lende dieren gezien, vooral veel apen. Welnu, spr. zag wolven in een schaapsvacht (geroepdat zijn de anti-revolutionnairen). Spr. moet nu toch opmerken, dat sommigt-u al een heel vreemdsoortig begrip van vrijheid toonen te hebben en verzoekt hem zoomin te interrompeeren als hij dit den lieez Hermans deed. Die uitroepon zijn een daadwerkelijk be wijs, dat de S. D. vrijheid een zeer vreemdsoor tige vrijheid is. De heer Hermans sprak van het niet-naleven der Tien-geboden. Welnu, juist deze zijn er om een dam op te werpen tegen de menschelijke hartstochten en om het menschelijk leven te omperken. De heer Hermans noemde iets; er zou oneindig meer van te zeggen zijn en God, dit wetend, gaf Zijn geboden opdat de menseh er naar zou leven, handelen en wandelen. In de Schrift staat nergens, lat men alles moet afstaan wat men bezit, doch wel het be ginsel van den persoonlijken eigendom (Annanias en Zaphira). De rijke is niet gehouden, zijn goedcen te verdeelen onder de arme broederen. SteUig, wij doen alle mogelijke moeite om onze arbeiders te houden buiten uw krir.z. waar zij zich, volgens het woord des heeren Hermans, tóch niet thuis zullen gevoelen; doch w.j kennen de arbeiders even goed, misschien n'g beter, dan de heer Hermans. Wij zijn .'.ü-WAktz, doch willen nimmer zijn volksmisleitit.- Rumoer... Dat de heer Hermans de zoogenaamde partij- benoemingen laakt, past hem allerminst. Hij sprak van een Burgemeester, die vroeger roode zonden had; welnu, de heer Hermans was vroeger een der heftigste tegenstanders van mr. Troelstra, dien hij nu verheerlijkt. Dat de tractemonteu der Ministers niet zoo veel te hoog zijn, heeft-mr. Troelatra zelf erkend, toen hem werd opgemerkt, dat hij toch óok f3500 trok en antwoordde, dat hij toch óokiete moest hebben voor de opvoeding zijner kinderen. De heer Hermans zie naar de buitenplaatsen zijner partijgenooten to Prinsenhag*. Laren, enz, De heer Hermans heeft gewag gemaakt van de zivendeldebatten. Hoe durft iemand die ge- speculeerd heeft in spoorwegstakingen nog den mond openon over speculation in spoorweg- waarden, vraagt spr. (Rumoer). De heer Hermans heeft gevallen genoemd uit deze stad, waaruit zou moeten blijken, dat en kele anti-revolutionnairen wel materialisten znn. Spr. heeft die gevallen niet onderzocht doch wil aannemen, dat ze naar waarheid zijn meege deeld en wil dun zeggen: is er reeds w een S 1) hier sprak over de spoorwegets- di» >u,k'n* r L\„ .imifln tóch mee en deden (Jus hikken k< Jal paar(j en wagen te V, .nlieo enuii cn op 't laulete oogeublik van T.) bok iprinpl. »«t bobben Je leiders e»«o».o Je bok spring», i e >(>kOT ÖS Er™ï'«rlier wintig dl. kunnen miskin. J leugens). Den lautsten ,CC ,k Zntpb» 'eed" U pekken gehad, meer schreeuwt nu niet en onderwerpt a an d. ''rs°prd*be)St™t'de S. D. de oproeping der lichtingen hebben noodig gemaakt en tot staking hebben aangezet, wotend dat de» mislukken móest Oudegeest beeft het uitdrukkelijk uitge- Horokèn on dus de arbeiders misleid. (Geroep. Ra Ven misleiding. 'tWas een daad van e£i5, Spk wil..1 beantwoordt hij slechts den heer Hermans. Wat de zaak lor slachtoffers betreft, zegtigjr. dat het niet dun l.oogst gewoon m da ^j d^ hen maakten hen thans steunen. Daar ligt meg verhevens in. Maar van Chr. «jde wordt,6ok gezorgd voor de arme slachtollorszie maar wat Van Munster te Arnhem voor hen doet. Gij beloofdet hun een ton per week, die Uit het buitenland zou komenwut is daarvan te recht gekomen? Gij stoft op uw solidariteit. Wat is daarvan gebleken in de debatten met Petter en op uw nachtvergaderiugen Weet ge wel, dut de Chr. arbeiders heel wat meer geven d.. f 1.25 per kwurtual Zie naar hen, die 60 en 70 cent per week geven voor tiet onderwijs hunner kinderen. In een enkel buiten- gewoon geval geeft gij 18 en 20 cent per week en zwetst daarover in liet publiek; wij geven iedere week veel meer voor onze scholen en onze kerken, doch doen er het zwijgen toe. Gij praat over hooge en mooie en Dobele ge- voeiens; wij geven daden aan weduwen en weezen, ongolukkigen en kranken. Wat deed zelfs uw hooggeroemde groote Duitsche partij Zij praatte en praatte, doch gaf geen daden. Van Kol trof in het hospitaal te Djocja de dochters van onzen Eersten Minister en van jhr. Lob man verplegende ziekten, ons niet bij name bekend. Zulke dauen zijn beter dan uw woorden, (applaus en gefluit). Gij spraakt van uw geestdrift toen in Duitsch- lund 3 millioen stemmen werden uitgebracht op uw partijgenooten; wij gevoelden geestdrift tijdens den oorlog in Zuid-Afrika en bewezen die met klinkende munt. (Rumoer; de politie waarschuwt iemand voor de laatste maal zich kalm te gedragen). Het spijt spr. dat de heer Hermans zóo weinig invloed heeft op zijn partij genooten, dut zij zich niet rustig houden, even als spr. medestanders. (De heer Hermans: Ik heb geen discipelen). De heer Hermans zeide, dat straks de zon der solidariteit weer zal aanlichtenwelnu, zij bleek slechts licht voor éen enkelen dag te hebben. Spr. wil maar niet herinneren waarvoor men elkaar ulzoo heeft uitgescholden op de nachtvergadering, die zeventien uren duurde en waarbij men elkaar uit zuivere solidariteit opsloot. De heer Hermans eindigde eens te Culemborg zijn debat tegenover spr. met een beeld en zeide toen ongev<er: daar woonde eens aan den oever vuu den Atiantischen Oceaan een oude vrouw die zag opkomen den vloed en een dweil nam om dien te keeren. Welnu, zoo is het ook uiet de nnti-revolution- nuire partij, die gij evenmin zult kunnen uit- dweilcn. Indien de S. D. A. I'. is een opkomende vlood, dan gaat deze wel op en neer, uoeh heeft geen voortgaande beweging. Dat vrouwtje was een zenuwkranke; de A.R. partij is. evenals de andere Chr. partijen, korn- gezond. Het Chr. beginsel is als de machtige duinen en ijzersterke dijken, die ons land be schermen eu al wordt de vloed ook nóg zoo boog opgezweept, toch zullen die duinen en die dijken onder Gods zegen stand houden en deze lage landen beveiligen tegen dien vloed. De Voorzitter dankte hierna inleider en vergadering en sloot rond middernacht met gebed de bijeenkomst. Getrouwd Junkheer mr. C. A. J. van SASSE van YSSELT en Jonkvrouwe M. V. d'AUSSAGUKL DR LASRORDES. Amarkss (Frankrjjk), 3 Februari 1904. Makelaar, WEVERSSINGEL No. 11 huren en verhuren van huizen. Leeraar in PIANO en ZANG, ütrechtscliestraat, hoek Hellingstraat 36. aar heer ~u" zeKKeil: '3 er reeds oen v.ik- eeniging? (Geroep: Zij durven niet, Dit kan Bpr. niet beoordeelen, doch hij weet zeer wel dut vele It. K en A. R, arbeiders wèl durven' en ongelukkige gedachte noemde spr. het, Hiermode hebben wij de eer ter kennis te brengen, dat de ntr. W. J. M van LUTTKKVELD i wegens drukke werkzaamheden, door zijne lot lilt dor Redactie ra,, de Nieuw Roltordamschei Gournit in plaats »an den mi 1 raiKi iumso, nwt 1 Februari !.K)4 uit onze firma is ftetreden I °°k ¥0,nr j1®* rervolft beleefd aanbe- velend toor hetzelfde vertrouwen, als t„t heden genoten. Methorst 4 Van Lutterveld. I Amkrsfookt, Februari 1904.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 2