e. j. ruitenberg"
Advertentien.
G. G. Ph. L. Boekelman,
tot oorsprong van alle dingen, tot alle bewust
zijn voor alle hooger, ideëel leven.
Men heeft weieens beweerd, dat de S. D. goede
Christenen waren, dat zij evenals de eerste
Christenen alle dingen weer gemeen wilden heb
ben, doch die Christenen waren los van alle
aardsche goederen en zeidenal het mijne is
het uwe, terwijl de S. D. zeggen: al het uwe is
het mijne.
Alsnu werd van 9.30 tot 9.40 gepauzeerd.
De heer Oosterbaan vervolgde dat hij thans
niet wilde spreken over de theorie van den
klassenstrijd en de meerwaarde en in verband
daarmee de Verelendungstheorie, doch de vraag
wilde doen of het nog noodig is, te bewijzen,
dat het historisohe materialisme lijnrecht in
strijd is met de Christelijke opvattingen en dat
er geen vergelijking is te maken tussehen Den
Christus en Marx. Voldoende moge zijn de uit
spraak van mr. TroelstraHet historisch mate
rialisme is anti-theologisch omdat het uitgaat
noch van geopenbaarde noch van natuurlijke
verhoudingen. En mr. Troelstra tracht dan wel
aan te toonen, dat het niet is atheïstisch, doch
de God daarin is de god van Bebel, niet de
God dien wij chr. uit den Bijbel kennen. Vol
gens dit stelóel is alle godsdienst een gevolg
van de onvolkomenheid der maatschappij. En
dr. Pannekoek schreef „April 1903 in het „Volk"
De 6try d dien zoogenaamde vrijdenkers tegen
godsdienst voeren, achten we nutteloos omdat
alle godsdienst steunt op de onvolkomenheid
der
laa(schappelijke inrichting en zal verdwij-
bij de volkomenheid der maatschappij. De
heer Gerhard noemde godsdienst erger dan rat-
tenkruid. Ferri noemde godsdienst een privaat-
zaak.
Uit dit geziichtspuut spreekt wel vanzelf, dat
de S. D. geen eerbied kiu hebben voor Goden
Zijn beleiderz.
Niettegenstaande de heer Schaper vermaande
Jan Rap niet langer te doen meewerken aan het
Zondagsblad van het „Volk", worden karrevrach-
ten spot, haat en venijn uitgestort op hen die
gelooven.
Mr. Troelstra, een soort Kuyper in zijn partij,
heeft dit ook gevoeld en daarvan doen blijken
in zijn „Thorie en beweging" en daarin o.a. ge
schreven de arbeider, die vóór alles har.gtaau
zijn geloof, zal zich in onze beweging niet thuis
gevoelen wij geven gaarne toe, dat dit
niet vereenigbaar is.
Maar waarom trachten dan de S. D. propa
gandisten de Chr. arbeiders te lokkken Is aat
eerlijk?
Spr. illustreerde de onvereenigbaarheid met
uitspraken van Kautzky (de erkenning van een
persoonlijke God), Liebkuecht (Met éen woord
het Christendom is knechtschap, verslaving,
dood; de S. D. is vrijheid, leven. Het Christen
dom is een spook van het verleden), Rebel
(Chr. en Soc. staan tegenover elkaar als vuur
en water) Diezgen-I.oopuyt (S. D. en Chr. zijn
even verschillend als dag en nacht), enz.
De S. D. is daarom juist zoo gevaarlijk omdat
zij in haar stofvergoding beslag legt op den ge-
heelen inensch, diens verhouding tot God, tot
den Staat, tot de geheele hem omringende we
reld.
De S. D. is een nieuw geloof, dat met alle
fanatisme strijdt. De religie der stof geeft den
S. D. propagandisten kracht tot de worsteling.
De leiders weten zeer wel, dat zij niet zullen
aanschouwen den dageraad der S. 1). toekomst
maatschappij. Beter dan nu 25 jaar geleden
Domela Nieuwenhuijs, zijn zij daarvan overtuigd.
Juist de stofvergoding en stofaanbidding ia
het groote gevaar voor de toekomststeeds
houdt zij het oog gericht op het tijdelijke, nim
mer op het eeuwige eu verheft de materie tot
haar God.
Deze gletscher van materialisme is niet te
keeren, doch zij zal afsmelten onder het stralend
Woord Gods dat wordt gehandhaafd door den
Christen die het niet slechts belijdt, maar ook
beleeft en die getuigt dat niet de stof almachtig
is en heerscht, doch zegtIk geloof in God
Almachtig, den Schepper van hemel en van
aarde.
Van 10.10 tot 10.15 werd weder gepauzeerd,
waarna een uur voor debat werd gegeven.
Het eerBt vroeg de heer P. M. W i n k (Amers
foort) het woord. Spr. bemerkte al spoedig, dat,
waar hij ter vergadering kwam om te debat-
teeren, hij heel kort kon zijn omdat het aan
gekondigde onderwerp veranderd ie. Er is niet
gesproken over Socialisme doch over Sociaal-
democratie. Spr. is anarchist en dus gingen
vele argumenten langs hem heen.
De iuleider trok te velde tegen het historisch
materialismewelnu, spr. is evenmin een beslist
materialist. Maar staat of valt hiermee de S. D.
dan is dat nog geenszins het geval voor het
Socialisme. Uit een bestrijding van het historische
materialisme wordt liet Socialisme in algemeenen
zin nog geenszins bestreden.
De inleider heeft betoogd, dat Christenen niet
kunnen samengaan met de S. D.. doch daar
tegenover staat, dat zij uit uitsluitend ideëel begin
sel wèl Socialist kunnen zijn. Spr. noemt ten be
wijze daarvan Lamenuis, Saint Simon, Picquard.
Spr. moet er even op wijzen, dat S. D. en
Socialisme twee begrippen zijn, die elkaar niet
volkomen dekken en dat een veroordeeling van
het laatste niet kan worden tot stand gebracht,
doch wil, na dit in 't midden te hebben ge
bracht, het debat overlaten aan de beide hoofd-
stroomingen in deze vergadering (applaus).
De 10.23 kreeg de heer L. M. Hermans
(Amsterdam) het woord.
Voor spr. die nogal eens debatteert met anti-
revolutionnairen en de heeren op zijn duimpje
kent, had het onderwerp weer bijzondere be-
leekeni8, vooral om den tijd waarin het werd
besproken. Toen Kuyper nog in zijn oude plunje
rondwandelde op deze aarde en de anti-revolu-
tionnairen nog met de Socialen in oppositie
waren tegen de machtige liberale partij, toen
sprak men meer welwillend over de 8. D. Nu
we echter een Chr. ministerie hebben en de S. D.
een oppositie-partij is, bejegent men hen minder
welwillend, doch maakt daardoor juist propa
ganda voer de S. D. nu het schuldbesef telkens
meer wordt beleden.
De Voorzitter vorzoekt spr. zich bij het
onderwerp te houden.
De heer Hermans vervolgt, dat hij evon
zijn algemeene gedachten over de lezing wil
bloot leggen, een lezing die weer ten volle blijk
geeft van het schuldbewustzijn, dat het Chr.
ministerie niet gaf wat het beloofde. Een ge
wichtig getuige, een extra-best anti-revolution-
nair, een „berg", schreef in den „Standaard" van
4 September 1.395 ganschelijk anders Het Sooia-
lisme telt overtuigde aanhangers ook onder de
vrome Christenen, enz. doch nu worden de S. D
zoolang weer in de parapluie-bak geplaatst
(Gelach). Nu heet hetmannen broeders als
jelui bij die rooien komt, ben je er erger aan
toe dan wanneer je rattenkruid slikt.
De heer Gerhard heeft ontkend, van ratte-
kruid gesproken te hebben, doch stel dat hij
het woora gebruikte en zóo gebruikte, dan wil
Bpr. vragen of het geloof der Chr. is te bedorven
door rattekruid; zoo ja, clan erkennen zij dat
het niet een gave Gods doch een product der
omstandigheden is en zij erkennen dan tevens dat
het heel wat minder is dan het onwankelbare
geloof der S. D. (Applaus).
De inleider zeide: Wie als woekerplant leeft
in de maatschappij heeft niets begrepen van het
groote gebod van den Christus. Spr. wil hierop
antwoorden, dat er heel wat Chr. kapitalisten
zijn, die geen jota begrip hebben van dat gebod.
Dat, aan de hand van het voorbeeld-Roth-
schild, men nog geen juist begrip zou hebben
van hetgeen de S. i). wil, is onjuist.
Zeker, er is verschil tussehen de S. D. onder
ling en dat is maar goed ook. Een partij waarin
men het over alle zaken een is, is ten doode
opgeschreven, is dood. Ook de anti-revolution-
nairen hebben wel verschillende opvatting. In
de eeds-quaestie bijvoorbeeld staan Kuyper en
Lohmann lijnrecht tegenover elkaar en toch
zijn beiden gewonnen ou geboren op éen wortel
des geloofs. Dit is het onderscheid, dat de S. D.
hun meeningsverschillen wel durven openbaren,
de anti-rev. niet. Dezen houden deputaten-ver-
gaderingen en maken niets openbaar; dat doen
de S. D. wel, zij zijn niet lichtschuw.
De inleider heeft getracht een mop te tappen
over Marx toen hii zeide dat deze S. D. een
adellijke dame huwde. De aardigheid isjniet| ge
snapt er werd met om gelachen. De inleider
heeft getracht, de Darwin-theorie af te maken
met oen mop uit den Humoristischen Album.
Spr. zou nu 6ok moppen kunnen gaan tappon
bijv. door te zeggen, dat er onder de mensenen
nog heel wat apen zijn, hetgeen in deze verga
dering nog is gebleken (Gelach) doch wil er zich
toe bepalen te zeggen, dat de heer Oosterbaan
erg hardleer8ch blijkt. Vroeger heeft deze óok
over dal huwelijk van Marx gesproken en toen
is hem toch zoo duidelijk mogelijk aan 't ver
stand gebracht, dat de S. D. niet strijden tegen
personen doch tegen het stelsel.
Door de partijgenooten van den inleider wordt
Bteeds gecolporteerd met de bewering, dat de
S. D. vooral zorgt voor maagvulling en dat het
haar te doen is om den proletariër materieel
in beter conditie te brengen, doch men weet veel
beter wat de S. D. beoogt en dat maagvulling
bijzaak is.
De tien geboden werpen de geheele materia
listische theorie om, doch die zoogenaamde
grondwaarheden zijn veranderd met de tijden.
„Gij zult niet stelen" en nóg steelt elke werk
gever van zijn werknemer, al ia ook het rneeren-
deel hunner er niet van bewust, dat zij diefstal
plegen, 't Zit zóo vast in de zeden en gewoonten,
dat men niet beter weet dan dat het zoo be
hoort.
„Gij zult niet begeeren wat uws naasten is"
en als men zijn be las ting niet betaalt, worden
os en ezel eenvoudig weggehaald.
„Gij zult niet begeeren uws naasten huisvrouw"
en in elk beschaafd land heeft men een wet op
de echtscheiding.
„Eert uw valer en uw moeder" en men spreekt
sinds lang van het recht der kinderen.
De inleider heeft gezegd, dat deS. D. leeraren
„Al het uwe is het mijne"maar hoe komt men
dan aan dat „mijne'1? Wij S. D. zeggen: wat
gij bij elkaar hebt gegaard, hebt gij door oxploi-
teeren ontstolen aan anderen en de gemeenschap.
Dat overigens de huidige Christenen niet alleen
het oog naar boven gericht houden, zal spr.
straks bewijzen.
De inleider en zijn partijgenooten trachten al
het mogelijke te doen om de Chr. arbeiders uit
den kring der S. D. te houden en bewijzen
daarmee,) dat het geloof niet is een gave Gods.
De inleider noemde Kuyper een berg en
Troelstra een molshoop. Spr. houdt niet van
vergelijkingen, doch wil zeggen, dat do S. D.
geen paus noodig hebben en daarvoor bedanken
(Applaus). Troelstra zeggen zij ongezouten de
waarheid al erkennen zij hem ten volle als
leider, doch zeggen niet als de anti-revolution-
nairen op alles ja en amen. Broeder Jaap van
Oversteeg en de ongehoorzame Staalman maken
elkaar uit voor nieteling en wat dies meer zij
en alwie het niet eens is met Kuyper of de
„Standaard" krijgt er al op heel on-chriBtolijke
wyze van langs.
De inleider zeide, dat de S. D. de Chr. arbeiders
lokken; dat is onjuist. De S. D. zeggen slechts:
„Gij zijt uw eigen vijanden, Chr. arbeiders, als
gij niet tot ons komt" doch bedanken voor
nalooperB, die tóch maar ons in den weg loopen.
Spr. trachtte nu aan te toonen, dat vele anti-
revolutionnairen vooral niet minder Btofrergo-
ders zijn dan de vurigste materialisten en zij
niet steeds hot oog naar boven gericht houden,
getuige de zgn. RogeeringB-benoemingen, het
traktement dor Ministers, do bekende zwendel-
debatton, het ridderen der hoofdlieden van de
onderkruipers, em. Is dat alles geen stofvergo
ding
De S. D. echter hebben tienduizenden opge
bracht voor de slachtoffers der staking en we ziin
er blij om, dat zooveel geld uit onze arme zak
ken ia gekomen (Applaus). Socialistische vrou
wen braohten spr. te Rotterdam 5 en 10 cent
en offerden van hun waarachtige nooddruft na
soms uren loopens op het altaar der waarach
tige solidariteit (Hoerah'e). slHh)rweg-
Zoodra Oudegecet .le ...Rum»*,
slaven weer hud opgericht, *ll?n ^war-
dat hii dubbele contributie id.i. ll i pi
faal .afstond. Spr. heeft «elf genoeg honger gelede»
om te beselleu welk groote opoflering dat is. en re
kent het «ieh een eeuwige eer, £fe Kot-
tot dezulken (Applaus). Nog Jndag .s e Koi-
terdam een coöperatie f ^,nd'A' R8l geeft
dend-jagerij beoogt, doch d 8
aan de arbeidersbeweging. De b.- l». W B
stofvergoders eu richten het oog i'-^oven en
dragen er roem eu eer op, dat lij zuus sim
MÊ»d°S'n in Duilsehland 3 n.illiem
werden uitgebracht oj» onze mannen en<itantoor
ruim 80S. D. in don Kijksdagkwamcn ielM)''
wij gejubeld en ons verheugd 111 het mooi, hoog,
nobel gevoel van ware solidariteit.
Eén maal zagen we hier te lande de zon
schijnen, op den 31 Januari 1903, toen ook h or
dat mooie, hooge, nobele gevoel van soiular tut
zich uitsprak. Thans is de zon
door enkele wolken van tweedracht eu
wolken van lauwheid, doch wij weten dut e
zon er iswij hebben haar gezien en riemen
den blik naar boven en zullen de wolken ver
scheuren en ons eenmaal weer koesteren m ue
zonnestralen der solidariteit. (Applaus).
Te 11.07 kreeg de heer O o s t e r b a a n wetter
het woord. Spr. dankte den heer W ink. dien
spr. tot dusver nog niet ontmoette, voor de
alloszin8 nette wijze waarop deze liet debat voerde
en dit overliet aan den heer Hermans en beant
woordde ni' laatstgenoemde.
Ja, er is gesproken van dr. Kuyper die rond
wandelde iu zijn oude plunje welnu, de heer
Hermans is nu óok in nieuwe plunje en spr.
zal maar niet voorlezen wat deze in „De Roode
Duivel" schreef over Z. M. Pieter Jelles I (Gelach
en geroep: Lees maar voor) en wil liever hopen,
dat do heer Hermans mettertijd dr. Kuyper even
warm zal verdedigen als hij 't nu mr.'Iroelstra
doet.
De heer Hermans heeft een citaat van dr.
Kuyper aangehaald, doch vergat gebruikelijker
wijze weer liet slot: Even rondborstig sproken
wij het uit, enz (Standaard 8141). Dr. Kuyper
heeft nooit gezegd, dat alles moet zijn ouder
keure onzer Belijdenis (Applaus).
Spr. verzoekt de vergadering te willen beden
ken, dat een debat niet kan gevoerd met de
zolen der schoonen, dooh dient gehouden met
argumenten.
Spr. wil den hoer Hermans uit den droom
helpen waar deze er zich op beriep, dat de lieer
Gerhard de geïncrimineerde woorden niet zou
hebben gebezigd. Niet de heer A. 11. Gerhard
dcch de heer J. W. Gerhard schreef ze.
De heer Hermans hoeft weer eens gesproken
van de verschillende stoelen op éen wortel des
geloofs, doch weet zeer wel, dat dr. Kuyper, de
heer Lobman en prof. Schokking mannen van
zeer verschillende roeping zijn.
De heer Hermans insinueerde, dat de Depu-
taten-vergaderingen geheim zijn. Daartoe mist
hij het recht, hij die maar al te goed weet, dat
het Comité van verweer niet alleen in het ge
heim vergaderde, maar ook in het geheim
samenzwoer (Interrupties).
De heer Hermans heeft gezegd, dat de S. D.
niet vecht tegen den adel, doch tegen het stel
sel. En het „Volk" dan en Troelstra's Vloek
zang tegen het kasteel onder Goor
De heer Hermans heeft hedenavond verschil
lende dieren gezien, vooral veel apen. Welnu,
spr. zag wolven in een schaapsvacht (geroepdat
zijn de anti-revolutionnairen).
Spr. moet nu toch opmerken, dat sommigt-u
al een heel vreemdsoortig begrip van vrijheid
toonen te hebben en verzoekt hem zoomin te
interrompeeren als hij dit den lieez Hermans
deed. Die uitroepon zijn een daadwerkelijk be
wijs, dat de S. D. vrijheid een zeer vreemdsoor
tige vrijheid is.
De heer Hermans sprak van het niet-naleven
der Tien-geboden. Welnu, juist deze zijn er om
een dam op te werpen tegen de menschelijke
hartstochten en om het menschelijk leven te
omperken. De heer Hermans noemde iets; er
zou oneindig meer van te zeggen zijn en God,
dit wetend, gaf Zijn geboden opdat de menseh
er naar zou leven, handelen en wandelen.
In de Schrift staat nergens, lat men alles
moet afstaan wat men bezit, doch wel het be
ginsel van den persoonlijken eigendom (Annanias
en Zaphira). De rijke is niet gehouden, zijn
goedcen te verdeelen onder de arme broederen.
SteUig, wij doen alle mogelijke moeite om
onze arbeiders te houden buiten uw krir.z. waar
zij zich, volgens het woord des heeren Hermans,
tóch niet thuis zullen gevoelen; doch w.j kennen
de arbeiders even goed, misschien n'g beter,
dan de heer Hermans. Wij zijn .'.ü-WAktz,
doch willen nimmer zijn volksmisleitit.- Rumoer...
Dat de heer Hermans de zoogenaamde partij-
benoemingen laakt, past hem allerminst. Hij
sprak van een Burgemeester, die vroeger roode
zonden had; welnu, de heer Hermans was vroeger
een der heftigste tegenstanders van mr. Troelstra,
dien hij nu verheerlijkt.
Dat de tractemonteu der Ministers niet zoo
veel te hoog zijn, heeft-mr. Troelatra zelf erkend,
toen hem werd opgemerkt, dat hij toch óok
f3500 trok en antwoordde, dat hij toch óokiete
moest hebben voor de opvoeding zijner kinderen.
De heer Hermans zie naar de buitenplaatsen
zijner partijgenooten to Prinsenhag*. Laren, enz,
De heer Hermans heeft gewag gemaakt van
de zivendeldebatten. Hoe durft iemand die ge-
speculeerd heeft in spoorwegstakingen nog den
mond openon over speculation in spoorweg-
waarden, vraagt spr. (Rumoer).
De heer Hermans heeft gevallen genoemd uit
deze stad, waaruit zou moeten blijken, dat en
kele anti-revolutionnairen wel materialisten znn.
Spr. heeft die gevallen niet onderzocht doch wil
aannemen, dat ze naar waarheid zijn meege
deeld en wil dun zeggen: is er reeds
w een S 1) hier sprak over de spoorwegets-
di» >u,k'n*
r L\„ .imifln tóch mee en deden (Jus
hikken k< Jal paar(j en wagen te
V, .nlieo enuii cn op 't laulete oogeublik van
T.) bok iprinpl. »«t bobben Je leiders e»«o».o
Je bok spring», i e >(>kOT
ÖS Er™ï'«rlier wintig dl. kunnen
miskin. J leugens). Den lautsten
,CC ,k Zntpb» 'eed" U pekken gehad,
meer schreeuwt nu niet en onderwerpt a an d.
''rs°prd*be)St™t'de S. D. de oproeping der
lichtingen hebben noodig gemaakt en tot staking
hebben aangezet, wotend dat de» mislukken
móest Oudegeest beeft het uitdrukkelijk uitge-
Horokèn on dus de arbeiders misleid. (Geroep.
Ra Ven misleiding. 'tWas een daad van
e£i5, Spk wil..1
beantwoordt hij slechts den heer Hermans.
Wat de zaak lor slachtoffers betreft, zegtigjr.
dat het niet dun l.oogst gewoon m da ^j d^
hen maakten hen thans steunen. Daar ligt meg
verhevens in. Maar van Chr. «jde wordt,6ok
gezorgd voor de arme slachtollorszie maar wat
Van Munster te Arnhem voor hen doet.
Gij beloofdet hun een ton per week, die Uit
het buitenland zou komenwut is daarvan te
recht gekomen? Gij stoft op uw solidariteit.
Wat is daarvan gebleken in de debatten met
Petter en op uw nachtvergaderiugen
Weet ge wel, dut de Chr. arbeiders heel wat
meer geven d.. f 1.25 per kwurtual Zie naar
hen, die 60 en 70 cent per week geven voor tiet
onderwijs hunner kinderen. In een enkel buiten-
gewoon geval geeft gij 18 en 20 cent per week
en zwetst daarover in liet publiek; wij geven
iedere week veel meer voor onze scholen en onze
kerken, doch doen er het zwijgen toe.
Gij praat over hooge en mooie en Dobele ge-
voeiens; wij geven daden aan weduwen en weezen,
ongolukkigen en kranken. Wat deed zelfs uw
hooggeroemde groote Duitsche partij Zij praatte
en praatte, doch gaf geen daden. Van Kol trof
in het hospitaal te Djocja de dochters van onzen
Eersten Minister en van jhr. Lob man verplegende
ziekten, ons niet bij name bekend. Zulke dauen
zijn beter dan uw woorden, (applaus en gefluit).
Gij spraakt van uw geestdrift toen in Duitsch-
lund 3 millioen stemmen werden uitgebracht op
uw partijgenooten; wij gevoelden geestdrift
tijdens den oorlog in Zuid-Afrika en bewezen
die met klinkende munt. (Rumoer; de politie
waarschuwt iemand voor de laatste maal zich
kalm te gedragen). Het spijt spr. dat de heer
Hermans zóo weinig invloed heeft op zijn partij
genooten, dut zij zich niet rustig houden, even
als spr. medestanders. (De heer Hermans: Ik
heb geen discipelen).
De heer Hermans zeide, dat straks de zon der
solidariteit weer zal aanlichtenwelnu, zij bleek
slechts licht voor éen enkelen dag te hebben. Spr.
wil maar niet herinneren waarvoor men elkaar
ulzoo heeft uitgescholden op de nachtvergadering,
die zeventien uren duurde en waarbij men elkaar
uit zuivere solidariteit opsloot.
De heer Hermans eindigde eens te Culemborg
zijn debat tegenover spr. met een beeld en zeide
toen ongev<er: daar woonde eens aan den oever
vuu den Atiantischen Oceaan een oude vrouw
die zag opkomen den vloed en een dweil nam
om dien te keeren.
Welnu, zoo is het ook uiet de nnti-revolution-
nuire partij, die gij evenmin zult kunnen uit-
dweilcn. Indien de S. D. A. I'. is een opkomende
vlood, dan gaat deze wel op en neer, uoeh heeft
geen voortgaande beweging.
Dat vrouwtje was een zenuwkranke; de A.R.
partij is. evenals de andere Chr. partijen, korn-
gezond. Het Chr. beginsel is als de machtige
duinen en ijzersterke dijken, die ons land be
schermen eu al wordt de vloed ook nóg zoo
boog opgezweept, toch zullen die duinen en die
dijken onder Gods zegen stand houden en deze
lage landen beveiligen tegen dien vloed.
De Voorzitter dankte hierna inleider en
vergadering en sloot rond middernacht met
gebed de bijeenkomst.
Getrouwd
Junkheer mr. C. A. J. van SASSE van
YSSELT
en
Jonkvrouwe M. V. d'AUSSAGUKL DR
LASRORDES.
Amarkss (Frankrjjk), 3 Februari 1904.
Makelaar, WEVERSSINGEL No. 11
huren en verhuren van huizen.
Leeraar in PIANO en ZANG,
ütrechtscliestraat, hoek Hellingstraat 36.
aar
heer
~u" zeKKeil: '3 er reeds oen v.ik-
eeniging? (Geroep: Zij durven niet, Dit kan
Bpr. niet beoordeelen, doch hij weet zeer wel
dut vele It. K en A. R, arbeiders wèl durven'
en ongelukkige gedachte noemde spr. het,
Hiermode hebben wij de eer
ter kennis te brengen, dat de
ntr. W. J. M van LUTTKKVELD
i wegens drukke werkzaamheden, door zijne
lot lilt dor Redactie ra,, de Nieuw
Roltordamschei Gournit in plaats »an den
mi 1 raiKi iumso, nwt 1 Februari
!.K)4 uit onze firma is ftetreden
I °°k ¥0,nr j1®* rervolft beleefd aanbe-
velend toor hetzelfde vertrouwen, als t„t
heden genoten.
Methorst 4 Van Lutterveld.
I Amkrsfookt, Februari 1904.