Dinsdag 16
Februari 1904.
PHOENIX B K O U W E R IJ,
EXPORT naar OOST- en WEST-INDIË.
No. 5463.
53e Jaargang.
Feuilleton.
6ETAN9EN
AMERSFOORT.
AMERCFOORISCEE COURANT.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dirisday-, Douderday- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.
franco per post ƒ1.15. Advertentien 1(i rebels 60 cent: elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- on onteigeningsadverteutiëii per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsrnimie. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentie» var buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9
Telephooa 19.
KENNISGEVING.
Kamer ran Arbeid voor de Bouwbedrijven
te Amersfoort.
Vaststelling Kiezerslijsten.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge
meente AMERSFOORT;
Gelet op de artikelen 15 en 18 vi n het Kiesregle-
ment voor de Kamere van Arbeid
Brengen ter algeineene kennii, dat op beden zjju
vaitgeiteld de ljj«ten, aau wijzende de patroons en de
werklieden, die tot het kieien van leden vau de
bovengenoemde Kamer van Arbeid bevoegd zy o
dat de vastgestelde lijsten voor een ieder ter in
zage liggen ter Gemeeme-8ecretarie op werkdagen van
des voorniiddage 10 tot dee namiddags 1 uur en dat
afschriften der vastgestelde lijsten, tegen beuling
der kosten, verkrijgbaar zjju.
Bezwareu tegen de lijsten kunnen binnen veertien
dagen na beden wordeu ingebracht bij Gedeputeerde
Stateu dezer Provincie.
De bezwaren moeten zijn ontleend aan het feit,
dat de Daara van den verzoeker of Van een ander
in strijd met de bepalingen der Wet op de Kamers
van Arbsid of van het Kiesreglement voor die
Kamers daarop voorkomt, niet voorkomt, of niet
behoorlijk voorkomt.
Amersfoort, 15 Februari 1904.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIER8.
De Secretaris,
B. W. Th. 8ANDBERG.
Waar het Kamerlid voor Amersfoort, jhr.
mr. H. W. van Asch van Wjjck, voor een
deel zijner kiezers sprak, vuige hier bet
verslag der op 8 dezer te Zeist gehouden
vergadering van de centrale Anti-Revolutio
naire Kiesvereeniging in het district Amers
foort hier in zijn geheel over te nemen uit de
vStichtsche Courant", het officieel orgaan
der A. R. partij in dit kiesdistrict.
Het blad zegt dan:
Dat was nu nog eenB een echt goede ver
gadering, die der Centrale Anti-revolutionnaire
Kiesvereeniging in het district Amersfoort ge
houden te Zeist, op Maandag j. 1. En we hebben
niet een heel sterk vertrouwen noodig om te
gelooven, dat zoo'n politieke vergadering vruchten
afwerpt voor het district.
We konden ..eer goed begrijpen wat een der
aanwesigen in het debat zeide, toen hij zijn
vreugde uitsprak over het welslagen: „Zulke
vergaderingen doen goed; ik begin nu te ge
looven, dat zelfs in onre woonplaats in den
donkeren nacht van het doode conservatisme
nog het licht zou kunnen dagen."
Dit was dan ook geen vergadering, waar een
spreker het zittend Kabinet stond af te kammen
en de deugden van zijn eigen eigen partij stond
op te vijzelen, speculeerende op de goedgeloovig-
heid van de kiezers; neen, hier was het doei de
band hechter te maken, die kiezers en afge
vaardigde bindt.
Ook was het er niet uitsluitend om te doen,
der vergadering de deugden van dit Ministerie
En ik, ezel, ik had hem vergeten te vragen,
die „men" was, die mg gaarne op Altendorl
zien. Ik zou hem die vraag nog wel hebben willen
naschreeuwen. Ik was woedend op mjjzelven en
toob, om ie waarheid te bekennen, in me wee bet
ook wat rustiger geworden in mjjn hart kwam een
klein beetje zelfvoldaanheid binnendringen. „Ik
weet ileohts, dat men je gaarne ziet komen," had
de ritmeeeter gesegd. Dadelijk daarop eohter
maakte ik me weer kwaadwie weet boe de ver
houding tusschen haar en den ritmeester reeds was.
Kon het geen ondergeetoken kaart lijn om haar
boosheid nog eens weer te luchten tegen m\j wiens
aanblik, naar het scheen, op baar gewerkt bad als
een roode doek op een stier Men komt op de
zonderlingste gedachten wanneer men verliefd ia,
zelfs onder het gebulder der kannonnen.
„Neen neen neen ik ga niet" snauwde ik
mijzelf toe.
„Mijnbeer Von Bobatter, mag ik u allervriendelijkst
verzoeken, niet in te slapen", met die woorden, op
ironiscben toon geuit, deed mijn kapitein mjj uit
m\jn droomerjjen ontwaken. „Afstand 1 Waar moet
een colonne nu heen, als ieder uit den trosp «elf
den afstand maakt?"
Verschrikt keek ik op, en werkelijk, minstens vijf
tien schreden in pleats van de voorgeschreven «es,
bevond ik me achter den troep. Enfin, ik ging niet
naar Altendorf, ook niet toen ik den twee-Jen dag
daarop in de nabijheid van bat goad in kwartier
en verantwoording te doen van eigen
daden, maar veeleer te hooren welke zegeningen
God gegeven heeft in de mannen die de Kroon
omringen en elkaar de roeping nog eens voor
te houden, die afgevaardigde en kiezers beiden
tegenover God en Regeering te vervullen hebben.
Maar laat ons eerst raeedeelen wat er van de
vóórvergadering mee te deelen is.
Om 6 uur werd de vergadering geopend door
den Voorzitter, da. Donner, uit Amersfoort.
Hij las Romeinen 13 en ging voor in gebed.
De notulen werden gelezen en goedgekeurd. De
Voorzitter deed mededeeling van de ingekomen
stukken. Van belang was le de mededeeling
van den heer De Waal Malefijt, dat hij door
vertrek naar Utrecht buiten het district woonde
en mitsdien opgehouden had Vice-voorxitter en
lid te «ijn, en 2e. een voorstel van Baarn om
in het statuut op te nemen de bepaling, dat
jaarlijks een vergadering moet plaats hebben,
waarop de verslagen van het Bestuursverkie
zingen plaats hebben.
De vroeger benoemde Commissie tot het na
zien van de rekening en verantwoording van
den Penningmeester bracht bij monde van ds.
Gispen rapport uit en stelde voor, dank aan den
Penningmeester te brengen en de verantwoor
ding goed te keuren.
Bij do bespreking over de financiën werd er
nadruk op gelegd, dat de kiesvereenigiugen «ijn
die totaal niets doen voor de kas der Centrale
en elke vraag daaromtrent onbeantwoord laten.
Besloten werd, die nalatigen op te wekken tot
hun plicht. Er iB thans een tekort van f34 en
met net oog op de verkiezingen in 1905 moet
er na reeds gezorgd worden, dat er geld komt.
Het voorstel- Baarn om vast ééns per jaar te
vergaderen, werd, geamendeerd door den heer
De Koning, na eenige bespreking aangenomen.
In Januari «al voortaan vaat de Jaarvergadering
der Centrale gehouden worden.
Wiji in de laatste jaren de periodieke aftre
dingen niet hebben plaats gehad, trad het ge-
heele moderamen af. De aftredenden werden
evenwel herkozen. In de vacature- De Waal
Malefijt werd gekozen de heer Jn. van Zanton,
van Zeist.
Inmiddels was het half acht geworden en de
zaal gevuld met leden en geestverwanten.
Jhr. mr. H. W. van Asch van Wijck, afge
vaardigde van het district Amersfoort, begon
«ijn rede met te danken voor de vereerende
nitnoodiging om voor «ijn kiezers te mogen
optreden. Hij is niet gekomen om verantwoor
ding te doen van zijn daden, niet als een, die
verslag komt doen van de wijze waarop hij een
opdracht heeft vervuld.
Zoo'n afgevaardigde «oudt gij niet begeeren.
Dan waart gij niet anti-revolutionnair; dat
eischen de partijen der revolutie. Onze kiezers
moeten van hun afgevaardigde weten, dat hij
staat op 't beginsel, dat hij a&t beginsel onder
schrijft en beleeft, on dat blijft ia het partij
verband. Wat wij noodig hebben, is te versterken
de zedelijke band die tusschen afgevaardigde en
kiezers bestaat.
Nog altijd zijn er zeer velen, die zich een
verkeerd denkbeeld vormen van de taak van
een afgevaardigde- Zeker het is een eer, waardig
gekeurd te worden de belangen van land en
volk mee te mogen behartigenmaar naast de
bekoring van dit ambt staaD groote moeilijk
heden om de taak naar behooren te vervullen.
Die taak is niet licht en eischt volle toewijding.
Vroeger was de taak lichter, maar nu is die
taak zeer veel omvattend. Een afgevaardigde
moet de zittingen bijwonen, de stukken, die
elke post aanbrengt, nagaan, wetsontwerpen be-
etudeeren, allerlei zaken onderzoeken; en zich
in vele kwesties inwerkenen dit vraagt alle
kracht.
Er zijn kiezers, die een afgevaardigde beoor-
deelen maar het aantal malen die hij spreekt.
Was deze maatstaf goed, dan zouden de Sociaal
democ.v.len wel de voortreilijkste afgevaardigden
zijn.
Maar spr. zegt, dat dikwijls het veel moeilijker
is te «wijgen en «wijgen meer overeenkomt met
's Lands belang.
De positie onzer partij is geheel anders dan
vroeger. Vroeger vormden we de partij der op
positie, nu die der meerderheid. Thans moeten
we verdedigend optreden, waar we vroeger aan
vallend te werk gingen. De oppositie kan
critiseeren, wenschen uiten, «onder te letten op
de moeilijkheid om een wensch in een wet om
te «etten. Nu vormen we de partij op wie de
Regeering steunt; we moeten soms wenschen
opgeven, al zou de verwezenlijking ook wezen
Opvereenkomstig onze beginselen.
De Regeering steunen, dat is nu de taak. Dit
beloofde Bpr. aan den Voorzitter bij «ijn ver
kiesing en naar zijn weten heeft hij deze be
lofte soo goed mogelijk ingelost.
Spr. zette uiteen, dat «ijn raeenig over den
tegenwoordigen gang van zaken anders was dan
die des hoeren Staalman. Deze, gekozen uit de
zelfde actie, het zelfde program belijdende, lid
van een onzer kiesvereenigiugen, is veranderd
sedert de Christelijke partijen in de meerderheid
kwamen. Toen het kabinet-Kuyper optrad, ge
vormd uit de verschillende partijen der rechter
zijde, een zuiver coalitie-kabinet dus, heeft hij
niet geprotesteerd en was mitsdien verplicht te
steunen.
De heer Staalman heeft zich niet aangesloten
bij de Kamerclub, maar men zou verwachten,
dat hij toch zooveel mogelijk in gewichtige
kwestie's de Regeering zou steunen. Juist het
tegendeel is waarin belangrijke zaken is hij
de bondgenoot van Vrijzinnigen en Sociaal-de
mocraten die het er op toeleggen, het Ministerie
ten val te brengen.
Dit vindt zijn oorzaak in het feit, dat Staal
man eischt, dat dit Ministerie «al zijn zuiver
anti-revolutionnair en «ich «al bepalen aller
eerst tot uitvoering van het program van urgen
tie der anti-revolutionnaire partij d. i. zorgen voor
billijke tarieven, dat het bjjzonder onderwijs
meer geld krijgt en dat de peusioenverzekering
door de wet worde voorgeschreven.
Spr. zou nog kannen begrijpen, dat de heer
Staalman hierop aandrong, als de Regeering
deze dingen negeerdemaar we zien, dat de
Ministers ook deze punten trachten te verwezen
lijken.
Mr. Troelstra heeft Staalman de horzel ge
naamd, die om Minister Kuyper's hoofd gonsde
en Bpr. is het niet vaak met den heer Troelstra
eens, maar deze vergelijking vindt hij treffend.
Wil men Staalman goed begrijpen, dan moet
men hem vooratellen als de apostel der teleur-
gestelden. Ook onder de anti-revolutionnaire
partij zijn teleurgestelden. Het zijn zij, die hebben
gemeend dat, nu deze partijen in de meerder
heid, alles in eens veranderen zou. Nu dr. Kuyper
premier was, zou alles anders worden en zouden
ook in eere komen, die niet in aanzien waren.
Evenwel nu zien ze, dat hun wenschen niet
verwezenlijkt worden, ja zelfs, dat liberalen
worden begiftigd met hooge Staatsambten, de
werkman de pensioen-verzekering nog niet in
den zak heelt, de besturen der Christelijke
scholen nog geen geld in de kas hebben, en
nog «ooveel meer. Is dan dr. Kuyper nog wel
de zelfde Heeft misschien de wereldsche groot
heid ook zijn sienswijze gewijzigd? Het kon zoo
anders, meenen ze, en ze zijn teleurgesteld.
Indien ze dit zijn, hebben ze het zioh zei ven te
wijten. Ze hebben wenschen gekoesterd, die nog
niet te verwezenlijken zijn. Dr. Kuyper kan wel
veel, maar niet allea.
Spr. beschrijft wat al niet moet gebeuren vóór
een wetsontwerp bij de Tweede Kamer kan in
komen en voorts hoeveel nog, vóór het kracht
kwam te liggen.
Ik werd beet goed bjj een rjjken boer ingekwar
tierd. De gemeente bad de dorpsjacbt gepocht, mijn
hospes vroeg me el spoedig of ik jeger was. Toen
ik dit bevestigde, bood bjj mg zjjn go weer en sjjn
hond ten. De patrijzenjacht was juist des daags
te voren geopend, ik asm het verlof tot jagen dan
ook met alle graagte aanhet geweer echter wei
gerde ik, daar ik er zelf een bij me bad. Hjj wees
mg op de kaart waar zich het jaohtgebied bevond
en «oo maakte ik mjj des middags om twee uur
op weg.
Ik bad mjjn rglaarien aan, maar zonder sporen
verder was ik gekleed in een grjjz jachtoottuum
waar overeen jachttasoh, en met een verregende vilten
hoed op het hoofd, doorkruiste ik mot Ben, den
hond, de velden. De hond „stond" uitstekend, de
de patrgzen eobter hielden zich slechtdesniette
genstaande had ik toch vrjj spoedig oen halfdozgn
aan mgn weitasoh hangen. Als harutochlelgk jager
gaf ik me heelemaal aan de edele kunst vau Diana
de Igd vloog om, en, wat nog het beste wes, voor
den eersten keer vergat ik mgn onzinnige liefdes-
gedachten.
Een lange aardappelenakker kwam nu aan do
beurt. Het geweer gereed om te schieten, met groote
nauwlettendheid de bewegingen van Ben volgend,
had ik zoowat het midden van den akker bereikt,
toen de hond plotseling stond. „Los", zei ik, hij
sprong toe, fladderend vlogen de vogel» op, ik riohtte
het goweer in de hoogte paf eenige voeren
vlogen rond paf weer warrelden veeren rond
ik bad een sobitterende „doubletle" gemaakt.
Vol ijver apporteerde de hond en bracht mij eerst
de eene en later de tweede vogel, die een twiutig
schreden verder gevallen was.
Er lag iets els bewondering in de verstandige
oogen van den hond, toen hjj ze voor me neerlegde.
Ik prees hem, zijn «achten kop streelend. Plotseling
schemerde iets heldert asn den rand van het boscb
ik tuurde even een vrouwelijke gestalte. Was het
waarheid? Kwelde me geen droombeeld? Neen
neen in levenden Ijjve stond ze voor me, Lilly,
mjjn mooie, slanke amazone.
Ik was zóo van verwondering overstelpt, dat er
een heele tijd verging vóór ik er bewust van was,
dat ik mgn hoed moest afnemen. Wat er verder
gevolgd is, weet ik werkelijk niet; plotseling be
greep ik, dal het zeer onbeleefd van mjj geweest
was, dat ik nog geen bezoek had gebracht. De jonge
dame kwam, even haar kleed opnemend, naar mg
toe; een groote Deentche dog volgde hoer.
„Men moet dut tol u komen, daar het n niet be
lieft, sich met ons te bemoeien" oei ze, terwijl >k
nogmaals mgn hoed afnam.
„Ik verzoek u mg te veroulaohuldigen,juffrouw—",
zei ik zeer vorlegen, „maar
,J», natuurlijk, „maren" zijn er genoeg, maar geen
als men ernstig wil. Maar overigen*, mijnbeer Von
Schatter", zjj keek me van onder den breedeu Flo-
rentijneohen hoed vlek in het gelaat, „moet ik u
„Waarom T' zei ik, maar begon toob iets te be
grijpen.
„Omdat u op het Altendorfer jaohtgebied hebt
gejaagd", voer sg voert „zonder eerst verlof daartoe
aan mgn oom te hebben gevraagd."
„Dan verzoek ik u wel om verontschuldiging, dat
ik in mijn joohtjjver de grenzen ben overschreden;
men heeft injj te Miihlbeok verlof tol jagen gegeven."
„Dat geloof ik ook wel, want u hebt zijn hond."
Verder kweiu ze echter niet, went achter ons
hoorden we eeu heidensch leven. De beide honden
waren, na de gewone brom- en omtrekkinge-prelimi-
nairen, in een woedenden strgd geraakt. Mijn geweer
wegwerpend, sprong ik onverwijld toe en pakte Ben
met de rechter en den ander met de linkerhand
terwijl Lilly niet minder vastberaden toegreep; sóo
gelukte het ons, de beide honden weer te scheiden.
Meermalen kwamen onie handen daarbij oiel
hartelijk, maar toob krachtig met elkaar in aanra
king.
Nu stonden wjj tegenover elkaar, elk een woeden
den hond vasthoudend. Haar aardig getichtje was
wat rood er dan gewoonlijk, wal haar intuaschen héél
goed stond.
Ik wou mgn hond straffen, natuurlijk alleen,om
dat ik beleefd wou sgn, en hod bem reads den eer
sten slag toegebracht, toen de jonge dame uitriep:
„Laat dat nu loch waarom slaat u dien houd, ae
mijne was toch de schuld van alles; h|j doet altjjd
zoo met groote honden. U moet niet onreohtvaardig
zijn" daarbij Kif ze baar hond een pear flinke
slagen op den rug. „Koeet, Ralf terug 1" De hond
gehooraaamde en keerde met den staart tusschen de
beenen om.
Zij bond den hond daarop aau baar zakdoek vazt.
„Maak u uw hond nu óok vaat, mijnheer Von
Schatter", zei se, ,.en kom inel mjj mee." Haar toon
was sóo bevelend, dal ik eenvoudigweg aleohta ie
gehoorzamen had. Ik ergerde er me natuurlijk over,
wat wel niemand me kwalijk zal ueraen.
„U hadt generaal moeten worden, juffrouw Von
Baraingen", antwoordde ik. „Overigens tie ik niet
in, waarom ik nae zoo moet laten bevelen en"
ik verminderde mijn grofheid wat „in dit ooetuum
kan ik toch mijn opwachting niet maken."
Zjj zag me van het hoofd tot de voeten aan en
begon toen bardop te lachen.
e