Donderdag 18 Februari 1904. No. 5464. 53e Jaargang. Feuilleton. SLATER PALMEK te Londen, AMEBCFOORTSC FIRMA A- H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dingdag-, Donderdag- >>u Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post /'4.15, Advertentiön 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, officieele- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; eikeregel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekeniDg gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentie» van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telepkooa 19. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER ea WETHOUDERS ven AMERSFOORT, Brengen ter algemeene kennis, dat de, ingevolge art. 17 ven het Koninklijk Beeluit ven 16 December 1902 (Steetsbled no. 222) opgemeekte elpbebetisohe lijst, bevattende de nemen der in deze Gemeente metterwoon gevestigde eigenaars of beheerders van éen of meer ter vordering aan te bieden paarden, voor eenieder op de Secretarie dezer Gemeente ter inzage is nedergelgd. Amersfoort, 16 Februari 1904. Burgemeesters en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJT1ER8. De 8eorataris, B. W. Th. 8ANDBERG. De BURGEMEESTER vau AMERSFOORT, brengt ter kennis van de ingezeteneu dezer Ge meente, dat de door den Directeur van 's Rijks di recte belastingen euz. te Amsterdam executoor ver klaarde kohieren Noa. 9 en 10 van de PERSONEELE BELASTING over het dienstjaar 1903 aau den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier sjjn ter ha nd gesteld, aan wïen ieder verplicht is, zijnen aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoeu. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Amersfoort, den 18. Februari 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Hulde van. het garnizoen aan EL M. de Koningin-Moeder. Waar anders slechts de chambrière knet tert en alleen het laug gerekte »ma-a-arrsch" van deu instructeur en diens rytbmisch »éen twee, éen twee" gehoord wordt, weer klonk gisteravond in de keurig versierde nieuwe rijbaan naast de Kazerne voor be reden wapens telkens daverend handgeklap. En in stede van den alles bespiedenden blik van den Directeur der Rijschool of den ritmees ter-instructeur in het raanège-kamertje, nu een zeer talrijk publiek, meest aburgers", wier kleeding, aan deze plaats vooral, zoo eigen aardig deed tusschen do uniformen dor officieren van de verschillende wapens, en bovenal keur van dames, zoo uit de stad als uit de omstreken, opgegaan om getuige te zijn va» de hulde die het groote garnizoen ging brengen aan H. M. de Koningin-Moeder, waardoor net een flinke bijdrage zal storten voor Haar stichting, bet onvolprezen «Oranje Nassau-oord". Alle wapens en dienstvakken hebben er toe meegewerkt, het feest zoo luisterrijk mogelyk te doen zijn. Al vroeg heeft de Genie beslag gelegd op de Rijbaan en deze veranderd in een vrien delijk circus met mooie verlichting, een flink ampbiteater waarop stoelen, van een der GEVANGEN. 6.) „Zoo bevalt u mq en daarom moet u met me meemaar daarom niet alleen, ook omdat ik u al* wildatrooper moet uitleveren. Bovendien weet u nog niet, boe ik heet." „Lilly voa Barsingsn." „Heelemaal niet. Moet de nicbt dan altjjd al» de oom heeten 7 Ik vind bel ander» wel aardig, dal u het tenmlmte de moeite waard vond, mjjn voornaam te onthouden, ofschoou u m\j, en dat neem ik u wèl kwalijk, nog in 'tgebeel niet naar mqn naam hebt gevraagd." Sapriiti ce bad gelijk zeker geloofde ze nu, dat ik heel geen belang in haar «telde, en dat was toch niet bel geval. Ik had niet andere gedacht dan dat ■ij Von Baningen heette „Neem u 'tmq niet kwalijk." „U ia »oo eigenaardig" ik trok een zeer dom gezioht „maar ik sal het u vergeven, want u hebt tooh mqn voornaam onthouden." „Hoe sou ik die vergeten hebben 7" ik vatte weer moed. Met een eigenaardigen blik lag «e me aau. „En u wa» «oo grof tegen me." Ik werd verward. „Hoe beet u dan?" vroeg ik, »oo onhaudig al» een schooljongen die een meiije met een lange haarvlecht en een ichooliasch vau achteren aan- ■preekt. „Vraag u mijn oom daar maar naar, die weet het wel. Nu gaat u eohler al» mq gevangene met me Sociëteiten geleendde anders kale muren versierde zij met vlaggentropeëen en groen en schildjes met de wapens der Provinciën gaven door haar zorg nu kleur aan de lange en anders zoo eentonige zijwanden. De Commissie bestond uit de heerenH. G. J. Swaving, luitenant-kolonel le regiment veld-arlillerie, waarnemend garnizoens-eom- mandantmajoor J. H. van der Burg, kapi tein H. 1. von Santen, en luitenant-adjudant M. D. J. de Jongh, van het 5e regiment infanterie; luitenant H. G. J. Maas Geeste- ranus, van het eskadron ordonnansen rit meester jhr. J. L. Mock en luitenant A. Simons, van het le regiment huzaren; rit meester jhr. E. W. von Wrangel auf Linden- berg, van de Rijschoolkapitein O. L. G. F. Abersou en luitenant J. H. van Reede, van het le regiment veld-artillerie. Zij heeft alle eer van haar werkvoel overleg is noodig geweest om zulk een feest zóo voor te bereiden en zóo ie doen slagen, maar thans ook mag zij met voldoening terugzien op haar veelomvattenden arbeid, want niet alleen ondervond zij de grootst mogelijke medewerking van het geheele garnizoen doch ook de burgerij, zoo uit de stad als de omliggende Gemeenten, liet zich niet onbetuigd. De stafmuziek van het 5e regiment infan terie opende het feest omstreeks kwart voor achten met een opwekkende marseh en Van Aaken's kapel deed wonderen bij de bege leiding der verschillende nummers. Men moet wel een hoogst bekwaam dirigent zijD om zóo elke beweging vau gymnast en wielrijder, ruiter en paard te doen samen gaan met de muziek. De militaire wielrijders van het 5e regiment infanterie maakten hei eorste nummer en gaven zeer sterke staaltjes van bedrevenheid te zien op de betrekkelijk kleine oppervlakte van het plancher, waarop het zaalryden plaats had. Vooral het jeu de rose, door drie hunner aan het slot van dit nummer uitgevoerd, oogstte veel applaus. Twaalf leden van de onderofficieren gym- nastiek-vereeniging «Lycurgus", van het 5e regiment infanterie, voerden hierop plaats- oefeningen uit. Hun Directeur, sergeant VV. A. Loos, bezitter van de acte gymnastiek M. O., had alle eer van zijn instructie. Alles ging onberispelijk. Terwijl het plancher werd weggenomen voor de volgende nummers, waarvoor de geheele uitgestrektheid der rybaan noodig was, vermaakte een huzaar, voor dezen feest avond in clown getransformeerd, de talryke toeschouwers met zijn grappen. Hij moet dikwyls - in een circus gezien hebben en heeft h le kunst goed afgekeken. Zoo wel zijn koorddansen op een op den grond uitgestrekte chambrière als het levend popje in het bierglas waren heel goed, maar het grootste succes had hij toch met zijn waar lijk geestig bedachte persiflage op de Amers- foortsche kei-trekking. De Hongaarsche post, gereden door drie mindere» van de bekende zwarte batterij van het le regiment veKl-artillerie, was een prachtig nummer. Vooral de jonge korporaal die bet eerste vierspan mende, stond als saamgegroeid met zijn achterspan, maar ook de beide overigen toonden zeer bekwame ruiters te zijn, die hun vurige paarden vol komen in hun macht hadden, óok als deze, door het ongewone licht, de muziek en het applaus, 'teens waagden uit te breken. Volgde een pantomime, door ordonnansen uitgevoerd, welke gelegenheid te over gaf om sterke stukjes van rijkunst te doen zien. De intrige was deze. In een hacienda, naar het model van Aimard, woont een waard met een beeldschoone dochter. De herberg heeft natuurlijk druk bezoek en de schoone coquetteert met alle bezoekers, die, om haar hart te winnen, over horden en andere hindernissen springen, dat het een aard heeft. Een Engelschinan, die natuurlijk niet springen kan, komt om een paard te koopen. Na het dier, dat geheel los alle hindernissen ge nomen heeft, van alle kanten en zelfs door en door bekeken te hebben door zijn binocle, gekocht te bobben, toont hij op zijn beurt een uitstekend ruiter te zijn. Andere reizigers komen, voeren eveneens equestrische kunst stukjes uit en makeu de jongedame het hof, zóo zelfs dat zij er in toestemt, zich te laten schaken, De papa-waard en een oude vrouw, die met sinaasappelen vent, worden uit het huis gelokt en gekneveld en een wilde jacht begint over alle hindernissen heen, de ge schaakte juffrouw vóór haar geliefde op 't paard. De eerste vier touristen komen terug, vinden het huis leeg en ontdekken ten slotte den waard en 't sinaasappel vrouwtje. Na, in hun opwinding om hen te bevrijden van de louwen waarmee ze gebonden zijn, hen uogat aardig hardhandig te hebben behandeld, zet men gezamenlijk de gevluchte schoone achterna. Een dolle ren volgt en na veel ge- spektakel krijgen de jongelui elkaar na een geweldigen rit en manhafte verdediging, waarbij aan weerszijden heel wat revolver schoten worden gewisseld. Onnoodig te zeggen, dat ook in dit num mer groote bedrevenheid in paardrijden werd ten toon gesteld, niet het minst door de huzaren, die de damesrollen uitbeeldden. Na de pauze volgde het pièce de résistance, een caroussel gereden door acht officieren van de Rijschool, de luitenants E. H. Juckema van tiurmania baron Rengers van Warmen- huizen, R. van Manen, R. W. baron Van Dedem, J. D. Ninaber, jhr. J. H. A. P. von Schmidt auf AltenstaJt, W. J. Jeltes, H. A. C. Fabius en jhr. J. W. Godin de Beaufort. Een prachtig nummer, subliem uitgevoerd en dat dan ook daverende toejuichingen lukte. Nu kwamen de minderen weer aan de beurt, die voltigeer-oefeningen te zien gaven, welk-; klonken als een klok. Enkelen wipten over zeven paarden alsof 't zoo niets was. Drie wachtmeesters, reden nu een jeu de rose. Heel lang duurde het eer die der Ordonnansen zijn strikje moest laten in de hand van een zijner beide belagers, kameraden van de veld-artillerie. Prachtig waren de korte wendingen, keurig de échappes. Tot slot volgde een schermnummer, de colonne-geweer waarmee de 16 miliciens der jongste lichting van het 5e regiment infanterie reeds zooveel succes oogstten op het jongste wapenfeest van den Onderofficie ren bchermbond. Toen, na de onderstelde cavalerie-aanval, de kranige soldaatjes weder opstonden en knielend een groote E vormden, alle overige deelnemenden er keurig omheen gegroepeerd, en de muziek het Volkslied aanhief, stemden allen in met de hulde hier door aan H. M. gebracht. 't Was éen lang gerekt, enthusiast hueiee- geroep, dat dit prachtig slotnummer van het boven aller verwachting geslaagd feest op Deze courant is gedrukt met de conranl»inkt van de firma vertegenwoordiger J. J. HAHVSElC, kantoor en magazijn Cornelis Trompstraat 1 HOTTEitn IV. mee. Nee nee nee Keen tegenspraak, op het l»ud maakt men geen omslag, u is in uw jachtcostuum heel goed courfiihig. -- Neen ik laat u niet goedwillig gaan en wel om een «rat egoïste reden gisteren is er namely k eeu seer vervelende, dikke kolonel bjj ons ingekwartierd ge worden." .Toch niet kolonel 8tahldorf?" „Ja" tij hield verschrikt op „waarom kijkt u me loo aan „Die seer vervelende, dikke kolonel is mqn oom." „U maakt mq niet bang „Op mqn woord." „Dat spjjt me; maar mqn oordeel verandert er niet door. En sjjn adjudant ia honigsoet; bq maakt mq op leven en dood het hof; ik kan hem echter niet uitstaan." „Dan sal hjj wel mooie dingen hebben moeten hooreo." „Volstrekt niet. Ik behandel hem met de grootst mogelqke koelheid; en daar de oom eveneens xoo weinig interessant is „U hebt gelqk, als nsef weet ik dat het best." „En omdat de adjudant sich soo interessant wil maken, ben ik na tafel weggegaan, en was het ge luk mq too gunstig, iemand te viuden, die ik als besoeker kan meebrengen." „Als ik nu ook maar uiet vreeselqk vervelend ben." „Neen, dat is u niet «ooveel ken ik u al." „Of dat ik me interessant wil makeu, evenals die goede Kirohlandeu 7" Ze isg roe ondersoekend van ter sqde aaneen bijna verborgen lachje «weefde om haar mond. „Probeer het maar eens," gei te en voegde er da delijk aau toe: „bq u heb ik er misschien pleisier in. Maar vooruit, gevangene, geen tegenstand meer ik heb geen sin me langer bier in de son te laten braden. Uw hond gaat óok mee. Lieve hemel, u weet niet, hoe blij beu, dat het vauavond niet too vervelend op Altendorf tal sjjn." Op den weg naar het landgoed ouderhielden wjj ons heel genoeglijk met elkaar, levendig en onge dwongen, geheel tooals dat do aard der jongedame meebracht. Zeer vriendelijk begroette de heer Von Barsingen mq en stelde mij aan sjjn vrouw voor, een senigstins corpulente dame, die sich eobter rroolijk en opge ruimd wist te bewegen. Mjju oom „de verveleude", tooals Lilly hem noemde, hield, ofschoon eeu flink en bekwaam officier, ver- basend van alle uiterlijke vormentoen hij mq dan ook tag iu mijn «onderling kostuum, fronste hq geweldig sjju wenkbrauwen en eoheeu van plan te sijn, zjju neef cone flink onderhanden te nemen. Lilly trad evenwel enorgisch voor mij op. „Neem mij niet kwaljjk, kolonel, maar dexe lui tenant is mqn gevangene, een op heeterdaad betrapt wildstrooper, door mjjtelf gevangen genomeu on dus ouder mjju bescherming staand." „Dan schenk ik natuurlijk vergillen»overigens moet ik u voor hem waarschuwen sjjn geheele leven heeft hjj nog niets dan domheden uitgevoerd". „Dan bevalt hjj me nóg beter," aei se op haar open, ronde manier; ik voelde een steek in mqn hart, toen ik dat hoorde. Ik sag haar met verheugde oogen aausjj lachte me onbevangen toe. „Daarbjj moet u sich evenwel nieteinbeelden" sei se tegen me. Ik boog evenwel tooh, want ik voelde me wel degeljjk gevleid. Kircblanden, de lange tuagero adjudant, gekleed en opgedirkt too dat men hem wel door een ringetje kou halen, kon natuurlijk nie. nalaten, my een paar stekon over mjjn kleeding te geven. Vau hom ging het gerucht, dat hjj altjjd eeu kiet voi vau de heerlijkste essence» en geurdorjjeu mee sleepte. Tegen hem vond ik bij Lilly geen bescherming, maar moest mjj zelf tegen hem verweren. Hjj beschouwde mij bovendien nog als een in dringer op sjjn gebied, dat hjj als een teer on- vrucbibareu akker trachtte te bearbeiden. Oodanks alles verliep de avond seer gesellig. Een goed diner, waartoe ik ook met mjjn acht patrjjsen bijdroeg, heerlijke wqnen, overheerlijke sigaren en een seer gesellig onderhoud, dat in 't bjjtonder door Lilly in een seer opgeruimd tempo werd gevoerd, maakten alle harten bljj eu vrooljjk, Kircblanden, die nu en dan bq sjjn buurvrouw, naast wie ik sat, wat meer oplettendheid dan gewoonlijk vond, het geen overigens heel natuurlijk was, waut sjj kon tioh toch niet altjjd tot mq wenden, tooude sioh seer geschikt; oom en tante Von Barsingen waren nogal opgeruimd en injja waarde oom, de kolonel, vertelde waarljjk nog een mop, de eenige die ik mqn heele leven van hem gehoord heb. Ik heb hem he laas vergetende wereld heeft or eohler niets bjj verloren. Toen ik met Ben, die in do keukeu een rijkelijk maal bad bekomen, laat in den nacht bq onder gaande maan over den stoftigen laudweg naar hui» trok, guvoelde ik me zoo verheugd en gelukkig als slechte hjj kau begrijpen, die evenals ik tot over de ooren verliefd is geweest. Eu dat wae ik vergissen was uiet meer mogelijk. Ik meende seker het bruidje reeds veroverd te hebben. Zooals wel te begrjjpon is, maakte ik den volgen den dag iu een onberispelijk kostuum mjjn opwach ting et) werd ik nogmaals aan tafel genoodigd. Eenige dagen later kwam er evenwel bevel van kwartier te verandereu en wq trokken ver weg. (ITer* «srseferf.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1