Maart 1904.
No 5477
53e Jaargang.
Feuilleton.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post fi.ib. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten eveuals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT9
Telephoon 19.
P? IJ die zich met ingang
m lli van 1 April a.s. op
Wdit blad abonneeren,
ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers
GRATIS.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op artt. 6 en 7 der HINDERWET,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door H. WALKENHORST ingediend verzoek,
met bijlagen, om vergunning tot het oprichten
lo. van ëene Smidse en plaatsing van een
gasmotor van 3 paarde krachten2o. eene bewaar
plaats van benzine in het perceel alhier gelegen
aan den Utrechtschenweg, bij het Kadaster be
kend onder Sectie C. No. 1133. op de Secretarie
der Gemeente ter visie ligt, en dat op Donderdag,
den 31. Maart aanstaande, des voormiddaga to
half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt
gegoven om, ten overstaan van bet Gemeente
bestuur of van een of meer zijner leden, bezwaren
tegen hel oprichten van de inrichting in te
brengen.
Amersfoort, 17 Maart 1904.
Burgemeester «n Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIER3.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT,
brengt, ter voldoening aan de aanachrq ving, opge
nomen in de Provinciale Bladen van Utrecht no. 42
en 43 dez«8 jaars) ter kennis van belangstellenden,
dat in de Gemeenten Harmeien en Utrecht een
geval van MILTVUUR is voorgekomen.
Amersfoort, 18 Maart 1904.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDER8 van
AMERSFOORT,
brengen ter algemeene kennis, dat dé Zuidsingel-
gracht achter het huia gelegen wyk AaaadeLauge-
straat no. 1, eigenaar A. J. van Zaiingen, tijdelijk
tot 1 April a.s. is afgedamd, soodat de vaart aldaar
gestremd is.
Gedaan te Amersfoort den 19. Maart 190-*
Burgemeester en Wethouders voo:aoemd.
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretaris,
B. W. Th. SANDBERG.
Indirect nut.
Joan van Oldenbarneveld
in de lijst van zijn tijd.
hoor
A. M. KOLLEWIJN Nz.
Eenige maanden geledon, aldus schrijft dr.
Vitus Bruinsma in de »Bildtsche Crt.", toen
bet onderzoek der Begeering naar het voor
komen van de adenoïde vegetaties in de neus-
keelholte by schoolkinderen een aanvang
nam, hebben wij aan deze eigenaardige
kinderkwaal een artikel gewijd. Sedert zyn
de onderwijzers, zoowel die der bijzondere
als die der openbare scholen, aan het werk
getogen en hebben op hun lijsten ingevuld,
welke leerlingen met open mond zaten,
klaagden over hoofdpijn, achterlijk in het
leeren waren, met een neusklank spraken
of stotterden, last van oorpijn of har lboorend-
heid hadden, en aldus de kenmerken ver
toonden van wat men in het Hollandzcli de
aklierachtige woekeringen" in de neuskeel-
holto kan noemen.
Aan voorlichting heeft het hun daarbij
nies ontbroken. Na de vroeger besproken
brochure van prof. Guye verscheen van de
zelfde haud nog een tweede; daarop volgde
een uitvoeriger van den Amsierdamschen
keelarts dr. H. Burger, terwijl ook in tijd
schriftartikelen het onderwerp besproken
werd.
Intusschen was men niet overal even inge
nomen met het onderzoek. Een der be
kwaamste deskundigen, de schrijver van
laatstgenoemde brochure, oordeelde, dat de
cijfers, die op de voorgenomen wijze, door
de onderwijzers alléén, zonder hulp van ge
neeskundigen, zouden worden bijeengebracht,
weinig waarde hadden. De genoemde ken
merk 'n konden toch in het minst niet als
onfeiloare kenteekenen vari de bewuste kwaal
beschouwd worden, daar nu eens dit, dan
weer een ander kenmerk achterwege bleef
en somtijds zelfs de adenoïde vegetaties voor
het oog van den onderwijzer geheel verborgen
moesten blijven. Dr. Burger noemde daarom
de verzameling van opgaven, die men op
deze wijze in Den Haag zou krijgen, Been
zonderlinge statistiek", en zou bet niet be
treuren, als de cyfermassa's op papier in
rook en asch verdwenen.
Maar toch juicht de zelfde deskundige het
toe, dat het onderzoek is aangevangen, omdat,
nu de aandacht der onderwyïers voorgoed
op deze kinderkwaal is gevestigd, zij geleerd
hebben hun klasse met een »adenoïden-
zoekenden" blik aan te zien, en ouders en
4.)
Nu werd Oldenbarneveld met Justinus naar
Engeland gezonden, waar zij stormachtige bij
eenkomsten met koningin Elizabeth hadden. Zij
bezwoer met menige vloek (ze kon zo vloeken),
dat zij ook vrede zou maken met Filips II, gaf
de raad dat de Staten dat eveneens zouden doen,
en eiste dat deze haar terstond het miljoen pond
Sterling zouden betalen, dat zij van hen te vor
deren had. Aan deze eiB was onmogelik te vol
doen, en nu gelukte het aan Oldenbarneveld de
gevorderde som terug te doen brengen tot
800,000 pond sterling, maar met de bepaling,
dat de pandsteden Den Briel, Vlissingen en
Rammekens door troepen van Elisabeth bezet
zouden blijven, totdat ae gehele schuld zou zijn
afbetaald.
Oldenbarneveld gevoelde al het gewicht van
die bepaling. Zolang toch die zecbeheersende
pandsteden in Engelse handen waren, konden
de Verenigde Provincieën zich nauweliks als
onafhankelik beschouwen, en als het tot een
vrede tussen Engeland en Spanje kwam, bestond
'de kans, dat de Engelse garnizoenen door
Spaanse werden vervanger, en zou de vijand
zich genesteld hebben in de twee gewesten, waar
hij toen in geen 22 jaar had kunnen binnen
dringen.
Het gelukte eindelik aan Oldenbarneveld do
toorn van Elisabeth door zijn welsprekendheid
te bedwingen, en haar zover te krijgen, dat zy
geneeskundigen daardoor op het vermoedelijk
voorkomen van dezen vijand der lichamelijke
en geestelijke ontwikkeling der jeugd zullen
utteni maken.
Dit zou dus een indirect nut van het
cijfersvprzamelen der Hege^riDg zijn.
Wy bnpen, dat daaraan nog op tv.ee wijzen
eenig ander indirect nut zal toegevoegd
worden.
Al waren de cijfers, welke de Reg enng
van de onderwijzers ontving, volkomen be
trouwbaar, dan zouden die wel op zich zelf
interessant, maar toch zonder voordeel voor
de lyders aan de kwaal zijn. Of men nu
al weet hoeveel jeudigde lijders aan deze
klierachtige woekeringen er in Nederland
zyn, 2 of 5 percent der schoolkinderen of
meer, dit is minder gewichtig dan het ge
nezen der patiëntjes. Daar komt bet op
aan.
Nu is de heelkundige operatie, die daar
voor moet verricht worden, slechts van ge
ringen omvang, maar zij is toch van dien
aard, dat niet iedere arts, die zich er gewoon-
)yk niet mee bezig houdt, er toe zal willen
overgaan, zoodat zij in den regel wel aan
neus-, keel-, en oorspeciaüteit zal moeten wor
den toevertrouwd. Dezulken vindt men echter
slechts in de steden van eenigen omvang,
en men kan niet eischen, dat zij hun kennis
en bekwaamheid voor iedereu ri.in-of onver
mogende ^e'ueel of bijna geheel gratis zullen
ter beschikking stellen. Voor vele lyders,
vooral voor velen in kleine steden en op
het platteland, is dus de vereischte heelkun
dige hulp in deze niet anders te verkrijgen,
dan door een financieele opoffering, die de
krachten der ouders verre te boven gaat en
het is daarom naar onze menning plicht van
de Regeering, nu zij zich officieel met deze
kwaal is begonnen te bemoeien, een stap
verder te gaan en ook zorg te dragen voor
bereikbare gelegenheden om er van bevrijd
te worden.
Een ander indirect nut, dat uit dexe zaak
kan voortvloeien, is het overwinnen van den,
bij zeer velen bestaanden, grooten afschrik
voor elke operatie. Als men ervaart, hoe
bij menig kind in zyn uiterlijk en in zijn
physieke gezondheid door deze kunstbe
werking een groote verbetering gebracht
wordt, hoe een achterlijke leerling daardoor
vaak veranderd kan worden in een die op
school goed mee kan, terwijl er van gevaar
bij de operatie nauwelijks sprake is, dan zal
hem antwoordde: „Ik zal jelui helpen, al zat
je tot zover in 't water!" (Met haar hand tot
de kin wijzende.)
In de Verenigde Provincieën was het nu aldus
gesteld. Holland en Zeeland maakten de ziel, de
kern uit van de Unie, omdat het grootste ge
deelte van het geld, waarmede de oorlog gevoerd
móest worden, van daar kwam. Holland alleen
betaalde ruim 58% van de generaiitoitslasten,
en tegenover die provinciën waren de andere
als grensgewesten; Friesland het minst. In
Holland en Zeeland leefde men zo kalm en
rustig alsof er geen gevaar meer van de vijand
dreigde. Het was echter te voorzien, dat aïs er
vrede kwam, grote naijver zou ontstaan tussen
de gewesten niet alleen, maar ook tussen de
steden van een zelfde gewest, omdat het in
vredestijd aan een krachtige centrale, zowel als
gewestelike regering ontbrak, en er dus hevige
twisten konden ontstaan. Daarbij kwam dat
Prins Maurits als staatsman zo vér beneden zijn
vader stond, en de talenten miste om de in
stellingen van de Unie met krachtige hand en
staatkundig doorzicht nanr de behoeften van
een tijd van vrede te. hervormen.
Na het vertrok van Loicester die ons land in
een verwarde toestand achterliet, had de door
hem ingestelde Raad van S'.ate, die nu door de
Staten-Generaal van een nieuwe instruktie werd
voorzien, het uitvoerend bewind in handen moe
ten hebben; maar de aanmatigingen van de
twee Kngelaen die er zitting in hadden en dik-
welü belangrijke zaken tegenwerkten, waren oor
zaak dat de Staten-Genernal art. 32 van ge
noemde instruktie, luidende: „dat bij tijde van
„nood, of als de zaken van 't land zulks eisen,
„de Staten-Generaal of ook van de afzonderliko
„gewesten" zelf orde er op kunnen stellen, wat ruim
toepasten. Zij onttrokken allengs aan de Raad van
State Buitenlandse Zaken, oorlogvoering, recht-
menigeen, die tot nu toe steeds elk operatief
ingrypen bij een der leden van het gezin
angstig ontried, wat meer moed vatten. Niet
alleen bij deze kwaal toch maar bij menig ander
vaak veel erger lijden doet ongemotiveerde
vrees voor een operatie ontzettend veel
kwaad zij werkt het geloof aan kwakzalvers,
die genezing beloven szonder te snijden",
verbazend in de hand, waardoor menige
lijder zich reeds ten hoogste heeft benadeeld.
Eindelijk zien wij ook nog voor de gezon
den een niet onbelangrijk indirect nut
in de aandacht, welke de adenoïden-kwestie
tot zich heeft getrokken. Er ligt toch een
gewichtige, hygiënische waarschuwing opge
sloten in bet overwegen van de oorzaak,
waardoor de besproken kinderkwaal zoo
velerlei nadeelige gevolgen heeft. Die oorzaak
ligt namelijk in het belemmeren van de
a emhaling door den neus, dat met die
woekeringen ia de neuskeelbolte gepaard
gaat. Doordat de neus van achteren bijna
geheel verstopt wordt, moet er wel door
den mond geademd worden en dit is de
naaste oorzaak van menig lastig verschijnsel,
waarmee het optreden der kwaal gepaard
gaat.
Nu zijn er echter nog altijd menschen, die
uit gewoonte of om andere reden, hetzij
voortdurend, hetzij voornamelijk des nachts,
door den mond ademen, zooder dat zij juist
aan de bewuste kwaal lijden, die trouwens
by volwassenen zeer zelden voorkomt. Die
mondademhalers zullen zeker nu, door alles
wat er over die kinderkwaal gesproken wordt,
ernstig gewaarschuwd worden, hun verkeerde
gewoonte te laten varen en te zorgen, dat
bun neus opengehouden wordt, opdat zij
daardoor de levenslucht met volle teugen
naar binnen halen.
I »Met volle teugenDit kan door den
mond onmogelijk voldoende geschieden. Het
j ademhalen door den neus verdient niet alleen
aaubeveling, omdat men daardoor de lucht
beter yoorgewarmd, minder droog en meer
stofvrij in zijn longen krijgt dan indien zij
Idoor den mond binnenkomt, maar ook, omdat
men alleen door den neus genoeg zuur
stof kan opnemen.
Men beeft van dit laatste toch voortdurend
spraak en politie om er zelf in te voorzien. Aldus
kwam de uitvoerende macht aan de Staten-Gene
raal, door hun veelhoofdigheid het logst moga-
like regeringslichaam. Alleen het overwicht van
Holland en hel persoonlik aanzien van éen
staatsambtenaar, vroeger Prins Willem, nu de
uiterst bekwame landsadvokuat Oldenbarneveld,
kon in die moeilike dagen aan de centrale regering
de nodige kracht geven. Vooral de Leicesterse
partij kwam daartegen op maar; Oldenbarneveld
wist met sterke hand alle hinderpalen uit de
weg te ruimen tegen het aristokratiese regering-
stelsel; zijn leus was: „Liever verheerd dan ver
knecht!" en daarom ging hij de invloed van de
burgerij op de regering te keer. Evenals later
Jan de Witt was hij een voorstander van het
regcntenstelsel, omdat bij gemis aan ondorwijs
in, en populaire werken over regeerkunst, alleen
de gegoeden door reizen en omgang met rege
ringspersonen voldoende op de hoogte konden
komen van de zo moeilike staat- en volkshuis
houdkunde.
Door kaap- en koopvaart verwierven Hollan
ders, Zeeuwen en Friezen aanzienlike schatten.
Zij voeren op de Witte en de Oostzee, van waar
zij graan naar Italië brachten; verschenen in
1590 te Venetië en weldra ook in Tripolis,
Allexnndrië en Constnnstinopel, eerst steelsge-
wïjze, totdat zij, op aanzoek van Oldenbarneveld,
door bemiddeling van de Franse koning Hendrik
IV, en' tot ergenis van de Engelsen, in 1598
van de sultan verlof kregen, onder Franse vlag
in de havens van zijn rijk handel te drijven.
In hetzelfde jaar overleed Filips II. Tot zijn
laatste levensdagen had hij in het belang van
zijn onderdanen oogluikend toegolaton, dut de
opstandelingen in ue Nederlanden als vracht
vaarders koloniale waren haalden uit de havens
van zyn rijk. Maar, verlokt door rijke buit, had
hy later Hollandse en Zeeuwse koopvaarders in
een overvloedige hoeveelheid noodig.
Bij elke inademing moet het bloed in de
longen met een Hinken voorraad frissche
lucht in aanraking komen om de noodige
hoeveelheid zuurstofdaaruit op te nemen.
beslag doen nemen, en zijn zoon Kilips III ver
bood geheel de handel met Hollanders eu
Zeeuwen. Dezen gingen nu zelf op Oost en
West waren. Ruw was het scheepsvolk dat deze
vaarten ondernam, ruwer dikwels nog warende
kapiteins, die het aanvoerden. Zeeroof en onge
bondenheid, muiterij en doodslag waren op de
door verenigingen van kooplieden uitgezonden
vloten aan de orde van de aag; maar die ruwe
gasten, hebben <le weg gebaand voor de latere
geregelde handel, die rijkdommen heeft aange
bracht.
Albertus, die met Isabella, de dochter van
Filips II, de Nederlanden als bruidschat had
gekregen, vatte het voornemen op om de oorlog
krachtiger to voeren dan in de laatste jaren het
geval was geweest, daartoe in stantgesteld door
een beduidende geldeliko ondersteuning uit
Spanje. De schatkist van de Verenigde Provin
cieën daarentegen was slecht voorzien door de
aanvallende oorlog in de vorige jaren en de
kostbare wijze van oorlogvoeren van Maurits,
die, overeenkomstig zijn geringe neiging om in
't open veld aanvallend op te treden, volgeus
wiskunstige berekening steden veroverde, door
polderjongens tegen betaling schnnsen te laten
opwerpen, grachten en loopgraven te maken,
bet landvolk te sparen en krijgslieden door ge
regelde betaling en krachtige voeding in een goede
stemming te houden.
Het was bedeukelik dat Albertus juist de
oostelike gewesten tot punt van aanval koos,
omdat die de meeste ellende leden, daar zij zo
vaak het oorlogstoneel waren, en er overwegend
veel Roomsen woonden, die natuurlik sterk naar
do vrede verlangden.
Wordt vervolgd.)