Donderdag 14 April 1904. No. 5488. 53e Jaargang. Feuilleton. SLA Tb; It PALME It te Londen, UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dintdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. iranco per post f 4.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsad verten tien per regel 15 cent. Reclame* 45 regels/" 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTE GRACHT f- Telephoon 19. Iets over Japan. Van alle landen der oude wereld is Japan, wanneer men althans de Afrikaansche bin nenlanden uitzondert, het langst aan de Euro peanen onbekend gebleven. De eerste tijding van het bestaan van dit land ontving Europa uit den mond van den beroemden Venetiaan- schen reiziger der 13e eeuw Marco Polo. Toch had ook hij Japan niet bezocht; wat hij wist, vernam hij slechts bij geruchteop zijn langdurige reizen door China had hg zorgvuldig alles opgeteekend, wat hem van dit groote eilandenrgk, overvloeiend van goud en zilver, ter oore was gekomen. Door deze levendige schildering ontwaakte de be geerlijkheid en hebzucht. De Portugeezen zetten in 1542 voet aan wal, werden gastvrg ontvangen en weldra -werden voor het eerst handelsbetrekkingen aangeknoopt met Portu gal, dat toenmaals de grootste zeemogend heid van Europa was. Waar de Portugeezen verschenen, wendden zg pogingen aan tot vestiging en uitbrei ding van het Christendom. Dit bekeerings- werk had op groote schaal plaats, toen de beroemde Franciacus Xaverius, de apostel van ludië, in Japan zgn ook elders zoo vruchtbaar zendingswerk kwam voortzetten. De uitbreiding van den handel en de predi king van het Christendom hielden gelgken tred en steeds wonnen de Portugeezen in invloed en aanzien. Het Christendom telde spoedig duizenden aanhangers Christenker ken verrezen in alle oorden des Rgks. Doch weldra begon de tegenwerking en op het onverwachtst brak er een vreeselgke ver volging tegen de Cnristenen uitbij hon derden tegelijk werden de belgders des Christendoms, zonder onderscheid van kunne of leeftijd, op de meest bloeddorstige wijze ter dood gebracht. De Portugeezen hadden met groote moei lijkheden te kampen. Sedert 1580 was hun Rijk met Spanje vereenigd en de Nederlanders keerden dus hun wapenen, zoo mogelijk, ook tegen den Portugees. In 1598 zeilde een vloot van 5 schepen, onder bevel van Jacob Mahn, uit Rotterdam naar Oost-Iudië. De reis was zeer ramspoedig en na een om zwerving van twee jaren gelukte het slechts aan éen der vijf schepen, den 12 April 1600 de haven van Bungo, op een der Japansche eilanden, te bereiken. De Portugeezen, die de aankomst der Hollanders met leede oogen zagen, schilderden de gelanden als barbaren af. Zij werden als zeeroovers behandeld hun vaartuig werd hun ontnomen en zg mochten Japan niet verlaten. In 1090 werd een tweede expeditie naar Japan uitgerust, die gelukkiger slaagde. De Hollanders kregen toen zelfs verlof, te Firando een factorij op te richten. Sedert breidde de handel der Hollanders zich snel uit en het duurde niet lang, of zij hadden volkomen over hun mede dingers gezegevierd. De Portugeezen werden op hun beurt tot vijanden des Rijks verklaard en hun de toegang tot Japan ontzegd. Doch de gunst, waarin de Hollanders zich verheug den, maakte spoedig plaats voor een gevoel van afkeer. Wel mochten zij het eilandje Decima, een plekje zoo groot als de Dam te Arasterdam bewonen, waar zij blootgesteld waren aan de smadelijkste bejegingen der ambtenaren van een achterdochtig en wan trouwend Gouvernement, doch andere vrij heden waren hun niet vergund. Dit zelfde Decima was later de eenige plek op aarde, waar, in d« bange jaren 1810 tot 1813, de Nederlandsche vlag haar banen ontplooide. Maar de tijd naderde, waarop de huiselijke regeering van Japan zou moeten zwichten voor den onweerstaanbaren aandrang der Westersche wereld en haar stelsel van af zondering opgeven. De uitbreiding van den Engalschen en den Amerikaanschen handel en scheepvaart langs de Noordoostelijke kusten van Azië, de veelvuldige aanraking, waarin Japan ook onwillekeurig, gedurende de oor logen met China, met Rusland en vooral met Engeland kwam, dit alles dwong de de Japansche regeering, tegen wil en dank met de rnogenheden van het Westen in be trekking te treden. Koning Willem II wekte de Japanners daartoe het eerst op, doch zijn vermaning bad niet het gewenscnte gevolg. Eerst aan de énergie van den vasthoudenden Amerikaan Perry gelukte het, in 1854 een tractaat tusschen de Vereenigde 8taten en Japan te sluiten, waarbij eenige havens voor den handel werden opengesteld. Nu de eerste stap eenmaal gezet was, volgden er andere, die Japan's isolement verbraken. Engeland, Frankrijk, Rusland en Nederland sloten trac- taten met het Rijk der szonsopkomst" en Japansche gezantschappen bezochten de PENSIONOPOLIS. Deu overste bloedde bet hart; het allerliefst «rare hij in tranen uitgebarsten, doch hij verborg;xijn ware stemming onder een gemaakte hardheid. „Ach wat. Zeur tooit niet- Wees liever blij, dat ik van den heelou rommel af bsn en nu eindelijk eens kan doen en laleu wat ik wil. Vroeger moest ik wandelen of paardrijden en allerlei dingen doon waarin ik soms heelemaal geen zin bad. En is wandelen dan zoo vervelend? 'tls gezond en dat is toch óok iets." Zjj passeerden nu de drie heeren, die hen nieuws gierig aankeken en hoorden eeu oogenblik later zeggen: „Oók een, die er uit is; waar zou hij komen te wonen?" „Natuurlijk in het huis van Stock; anders is er niets mter open". Vetder konden zij niet booren, maar toeu de overste eren blsef atsan en omkeek, zag hy dat ook de drie heeren waren blijven staan en omkekeD. „We weten dus al waar we komen te wonen" vervolgde de overste, zich geweld aandoend om zich in zijn nieuwe positie te schikken. „Ik moet zeggen, dat ze je 'l makkelijk maken. Je ziet nu eens hoeveel voordeelen een kleine stad biedt;onderweg hoor je, waar je een woning kunt vinden. Zoo iets overkomt je ta Berlijn toch niet." „Alweer Berlijn?" vroeg zijn vrouw. „Praat tooh niet altijd over Berlijn. En wat die woning betreft, meen ik tooh, dat die heeren daarover niets te seggen hebben, maar ik; ik moet weten of se me bevalt of niet." „Nu, dan nemen we te niet" suste haar man „dat spreekt vanzelf. Maar ik begrijp nu toch waarlijk met hoe je je daarover zoo boot kunt maken." Europeesche hoofsteden. Nu was Japan ge opend voor de Europeesche beschavingvele Nederlanders vestigden zich, op verzoek der Regeering, in Japan en onderwezen de intel lectueel zeer begaafde bevolking in kunsten en wetenschappen. Het eerste van dergelijke Japansche gezant schappen, een twaalftal jongelieden van de eerste familiën onder wie de tegenwoordige Minister-president Ito kwam naar Den Haag en werd daar, te Delft eu te Leiden verder opgeleid. Na den burgeroorlog van 1863 tusschen den Taikoen en den Mikado (den geestelijken en den wereldlijken Vorst) maakten vooral de Engelschen ons deze zoo genaamde gezantschappen afhandig gemaakt en wisten K gelijk onzen invloed in den op komenden Staat zeer te verzwakken. De vloot werd geheel ingericht naar de Ne derlandsche, zelfs wat de uniformen betreft; het leger werd op Duitsche leest geschoeid, het onderwijs onderging een algebeele hervor ming. Het Bankwezen is bgna geheel als in Europa, de handelsusantiën worden met den dag meer en meer Europeesch, de open bare inrichtingen hebben een Weslersch karakter, het Regeeringsstelsel is tot in bij zonderheden de Europeesche nagevolgd. De invoering der Westersche beschaving werd echter niet algemeen toegejuicht. Bot singen, bewaren en moeilijkheden van allerlei aard deden zich op. De wettige, erfelijke keizer, de afstammeling der goden en helden van den Japanschen voortijd, de eigenlijke souve- rein, was de Mikado, sedert eeuwen reeds van alle gezag en invloed op de Regeering des lands verstoken. In zijn paleis te Kioto opgesloten, bepaalde zich zijn werkkring tot de regeling van eenige godsdienstige plechtigheden en werd hij, uit de verte, door bet volk vereerd en aange beden als de »zoon der zon," tot wien nie mand mocht doordringen. De eigenlijke macht berustte bij den Taïkoen, eigenlijk de opperbevelhebber der Keizerlijke troepen, die zich bij de verslapping van de macht der Mikado's tot wezenlijken heerscher bad weten te verheffen. Bovendien heerschten in het begin dezer eeuw in Japan toestan den als bij ons in do Middeleeuwennaast den Mikado stonden talrijke onafhankelijko leen vorsten (da'imos), die slechts noode het gezag van den Taïkoen, in hun oog een in dringer en parvenu, erkunden. Tuen de Westersche beschaving haar intrede deed, grepen de daïmos naar de wapenen om het bestaande regeeringsstelsel ten val te bren gen. Nu brak er een tyd van bloedige twisten en verwikkelingen aannu eens zegevierden de verbonden daïmos, dan we der delfden zij het onderspit, tot het den vader van den tegenwoordigen Mikado ge lukte, de leenvorsten te onderwerpen en het bestuur des lands op vasten grondslag in te richten. Sedert 1889 is Japan een constitutioneel Kiezerrijk. De uitvoerende macht berust bij den Keizt.- die Ministers ber.oemt, welke aan hem verantwoordelijk zijn. De wetgevende macht oefent hij uit met toestemming van den Rijksdag, die bestaat uit een Heerenhuis en een Huis der afgevaardigden, elk met ongeveer 300 leden. In het Heerenbuis hebben de voornaainsteu des lands zittiug de afgevaardigden worden gekozen in kies districten, die elk ongeveer 180000inwoners tallen. Kiesgerechtigd is elk Japanner, die minstens 25 jaar is on 15 yen (1 yen f2.36) belasting betaalt. Hoezeer het Rijk zich voelde, bleek in 1894 toen het den oorlog verklaarde aan China en zegevierend uit den stryd te voor schijn kwam. De Chineezen werden her haaldelijk verslagende Japanners toonden zich de Westersche beschaving uitstekend ten nutte gemaakt te hebben. En thans is aller oog op dit belangwekkende Rijk gevestigd, nu het aen reuzenstrijd niet geschroomd heeft met den Russischen kolossus. Eeu halve eeuw geleden was Japan een Staat, waarmede te nauwer nood rekening werd gehouden, een Staat als de Cbineesche, met een bevolking wier cultuur Chineesch was en die in betrekkelijke afzondering leefde. Maar het isolement is opgeheven, de Euro peesche beschaving heeft zijn intrede gedaan, Deze courant is gedrukt met de courant-inkt van de firma vertegenwoordiger J. HOTT KMO l/tl. J It .1II l SCX, kantoor en magazijn Cornellt Tromp-strmmt M Zq aebtie hat benoden haar waardigheid, biarop in te gaan, te meer omdat zij nu vlak bij de atad waren en hier hel anti-diluviaanaoh plaveisel al haar aan dacht vroeg. Ieder mengch heeft «en «wakke plists dei lichaame; bij mevrouw Von Kottier was dit haar linker kleine teen welke eeu likdoorn droeg, die steeds epotte met de kunit van alle likdoorn- •pecialieton. Iu de verte klonk muziek, een lliuke inarsck. „Papa, de troep komt" juichte Hilda „laten tve even wachten. Daar het buil van deu majoor; ze komen hier lang.J.' Bijna op het eigen oogenblik kwam het bataljon reed» om den boek der straat hen te gemoet. Klaar blijkelijk kwam de troep terug van een lange veld- dienitoefeniug; officieren en manschappen z ten dik onder 't itof. 't Was heel warm en de vemioeinitiaen ■cbenen vole te lijn geweeat, maar toch was er van loomheid weinig te bespeureu toen de majoor don troep liet defileeren. 't Was een lust om texieuhoe allen zich uitrekten en hun best deden. De oogen van den overste straaldende soldaat was weer in hem levend geworden. Wat hy daar zag, trof hem geweldig en hy was er weer trotsch op, dat hy óok de uniform had gedragen. „He, oudje, dat lever jy hem niet; zoo marcheer je met je ek steroog niet over die keien, hè? Laat zo maar praten, maar die kerels doen 'ttoch maar kranig, wat? Dal doet geen burger hen toch maar na, hè?" En toen de laatste compagnie voorby marcheerde en de overste dacht aan het „de laaisten moeten de besten zyn", dacht hij hardop„bravo kranig prachtig!" Hij had ticb zóo lateD meeslepen, dat hy eerst niet merkte dat vrouw en dochter hem aanstieten. Zij hadden wel degelijk opgemerkt hoe de bataljons commandant hem half verwonderd, half lachend had aangekeken. „Aoh wat" zeide de overste „ik heb myn opinie nooit onder etoelen of banken gestoken en die 't me kwalijk neemt, dat ik seg dat ik dit goed werk vind, mag voor mijn part al de ruiten in de stad ingooien; ik betaal ze toch niet." „Kettler, ben je 'tof beu je 'tniet?" riep op dit oogeublik de majoor, die wis afgestegen en nu op hem toekwam. „Wel zeker, Kettler, je bant hel. Reeds op de Academie was dat je stopwoord," Een oogenblik keek de overste de majoor aan: hy wist hem niet aanstonds thuis te brengentoen, de ar men uitstrekkend„Lux, ouwe, trouwe kerel, hoe kom jij hier? Kinderen" hij wendde zich tot zijn dames „laat me je majoor Von Gemmerstein voorstellen, by genaamd Lux. Maar zeg me nu eens, hoe kom jij hier? In hot olficieraboekje kom je toch niet voor als bataljons-commandant." De majo groette de dames en verzocht, de nieuw- aangekomenen naar het hotel te mogen begeleiden. Onderweg gaf hij den ouden kameraad de noodige ophelderingeu: „Ik ben ootc pas sedert eergister bier. Vandaag ben ik voor 'l eerst eeus mst mijn bataljon uitgerukt en heb eens latou zien wat ik kan en hoe ik 't hebben wil. Je weet, dat moet je maar dade lijk ineens uitmaken, dan weet js wal je aan elkaar hebt. T Heeft wel wat lang geduurd eer ze me begrepen hebben; mijn voorganger schijnt niet zoo heel precies te zyn geweest, maar ik hield voet by stuk su teu slotte deden se dan ook precies wat ik wou. Dienst is dienst, daar valt nu eenmaal niets aan te verhelpsn, ofschoon ik medelijden met hen had bijsoo'u warmte. Enfin, de manschappen hebben vandaag niets meer te doen en de officieren heb ik op een bowl gevraagd in 't casino. Kom je óok? Geen trek? Je leort dan tevens alle heeren van myn bataljon kennen, 't 8ptft me maar, dat ik de dames óok niet Ztè eens, ik ben zoo gelukkig getrouwd als maar denkbaar is; myn vrouw is de beste vrouw, die je je kunt voorstellen eu mijn dochter is een engel, mtar toch loopen de danses je dikwijle in den weg, bij voorbeeld als je graag naar 't casino ging. Zeg er hun maar niets van; ik zal wel trachten, vry te komen." „Kom, je zult wel komen" stelde de majoor hem gerust. „Je vrouw, die ik weliswaar eerst sedert eenige oogenblikken ken, ziet er heelemaal niat naar uit, dat ze je niets gunnen sou". Overste Kettler zag hem vau ter zijde aau eu trachtte uit te vorscheu of hy scherlete dau wel in ernst sprak, „O ja ssker, dat is soo; myn vrouw is de goedheid zelve. Maar vindt je hel niet vreemd, dal ik hier ben? Je hebt er nog niets van gezegd." kan inriteereu. „Ja, de dames' naar het casino vreemd vond, bromde de overste, die dolgrsag u zijn gegaan, doch het wel \vat «v eu dochter in de vreemde stad reeds den eersten dag alleen te laten. „Jy bent zeker ongetrouwd, Lux?" vroeg hij, ter wijl de dames hen op vrij grooten afstand volgden. „Ja? Neem dan een raad van me aan en trouw nie t Ach, dat weel ik wel. Dat je er uit bent, las ik in de courant en nu ik je hier zie met je familie, be hoef ik toch waarlijk geen heksenmeester te weien om te begrijpen, dat je hier je tentsn wilt opslaan en kool komt plauteo. 't Zal je bier wel bevallen, de dames óok en als je zuon bier komt, aal hy ziob wel amuseeren. Hoe ver is hy?" „Byna eerste luitenant, Hij komt spoedig eens uit Mörschingen over om Ie sten waar we kitten en hoopt met syn promotie naar een ander garnisoen te worden overgeplaatst. Nu, ik kan me bestdenksn, dat bü óok wel earn wal anders wil tien dsn zoo'n nest Pardon, ik dacht er niet aan, dat we hier uiet te Berlyn zyn." Middelerwijl hadden x\j het hotel bereikt. Geen portier, geen Ober, zelfs geen picolo kwam de gasten te gemoet. Het duurde heel lang eer een slaperige buisknecht eens naar hen kwam kijken. „Waar is de portier?" vroeg de overste boosmaar de majoor stelde hem gerust met de verklaring, dat zulk een hoogwaardigheidsbekleder hier nog ganscbe- lyk onbekend was. Wordt v :olnd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1