PHOENIX BROUWER IJ, EXPORT naar OOST- en WEST-INDIË. No. 5507, 53e Jaargang. Stadsnieuws. Feuilleton. AMERSFOORT. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dintdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maand.)» /i. franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-, officieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reolftntes 1—5 regels/" 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte, bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT Telepliooa 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, vol gens uiededeeling van den Minister van Staat, Mi nister van Oorlof, proeven zullen worden genomen I. by Steesen baak op Voorne met lichueineu op 16 en 16 Juni 1904 met acetyleer.licht en gekleurde lichten lusseheu 8 uur 'a avond* en zonsopgang van den volgenden dag II. aan den Hoik va» Holland met verlichtinga- en aeinmiddelen als volgt a. Van 1 tot en met 17 Juni 1904 op het fort met Well'slicht, acetyleenlicht en lichlfukkels tua- schen 8 uur des avonds en zonsopgang van den volgenden dag. b op 16 en 16 Juni 1904 op een Stoomboot in den Nieuwen Hotterdamschen Waterweg met electrisoh licht en op het fort met bovengenoemde en gekleurde lichten lusichen 8 uur avouds en zonsopgang van den volgenden dag. Amersfoort, 28 Mei 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Uit het verslag over de kerk-visitatie in 1902 van de classis Amersfoort der Ned. Hervormde kerk blijkt o. a. dat het aantal Hervormden bedroeg 40084. Nevens de 27 predikanten zijn 2 godsdienstonderwijzers be last met het geven van godsdienstonderwijs. Het aantal cathechisanten bedroeg 5917, terwijl 531 personen werden aangenomen als lidmaat. Van de Hervormde kerk gingen 9 personen ovtr tot indcra kerkgenoetschappen, terwyl 24 personen uil andere kerken tot haar over kwamen. Do inkomsten van de verschillende Diaco nieën bedroegen f112 118.77Wa; de uitgaven waren f97 312.351/2. Aan legaten werd f4100 ontvangen. De Zondagrust wordt op de meeste plaat sen in acht genomen op de groote plaatsen zooals Amersfoort, Baarn, Soest en Zeist, laat zij, vooral des zomers, "eel ie wenschen over door 't vreemdelingenverkeer. Zelfde geldt voor de Zondagsviering. De gewone audiëntie van den Minister van Justitie zal morgen niet plaats hebben. Behalve de Pensioenwet, is nu ook een ontwerp-Zondagswet naar den Raad van State verzonden. Wij vernemen, dat het ontwarp-Pensioen- wet in "loofdzaak het volgende beoogt: Het Ryk zal toestaan een bydrago van zes millioen gulden. Behalve mannen zullen ook de vrouwen van werklieden, zonder extra-premie in de ouderdoms- en inv.-.üditeits-verzekoring doe len. Het ontwerp stelt voorts, een vaste bijdrage voor aan degenen, die nu reeds den 65-jari- gen leeftyd hebben bereikt of invalide zyn. De Minister van Binnenlandscbe Zaken heeft aan de Gedeputeerde Staten de vol gende aanschryving gericht: Uit een aan mijn oordeel onderworpen vraag betreffende de uitvoering van artikel 149, veertiende lid, der Gemeentewet, is mij gebleken, dat er bij sommige Gemeentebe sturen een onjuiste opvatting bestaat omtrent hetgeen bij bedoelde bepaling ten aanzien van den Zondag en «Ie algemeen erkende Christelyke feestdagen is voorgeschreven. Niet elke verrichting van een Burgerlijken Stand kan op gemelde dagen geheel stilstaan. Zoo mott gelegengeid blijven tot het soms doen van geboorte-aaDgiften nu artikel 29 van het Burgerlijk Wetboek daarvoor een termijn van slechts drie dagen stolt en die dagen by de berekening van dien termijn medetellen. Ook kan het met het oog op de voor schriften der Begrafeniswet een enkele maal, in buitengewone omstandigheid, noodig zyn, op die dagen een aangifte van overlijden te doen. Artikel 107 van het Burgelijk Wetboek wijst bovendien den Zondag aan voor het doen der huwelijksafkondigingen. Tot dusver werd gelegenheid voor de boven bedoelde verrichtingen, voorzoover de Ambte naar van den Burgelijken Stand daarby rechtstreeks met het publiek in aanraking kwam, naar gelang van plaatselyke omstan digheden gegeven, hetzij door het bureau op een bepaald uur voor het publiek open te stellen, hetzij doordat de Ambtenaar van den Burgelyken Stand zich, al dan niet op een bepaald uur, beschikbaar stelde oni in spoedeischende gevallen het publiek te woord te staan. De jongste wijziging van artikel 149 der Gemeentewet brengt te dezen opzichte in den Burgerlijken Stand, wat het wezen der zaak betreft, geen verandering. Waar in het veertiende lid aan den Ge meenteraad wordt opgedragen de vaste bureau-uren te bepalen, wordt hem daarbij uitdrukkelijk de verplichting opgelegd om voor den Zondag en «le algemeen erkende Christelijke feestdagen een afzonderlijke re- PEN SION OPÜLIS. Hij meende echter ten volle wat hij zooeven had gezegdzyn pantalon knelde hem geweldig in de maagstreek hjj ware dolgraag naar huis terug gekeerd, doch by wilde ook nu den overste geen verdriot veroorzaken en seide dus gelaten „Maar, overste, hoe kan men nu 's ochtends vroeg zóo sleoht geluimd zijn en elk woord ale oen persoonlijke kren king opnemen Den overste was dit voldoende en in een handga- lopje reden de heeren den straatweg langs; wagens, wielrijders eu voetgangors kwamen hen tegen en allen groetten de beide heeren. „'t Is toch maar aardig, zóo algemeen gerespecteerd te worden" meende de majoorhij zeide het in scherts, omdat hy maar ai te goed zag, dat de meesten hen niet kenden. Maar de overste slikte het in vollen ernid „seker, majoor, ik ben werkelijk trotsch op de algemeene populariteit die ik me hier ia ióo korleu tijd heb weten te verwerveD. Ik heb hier veel gewandeld, heb hier en daar een praatje aan geknoopt en het vertrouwen gewonnen. Ik ben hier lang geen vreemdeling meer; waarlijk, Beberswalde ia voor my een Dorado, een alleraardigst stadje, goedkoop, gezellig enfiu, leve Beberswalde." Hy greep naar een zadeltascb haaide er een Ileschj* cognac uit en wilde het welzijn van Pensionopolis drinken, maar de majoor stuitte sijn enthusiasm*. „Pas op, overste, alB we al sóo vroeg beginnen gcling te treffen ten einde do werkzaamheden van den Burgerlijken Stand op die dagen zooveel mogelijk te beperken. De hierboven onderstreepte uitdrukking in met opzet zoo ruim mogelijk genomen zy o nvat niet alleen de bepaling van den tijd, maar ook die van «le werkzaamheden en laat ook vry oin de openstelling van het bureau geheel afhankelyk te stellen van een bepaald daartoe gedaan verzoek van een be langhebbende. De bedoeling der wet is dan ook blijkbaar geen andere dan dat, nu geldende wetten niet toelaten het bureau van den Burgerlijken Stand op die dagen onvoorwaardelijk te slui ten, de openstelling op zoodanige wijze zal geschieden dat de Ambtenaren van den Bur gerlijken Stand zoomin eenigszins mogelijk in de vrije beschikking over gemelde dagen worden belemmerd. Wegens de uiteenloopende plaatselijke bo- hoeften kon geen algemeene wettelijke re geling worden gemaakt en werd dus aan de plaatselijke besturen overgelaten, aan de be doeling der wet, om «le Zondagen en alge meen erkende Christelijke feestdagen, zoo veel eenigszins mogelijk, te ontzien, op de meest doeltreffende wijze uitwerking te geven. Ik heb de eer uw College te verzoeken, namens mij liet bovenstaande onder de aan dacht van de Gemeentebesturen in uw Ge west te brengen. De gewone midiiag-recptio zal Donderdag op Paushuize niet plaats hebben. Door het voltooien van het trottoir langs de huizen ann het Zand zijn thans alle singels van een trottoir voorzien. Tengevolge van het springen van een hoofd buis der Ulrechtsche waterleiding heeft men ook hier volop gebrek gehad aan leiding water. Gelukkig, dat er geen brand is geweest en met bekwamen spoed bet euvel verholpen werd. De temperatuur van het water in de Nieuwe zwemschool was gisterochtend te 7 uur 60 en hedenochtend 61 graden Fahren heit. In den avond van Eersten Pinkstenlag redde opperwachtmeester J. C. F. «Ie Raadt, van het le regiment veld-artillerie het 21/a-ja|'ig zoontje van don heer Van B. uit de Flier beek. De majoors A. L. Klerk «le Reus en P. G. Weuringh, van liet 5e regiment infanterie, marcheeren morgen naar de Harskamp tot het volgen van oen sehiet-eursus. Bij beschikking van den Minister van Oorlog is de 1ste luitenant II. A. van Zwijmlrecht, van het 1sto regiment veld-artillerie, op hot daartoe door hem gedaan verzoek, met ingang van I Juli 1904, eervol ontheven uit de be trekking van adjudant bij de 2e afdeeling vau het korps en is met ingang van dien datum in gemelde betrekking benoemd de lste-luitenant W. van der Koogb, van het korps. De Minister van Staat, Minister van Oorlog, heeft bepaald, dat het toelatings-examen lot den Hoofdcursus in 1904 zal plaats hebben op 14, 15 en 16 Juli. De commissie, belast met het afnemen van dat examen zal bestaan uit: Liil en Voorzitter, de luitenant-kolonel J. C. Masmun van het le regt, inf.; leden: kapitein 1. H. Boeye van hot 4- reg. inf.; 1o luits. van «len staf der inf A. M. van Gendaren, en S. J. Wessolirk, buiden leeraar bij den Hoofdcursus; lo luits. S. A. Reitsma, J. H. B.ackmann van «le Water en J. P. Dumont, resp. van het le, 7e en 3e regt. inf.; le luit. adjt. W. Petter van het 4e regt. inf. en de lieer J. G. Kleiboer, leeraar by den Hoofdcursus. Dy Kon. besluit au 28 Mui is met ingang van 1 Juni, onder toekenning van pensioen, een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan «len luitenant-kolonel op non- activiteit M. G. baron Van Roetzclaer, van het wapen der cavalerie. Hut korps rijdende artillerie wordt van 2 tot 11 Juni ge«letacheerd in de Legerplaats by Oldebroek tot het houden vau schietoefe ningen onder leiding van den commandant luitenant-kolonel J. 1). Wagner. Da eerstvolgende Maan vergadering van «Handel en Nijverheid"' wordt zeer vermoede lijk Dinsdag 7 dezer gohouden. met op auderer welzyn te drinken, dan schiet ouze eigen gezondueid er bij in. De dag is nog lang en wie weet wat er heden nog van oaa gevergd wordt." De overste vond, dat hij gelijk had, bergde zijn tleschjs wear op ca nu reden de heeren een poos zwygend verder tot opeens de overste zeide„Weet u wel, majoor, dat vroeger mijn grootsla liefheb berij was, op de kaart to rijden en me met eigen oogeu te overtuigen of het terrein klopte met «ie kaart? U weet, dat alles verandert; nieuwe wegou hier, andere huizen ginderkortom het terrein ver andert onophoudelijk, terwijl de stafkaart natuurlijk ziiet Óok maar voortdurend geheel bijgewerkt op nieuw kan worden uitgegeven, zoodat je wel ver plicht bent, die zelf bij ts houden. Neem uw kaart eens, majoor." Dat klouk alsof de oversto met een mindere en niet met een gelijke sprak zyn geluid was streng in dienstloon. De majoor keek heiu eens nati en dacht „ik heb tot dusver altjjd gemeend, dat do goede Rottier ze nog alle vijf had, ruaar nu begin ik er toch ernstig aan te twijfelen. Wat kan bera uil nog de stafkaart schelsn f" Toch tastte hy in den zak om de kaart te voorschijn te halen en zeide toen: „Ik heb hem thuis laten liggen." De overste hield zyu paard iu en zag don majoor ten uiterste verbaasd aan: „Vergeten, majoor? Uw kaart vergeen als u uitrukt? Hoe is dat nu toch mogelijk. Hoe komt u daartoe, majoor?" „Hij is stapsl" dacht de majoor. „Hy verbeeldt zich zoo waarlijk, dat hii nog in dienst is en het rec'.it heeft me aan te blaften." „Nu, hoe zit dat?" vroeg de overste, tooi. hy niet spoedig genoeg antwoord kreeg. „Hoe is't mogelijk, dat u uw kaart uiet bij u hebt?" Oók dat klonk in strengen dienstloon, inaar «iu majoor wns zoo wijs, het in 't grappige te gooien en antwoordde: „Dat is nogal eenvoudig, overste; ik heb hem thuis op de tafel laten liggen" „Op tafel? Maar majoor, dut is toch wat Verder kwam hü niet toen het lachend gelaat van Sperrlich er heiu aan herinnerde, dat hij niet meer iu dienst was eu dus ook niet moer hot recht had, hem te lyf te gaau. Heel wat vriondelykcr vervolgde hy dan ook: „Kom. neoni dan myn kaart; ik keu het terrein hier op mijn duimpje; zie nu eens liuks, welke verande ringen merkt u daar op?" ,,Uy is werkelijk stapel en ziet iuy voor zijn ad judant aan", dacht de majoor, „maar ik wil hom zyn zin geven. Hij is toch eeu goede kerel: laten we hem dus zijn pleizier gunnen". Hij vouwde de kaart opou, keek haar goed na, vergeleek haar met het terrein en begon toen deftig: „Het voetpad is verbreed tot karreweg", „Goed", zeide de overste. „Weet je nog hoe de wogen worden verdeeld en voor welke troepensoor- ten ze le g«>l>ruiken zyn?" 'tWns je reinste examen. Toen de majoor nog aan de Krijgsschool was, had hy het zelfde liedje zoo dicwyls liooren afdraaien, maar bjj zegde 'l lesjo nóg „Bravo", prees de oversto, „gaat u maar verder met de verkenning vau het terrein." Hy was in zijn nopjes; de booze bui van 's ochtends was geheel overgedreven; hy vergat de p||n, die zyu laars hem nog altijd bereidde, en straalde van geluk dat hjj den majoor zoo'n beetje kon examlneeren eu te gelijk zyn eigen kennis wat kon luchten. Hoo heerlijk was het toch, zoo in 't vrye veld te rijden en tactische puules daaraan ta kunnen verbiuden eu weer cons soldaat le zijn, als was 't dan ook maar een halve. 'tWas alleen maar jammer, dat zijn staf niet grooter was, maar hoe hy er nok op had aan gedrongen, toch waren er goen andere liefhebbers te vinden geweest. De majoor had zyn lesje opgedreund en vroeg nu: „Zou ik bij wijze van belooning uu niet ecus een minuut of vijl mogen stappen? 'tSpyt me, maar itiyu pantalon is veel te nauw". „En gelooft ii dan misschien, dat iniju laars niet knelt?" vroeg de overste, die nochtans zyn paard in slap deed overgaan. Hij keek eens op zyn horloge, ,,'tBataljon moet toch Hink gemarcheerd bobbent is ons een eind voor, maar ik denk toch wel, «lat wa 't nu binuen 'l half uur hebben ingehaald." Eu hy kraeg spoedig gelijk, want nog binuen het half uur zagen zij de stuurt der colonne eu spoedig meldden zij zich uu hij majoor Von Gemmerstein, die niet al to best in zyn humeur scheen en hen met een erg dienstgezicht ontviug„Dank u, heeren, maar 't verwondert me toch, dat u zoo laat komt. Lieve hemelzie me die tweede compagnie weer eens boemelen; die tweede compagnie is een nagel aan myn hoogen hoed. O, pardon, heeren; ik wilde maar zeggen, dal ik 't nu nog eens door de vingo's zal zien, dat u zoo laat is, maar oen volgondou keer hoop Ik toch, dat dit niet wser zal voorkomen. Gaat maar naar uw plaats, heeren dank u". Zij mochten natuurlijk niet in do colonne rydon un roden er dus naastvan lijd tot tijd kwam euu der bereden officieren van het bataljon een praatje met hen maken. (Wordt verwhjd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1