Donderdag 23
1904.
No. 5517.
53e Jaargang.
Feuilleton.
SLA rut PA LUI Lit TE LONDEN,
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement por :i maanden f\.
franco per post /'1.15. Advertentiën I6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale»,
officieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reolames 15 regels f 4.25; elke regel
meer f 0.25. Grooto letters naur plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bü advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEORACHT9
Telephooo 10.
Zij die zich met t JULI
abonneeren. ontvangen tot
dien datum alle nummers
GRATIS.
KEN N I 8 O E V I N G.
JACHT.
De COMMISSARIS der KONINGIN in do pro-
vincio UTRECHT,
Gszien het besluit van hecren Gedeputeerde Staten
dier provincie, dd. IC Juni 1904, No. 65;
Gelet op art. 11 der Wot van 13 Juni 1857 Staats
blad No. 87)
Brengt bij deze tor kennia van belanghebbenden,
dat du opening der jachtbedrijven, vermeld onder
lilt. d, f en h van art. 15 der voormelde Wet (bet
schieten van waterwild, liet vangen van waterwild
niet slagnetten en liet vangen van eendvogels in een
eendenkooi of d«armode gelijkstaand toestel) voor
do provincie Utrecht is bepaald op Zaterdag 23 Juli
aamtaande, ter plaatse, bij art, 1 van bet Reglement
op de uitoefening der jacht en visaohery en de af
paling der eeudeukooien iu do provincie Utrecht
aangeduid.
En, ten einde niemand eouige onwetendheid hier
van voorwende, zal 'leze worden afgekondigd en
aangeplakt, waar zulk» te doen gebruikelijk ia.
Utrecht, 18 Juni 1904.
De Commissaris der Koningin voornoemd,
SCHIMMELPENNINGK v. u. O.
v. N1JJSNÜEKK.
„Het is verboden".
Nu de tweede Knmei nagenoeg gereed is
met het «wetsontwerp tot regeling van den
kleinhandel in sterkedrank en tot beteuge
ling van openbare dronkenschap", zooals het
in den ofiicieelen tekst luidt, kunnen wij
dien arbeid een weinig overzien, meent het
«Handelsblad".
De werkelijke considerans had moeten
luiden «tot uitbanning des drankduivels" en
hot loont de moeite, nu eens na te gaan,
door welke verbodsbepalingen men ons Noder-
landsche Parlement men in de 20ste eeuw
als duivelbanner doet optreden.
Do bepalingen zijn zoo samengesteld, dat
sommige verbodsbepalingen afhangen van
een Koninklijk besluit, andere van Ge
deputeerde Staten, weer andere van Ge
meenteraden; dat vrijstellingen mogelijk
zijn, óok al weer van verschillende autori
teiten dat op het gebied van dezen satan
een soort erfrecht is geschapen en een stelsel
van hypothecaire inschrijvingenen, naar dag
en uur der inschrijving een voorrecht ver-
leenend, enz. Doch dit alles laten wij buiten
bespreking Zooook het feit dat, dank zij
PENSIONOPOLIS.
80.
Mevrouw Von Ketiler had zich met opzet button
het discours gehouden; als twee zielen elkaar moeten
vinden, moet een derde e; zioh maar liever niet mee
bemoeien, 't Allerliefst had ty nu óok gezwegen,
rnaar ale zij don naam Dornbach hoorde, werd sy
ia den laaiaten tyd eenvoudig wild. Wat voor een
«tier een roode lap ie, was voor haar de naaui Dorn
bach zo kon die niet hooreu zonder woedend te
wordeD.
„Hilda beeft volkomen geiyk" zeide ze dan nu
ook ,'t kan hier nu wel lief worden. Mevrouw
Bodrnstock weot nu reeds niot of ze uiy al dan
niet zal groeten en loopt nu al tóo met den nous
in den wind, dat je dien byna niet moer tiet. Ik
ben bang, dat dat met deu dag erger zal worden
en zy, ale de Dorubachs hier syu, hier allerlei onaan
genaamheden zal maken".
Zij zuchtte diep en had werkelijk angst voor de din
gen, die komen zouden. Zy govoelde, dat mevrouw
Bodenstoch niet zou ruslen eer mevrouw Von Dorn
bach de eerste viool speelde en de „burgeiyke1, me
vrouw Von Keller op do aohtergrond zou zijn ge
drongen, maar deze wilde zioh niet laten dringen.
Zij had wel een grooteu aanhang, maar toob, zo was
hier Dog maar zoo kort.
Mevrouw Weyer kwam binnen en begroette haar
gaaten en mevrouw Keltier haastte zioh de rimpels
van haar hoofd te doen vordwjjneu de toekom
stige schoonmoeder van Hilda behoefde nu nog niet
te weton waarvoor zy vreesdo. Trouwde zy, dan
gaven de Weyers do millioenen, hoewel Hilda ook
verre van onbemiddeld was, en z\j gaf haar doohter,
de doohter van de meest geziene familie der stall
dat stond du» gelijk. Vooral niet laten nierkon, dat
tij hang was, dat haar positie kon verminderen; vooral
sommige buitensporig lange termijnen van
in werking treden, de combinatie der arti
kelen doet vermoeden, dat onze eeuw reeds
ten einde zal ioopen als de wet volledig
werkt gesteld dat dit ooit gebeurt.
Wij willen alleen een greep doen in liot-
ge< n dit wetsontwerp strafbaar stelt of vor-
biedt.
Wij vinden dan onder meer:
1o. Het is verboden, tapper in een
huis te zyn zonder bekomen vergunning on
betaald vergunningsrecht (art. la. jo. art. 7.)
2o. Het i s v e r b o (I e n, twee lapperijen
tegelijk te hebben (art, 7o.)
3o. H e t i s v e r b o d e n, in vennootschap,
maatschap of vereeniging met andoren een
tapperjj te hebben, behalve ingeval van
logementen en sociëteiten (art. 2, 12o.)
4o. Het is verboden, een naarnloozo
vennootschap te maken tot exploitatie van
een groot koffiehuis tnet vergunning (art. 3,12.)
5o. II e t i s v e r b o d e n, in een gekurkt
of ongekurkt fleschje 2 of meer maatjes
sterkedrank te verkooperidit mag niet anders
geschieden dan «gesloten, over kurk on boven
rand van den bals door metalen doppen of
met lak omsloten llesschen kannen of kruiken"
(art. 1, 60.)
6o. Het is verboden, bonbons te
verkoepen met likeur (art. 1, 0o.)
7o. Het is verboden, zelfs aan een
logementhouder mot vergunning, den gaston
van de in zijn hotel logeorende personen oen
glaasje cognac te verkoopoti. (art. Ia.)
8o. Het is verboden, een tappery te
hebben met te min ruimte, licht en ven
tilatie (art. 2b.)
9o. Het is verboden, te tappen in
door B. en W. als verboden kring aange
wezen wijken, buurten of straten, (art. 2c.)
10o. H e t i s verboden, te tappen op
hiertoe voor de verschillende dagen aange
wezen sluitingsuren. (Art, 2c.)
Mo. Het is verboden, te tappen
wanneer, «wegens omstandigheden op grond
van welke misbruik van sterkedrank to
vreezen is", de vergunningslokalen gesloten
moeten zijn. Welke die «omstandigheden"
zijn, is niet bepaaldmist, aanhoudende
regen en kil weder, dat naar inwendige i
verwarming duet zoeken, kan als zoodanig
worden erkend (art. 3, 2c.)
12o. Het i 8 v e r b o d e n, te tappen in
euu lokaliteit in een buis, toebehoorende uuu
hot R(jk, oen Provincie, oen Gemeente of
oen Waterschap, dus b\jv. in erfpacht go-
geven, in het koffiehuis in het Park te
Rotterdam, in den Prinsentuin to Leeuwarden,
enz. (art. 3, 2o.)
13o. Hot is verboden, te tappen in
oen lokaliteit die voor oen openbaren dienst
wordt gebruikt, of daarmede binnenshuis
gemeenschap heeft, (art. 3, 2o.)
14o. Het i s v o r b o d e n, te lappen in
wachtkamers van stations, van spoorwegen,
stoomboten, tramways of trekschuiten. Even
eens iu de wagens of hooton dier middelen
vun vervoer. Uitgezonderd hiervan zyn do
restaurants van de Compagnie des Wagons-
lus, do stoombootjes Delftz(jl—Embden, do
stoomtram Breslcens—Maldeghom, enz. (art. 3,
6o. art. 1 b.)
15o. II e t i s v e r b o d e n, in oen tup-
pory uon andere winkelnering uit te oefenen,
loton te verknopen of het bedrijf van kapper
il barbier uit te oefenen (art. 3, 18o.)
16e. Het Isverboden, oen tapperij
te hebben in oen buis waarvan de zolder
kamer bewoond wordt door een sluisknecht.
(art. 3, 19o.)
17o. H e 11 s v e r b o d e n, oen tapperij
te hebben in een huis, waarin oen scheeps
bevrachter woont of een stevedore, zelfs op
de afzonderlijke bevonwoning. (art. 3, 19».)
18o. Het is verboden, te tappen in
een tuin gescheiden door den weg van het
huis, waarvoor vergunning is vertoond, (art.
4a.)
10o. liet i s v e r b o d o n, tapper to zyn
als mon wegens stroopory bij gurechtelijk
vonnis ontzet is van het dienen by do ge
wapende macht (uri. 3e. 45o.)
20o. Hot i s v e r b o d e n, sterkedrank te
verknopen in een sociëteit, die geen rechts
persoon is (art. 3a, 3o.)
21o. Het is verboden, eon tappory
of een logement to verbouwen zonder goed
keuring van B. on W. of van Gedeputeerde
Staten (art. 0, 3, jo. art. 8c.)
22o. Hetis don tapperverboden,
lunger dan 3 maanden in het inar buiten zjjn
tapperij te wonen (art. 0, 20.)
2Üo. Het is verboden, een slyterij
te hebben zonder vergunning en zonder be
taald vergunningsrecht (art. 1.)
24o. liet is verboden, togely k sly ter
en tappor te zijn, tenzy in Gemeenten wier
belt' nwde kom geen 5000 zielen telt, of
buiten du bebouwde kom iu Gemeenten (tie
dit inwonertal wel hebben (arl. I, 4.)
25o. Het is verboden, iemand oen
glas bier te verkoepen zonder voorafgaand
verlof (art. 15, 2. jo. art. 15c 3.)
köo. Het is verboden, iemand een
glas melk te verknopen wanneer men bij
gerechtelijk vonnis ontzet is van zyn kies
recht (art. 15, 1, jo. art. 15a 3.)
27o. Hot is a a n een vrouw ver-
bode n, Iemand togen betaling in de gclogou-
hoid te stellen in haar huis eon glus melk,
spuitwater of ook zelfs maar gewoon water
te drinken, als haar echtgenoot «van bekend
slecht levensgedrag is" (art. 15, 1, jo. art.
45a öo.)
28o. Hot is v o r b od on,oenigendrank
een borreltje, oen kwast, een glas melk, oen
glas spuitwater, een kop chocolade, zelfs een
kopje warme koffie tegen betaling te gebrui-
kon in een lokaliteit waarin de haudtookoning
van den Gemeente-secretaris of van den grif
fier der Provinciule Staten niot duidtdyk
zichtbaar is, en waarin do Drankwet niet
duidelyk leesbaar en niet hooger dan 2 Meter
boven den vloer opgehangen is. (Het ver-
oischte, dat men de wet begrijpt, wordt niet
gestold) (art. 13, jo. art. lOTi.)
29o. II e t i s v o r b o d e n, een gezelschap
jeugdige fietsers, waarvan er geen boven de
18 jaar is, in een herberg lo doen schuilen
voot oen hen overvallend onweer, (art. 151.)
30o. Het i s v er b o tl e n, een stomdron
ken man, die gevaar loopt onder een auto
mobiel te geraken, in eon herberg ten plat-
lelando zijn roes to doen uitslapen. (15j.)
3lo. liet is v e r b o <1 e n, nrboidsloonen
uit te betalen in een lokaliteit die binuons-
i huis gemeenschap heeft met een tappory.
Deze courant is gedrukt met de courant-inkt van de firma
vertegenwoordiger J. J. H iH I SIC kantoor en magazijn Corneti Tromp straat
HOTT KHD ff.
niot» laten merken. 't Speot haar al. dat zij tegenover
haar aanataandon soboonsoon reed» eeu en ander
had losgelaten. 't Honig afdoend» middel sou zyn,
geen notitie te nemen van de Dornbaclis; maar, als
gevrooulyk, doet mon meer het verkeerde dan het
goede.
Het gesprek liep over allerlei onbeteekeuendediugon.
Mevrouw We\jor vroeg of mevrouw Von Kottier
reed» had gehoord en mevrouw Von Kettler vroeg
of mevrouw Weyer reeds wist en daar de eerste
nog niets had gehoord en de andere nog niets wist,
deeliton zy elkaar de groote nieuwtjes van hot kloine
stadje mee.
De jonge Weyer zat inmiddels reoht druk met
Hilda te bahbeleu en ofschoon haar mooder een en
al oor was en aandachtig luisterde naar hetgeen
mevrouw Weyer hear vertelde, ontging haar geen
syllabe van hetgeen Weyer en Hilda met elkaar be
praatten; als zy wilde, had zij ten minste twee paar
ooren 011 evenveel paar oogen. Zn zag dan ook
de teerdere blikken, waarmee do jonge luitenant
haar doohter beschouwde,
„Hij is toch op haar verliefd", zeide zij by zich-
zelveu „dat h(j verliefd zou zyn op l.illi heelt by
zeker maar gezegd om Hilda jaloersch te niakeu en
haar daardoor gemakkelijker te winnen, De mannen
zyn tooh zoo sleoht; ze deugen geen sikkepitje."
Haar vermoeden was ,i iit; Weyer was werkelijk
op dit oogeublik verlie.a op Hilda. Hy was bly,
eindelijk weer eens met een jong meisje tekuunon
babelen hy had zóo laug den aanblik oouer jonge
dame moeten onthoeren, dat Hilda ham in vuuren
vlam zette en do blikken, waarmede hy haar gade
sloeg, xeidou duidelijk .Hilda, ik bob je liefjo
bent luooi als do zon by baar opgang".
Hilda deed lang alsof zy die verliefde blikken
heolomaal niet opmerkte, maar werd toch eindelijk
verlegen eu begon, om een oinde te maken aan de
pyulyke situatie, hem te plangon en lu foppen, zóo
dat Lij op zyn buurt in 't nauw word gebracht om
dat zij veel geestiger was dan hH en h\j bijna olken
keer bet antwoord moest sohuldig blijven.
,'t Is niet mooi van u, ine zón to plagen" zaido
bij. „U ziet tooh wol, dat Ik invalide ben en me
niet kan verdedigen".
„Wilt u me dan trappen plaagde zij terug,
lly begreep nu eeu groote dnmlieid gezegd te
bebbsn on draaide verlegen aan s\ju aankomend
kneuvolijo,
-All right" plaagde *ij weer.
HiJ keek haar bóto aan „Pardon, ik wool niet
wal u daarmeo wilt zeggen".
Zy laohte luidkeels: „Maar, inytihoor Weyer, zóo
veel Etigolsoli zult u toch wol kennou, dat u die
twee woorden kunt vertalen".
liy bad or niet het llauwste idee van wat die twee
woorden tooh wel zouden beteoken, want hy wist
nog minder van Engelioh af dan van botauie, waarvan
hy houlemasl niets wist omdat dit leervak op geen
enkele school welko hy bnzooht had, onderwezen
WSH. lly kon maar niet begrijpen wat zij not din
tweo woorden bedoeldeiiy sprak geen woord
eiigelsoh en omdat hy de nieuwste ongolsoho romans
slechts uit een sleohte vertaling kende, leerde hy
ook niot bar veel van deze vreemde taal. Maar hy
antwoordde tooh vrywcl uit do hoogte:
„Natuuriyk begrijp ilt w,t «ooeven zeide, maar
ik weel niot good waarom u 'txoi."
Zy merkte, dat bij er zioh uit traolRte to praten
en zoide daarom„Natuuriyk twyfel ik volstrekt
niet aan hotgeon u zegt, maar toch wod ik met u,
dat u niet wool w#i „All right" beteoksnl".
Hy word vuurrood van verlegenheid en Hohaamde
zich ovor zijn onkunde maar zoido tooh brutaalweg;
„Top, om hocveol 1"
Hilda dacht eon oogonbiikjo na en zeide toen
„Dat doot er minder toe; om een dizoretiewie
vorliosi, zal wol de oeno "f andere kleinigheid weten
te vindon. Mnar dan nu ook cathegorTseh gezegd
wal „All right" botookont",
Hy wist er nóg geon touw aan vast te krygon;
al bad hy ur alle sohatton van de wereld meo kunnen
verdienen, dan nog zou hy die twos woordjes uiot
hohhou kunnen vertalen, uiaar nu hy eenmaal bad
verteld zoo'n uitstekend Hngolsohmaii te zyn, tutu st
by i i zyn rot blijven ut) zoo zeide hy dan ontwijkend
„Maar zoudt u dan workolyk gnloovsn, dat ik dit
niot wist Dat is, neem 't tue niot kwalijk, byna
beleedigond".
„Heusoh?" vroeg ze hem soholmioh aankykond
eo vervolgde: bob natuuriyk in do vorste verte
niot do bedoeling om u te boleodlgondaarvoor
kwam ik toob ook niet hier. Laat ons dus over
lets antlers spreken. Kigenlyk is 'tjammer; ik had
du weddenschap graag gewonnen, maar óok gaarne
oen handwerkje voor u gemaakt. Maar u liot-fl vol- -
kouion gelijkals luitonant weet u heel best, dat
„All right" boloekont. „Op du plaats rust".
„'l Doet me tooh genoegen, dut u nu oindolijk
inziet, dal ik gelyk had", viel hy levendig iu „ik zou
do weddenschap gaarne hebben aangenomen als ik
niet zoo zeker was geweest van uiyn zaak. Nog
heel onlangs heb ik voor don rogiraouis-aoiumatidant
een ongolsoh uxuroitie-roglomimt vertaald eu dus
ken ik alle commando's precies".
Hilda had Item mat klimmende verbazing aange
boord sn al haar brst gedaan om niet te laoben.
Natuurlijk loog by of 'tgedrukt was, maar zy dood
alzof zo ,'t niet merkte en zeido: „Wat u zegt; ie
dat geon vreesoiyk moeilyk work V"
„Och, moaliyk niot, maar ontzettend vervelend"
blufte hy „'i komt anders niot voel voor dat mon
ons, cavaleristen, zoo iels te doen gooft; det do
iufantorio of oen ander wepen dorgelyko puzzles
oploet, kan er nog mee door; die kunnen er nog
lots aan hebben, maar wat gaat om, oavaloriston.
dorgelyko snorrunpypery aan f Hij one zit hel niet
iu hol hoofd, maar iu do knloon by ons it bul
poerd hoofdzaak".
„Dat meent u toob niet?" vroeg zij, zoo ernstig
mogelijk. „IJ zegt daar oigeniyk, dal do ruiter» totaal
overbodig zyn. Eulln, misschien komen we nog
welosn» zóo ver, dat de paarden patrouille gaan
loopeu. 'tZou workuiyk uon boelu bezuiniging zyn
als onze cavalerio-regimenten alleen uit paardou
bestonden". H ordt vervolgd.)