Zaterdag 30
1904.
No. 5533
53e Jaargang.
Reis-exemplaren.
Feuilleton.
FIRMA A H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post 1.15. Advertentiën I regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
of'icieële- en onteigeningsad vcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.525; elke regel
•"eer 0.525. Gruote letters naar plaatsruimte, Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Rij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT
Tclephoon 10.
Aan onze nbonne's, die tijdelijk eldei*s,
hetzij binnen- ot buitenlands vertoeven, wordt
op aanvrage en met, duidelijke opgave
van adres, de Courant eiken verschijndag logen
vergoeding van het porto toegezonden.
(tok nict-geabonneerden kunnen op de
zeilde wij ze de geregelde toezending van de
«Amcrsloortsclie Courant" tijdens hun uitste-
digheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
Do BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
brengt tor kennis van ile ingezetenen dezer Ge
meente, dat de door den Directeur van 'sKyks di
recte belastingen enz, te Amsterdam cxocutoor ver
klaarde kohieren Nos. 7 en 8 van de
PERSONEELE BELASTING
over liet dienstjaar 1904/11)05 aan den Ontvanger van
's Rijks directe belastingen alhier zijn lor hand gesteld,
aan wieti ieder verplicht is, zijneu aanslag op den
bij tie wet bepaalden voet tc voldoen.
Gedaan cn op de daarvoor gebruikelijke plaatsen,
naugeplakt te Amersfoort, deu 29. Juli 1904.
Do Burgemeester voornoemd,
WUIJTLERS.
De KAMER van KOOPHANDEL en FABRIEKEN
heeft ontvangen:
1. De Jaarverslagen over 1903 van do Kamers van
Koophandel en Fabrieken te Alkmaar, Amsterdam,
Bergen op Zoom, Breda, Delden, Delft, Doesburg,
Enschede, Goor, Groningen, Haarlem, Hannover,
's-Herlogenboseh, Hoogeveen, Hoogezand, Hoorn,
Leeuwarden, Leiden, Moppel, Nijkork, Nijmegen,
Oldetiznal, Oosterhout, Opsterland, Schoterland, Tiel,
Tilburg, Uireebt, Veendnm, Veuloo, Waalwijk, Win
schoten en Zwolle.
2. Consulaire verslagen no. 2029.
Tijdschrift van de „Ned. Maatschappij tot Be
vordering van Nijverheid", alleveringen April, Mei
en Juni 1904.
4. Statistiek van de In-, uit- en doorvoor ge-
durondo de maanden Maart, April en Mei 1904.
5. Verslagen Holl. IJz. Spoorwog Maatschappij
over 1903.
Vuslag van de Provincie Utrecht over 1903.
7. Bulletin de la Cltumbre de Commerce Néer-
laudaise de Smyrue, Mei 1904.
8. Van het Centraal Bureau voor de Statistiek:
a. Jaarcijfers Koloniën 1902;
b. Werkstakingen en uitsluitingen in Nederland
in 1903.
9. Ned. Exportblad, nos. 520—529.
10. Handelstractaton en tarieven van Invoerrechten
in: Antigua, België, Brazilië,Uritsch Indië,Columbia,
Costa Rica, DuTfsehland, Frankrijk, Griekonland,
Guatemala, Jamaica, Oostenrijk-Hongaryo, Mauritius,
Mexico, Noortvegeu, Nieuw Zeeland, Peru, Rcuuion,
Rumeniü, Rusland, Spanje, Sint Thomas. Togo,
Trinidad eu Tabago, Venezuela, Zwitserland en
Zweden.
Belangstellenden kunnen bovengenoemde Ver
slagen enz. voor eenigo dagen ter leziug ontvangen
aan to vragen bij den ondergeteekende
HEllMs. P. van HASKLEN,
Secretaris.
Amersfoort, 29 Juli 1904.
DE TANDARTS.
1.)
Iu Café Luilpold te Leipzig zateo iu een hoek
eeuige jonge schilderssy waren geen van allen
nog iets, hadden honger en dorst, wanneer zo geen
geld hudden, en drouicon ou zaten in een café wan
neer zo iets bezaten. Bij dat alles droomden zij van
een roemrijke toekomst cn waren steeds vroolijk.
Zy hadden op een avond elkaar om 9 uur beHeheid
gegeven. Allen waren verschenenslechts Hans
Neubort mankeerde nog.
Men sprak over Kuno Frieke.
„O", heette het „van hom komt niets terecht, al
wordt hij ook 200 jaar".
„Tegenwoordig wordt ook maar iedereen schilder".
„Je kout het schandaal van Kuno zeker niet 7"
„Wut dan?"
„Kuno gaat voor eonige dagen met Hendrik Lange
naar de Pschorrhalle. Jelui weten, dat hij zich altijd
in 't oogvallend kleedt, werkelijk te erg. Dien avond
had hij een geruito broek aan met schreeuwende
kleuren en een meter in omvang; 'n waar gedrocht!
Aau een tafel er naast zaten een paar studenten, die
ouophoudelyk spotten over de broek eu over deu
den drager. Dat werd eindelijk Lange was ill te erg;
hij gaat naar do tafel, waar de studenten zitten ou
verbiedt hun die boolnomorg. Hot eene woord ontlokt
het andere en spoedig regent het oorvygen. Lange
kreeg natuurlijk de meeste. Kuno had zich uit de
voe eu gemaakt.
Vanduag komt Lange hem op den straat logen,
maar Kuno kijkt om ou /.iet hem niet. Lange treedt
Hooger Onderwijswet en Eerste Kamer.
De Hiiagscbe correspondent van bet «Cen
trum" doet «uit de meest vertrouwbare bron"
de volgende mededeelingen
Zeer kort voordat de Hooger Onderwijs
wet in de Tweede Kamer behandeld zou
worden, is er een vergadering gehouden van
oen zestal vrijzinnige Kamerleden, twee van
elke .schakeering. Sociaal-domocruten waren
niet aanwezig, in die bijeenkomst is 't plan de
campagne opgemaaki. De heer Rorgesius
w«s er voor om uit de linkerzijde een voor
stel te doen komen, het Staals-exumen in te
voeren voor 't verkrijgen van den »elTectus
oivilis"; dat zou dan gegilde» hebben voor
alle universiteiten. De twee aanwezige Leid-
sclie professoren eigenlijk een professor en
oen oud-professor waren tiaar sterk tegen
dat zou zijn een capitis diminutio voorde open
bare universiteiten allo Senaten hadden er
zich ook tegen verklaard. De heer Rorge-
sius zag er daarom van at', een zoo tanig
voorstel in de Kamer te doen; immers de
gelieele linkerzijdn moest alle verdeeldheid
vermijden, en tut 't einde toe eenstemmig
optreden, anders zou du Eerste Kamer de
wet niet kunnen verwerpen.
Deze mododecliug verklaart afdoende, waar
om er van links in du Tweede Kamer zoo
weinig over het Staals-examen gesproken is;
verklaart ook de zeldzame eenstemmigheid
ter linkerzijde.
Tluvns kwam de beurt aan de Eerste Kamer.
Ook hier ging een vergadering van de
linkerzijde vooraf. Hoewel enkele loden nog
aarzelden, werd nog besloten om ten slotte
de wet eenstemmig af te stemmen, en wol
op deze twee gronden
lo. het werd hoogst onwaarschynlijk ge
acht, dat de Regeering tot ontbinding van
de Eerste Kamer zou overgaan, oin geen
verkeerd antecedent te stellen. Vooral van
de katholieke Ministers werd verwacht, dat
zij, evenals de heer Do Savorr.it» Lohman,
tegen ontbinding zouden zijn. Mocht onver-
hoont do meening van dr. Kuyper zegevieren,
dan zou de ontbinding van de Eerste Kamer
als een revolutionnaire daad kunnen worden
voorgesteld en zouden daardoor de meer
conservatieve elementen onder de kiezers in
1H05 van do tegenwoordige Regeering worden
vervreemd
52o. Volgde geen ontbinding, en dat wenl
't meest waarschijnlijk geacht, dan meende
men in 1905 zeer stellig te kunnen rekenen
op een scheuring, zooal niet tusschen christe-
lijk-historischen en anti-revolutionnairen, dan
toch tusschen decliristehjk-historischeu ouder
ling. Een groot deel van hen men meende
dit uit de redevoeeiug van dr. De Visser en
mr. dr. Schokking te kunnen opmaken.
zou dan, wanneer de Hooger Onderwijswet
inzet van den strijd was geworden om een
nieuw ontwerp zou moeten worden ingediend,
als eisch voor samenwerking bij de stembus
stellenvveder-herstelling eener protestansoh
theologische faculteit; de katholieken zouden
daar natuurlijk niet van willen weten; en
zoo redeneerde men was 't •monster
verbond" verbroken, en zouden de liberalen
hoogstwaarschijnlijk, zelfs zonder hulp van
de sociaal-democraten, een meerderheid in de
Tweede Kamer kunnen verkrijgen.
Over het Staats-examen zou ook in de
Eerste Kamer zoo weinig mogelijk gesproken
worden; men vreesde, dat de Regeering dan
zonder ontbinding van de Eerste K uier, om
een cris te voorkomen, dat denkbeeld zou
aanvatten, en menzon er dan aan vast zitten
aldus ware dan nog vóór de verkiezingen van
1905 de Hoogere Onderwijswet van de baan,
en dat juist wilde men niet. Die knuppel
moest in het hoenderhok blijven liggen.
Ziedaar wat ik met zekerheid als waar kan
mededeelen. De houding der vrijzinnigen,
én bij de behandeling der wet, én thans, bij
de ontbinding der Eerste Kamer, zal er voor
velen wel eenigszins begrijpelijker door zijn
geworden.
Oók, dat inderdaad ontbinding voor do Re
geering de eenige weg was oin uit deze valstrik
te blijven.
Heden hoorde ik vertellen, dat de Hooger
Onderwijswet geheel ongewijzigd .veer by de
Tweede Kamer zal worden ingediend om dau,
nog vóór de Begrootingen, als «tweede lezing"
te worden afgehandeld."
Aldus: deze Centrum-correspondent is,
beter nog dan de liberale briefschrijvers, die
overigens nogal talrijk zijn in Den Haag,
ingewijd in de geheimen der vrijzinnige leden
van beide Kamers.
Wij zijn niet zoo gelukkig als hy om in
die geheimen te zijn ingewijd, zoodat wij
geen stellige tegenspraak tegenover zijn me
dedeelingen kunnen stellen. Maar veel ver
trouwen boezemt zeker niet in wat hy ten
slotte vertelt, nl. «dat do flooger-Ondervvys-
wet, geheel ongewijzigd, weer bij de Tweede
Kamer zal worden ingediend, om dan, nog
vóór de Begrootingen, als «tweede lezing" te
worden afgehandeld.
De good-ingelichte man schijnt niet te
weten dat er oen art. 111 in de Grondwet
staat, dat met dit plannetje in stryd is.
Immers«aan de openbare beraadslaging over
ecnig ingekomen voorstel des Koniugs gaat
altijd een onderzoek van dat voorstel vooraf",
en de zelfs «geheel ongewijzigde" Hooger-
Onderwyswet is weder een nieuw voorstel.
Wat den zittingsduur der nieuw te kiezen
Eerste Kamer betreft, brengt hel «Soc. Wbl."
art. 145 der Kieswet in herinnering, hetwelk
bepaalt, dut hij ontbinding van de Eerste
Kamer de rooster van aftreding opnieuw
begint te werken over twee jaar, te beginnen
met den eerstvoigenden derden Dinsdag in
September. Nu het toeval wil, dat de ont
binding plaats heelt vlak vóór het einde van
het gewone zittingsjaar, komt dit der nieuwe
Kamer te staan op een jaar van haar zit
tingsduur en strijdt voor dit geval dus eigen
lijk art. 140 Kieswet met de Grondwet.
De a.s. Eerste Kamer zal dus zitting heb
ben tot 1912, en de periodieke aftredingen
zullen zyn in 1900, 1909 en 1912.
Al heel dikwyls is er op gewezen met hoe
«bekwame spoed" wordt overgegaan tot den
bouw vun het Arbitrage-paleis waarvoor de
heer Carnegie al zoo neel lang geleden het
geld niet beloofde, doch aanstonds zond.
Thans schrijft mr. J. M. van Stipriaan
Lu'icius in het «Weekblad van het Recht"
«Mijn geachte confrère, mr. F. L. Kleijn,
heeft voorgesteld, het gebouw voor dit Hof
te plaatsen bij de duinen van Scheveningen,
aan de Waterparty alJuar, alwaar hy reeds
in gedachten het gebouw zyner fantasie zag
weerspiegelen. Hoe poëtisch dit voorstel ook
zyn moge, ben ik meer practise!» aangelegd
en zou ik dit ook voor oude hoeren bestemde
gebouw liefst midden in de stad zien.
Nu wil het toeval, dat in het centrum der
Gemeente 's-Gravenhago een groote open
vlakte ligt, die des zomers op een woestijn
en des winters op een moeras gelijkt. Ik
bedoel het Alexanderplein.
Dit plein is van alle kanten der Gemeente
gemakkelijk bereikbaar in alle jaargetyden
en is zóo groot, dat, indien men in het mid
den daarvan een paleis zot, er oog ruimte
genoeg omheen blijft om den aangrenzende!»
inwoners voldoende frissche luchtte verschaf
fen. In het middelpunt der Gemuente kan
dau een zeer sierlijk gebouw verrijzen.
Dit plein heeft ook het groote voordeel,
dat hot aar» hot Ryk toebehoort. Nederland
kan nu metterdaad toonen óok iets voor de
zaak dor internationalo rechtvaardigheid over
to hebben door dit plein kosteloos af te
staan. De Alexanderkazerne kan gemakkelijk
buiten de stad geplaatst wordende omrin
gende bewoners zullen do commando's niet
missen on do Staat kun door tusschen perso
nen, bij het koopen van oen nieuw terrein,
zorgen, dat hy niet in handen van specu-
heiu in den weg en vraagt opheldering. Toen zegt
Kuno: „Maar nou vraag ik joeen mcnsch die
zich iu eou publiek lokaal oorvijgen laat toodioi
kan ik toch niet meer groeten."
Daar kwam Neubort binnen, buigzaam eu ernstig,
giug voorzichtig op een ledigen stoel zitten, wonkte
de kelluerin om een glas bier en bracht do woorden
uit:
„Jelui praten over Kuno Frieke? Die is dood."
Alsof een bom lussebon ben was gevnllen, vroegen
allen: „Hoe? Wat? Maar ik hob hem nog vanmiddag
tusschen drie en vier uur op do pantoffelparade ge-
„Zot u toch, heeron, zet u toch," vroeg Neubort
dringend. „Watje gezien hebt, was ziju lijf, zeker;
zijn lijf, met allerlei gebreken, ouder anderen ook
tandpijn, jawel tandpijn. Maar zijn geest is dood,
morsdood. Ja, de geheelo Frieke is voor ïny dood.
Ik heb een goed vriend begraven en ik raad jelui,
begraaf hem óok. Wanneer óon van jelui tandpijn
heeft, laat hem ten minste boven de aarde blijveu."
„Wat moet dat beteekenen?"
„Wat dat beteekent? Dat hg dood is.
„Maar ik heb hem toch vaumiddag niet alleen ge
zien, maar ook gesproken."
„Zoo?" vroeg NeubetU„En trof je daarbij niols?"
„Hij staarde mij zeer verlegen aan."
„Wat nog meer?"
„Hij was zeer gejaagd, want hy wildo naar een
tandarts."
„Zoo is "t," zuchtte Noubert, „hij bail tandpijn of
liever heelt die gehad. Luistert. Een veertien dagen
geleden klopt bij bonzend op tuyn deur, zóo: bom,
bom, bom üeëleotriseerd spring ik vau do sol'a op,
want ik daehi, dat 't een kooper was. Doel) daar
komt Kuno binnen en zet een gezicht alsof hg drie
weken meelpap had gegoten. O, ben jij 't
„Ja," by maakte een beweging als eou spriuk haan.
9 toch z
goed en leen mo drie mark"
„Hans,
zegt hy.
Ik strek de armen ten hemel en schreeuw: „Gij,
O Goden, hoort deze lastering. Ik eu drie mark."
„Ik bob toch zoo'n vreoselyke tandpijn en bezit
nog maar zestig penningen."
Ik grijp heiu bij de keel. „Zestig penningen? Hier
ermee. Zoo! Eu ik heb er nog vijfenveertig, dat
maakt summa summarum eou murk eu vjjf penniugon.
Kuuo, daarmee red ik je door mjja plan. Jij moot
drie mark hebben om den tand te laten trekken
Hij knikte droevig.
„Waar zit Gulliob?"
„Iu bol café van hot Hofthoathier."
„En Bech
„In Luilpold."
„Eu Wilscbe? Dat woel ik, iu de Thomnabrouworjj.
Ecu van de drie inoet ons leeiien. Die éon mark on
vijf penningen geven wij voor de tram uit."
Ik druk Kuuo iu den hoek op de sofa waarop hij
kermend rondkruipt cn maak gauw toilet. Op eenmaal
vraagt hy nieuwsgierig terwijl hij op een pak be
schreven papieren staart, dut op tafel ligt„Wal duetl
je toen ik kwam?"
„Ik schroef aau myn roman."
„Wat? Roman? Ik dacht, dat je aohildordo."
„Bij lamplicht?"
„Of dal |e teekende."
„Och wat, van ray koopt tóch niemand. Ik hoop
tuut liet schrijven van romans verder te komen. Hol
doek cn de lijsten zijn schreeuwend duur; voor
roinaus heb je slechts goedkoop geel papier noodig
hob on voor 10 peuuiug ponnen."
„En heb je er al wat van klaar?" vraagt hy.
„Zescnvijftig hoofdstukken."
„Hoe is de titel?"
„De bloedig» dolk Ie middernacht, of de tante
mol de bovroreu baud".
„Nou, lie zal goed worden".
„Dat wordt hy ook. Het wordt oen romeu in
alleveringen, weet je. Bji do laatste alleveriug komt
oen «tel tafelzilver vau Lritannia-uietaal als premie".
„Daarvoor", meende Kuno, „moet je je nogal iu
onkosten tlekeu".
„Bedaar", zeg ik, „tot aan de laatste allevering
komt niemand of hij krijgt zenuwkoorts en kan dan
bet britannia-stel niet opeiichon".
„Och, en ik bob zoo'n verbazende tandpijn."
„Jawel, ik geloof dat wol".
„Ooh", klaagt hy verder, „als ik tooh óok maar
wat was".
„Ja", zog ik, „beste Frieke, dat ligt sleelits ann
jou. Ju moet niet zoo ontzettend oppervlakkig zijn
on niet een ander na-aponjo moet oorspronkelijk
zyn, oorspronkelijk zooals ik iu mijn roman".
„Ooh, je spot".
„Neon, werkelijk niet. Zie ouder do beroemdheden,
bijvoorbeeld don Helscbon Brenghel. Word Jij, wan
neer. jo niets beters invalt, oen Helsclie Frlcicn en
du ru" m staat voor de deur".
M c rijden naar do Tbomasbrouwery. Kuno hield
zyn handen tegen do linkerzyde van zyn hoofd eu
I jammerde. W'y' gingen vervolgens door naar Kloster-
brau en Braustiibel niets, niets. Ik vraag sau
Marie: „Is niemand vau het gilde bier?"
I „Neon, mybeer Neubort".
I „Mijnheer Witsohe ook niet?"
I „Noen, nog niot, hij komt anders zeker, wanneer
by tenmiusto niot toevallig is gestorven. Zal ik wst
klaar maken
„Neen, noen".
Wo knepen Mario oous oven in Laar koontje eu
gingen weg; dat wil toggon ik kneep slechts: Kuno
i bad gonueg mot zichzelf te doen."
(.SM volgt.)