voor notificatie; het volgend schrijven van de Commissie tot viering in het openhaar van den Konin ginnedag in 1904, dd. 14 Juli, waarvan de Secretaris voorlezing deed: In beleefd antwoord op Uwe beschikking yan C Juli, waarbij aau de Commissie voor de feestelijke herdenking in bet openbaar van den verjaardag van van H. M. de Koningin uit de Uerueentekaa een crediet van f500 wordt toegestaan onder voorwaarde, dat minstens een gelijk bedrag door de ingezetenen bijeen wordt gebracht, hebben ondergeteekenden, in opdracht dier commissie, de eer u te berichten, lat genoemde commissie dat crediet niet wenscht te aanvaarden. Eveueeus iu bepaalde opdracht der commissie berichten oudergeteekenden u daarbij, dat iu een vergadering, werke aanstonds na de jongste Raads zitting werd gehouden, zeer omstandig is busprogen: lo de mogelijkheid om ondanks df voor de com missie, welke immers in 139S en 1901 de feesten tot aller levredonheid heeft geleid, „zeer bezwarende, en bijna grievende"' bepaling waaronder bet crediet zou worden verleend, een nieuw adres tot uwen Raad te richten, houdeude verzoek om hoogor cro- vlie'. Eon voorstel hiertoe werd verworpen niet 14 tegen 4 stemmen (10 leden waren afwezig, enkele juist door hel gesprokene in do Raadsvergadering) l!o dat vervolgens aangenomen is met algemeene steuiiuim de volgende motie: „Da commissie, daar toe aangezocht door den heer Burgemeester, welke zich ten doel stolde het feesieiij* herdenken in hel openbaar vau den verjaardag van H, M, de Koningin, vooral door bet houdeu van kiuderfeesten en zoo mogelijk door hel geven van volksfeesten in den ochtend eu den middag van 31 Augustus 1904) ne- treurt de mindere waordeering van den Gemeenteraad, gebleken bij de beraadslagingen omtrent liaarj ver zoek tot verlootten van een crediet, besluit geen ge bruik te maken vau het door den Raad onder zóo verzwarende bepalingen verleend credieten draagt aan het Dagelijksch Bestuur der Commissie op, den Gemeenteraad met dit besluit in kennis te stelleu" 3o dat ten slotte met*>4 tegen 4 stemmen is aan genomen een besluit om de commissie te ontbinden. Met verschuldigden eerbied hebben wij de eer te teekenen, enz. De Voorzitter zegt, dat nu de Cum- missie het crediet niet wenscht te aanvaar den, hij namens het D. B. voorstelt, het be drag van föOOte bestemmen vooreen onthaal der schoolkinderen en het daartoe te ver doelen onder de- Hoofden der scholen opdat de eerbied lot en de liefde voor het Vorsten huis op passeude wijze op den verjaardag van H.M. worden opgewekt. De heer Plomp zegt, dat toen hij in de vorige zitting voorstelde het crediet van f500 toe te staan onder beding dat do bur gerij minstens een gelijk bedrag bijeenbracht, hy waarlijk niet heeft kunnen denken, dat de Commissie zich daardoor gegriefd of be- leedigd zou hebben gevoeld. Na lezing van het comuniqué in de plaatselijke bladen is dit spr. nóg minder duidelijk geworden. De Commissie geeft toe, dat zy alleen den liet crediet zou aanspreken wanneer dit nood zakelijk was en spr. zou nu zeggen, dat er zelden grooter overeenstemming was tusschen den Raad en een Commissie dan thans. De vraag werd gedaan of er een feest zou wor den gevierd. Die vraag werd toestemmend beantwoord, mits ook sympathie van den kant der bevolking bleek. Wat er inmiddels gebeurd is, verklaart spr. niet te begrijpen, evenmin als het grievende voor de commissie. B. en W. stellen nu een gelijk bedrag van f500 ter beschikking van de Hoofden der scholen, doch naar spr. meening zal de Raad eenigszins schuchter zijn om uit bedrag te voteeren. Spr. zou althans liever het voor stel van B. en W. sleunen en een vasten post scheppen als de burgerij sympathie toont met hel plan om den Koninginne lag in het openbaar te vieren. Immers de Raad is geen corporatie, welke feesten geeft, doch dient zich te beperken tot het verleenen van een subsidie. De Voorzitter merkt op, dat de Raad in deze geen geld te vragen heeft aan de burgerij. De heer Van Esveld vraagt ol 1500 wel voldoende is. Spr. meent, dat de Com missie, welke op een zoo groote bijdrage van de burgerij hoopte, voor de rond 4000 kin deren een f950 noodig achtte. Is deze f500 niet in 't water gegooid? Wil men iets doen, dan moet men ook een grooter bedrag be schikbaar stellen; f500 acht spr. te weinig voor een onthaal der kinderen. Ook de heer Van Eek heeft niet heel veel op met liet onthaal der kinderen en het voorstel van B. en W. in 't algemeen. Reeds in de vorige zitting heeft spr. zijn opinie gezegd over deze soort kinderfeesten en spr. is het geheel eens met den heer Plomp, tlat eerst de burgerij van haar sympathie moet doen blijken. Het plan schijnt thans, de kinderen der kostelooze scholen eenigermate op te voeden in de vaderlandsche deugden. Welnu, daar voor zorgt het onderwijzend personeel al voldoende in den gewonen schooltijd. Ook zou spr. het beter achten, het geld over alle scholen, ook de niet-kostelooze te verdeelen. De Voorzitter antwoordt, dat het voor nemen steeds is geweest, de Meisjesschool en de Jongensschool er buiten te laten. Er blyven dus 7 scholen over, of f70 per school, waaruit de Hoofden wel een feestje kunnen organiseeren. Spr. is 't eens mei hen, die meenen, dat alle schoolkinderen dienen ont haald, doch vreest, dat dit te kostbaar zal worden. De heer Veis H e ij n herinnert zich, dut er vroeger zekere grief was, dat alle kinde ren werden onthaald, doch als het onthaal niet goed kan zyn en dat kan van deze Jom onmogolijk dan kan spr. zijn mee werking tot het voorstel niet verleenen. De lieer Ce losse, Wethouder van on derwijs, had gehoopt, dat deze uitgaaf een vaste post op de Begrooiing zou worden dit zou zeker een zuiver standpunt zijn. Het is echter thans nog niet de bedoeling van B. en W. om strijk en zet ieder ja-ir een feest te geven. Spr. kan het optreden der commissie niet zeer correct noemende wyze van ontbin ding is geen daad van ernstige mannen. liet D. B. is inmiddels in contact getre den met Hoofden van scholen, die het bedrag voldoende hebben gevonden. Weliswaar zou 't wenschelijk zijn, den kinderen van alle scholen een feestje te geven, doch vele ouders zeggenwij kunnen onzen kinderen dien dag zelf wel een feestje beieiden. Spr. hoopt, dat er geen bezwaar zal zijn tegen het voorstel van B. en W. en dat voor de kinderen evenzeer een feest zal zijn als «Vreemdelingenverkeer" geeft voor de vol wassenen. De kinderun er buiten te laten, zou toch al zeer onregelmatig zijn. De heer J o r i s s e n heeft met genoegen gehoord, «lat Wethouder Celosse was inge nomen met het plan der feest-commissie. Hat deze niet zulk een groot idee had van ■Ie vrijgevigheid der burgerij mag wel hieruit blijken, dat zij zoo vlug bet bijltje er bij neer legde. Spr. is het eens met den heer Celosse dat dit niet de beste wijze van hande len is geweest, doch in ieder geval is weinig gebleken van belangstelling. Wethouder Celosse herinnert, niet gezegd te hebben, zoo ingenomen te zijn geweest met het plan der Commissie, maar wel met het plan om feest te vieren. Het voorstel wordt nu verworpen met 8 t^gen 4 stemmen (vóór de heeren: mr. Heyligers, Kleber, Van Kalken en Wethou der Celosse). Ingekomen is nog een missive van den lieer 11. J. Croockewit waarbij deze ontslag neeral als lid van den Gemeenteraad, als Regent van het Burger Weeshuis en als Commissaris van het Fonds voor den ge- wapenden dienst. De Voorzitter herinnert, dat de heer Croockewit verscheidene jaren een verdienste lijk lid van den Raad was en meent de gevoelens van den Raad te vertolken als hij zegt, het zeer te betreuren hetn niet meer in den Raad te zien. Spr. wenscht, dat het hem ook elders goed moge gaan. (instemming). Ingekomen zijn nog een missive van het Curatorium van bet Gymnasium waarbij dit verklaart geen be zwaar te hebben tegen het ter bezichtiging stellen van de door den heer te Utrecht ge schonken kast mot inlandsche vogels ook door anderen dan leerlingen. De Voor zitter herinnert, dat de heer Kleber daar toe liet voorstel deed en zegt, dat op de gebruikelijke wijze bij kennisgeving zal wor den meegedeeld hoe en wanneer deze be langrijke verzameling te bezichtigen is; een missive van «Vreemdelingenverkeer" houdende verzoek om 1100 subsidie over 1905 te behandelen bij de Gemeentebe- grooting over 1905; een bericht, dat de heer Van den Broek zijn benoeming tot onderwijzer aan de open bare Lagere school 2e soort, Hellingstraat, aanneemt voor notificatie; de Begrooling der dd. Schutterij voor 1905 te behandelen bij de Gemeentebe groting. Te 2.15 komt aan de orde punt 1 van den Beschrijvingsbrief: behandeliug Bouw verordening. De heer Veis Heyn stelt voor, haar andermaal te renvoyeereu naar de afdeelingen. /.ij is van zóo ingrijpenden aar l, dat spr. haar nog niet voldoende acht toegelicht. De tijd van voorbereiding acht spr. zóo kort, dat het haast ondoenlijk was, zich als niet-deskundige er in te werken. De Voorzitter merkt op, dat zij èn onder de oogen kwam van tal van deskun digen èn in de afdeelingen werd behandeld. Afdoening klemt te meer, omdat zij ingevolge de Woningwet heden moet afgehandeld en er anders kans bestaat dat Gedeputeerde Staten een verordening voorschrijven. De heer Plomp zal gaarne het voorstel- Vels Heyn steunen. Dat de zaak zoo laat wordt behandeld, is niet de schuld van den Raad. Wel is het ontwerp 26 April ingediend, docb eerst einde Juni werden de stukken aan de Raadsleden bezorgd. Van de 17 Raadsleden woonden in de afdeelingen slechts 8 de be raadslagingen bij en 't wil spr. voorkomen, dat het onderzoek in de afdeelingen niet dat resultaat heeft gehad om de voordracht rijp te maken voor behandeling. Spr. wil dan ook het door B. en W. gegeven antwoord in de gewisselde stukken op een dergelijke opmer king omkeeren on zeggen, dat de voorberei ding juist niet voldoende is geweest. Spr. zou wenschen, dat het ontwerp werd gepubliceerd iu de plaatselijke bladen en zóo onder de oogen kwam van de vaklieden; spr. stelt zich daarvan groot nut voor. De Voorzitter merkt op, dat veel leden kennis hebben genomen van het voorstel, zy het niet in de afdeelingen, dan toch als lid van de Gezondheids-commissie, de Commissie van Fabricage, de Commissie van Wetge- J ving, enz. Dat men het ontworp corst zou pubiicoeron en de opmerkingen van het publiek zou af wachten, is geheel tegen de werkwijze die tot dusver hier wordt gevolgd en daarmee volstrekt in strijd. Ook de heer Kleber zal het voorstel- Vels Heyn steunen. Spr. brengt gaarne alle hulde aan de Gezondheids-commissie, die stellig een zeer belangrijk aandeel had in de voorbereiding, en aan de andere commissiën uit deu Raad, doch acht de verordening van te hoog belang dan dat de Raid nu reeds de verantwoordelijkheid kan dragen voor haar vaststelling. Mr. Heyligers mag niet nalaten, op te merken, dat als de afdeelingsvergaderingen slecht zyn bezocht, dit te wijten is aan de Raadsleden? Ieder wist dat deze Verordening moest vastgesteld vöor I Augustus. Het ont werp is nu reeds anderhalf jaar in behande ling. Modt het nu weer gerenvoyeerd. De heer Kleber hoort met verbazing, dat er gesproken wordt van anderhalf jaar. De Raad kent het ontwerp nog geen maand. Nii, midden in den zomer, zijn de meeste Raadsleden afwezig; zelfs de Wethouder van openbare werken is uitstedig. En nu ineens wordt het ontwerp ingediend. Wethouder Celosse merkt op, dat het ontwerp verbazend veel tijd heeft gekost en herinnert, dat art. 8 Woningwet imperatief bepaalt, flat de verordening uiterlijk 1 Augus tus moet zijn vastgesteld. (Hier wordt het gehamer bij den verbouw zóo hevig, dat de heer Gemeenle-architect do tribune verlaat en het doet eindigen. Wet houder Celosse, daarvoor onverstaanbaar, schijnt gezegd te hebben, dat de heer Plomp een deskundige raadpleegde.) De heer Plomp ontkent dit. De heer Celosse zegt: Neen, een der andere leden. De heer Jo rissen zegt zijn licht te hebben opgestoken bij een deskundige. Mogelijk is dit niet in den vorm, doch spr. zag er geen bezwaar in, zich te doen voorlichten. Mogelijk zullen anderen dit óok doen. Spr. voelt dan ook zeer veel voor het voorstel-Veis Heyn. De heer Veis Heyn meenf, dat nadere bespreking in de afdeelingen en de meening der bouwers van veel belang zal zijn. Spr. verwijst naai den gang van zaken met de Vee- en vleeschkeuring. De Voorzitter herinnert, dat de Raad inlichtingen heeft kunnen inwinnen, doch moet er bezwaar tegen maken, het dossier in handen te stollen van de bouwers. De heer Veis Heyn gelooft niet, dat dit de bedoeling is van den voorsteller. De heer Plomp zegt inderdaad verlof te hebben gevraagd dat de plaatselijke bladen het ontwerp opnemen. Die richling moet het uit. De Voorzitter gevoelt niet veel voor dit antecedent. Mr. Heyligers merkt op, dat de belang hebbenden meestal juist diegenen zullen blijken tegen wie deze verordering ontwor pen is. Dc heer Kleber vraagt of er beslist be zwaar is tegen het publiceeren van dergelijke voorstellen. Spr. bedoelt daarom nog niet de afdeelingsverslagen. Spr. acht dit maken tot gemeen goed de rechte weg. Wellicht krijgt men dan menige nuttige vingerwijzing. De Voorzitter acht dit van zoor in grijpenden aard, waai toe in een volgende zitting een afzonderlijk voorstel moet komen, met afzonderlijke beraadslaging. De heer Kleber vraagt of dan de stuk ken geheim zijn. De Voorzitter antwoordt toestemmend. Eerst na de Raadszitting mag de Pers ze publiceeren. De heer V a n E s v e I d zal stemmen tegen uitstel. De Gezondheids commissie maakte zich ten deze zeer verdienstelijk; ook de Commissie van Fabricage bestudeerde het ontwerp, dat óok reeds in de afdeelingen was. Zijn daar weinig leden geweest, in eerst genoemde commissiën hebben respectievelijk immers ook 3 en 5 Raadsleden zitting. Spr. acht het ontwerp dan ook zeer behoorlijk toegelicht. De Raadsleden hadden in ieder geval een maand den tijd om deskundigen te raadplegen, gelijk de heer Jorissen dit heeft gedaan, die zichzelven niet verantwoord achtte. Enkele leden treden thans zoo in 't krijt voor de bouwers; welnu, spr. heeft óok met een bouwer gesproken, die het ontwerp geheel bleek te kennen en slechts twee aan merkingen hud. Spr. vreest, dat uitstel geen verbetering zal brengen. De heer Plomp acht de argumenten van de heeren Heyligers en Van Esveld niet zeer gewichtig. Eerstgenoemde schijnt eenigszins de critiek der bouwers te vreezen. Dat is geen compliment voor den Raad, die boven de bouwers staat. Als de heer Van Esveld twee opmerkingen heeft gehoord, dan is dat zeker een reden tot uitstel van behandeling. De Voorzitter surak van liet 9cheppen van een antecedent. Welnu, laat ons dit beslissen bij de Begrooting, docb wat belet, dit ont werp nu aan de bladen te geven ter publi ceering Wethouder Celosse zegt, dat niemand zijn opmerking heeft bestreden, dat de ver ordening beden nog moet vastgesteld en we anders kans loepen op een verordening door Gedeputeerde Staten gemaakt, die weieens lang niet in den smaak kon vallen. De heer Jorissen antwoordt, dat de beer Celosse óok niet heeft gezegd waarom het ontwerp zoo laat bij den Raad inkwam en deze niet wat meer tijd had voor onderzoek. De Voorzitter merkt op, dat de zaak reeds twee jaren hangende is. Zoodra de Woningwet bekend werd, is het ontwerp aanstonds gemaakt. Zij kostte zeer veel tijd eer ze aan den Raad kon worden ingediend. De commissiën moesten geboord. De heer Plomp merkt op, dat de heer Celosse zoo bev reesd is voor Gedeputeerde Staten. Welnu, als de Raad het voorstel- Vels Heyn aanneemt en B. en W. daarvan bericht zenden aan Gedeputeerden, dan zal het toch zoo'n vaart niet loopen. Wethouder Celosse herhaalt, dat art. 8 Woningwet imperatief is. De Voorzitter stelt voor, de discussiën te sluiten en merkt op, «lat in den zelfden tijd de verordering had kunnen zijp afgedaan. De heer V a n E c k zal tegen uitstel stemmen. Hoe meer belanghebbenden men hoort, des te meer verwarring zal er komen. De heer Kleber herinnert, dat het aerste ontwerp is vau 1 Augustus 190.1, het advies der Gezondheids-commissie van 19 November 1903, dat van de Commissie van Fabricage van 20 Februari 1904 en dat het tweede ont werp eerst 20 April 1904 aan den Raad werd verzonden, die het 11 en 12 Juli in de af deelingen behandelde. W ethouder -Celosse merkt op, dat het Dagelijksch Bestuur geenszins heeft, stil gezeten, evenmin als de Commissie van Fa bricage, de Gemeente-architect en de Ge meente-opzichters. Het voorstel-Vels-Heyn (tot uitstel) wordt thans aangenomen met 7 tegen 5 steromen (tegen de heeren: Van Kalken, Van Eelt, Celosse, Van Esveld en mr. Heyligers). De heer Plomp herhaalt zijn vraag of de couranten het ontwerp nu mogen mee- deelen. De Voorzitter antwoordt, dat de Pers het thans beeft ontvangen en dus kan publi ceeren. Te 2.40 komt nu aan de orde punt 2. 2. Verzoek van de firma H. Gerritsen om Gemeente-terrein te mogen pachten voor het stichten van een hooischuur, met advies. De firma Gerritsen vroeg vergunning om op het terrein aan de Koningspoort, de vroegere Zwemschool, een hooischuur te mogen bouwen van 29.5 X H.5 M. van hout op steenen voet, met pannen ge dekt, tegen een jaarlijksche retributie van f25 waarvoor aan haar gedurende 25 jaar iu huur wordt afgestaan een Gemeente-ter rein groot 340 M2 langs de Beek. De aan wezige hooiberg vervalt. De heer Plomp, voorstel en advies in herinnering brengend, zegt, dat nog zeer on langs de Gemeente bet terrein der voorma lige looierij-Overpnor aankocht om beschik king te krijgen c ar het terrein van Kamp poort tot Koningspoort. Destijds vroeg spr. een opzeggingstermijn van 6 maanden en bedoelde daarmee, gelegenheid te hebben om bet terrein te egaliseeren, de krotten daar weg te ruimen en het mooie open ter rein te bebouwen. Als we nu ingaan op liet verzoek, dan kunnen we nood» binnen 25 jaar beschikken over dat terrein, waar een schuur wordt gebouwd en spr. acht zulks geheel in strijd met het belang der Gemeente. Spr. is om nóg een reden tegen het voor stel, Hij wilde alle hooibergen daar weg hebben óok om het brandgevaar. Hooi brandt heel gauw en heel hevig. Een der gemeen telijke Lagere scholen is daar vlak bij en komt er nog dichter bij. Om deze redenen stelt spr. voor het ver zoek af te wijzen of althans het aan te hou den tot ten priucipale door den Raad in deze zal zijn beslist. De heer Van Eek meent evenzeer, dat bet voorstel nadeel geeft voor de Gemeente die fll Grondbelasting moet betalen en dus eigenlijk slechts f 14 ontvangt. Spr. zou wenschen recht van opstal plus Grondbe lasting en geeft in overweging, de voor waarden anders in te richten. De gewisseldo stukk^ beslaan met elkaar tachtig pagina's schrijfformaat. Zou 't werkelijk de groot* kosten loonen, de te te doen xetten? Zij beslaan bijna vier couranten van het formaat als dit blad. Slechts teer enkele bouwondernemers en eigenaars van buizen hebben er belang bij en dus kunnen tij (bjjv. de Vereeniging vau patroons iu de bouwvakken) evenals indertijd de Slagersvereeuiging, het ontwerp zich aanschaffen ter GeroeeDte -Secretarie. Ia de Verordering aangenomen en ook door Gede puteerden goedgekeurd daD tal zij tóch bij deze courant worden gevoegd. De Voorzitter antwoordt, dat het juist de bedoeling is geweest, alle hooibergen daar te concentreeren tor voorkoming van brand gevaar. De quaestie van het recht van opstal, door den heer Van Eek ter sprake gebracht, is in lijnrechten strijd met hetgeen de beer Plomp aanvoerde. Recht van opstal wordt bovendien .steeds verleend op langer terniyn, byv. 50 of 80 jaar. De heer Van Eek: Ook wel 30 jaar. Ook de heer Hamers heelt bezwaar tegen die plaats. Wat nu nog aan doorgang

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 2