September 1904. No. 5555. 53e Jaargang. Feuilleton. Stadsnieuws. UITGAVE FIRMA A- H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden /1. tranco per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels (30 centelke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reelan es 1—5 regels/-1.25; eikeregel meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën vaD buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9- Telephoon 19. Nieuwe abonné's ontvangen de Courant tot 1 OCTOBER GRATIS. KENNISGEVINGEN. I)e BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Genuien te wet, brengt ter kennis van de ingezetenen, dat de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Woensdag den 21 September aanstaande, des namiddags te 2 ure. Amersfoort, den 19. September 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIEB8. BURGEMEESTER en WETHOUDERS vau AMERSFOORT. brengen ter algemeene konnis, dat de verzameling inlandsche vogels, door rar. H. A. Lorenlz aan de Gemeente ten behoeve van het Gymnasium geschon ken, dos Vrijdags namiddags van twee tot vier uren door belangstellenden kan worden bezichtigd. Men gelieve zich aan te melden by den concierge van bet „Werkhuis", Westsingel no. G. Gedaan te Amersfoort, den 19. September 1904. De Burgemeester, WUIJTIERS. Do Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT, brengt bij deze ter openbare kennis, dat ter Secre tarie voor een ieder ter inzage zijn nedergelegd de opgaven van caodidaten voor de verkiezing van een lid van den Gemeenteraad van Amersfoort in bel Ille kiesdistrict, alsmede het naar aanleidiug daarvan opgemaakt proces-verbaal. Tevens ziju gemelde opgaven en het proces-ver baal iu afschrift aangeplakt en tegen betaling der kosten ter Secretarie verkrijgbaar. Amersfoort, 20 September 1904. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Om half twee verspreidden we zooveel mogelijk als Bulletin de volgende ons uit 's Graveuhage geseinde TROONREDE heden middag door H. M. de Koningin uitgesproken in de vereenigde vergade ring van de beide Kamers der Staten- Generaal „Mijne heeren, Wederom ben Ik in uw raidden ver schenen, om ditmaal voor het eerst in deze oud-grafelijke zaal de gewone zit ting der Staten-generaal te openen. Met is Mij aangenaam te kunnen verklaren, dat de betrekkingen van Nederland met de buiteulandsche mogendheden van den meest vrieudschappelijkeu aard bleven. Het door Mij betreurde uitbreken van den oorlog in Oost-Azië noopte mij voor Nederland en voor zijne koloniën en be zittingen in andere werelddeelen, eene verklaring van Neutraliteit uit te vaar digen. Zee- eu landmacht gingen voort, zich, zoo hier te lande als over zee, op loffe lijke wijze van haren plicht te kwijten. Het korps burgerlijke ambtenaren gaf door nauwgezetheid en ijver in den dienst bij voortduring reden tot tevredenheid. Met ingenomenheid werd door Mjj on langs een gedenksteen onthuld ter her innering aan de thans voltrokken schei ding tusschen Maas en Waal, een Water staatswerk waarvan voor de welvaart van Noord-Brabant en Gelderland guustige verwachtingen gekoesterd worden. In weerwil van de groote droogte die dezen zomer kenmerkte, geeft de toestand van land- en tuinbouw genoegzame reden tot voldoening. Niet in elk opzicht bevredigend zijn de uitkomsten van handel en scheepvaart. Die der nijverheid stellen, bij meer dan een bedrijf, als gevolg van buitenlandsche mededinging, rechtmatige verwachtingen teleur. De verdere bevestiging van hetgeen tot dusver in Noord-Sumatra verkregen werd, maakte opnieuw niet onbelangrijke vorderingen. Krachtiger optreden iu de Gajoe- eu Allaslanden kou met 't oog hierop uiet uitblijven. Dat hierbij ook ongewapendeu ten offer vielen, wordt, al was 't niet te voorkomen, door Mij be treurd. De bevolking van Java verkeert, dank zij de betere gesteldheid van haar hoofd bestuur, in iets minder gedrukten toe stand. BE DIENSTBODE. 3. (Slot) Bijna was zij een vergeten persoonlijkheid geworden om wie zich niemand meer bekommerde, en niemand lette er op, dat haar volle haardos eerst grijs daarna lang vóór den tijd wit en dun werd, dal zich op haar voorhoofd rimpels vertoonden Stine oud, veel gauwer dan de natuur anders zou hebben beschikt, en niemand merkte bet. Tocb was eréen, die hel opmerkte. Ueinricb, wiens haar lang sneeuw wit om de slapen lag, merkte het en het deed hem leed. Dikwijls lag hij er met diep leedweten over na te denkeu, hoe veel hij haar verschuldigd was. Zij zou er evenwel voor beloond worden. Alles wat hij bezat, zou haar eigeudom worden, wauueer bij stierf. Wal waren hem ziju broers en zusters waar.lNooit hadden zij iets voor hem gevoeld eu zij hadden geld in over vloed. Zijn vrouw evenwel, zijn goede, trouwe Stine, bezat niets dan wat bij baar naliet. Maar daar zij geen kitidereu hadden, kon zij nergens aanspraak op maken, indien hij geen testament naliet; in dat geval kwam alles aan zijn familie. Zooals vanzelf sprak, wilde hij 1st niet; dat had hjj reeds besloten op den dag waarop zij trouwden. Maar destijds was het volgens ziju tneening nog to vroeg om (leze zaak geheel te regelen. Stine had er nooit van willen weten, wanneer hij er over begon te spreken. Hg moest het maar heelemau! naar eigen goedvinden inrichten, bad zij dan altijd gezegd, maar voorloopig behoefde bjj daar nog niet aan te denken. Zij hoopten nog lang samen te leven. Wat hjj deed, was goed. 't Was geen huichelarij van haar geweest, dat het haar pjjn deed, wanneer er over deze dingen werd gesproken. Zij wist bovendien maar al te goed, boe de familie van haar man haar zou beschimpen, wanneer zij vermoedde, dat Stine daarin de hand had gehad. Dat gevoelde baar man ook. Misschien was het per slot van rekening nog maar beter wanneer hjj de familie er ook in kende en haar de heltt naliet Maatregelen ter verhooging van haar oeconomische kracht blijven niettemin noodzakelijk. De stand der 1 ndische financiën eischt, nevens groote behoedzaamheid bij 't doen der uitgaven, verruiming van inkomsten. De steeds geëvenredigde stijging der in komsten maken het ten plicht elke niet dringend noodzakelijke uitgave te ver dagen en op aanvulling der middelen bedacht te zijn. Reeds de behandeling van de wetsontwerpen die bij de Staten- generaal aanhangig zijn, zullen in deze zitting meer dan gewone inspanning vor deren. Opuieuw zal een voorstel tot wijziging en aanvulling van de Wet op het Hooger onderwijs bij u inkomen. Onderscheidene ten vorigen jare aan gekondigde voorstellen van wet zullen u weldra bereiken. Een wetsontwerp ter verzekering tegen invaliditeit en ouder dom zal daaraan worden toegevoegd. Bovendien zal aan de uitvoering van de Kinderwetten en van de militaire straf- en tuchtwetten de laatste hand zijn te leggen. Een wijziging zoo van de regeling der Naamlooze vennootschappen als van de Leerplichtwet is in bewerking. Neemt de taak der Staten-Genevaal, mijne heeren, gaandeweg breeder afme tingen aan, Ik blijf voor de vervulling van die steeds meer omvattende taak vertrouwen op uwe voortvarendheid en op uwe toewijding aan de belangen van het vaderland. Moge de almachtige God Zijn zegen op uwe werkzaamheden rusten doen. Ik verklaar de gewone zitting der Staten generaal te zijn geopend. en ziju vrouw de andere. Daaraan bad deze laatste met haar bescheiden behoeften genoeg. Maar thans, gedurende zijn langdurige ziekte, ver anderde hjj van meeniug. Alles wat hg naliet, zcu zij krijgeu; alles, óok zijn huis en hof. Niemand op de wijde wereld had het meer verdiend dan zij. Doch plotseling had er iets plaats, waarop uiemand had gerekend. De verlamming nam snel iu hevigheid toe. De vrouw zag bet met schrik en de dokter ontveinsde haar het gevaar uiet; haar man voelde bovendien zelf wel, dal bet niet lang meer zou duren. Den volgenden ochtend liet hjj de notaris roepeu deze liet op zich wachten en de zieke, die opeens groote haast scheen te krijgen, verging bijna van ongeduld. De opgewoudeubeid brandde hem in de oogen. Zijn vrouw zag alles inet groote bezorgdheid. Zöo was hij nog nooit geweest. Zij bleef in de kamer, tenvjjl de beide raanuen samen sprakeu. 't Wits voor baar geen geheim wat er behandeld werd. Veel viel er niet te bespreken. Heinrich verklaarde kort en bondig wat hij wilde en waarom. DenotariB knikte bevestigend. Er was geen .enkel wettelijk bezwaar eu de familie kon geen aanspraken doen gelden. De vrouw had bet verdiend, dat zij universeel erfgename werdde Dotaris gevoelde hei diepste respect voor haar. De klerk schreef den iu korte bewoordingen s.tam- gevatlen inhoud op en naaide het papier netjes in elkaar. Wat duurde dat alles Heinrich lang „Klaar; nu nog even voorlezen". Was nu alles zooals hij het verlaugde? Dc notaris legde het papier voor beui neer, doopte de pen iu de inkt eu reikte ze den zieke toe om te teekenen. Met sidderende hand wilde Heinrich baar aannenieu. Eu terwjjl hij dit deed, viel zijn hand mei de dunne vingers plotseling slap neerdoor hel hulpe- looze lichaam liep een hevige rilling. Hel hoofd viel voorover. „Hij is flauw gevallen", merkte de notaris op en legde papier en pen voorzichtig op de tafel en Stine sprong toe en legde haar man voorzichtig het kussen terecht. Maar het was geen voorbijgaande flauwte. De opgewondenheid, waarin Heinrich Wittmark de laatste uren had verkeerd, had hem een plotselinge hartverlamming doen krjjgeu. Hjj was dood. 't Hielp niets, dat zjj den dokter lieten kooien. Deze kon H. M. de Koningin en Z. K. H. tie Prins tier Nederlanden vertrokken gisteravond 4 uur van Hel Loo" naar 's-Gravenhage, waar Zij te half zeven aankwamen en vanwaar Zij Zaterdagmid lag 3 uur naar Amsterdam ver trekken. De gewone audiëntiën van de Ministers van Justitie, Marine, Finaneiën en Koloniën zul len deze week niet plaats hebben. In de srioedeiscliende vergadering van den Raad dezer Gemeente, welke zal worden gehouden op Woensdag 21 September 1901, des namiddags ten 2 ure, zullen aan de orde worden gesteld de volgende Punten van be handeling 1. Voorstel tot vaststelling van jaarwedden en pensioensgrondslagen van personeel van het Gymnasium en de Hoogere Burgerschool. 2. Verzoek van de Kamer van Koophandel eu Fabrieken te Iloogezand-Sappemeer in zake wijziging van art. 245 der Gemeentewet, met advies. 3. Voorstel lot het doen eener voordracht op het fonds Onvoorziene uitgaven der Ge meente, dienst 1904. 4. Verzoek van de leeraren Hoog en Thiel om vergunning tot het geven van privaat lessen, inet adviezen. 5. Benoeming van een Directeur-leeraar aan de Burgeravondschool. 6. Idem van een Regent van het Burger- weeshus. 7. Vaststelling van liet kohier der Straat belasting, dienst 1904. Op de aanbeveling ter benoeming in de Raadsvergadering van morgenmiddag van een Directeur-leeraar van de Burger Avond school komt alléén voor de heer B. van der Worp Jr., Directeur tier Ambachtsschool. De voordracht te benoeming van een Re gent van het Burgerweeshuis, ter voorziening van de vacature ontstaan door het bedanken door tien lieer H. J. Croockewit, bestaat uit de heerendr. F. A. F. Groneraan, C. B. Kok en J. II. Krudop. De «Staats-courant" voor Zondag bevat o. a. het verslag van den lieer R. P. J. Tu- tein Nolthdnius, die, als gemachtigde van den Minister van Binnentandsche zaken, de eerste Algemeene vergadering van den oNederland- schen Bond van vereenigingen van den han- deldrijvenden middelstand", op 29 en 30 Juni 1904 te Utrecht gehouden, bijwoonde. Het slot daarvan luidt; »De samensteller van dit rapport meent niet te mogen nalaten op te merken, dat Toet) Wiltmarfc werd begraven, volgde bijna de gehede stad bel stoffelijk overschot naar de laatste rustplaats, 't Is waar, men had zich langen tijd niet nicer om hem bekommerd, maar bij waz toch eeti „welgesteld burger" geweest «n nu sprak het vanzelf, dat men „achter bet lijk ging," wanneer mi u respect voor zichzolvcn gevoelde. Vooral de familie waa diep getroffen. De mannelijke, familieleden liepen onmiddellijk achter de lijkkoest en de vrouwen met hun dochters reden, in dichte zwarte crèpen sluiers gehuld, iu gesloten rijtuigen mee. Een builenwoon groot aantal kransen en palmtakken dekte de kisl. Men nam hel der weduwe geducht kwalijk, dat zij geen behoorlijk begrafenismaal gaf eu ook niet uieegiug naar het kerkhof, maar eenzaam en alleen in het ledige huis achterbleef, terwijl de doodsklokkeu haar tonen over het stadje deden weerklinken. Den volgenden dag kwamen de zwagers vragen, of er oog een testament was. Zij hadden geen rust meer gehad; de bezorgdheid over het deel, dat tie vrouw vau do uilatenschap zou ootvaugen, was hun te machtig. En toen vernamen zij, dat er heelemaal geen testament was. Stine deelde hel nun openhartig men. Waarom ook niet? Zij kon de ontbrekende baudleekcning toch niet invullen. Men stond verbaasd over de nalatigheid van den overledene. „Zeker moet h'j niet goed bij zijn ver stand zijn geweest", meende de een, „waar hij een ander voor zijn vrouw wil laten zorgen Auderen dachten, dat de vrouw gedurende zijn langdurige ziekte.toch wel voor zichzelf zou hebben gezorgd. De familie verdeelde intuszehen niet zonder veel geharrewar onderling wat er te dcelen viel. 't Was meer, dan toen Heinrich uit de zaken trad, want Stine was een zuinige huishoudster geweest. Toen gaven zij last, een prachtigen steen op Heinrich's graf te leggen en daarmee haddeu zij hun geweten gerustgesteld. De beroofde vrouw wendde zich tot den notaris om raad, maar deze haalde de schouders op. Een „laatste wit" zonder handteekening was een waar deloos stuk papier, 't Deed hemzelven óok leed. Die vrouw, die daar mot haar vroeg verouderd ge laat en baar sneeuwwit baar vóór hem stond, was doodarm dat wist hij. Zouder dat zg het wist, ging hij naar de broers en zusters om over de zaak te spreken; zonder succes evenwel. „Recht was recht", verklaarden ze, en zij hadden het recht aan hun .zijde. Hadden zij „die dienstmeid" gevraagd lid van bun familie te worden Neen immers! Nu, dan moest zij zich nu ook maar zelf zien te redden. Toen trachtte hij op het eergevoel der vrouwen te werken. Of zij dan graag zouden zieu, dat iemand, die den naam Wittmark droeg, zou moeten bedelen Daar zou de heele stad over spreken! Hij kreeg geen rechtstreeks andwoord en hoopte, dat die op merking succes zou hebben. Den volgenden dag kwamen, tot Stine's groole verbazing, haar beide zwagers haar bezoeken. Zij praatteu een beetje over het weer over deu oogst en vroegen eindelijk, als terloops, of Stiue at wist wat tg nu wilde begiunen. Neen, dat wist zij niet, of als zij het al wist, dan achtte zij 't niet de moeite waard, het bun mee te deelen. En toen kwamen zij eindelijk met het eigenlijke doel van hun komst voor den dag. Bij de verdeeling was ongeveer 1000 guldeu overgebleveu, waarmee zij niet goed wisten wat te doen, of wie het moest hebben en nu hadden zij gedacht omdat Stine tóch geeu geld had 1000 gulden was toch een aardig stuk geld kort eu goed: zij kwamen haar die 1000 gulden aanbieden. I Stine luisterde tot zij hadden uilgesprokentoen stond zij op. Trolsch en voornaam zag zij er uit, zooals zij (laar stond, zij die eerst dienstbode was geweest, veel, veel trotscher dan die beide mannen met hun gevulde geldzakken en hun welgedaan uiterlij*, die haar wat kwamen aanbieden een royaal aanbod zooals zg meeuden en onder haar witten haardos bliksemden de blauwe oogen. „Dank je', zeide zg, en er lag een sogdende mitiachling in haar toon, „die aalmoes zou jelui misschien arm maken." En zonder de beide manuen met een woord te verwaardigen, draaide zij hun den rug toe en ging de kamer uit. Een paar dagen later had Stine Wittmark een betrekking als huishoudster gekregen. Zij diende weer.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1