October 1904.
No. 5570.
54e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
UITGAVE:
FIRMA A- H- VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/"l.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent: elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/" 1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
KORTEGRACHT 9-
Telephoon 19.
Amersfoort in 190»].
x.
Ter voldoening aan art. 101 van de Wet
op het Hooger, onderwijs bracht de President
van het Seminarium der Oud-bisschoppelijke
klerezie het volgende Jaarverslag over het
jaar 1903 uit, aangaande den staat der bij
zondere Inrichting voor Hooger onderwijs,
in deze Gemeente gevestigd, ten behoeve
van Katholieken van de Oud-bisschoppelijke
klerezie.
Wat vooreerst het personeel der hoog
leeraren betreft, zij herinnerd, dat dit gee
nerlei verandering" onderging. Ook hebben
allen zich, zonder noemenswaarde verhinde
ring, van de aan hun ambt verbonden plichten
steeds kunnen kwijten.
Met een aantal van vijf studenten werd
het jaar, waarover dit verslag loopt, aange
vangen. Vier dezer vormden de theologische
klasse. Met een der zoogenaamde prefecten
onzer leerlingen aan het Gymnasium, als
toehoorder, hebben zij de lessen in de leer
stellige, zedelijke en beoefende Godgeleerd
heid, met de gewone repetitiën en exercitiën,
gevolgd.
Eén hunner, die zich ten slotte tot den
geestelijken stand niet geroepen achtte, ver
liet, bij het einde van den cursus, in de
maand Juli ons seminarium. Met de overge
blevenen zijn ook oefeningen gehouden op
catechetisch en homiletisch gebied.
Bij den aanvang van den nieuwen cursus,
in ae maand September, werd de openge
vallen plaats ingenomen door een student in
de Wijsbegeerte, die op genoemd tijdstip
tot de theologische klasse overging.
Op den zelfden tijd deed een der bij het
eind-examen aan het Gymnasium geslaagde
leerlingen zich als student inschrijven. Sedert
heeft deze de lessen in de Wijsbegeerte en
de Klassieke letteren gevolgd.
De gezamenlijke studenten, thans weder
vijf in getal, hebben verder, met den toe
hoorder, deelgenomen aan de lessen in de
Bijbelkunde en in de Hermeneutiek wat
de theologanten betreft óok in Exegese
en tevens aan de voorlezingen in de Kerke
lijke Geschiedenis.
De ijver en het gedrag der studenten waren
alleszins bevredigend.
Curatoren van het Gymnasium gaven, ter
voldoening aan art. 26 der Wet op het Hooger
onderwijs, het volgende verslag omtrent den
toestand van het Gymnasium te Amersfoort
over het jaar 1903.
Op 1 Januari 1903 waren aanwezig 70
leerlingen en éen toehoordervau dezen
keerden twee na de Kerstvaeanlie niet terug,
éen vertrok op 24 April, éen op 4 Julidaaren
tegen kwam, na een afwezigheid van drie
jaren, in Januari 1903 de oud-leerling der
Üde klasse C. J. Weilbach uit Zuid-Afrika
terug.
Hel eind-examen werd gehouden van Maan
dag 15 tot Donderdag 18 Juli, ten overstaan
van de Regeerings-gecommitteerden prolT.
doet. H. A. G. P. van den Es, Oud-Hoogleeraar
aan de Gemeentelijke Universiteit te Amster
dam, P Symons, Hoogleeraar aan de Rijks
Universiteit te Groningen, en J. C. Kluijver,
Hoogleeraar aan de Rijks Universiteit te
Leiden.
Hieraan werd deelgenomen door dertien
leerlingen en twee extranei. Van de leerlingen
slaagden elf, te weten J. C. W. Evenblij, J.
H. Rolandus Hagedoorn, R. P. van der Mark,
J. W. G. Neeb, P. van der Oord, C. J. Weil
bach, E. E. Visser voor getuigschrift x\ R.
Th. A. Ie Cavelier, 1. J. van der Helm, C. G.
Reijnders en H. W. Seheltema voor getuig
schrift /3. Beide extranei werden toegelaten,
te weten H. D. W. Bodenstein voor getuig
schrift x. en A. Jansen voor getuigschrift ,3
twee leerlingen werden afgewezen.
Aan het overgangs-examen, gehouden Don
derdag, Vrijdag en Zaterdag 9, 40 en 11 Juli,
namen 55 leerlingen deelvan dezen zijn be
vorderd 42 (onvoorwaardelijk 38, voorwaarde
lijk 4) o?76°/0 niet-bevorderd zijn 13 of 24°/0.
Voor de toelatirig-exainens, op Maandag
en Dinsdag 13, 14 Juli en 7, 8 September,
hebben zich aangemeld 15 candidatenvoor
Klasse 1: 8; voor KI. II: 2; voor KI. Ill:
3; voor KI. V: 1; voor Klasse VI: 1.
Toegelaten zijn tot KI. 18 (onvoorwaarde
lijk 7, bij nader examen 1); tot KI. II 2;
tot KI. 1111, afgewezen 2 (éen der afge
wezenen narn plaats in KI. II); tot KI. Vb:
1; tot KI. Vla: 1. Tevens is zonder examen
tot KI. I toegelaten éen meisje, dat reeds de
1ste Klasse der Hoogere Burgerschool had
doorloopen.
I De klassen waren dus op 9 September 1903
saamgesteld als volgtKlasso I 9, KI. II 15,
KI. 111. 9, KI. IV. 5, KI. V. 13, KI. VI. 7.
üp 31 December 1903 waren aanwezig
uit Amersfoort 9 leerlingen of lö16/^°/0.
Seminaristen 13 of 2212/29 °/0, kostleerlingen
13 of 22'-/20 °/0 en spoorleerlingen 23 of
KOLONEL RANNOCK.
Uit de Herinneringen van een Londcnsch detectiere.
Kate Uc..iiaine. Enkelen der aanwezigen herin
nerden zich harer uit het begin van haar kortstondige
carrière: een meisje van opmerkelijke schoonheid,
wier schitterende oogen hadden gestraald voor het
voetlioht van het .Spectacular theatre", een paar
seizoenen geleden. Ze haddeu haar gezien, bewon
derd en vergeten. Zij verscheen hun als een geest
verschijning uit hun jeugd.
.Wilt u my vertellen, waar u Februari van dit
jaar is geweest, miss Delmaine?" vroeg Sir Joseph,
nadnt zij don eed had afgelegd. .Ik bedoel vau den
7den tot den 26sten."
.Ik was in hot .Mecca-hotel" te Algiers."
.Allèen?"
.Neenkolonel Bannock waa bij my."
.Te voren was u op Corsica en op Sardinië,
geloof ik?"
.Juist."
.Oók met kolonel Rannook?"
*In welke hoedanigheid reisde u met hem vroeg
Sir Joseph.
De vraag veroorzaakte een kleinen schok en <le
jongeren onder de jongedames kregen het eensklaps
druk met hun moffen en bandschoenen,
„Wy reisden als mr. en mrs. Randall", antwoordde
zy"inet een blik, die het Hof als het ware uitdaagde
om het ergste van haar te denken.
Zy had van den beginne af haar antwoorden ge
geven op verontwaardigden toon. De kleur harer
wangen was vlammend en toch niet rood, zooals
lady Perivale had gedacht; haar oogen glansden
onnatuurlijk mooie oogen, waaruit een gloed van
toorn staalde. Zij was plotseling in haar bank opge
staan, protectee rand tegen de vraag, maar de inspan
ning was haar krachten te boven gegaan en zy zeeg
bewusteloos neer, vóór zy de vraag had beantwoord.
De vraag was overbodig geweest en had niet be
boeren te zijn toegelaten.
De gewone zenuwachtige drukte van gluzen water
en vlugsout, waarmede men kwam aandragen, volgde,
waarna Kate uit de zaal werd geleid.
Hierop schorschte het Hof de zitting. De daines
wachtten, snoven spiritus en Eau de Cologne, knab
belden chocolaadjes en zouden gaarne zijn heenge
gaan, doch wilden het einde hijwonen.
Het was een groote teleurstelling voor het deftig
gehoor, toen, bij den terugkeer van het Hof, Sir
Joseph Jalland, mededeelde, dat mr. Brown Smith
zijn verontschuldigingen had aangeboden voor het
smadelijk artikel in zijn blad en dat zijn cliënte dus
niet voornemens was, verder gevolg aan de zaak te
geven."
De rechter gaf zijn ingenomenheid hiermede te
kennen.
„Wanneer lady Perivale dit proees is begonnen
om baar naam la zuiveren van een schandolijke en
onverdiende verdenking, dan heeft zy volledig succes
gehad en kan zij genade voor recht laten gelden",
meende hij.
De beklaagde werd veroordeeld, een uitvoerige
verontschuldiging op te nemen in zijn blad en in
het eene of andere dagblad, waarvan Sir Joseph den
naam zou opgeven. Hij moest elk exemplaar, dat
nog voorradig was van het blad, vernietigen, alsook
de exemplaren, die nog in handen van wederver-
koopers mochten ziju en 100 pd.sl. schenken aan de
eene of andere liefdadige instelling, ter keuze van
lady Perivale.
Slechts Faunce en de rechtsgeleerde raadslieden
van lady Perivale wisten, dat de uitgever van het
blad niet zou worden gernuïneerd door daze hoelo of
de kosten, dsar Faunce hum een flinke som bad be
taald voor het plaatsen der entrefilets, die hy zelf
had opgesteld in overleg met Sir Joseph. Hij had
immers wel gezegd, dat er op het juiste oogenblik
een schotschrift zou wezen en als oud vriend vau
Brown Smith had hij gezorgd, dat er een was. Nieraaud
was hiervan het slachtoffer geworden, behalve mis-
39
Ten aanzien van de onvoldoende lokaliteiten
verwijst het Curatorium naar het deswege
op 17 October 1901 uitgebracht rapport.
In het gebrek aan ruimte voor de alzon-
derlyke lessen van Klassen Vb en VIb
wordt thans voor een deel voorzien door
een daartoe welwillend afgestaan lokaal in
het zoogenaamde «Werkhuis".
De houten bestrating, in het voorjaar van
1903 vóór het Gymnasium aangebracht, vol
doet uitstekend.
Het gediag en de vlijt der leerlingen gaven
over het algemeen reden tot tevredenheid.
Het meubilair en de hulpmiddelen voor
het onderwijs waren in voldoenden toestand.
Het College overtuigde zich van den goeden
gang van zaken bij het onderwijs.
In het leeraarspersoneel zijn in 1903 de
volgende veranderingen voorgekomen Toen
op 1 Januari 1903, door een hernieuwde split
sing der Hoogere Burgerschool, een tweede
Onder-directeur noodig bleek voor het zoo
genaamde Werkhuis", is daartoe aangewezen
de heer G. C. HoogewerlT, die dientengevolge
van eenige lessen van het Gymnasium moest
ontheven worden. Van 1 Januari tot 1 Juli
1903 is derhalve het onderwijs in Neder-
landsch zóo tusschen heeren Hoogewerfl en dr.
Van der Vet verdeeld, dat eerstgenoemde 5
lesuren waarnam in Klassen IV, V, VI, laatst
genoemde 7 lesuren in Klassen I. II, III.
Overigens heeft het personeel der leer
aren in 1903 de volgende wijzigingen onder
gaan de heer P. Persant Snoep heelt eervol
uutslag gevraagd uit zijn betrekking van
leeraar in Natuur- en Scheikunde en dit ver
kregen tegen 15 April 1903, bij Raadsbesluit
van 24 Maart 1903. lu de zelfde Raadsziltiüg
werd in deze vacature voorzien door de tyde-
lijke benoeming van den heer August Winter,
doctor in de Wis-en Natuurkunde te Leiden.
Bij Raadsbesluit van 28 April 1903 werd
den heer G. C. Hoogewerff tegen '1 Juli eervol
ontslag verleend wegens zijn benoemiug tot
Directeur der nieuw geopende Hoogere Burger
school te Hilversum. Zijn opvolger Wijnand
van Schothorst, doctor in de Ned. letteren
en leeraar aan de Hoogere Burgerschool te
Brielle, is op 28 Juli 1903 benoemd en op
1 September d.a.v. in functie getreden.
De heer dr. W. A. van der Vet, tijdelijk
leeraar in Geschiedenis, werd in Juli 1903
tot leeraar aan de Hoogere Burgerschool
te Hilversum aangesteld en wenschte dien
ten gevolge hier geen herbenoeming. Nadat
de heer K. J. Pen, doctor iu de Ned. letteren
en wijsbegeerte te Leiden, vooreen benoeming
had bedankt, is tijdelijk tot opvolger van dr.
Van der Vet in de Raadszitting van 23 Sep
tember 1903 aangewezen de heer Johannes
Jacobus Vermeulen, doctor in do Ned. letteren
te Utrecht, die op 5 October d.a.v. in functie
trad.
De heer K. J. de Jong, tijdelijk leeraar 'n
de Natuurlijke Historie, is iu Augustus 1903
niet herbenoemd; zijn opvolger dr. Hugo
Frederik Niertrasz, assistent voor Dierkunde
te Utrecht, benoemd bij Raadsbesluit van
28 Juli 1903, aanvaardde zijn betrekking op
1 September 1903.
In de samenstelling van het College van
Curatoren kwam geen verandering. In een
vergadering van Curatoren, gehouden 29 Mei
1903, werd, in de plaats van jhr. rar. B. W.
Th. Sandberg, die wegens zijn vele werk
zaamheden van het Secretaiaat van Cura
toren wenschte ontheven te worden, tot
Secretaris van Curatoren benoemd ds. J. G„
Kam, die zich bereid verklaarde, de benoe
ming te aunvaarden en onmiddellijk in func
tie trad.
De heer dr. H. W. Scbreuder, met het
einde des jaars aan de beurt van aftreding,
werd bij Raadsbesluit van 22 December 1903
herbenoemd.
Bij voortduring blijven Curatoren de be
langen van het Gymnasium aanbevelen. Zy
vertrouwen, dat in de dringende behoefte
aan betere lokaliteiten binnen niet te
langen tijd zal worden voorzien.
De kosten van het Hooger ouderwijs over
1903 bedroegen f21 972.04®. Aan schoolgeld
werd ontvangen 16543.33; ten laste der
Gemeente blijft derhalve f 15 428.71, waarvan
de helft door het Rijk wordt vergoed.
De gewone audiëntiën van de Ministers van
Justitie en van Marine zullen deze week niet
worden gehouden.
Niet alleen te Amersfoort wordt de werke-
lijksche vrij veemarkt slechts bezocht. Op de
jongste najaar-kalvermarkt te Leeuwarden
waren twee kalveren aangevoerd, zijnde
twee meer dan het vorige jaar.
Luitenant J. G. Sinia, vroeger ran het
5e regiment infanterie en tham van het 9e
regiment gedetacheerd by de Koloniale reserve
achien ile oude kennissen van lady Perivale, die zich
nu schaamden, dut zij haar hadden veroordeeld en
aan de praatjes geloof hadden geslagen.
„Ik hoop, dat u voldaan is, mevrouw" zeide hy,
toen hij lady Perivale den dag na de zitting een
bezoek kwam brengen.
„Meer dan voldaan, mr. Faunce", antwoord le zij,
hein hartelijk de hand drukkend. „Ik hoop maar,
dat ik nooit weer den naam van dien man hoor."
„Ik hoop het voor u, mevrouw; ten minste niet
in eeuigo onaangename beteekenis" antwoordde
Faunce ernstig
Roeds waren er vier maanden verloopen sinds
Faunce ziju eerste bezoek had gebracht aan Kate
Delmaine, laatstelijk mevrouw Randall, Telkens had
hij haar een kleiD voorschot gegeven op de toege
zegde belooning, maar nog altijd was zy steeds even
angsiig wel altijd even beleefd, maar toch alsof iets
haar influisterde voorzichtig te zijn tegenover den
detectieve en had hy als 't ware instinctmatig
begrepen dat er iets meer in 'tspel was dan geld
gebrek en bet gevoel van aan lager wal le zyn
geraakt.
In xijn ontzaglijke goedhartigheid bad by al eens
met haar gesproken over een dokter die haar ge
schokt zenuwgestel wel weer iu orde sou brengen
en haar aangeraden, geregeld te leven en vooral
geen opium meer te schuiven en baar telkens 10
pond op afbetaling gegeven.
„Kom, miss Delmaine" had hij eens gezegd „doe
nu je best er zoo behoorlijk mogelijk uit te zien als
je voor het Hof komt, om te toonen, datje in ieder
opzicht een even bekoorlijke vrouw bent als lady
„Hij zei altyd, dat ik als twee droppels water op
haar leek", antwoordde zy zuohtend.
„Rannock vroeg Faunce, die haar over den kolo
nel aan 'tprsten wilde krijgen. „Kende hij je dan
eer hij met lady Perivale keunis maakte
Maar zy ging er niet op in en antwoordde kortaf
„Wat by deed of niet deed, zijn zijn zaken en die
gaan u niet aan."
Weer toonde haar gelaat die eigenaardig angstige
uitdrukking, welke er telkons op kwam als Faunce
bet gesprek op Rannock bracht.
't Behoeft wel niet gezegd, dat dit den detectieve
beslist hanteerde en dat hy. zonder nu bepaald baar
gangen na te gaan, allerlei aanwijzingen verzamelde
omtrent haar doen en laten, vroeger en nu, en zóo
bad bij thans cok de zekerheid, dat de eenige man
die haar veel bezocht de man was met den stieren
nek od den bloedhond, dien hy by syn(eerste besoek
aan haar even had gezien aan de deuropening en by
het mam. Het had hem weinig moeite gekost, er
achter te komen dat deze man Bolisco heette en in
zijn goeden tijd een bokser was geweest, een van de
beschermelingen van Sir Hubert Witbernsea.
Een jaar of tien terug was Bolisco een soort van
beroemd man, doch later bad het een keer of drie
scbaudelyk afgelegd en was ziju ster met maximale
snelheid getaand, soodat by al spoedig zyn nog altyd
herculische kraoht ten beste moest gavon in derde
eu vierderangs herbergen.
Oók bad hy vernomen dat sedert Kate uit het
buitenland was teruggekomen, met een beele riet
koffers vol hotel-etiketten, zy een vrjj obsouur kwar
tier ergens ia Silburnsstreet had betrokken en van
lieverlede haar kleeren en zoogenaamde luxe-artikelen
had van de hand gedaan en ten slotte van da eerste
naar de derde étage was verhuisd.
Fauuce had zich gehaast, de 16-jarige Betty, het
„Madchen für Alles" in de schamele woning, in 't
vertrouwen te nemen en deze hield hem vooreenig
zilvergeld steeds goed op de hoogte van het doen
en laten der juffrv uw van dria-hoog en soo wiat hy.
dat Kale altyd zeer neerslachtig was, veel brandy-
soda dronk an soms veel erg laeljjk ruikende «ga-
retten rookte en dat zy dikwyla erg hooge woorden
had met den kleinen man met den ingeslagen neue
en dien vreemden naam, zóo zelfs, dat de huie
juffrouw haar eens gedreigd had, de huur op te
zeggen.
Wordt vsrvotyrf.)