Fig. 9, Huis Mei poortstraat to Doasburg (vermoedelijk 18de eeuw) met Gelderachen trapgevel achter. Meyerink" zijn zij evenwijdig met 't. gevelvlak geplaatst, aan het huis te Doesburg overhoeks. Dwarsbanden van schuin geplaatste steenen of beginsels van baksteen-moza'iek ver levendigen het geheel uitgebakken steenen samengestelde gevelvlak. De pinakeltjes zijn bij »'t Meyerink" met stapeltjes baksteenen bekroond; aan Daarmee zullen zij een nuttig werk verrichten, want het verzame len van de afbeeldingen dier ge bouwen en het verspreiden van kennis aangaande hun bestaan, kan slechts <le belangstelling en de liefde voor ons schoon gewest verhoogen en bevestigen. Zutphen. C. L. van BALEN. Fig. 1. Huis uit de 14e eeuw te Kalkar (met wijziging vau de afsluitingen der verdiepte muurvlakken van de 2e étage). ken en ten laatste wordt het dui delijk, dat in deze gevels zich een bepaalde bouwstijl uitspreekt, die in vroegere eeuwen langen tijd in het Oosten van ons land en in de aan grenzende deelen van Duitschland overheerschend is geweest en dien men zou kunnen noemen de Oud- Gelderscbe, of juister nog de Gel- dersch-Duitsche bouwstijl. Fig, 5. Gevel van bet huis hoek Sprong- en Beukerstraat te Zutphen (1567). Fig. 6. Rechts: Boerderij 'tMeyerink te Leesten: links: Huis hoek Zand bergstraat te Doesburgbeide einde 16e en begin 17de eeuw. Fig. 2. Voormalig huis te Aruhem (met wijzigingen in deafdekking der topjes) Dat dit type van gebouwen ook in de steden en dorpen van Mun sterland en de Ryn-Provinciën, b.v, te Goch, Xanten, Kalkar, Wezel, Emmerik, Munster, Bentbeim, Bor- ken, wordt aangetroffen, kan nie mand verwonderen, wien het bekend is. dat vele dezer plaatsen vroeger tot het hertogdom Gelre of tot de Republiek der Veroenigde Neder landen hebben behoord, dat de thans bestaande Nedorlanrisch-Duitsche grens vroeger geheel anders liep dan thans, en dat er eeuwen lang tusschen de Gelderschen, Limburg- schen en Overijselschen aan de eene, en de Kleefscben, Munsterschen enz. aan de andere zijde veel meer aan- dezen stijl zooveel mogelijk bekend worden. Vooreerst omdat bekendheid daarmede voor de studie van belang ismaar óok omdat, als stappen mochten noodig zijn tot behoud van die oude gebouwen, men toch aller eerst dient te weten, waar zij te vinden zijn. Teneinde nu een overzicht te verkrijgen van de nog bestaande oude gebouwen in den Oud-Gelder sehen of Geldersch-Duitschen stijl, ontwikkelingsvormen van den Gel dersch-Duitschen bouwstijl in een voudige bewoordingen, en zonder vaktermen, een overzicht te geven, en de afbeeldingen toe te lichten. Fig. 1 is de gevel van een huis te Kalkar. Op 4 plaatsen springt uit den muur een stevige dam als een pilaster vooruit. Tusschen deze muurdammen (lisenen) liggen ver diepte muurvlakken, die vanboven metboogjes van verschillenden vorm Fig, 3. Huis in de Hamburgerstraat te Doelincbem (15e eeuw). IJijteekeningen rechts: pijlertopje van het Krümrael- scbe Haus t? Xanten: links: idem van den zuidgevel (Ier Müuster- kirebe te Emmerik. heeft het bestuur van «Gelre", Ver- eenigiug tot beoefening van Gelder- sche Geschiedenis, Oudheidkunde en Recht, naar eenige mijner teekenin- gen cliché's laten vervaardigen, die men bij dit artikel vindt afgedrukt. Zij worden met deze beschrijving, in verschillende couranten geplaatst en dienen om het herkennen van die oude gehouwen voor iedereen gemakkelijk te maken. Wij doen verder een beroep op allen, die zulke gebouwen in hunne omgeving kennen en verzoeken be leefd, daarvan mededeeling te willen doen aan don ondergeteekende te Zutphen, met vermelding van ge- I zijn afgesloten. Aan het huis te Kalkar zjju het alle dubbele ter- mijnboogjes; op de teekening zijn zij aan de tweede étage door een op eenvolging van 4 rondboogjes (rond boogfries) afgesloten oni te laten uitkomen, dat ook- die afsluiting wel voorkwam. Van boven is de gevel driedeelig ingesneden, en elk derde deel op zich zelf ook weer driedeelig. De bekroning wordt gevormd door kanteelen, een nabooising van den toenmaligen kasteelbouw. In de verdiepte muurvlakken zijn de ven sters, waarvan sommige blind, op zeer onregelmatige wijze verspreid. Fig. 2 is de top van een gevel, die vroeger naast het Duivelshuis te Arnhem stond. De kanteelen, die den gevel bekronen, zijn hier oenigszins gewijzigd en gedeeltelijk uitgerekt, zoodat zij den vorm van vry in de lucht eindigende, bekronende pijler- tjesof pinakels aannemen. Verschil lende manieren waarop in den Gel dersch-Duitschen styl die pinakels van boven werden afgedekt, zijn op fig. 2 weergegeven de drie mid delste dooi' een piramidaal kapje, de daaraan grenzende dooreen dubbel lessenaardakje (ezelsrug) dat zijn spitsen kant naar voren keert, de buitenste door een dergelijk dak dat zijn schuinen kant naar voren keert. Fig. 3 is de gevel van een huis uit de 15e eeuw in de Hamburger straat te Doetinchem. De topjes zijn hier rijker versierd. Do bijteekenin- gen geven andere wijzen van ver siering aan. De vensters liggen onregelmatig verspreid binnen ver diepte muurvlakken. Fig. 4 is de gevel van de Roierhal te Zutphen, gebouwd anno 1450. De toppijlertjes (pinakeltjes) zyn hier weer veel eenvoudiger, maar de Fig. 7. Huis Groenmarkt te Zutphen (1637). verdiepte muurvlakken zijn veel rijker bewerkt. Zij zijn behandeld als groote blinde kerkramen, binnen welke de vensters zijn aangebracht. Fig. 5 is de top van een gevel op den hoek van de Sprong- en de Beu kerstraat (1557) te Zutphen. De tot dusverre behandelde gevels hadden min of meer den vorm van een trapgevel. Aan dit gebouw evenwel zijn de trappen vervangen door een bol en hol gebogen omtreklijn (kiel- boog). Vier toppijlertjes steken boven de gebogen lijn uit en vormen met het topje van den gevel de bekro nende deelen. Men vindt hier weder (aan de niet op de teekening aan gegeven benedenverdiepingen) voor uitspringende muurpanden, die ver ticaal omhoog rijzen (lisenen), toege past. De vensters liggen binnen verdiepte muurvlakten. Zeer schil derachtig zyn de krachtig vooruit springende profielen tusschen deze. Met fig.6, de boerderijx'tMeyerink" te Leesten (gem. Warnsvëld) en (links) een gevel op den hoek van de Meipoort- en de Zandbergstraat te Doesburg, zijn wij waarschijnlijk reeds de 17e eeuw binnengetreden. In den sierlijken omtrek van den gevel wisselen krachtig gebogen holle en bolle lijnen af. De pi nakeltjes zijn 5 in getal, waarvan I op den top. Aan de boerderij »'t het huis te Doesburg door gekan- teelde randen, die zich voordoen als kroontjes. In fig. 7 bereikt het 17e eeuwsche type van den Gelderschen stijl een zijner bekoorlijkste uitingen. De toppijlertjes hebben hier den vorm aangenomen van klassiek- pilasters, Fig. 8. Gevels Beukerstraat (laatst 17e eeuw) en Nieuwstad (1665) te Zutphen. wier toppen verbonden worden door schuin en halfrond lijstwerk. In het gevelvlak zijn ondiepe nistjes uitge spaard, die als 't ware zijn aan te merken als overblijfselen van de blinde kerkramen van vroeger. Zand steen wisselt hier met gebakken steen af. De buitenste hoeken zijn met ornamenten van bergsteen schuin aangevuld. Fig. 8 toont ons het verval van den stijl. De omtreklijn van den gevel komt nog in hoofdzaak overeen met die van fig. 6 en 7, maar van de pinakeltjes is niets overgebleven dan uitspringende hoeken, die den om trek van den gevel breken. Aan den bovensten gevel is nog een rollaag aanwezig tot bescherming legen inwatering. Aan den ondersten gevel ontbreekt die geheel. In fig. 9, een huis te Doesburg, boek Meipoort- en Bergstraat, zien wij op eens weer de groote verdiepte muurvlakken van fig. 1 en 4 voor den dag komen. De omtreklijn ge lijkt hier op die van den Zuid- en Noord-Hollandsehen tuitgevel, maar is aangenamer van beloop door de uitspringende hoeken, die een rust- puut aan het oog geven. Ook hier zijn die uitsteeksels als overblijfsels van vroegere toppijlertjes aan te merken. Eigenaardig is aan dit gebouw voorts de achtergevel, die het type weergeeft van een ouden Gelder schen trapgevel, zooals men er te Doesburg, Deventer, enz. nog vele aantreft. Het verschil met den Hol- landschen trapgevel zit daarin, dat bij deze laatste de geveltreden vlak zijn afgedekt, hier daarentegen dub bel lessenaarsvormig, met een z.g. ezelsrug. De top bevat gewoonlijk den rookgang. Ziedaar een korte toelichting bij de hier afgebeelde gevels. Zij, die in bun omgeving oude gebouwen kennen, welke met een dezer typen overeenkomen, zullen de vereeniging «Gelre" en mij z:er verplichten, als zij daarvan op de hierboven aangegeven wyze mede deeling willen doen aan het adres van den on lergeteekende. EEN VERZOEK AAN IEDEREEN. Wanneer men sommige dorpen en steder. van Gelderland, speciaal de Zutphensche Graafschap, voorts van Munsterland, het oudeKleefsehe gebied, de Rijn-Provincie en enkele plaatsen in Overijsel bezoekt, dan wordt men getroffen door de regel matige verschijning van zekere ouderwetsche gebouwen, die afwij ken van het Hollandsche geveltype. Vergelijkt men hunne vormen onderling, dan ontdekt men allengs zekere gemeenschappelijke kenmer- raking heeft bestaan dan b. v. tus schen de Gelderschen en de Hol landers of Zeeuwen. Schrijver dezes heeft de afbeel dingen der hem bekende overblijf selen van dien ou len bouwstijl zorgvuldig verzameld, door van de nog overgebleven huizen teekenin- gen te vervaardigen of fotografieën te doen nemen. Tot nog toe kon het bestaan van gebouwen in dien stijl, nu of vroeger, geconstateerd worden in de vol gende plaatsen In Nederland te Zutphen, Lees ten (gein. Warnsvëld) Bronkhorst, Voorst, JLoenen (Veluwe), Lochem, Doesburg, Middachteti, Doetinchem, 's-Heerenberg, Arnhem, Wychen (bij Nijmegen), Deventer, Zwolle, Hattem, Amersfoort, Utrecht, Moers bergen (gem. Maarn), Culemborg en Tiel In de aan Nederland grenzende deelen van Duitschland te: Emme rik, Kalkar, Goch, Xanten, Wezel, Rees, Munster, Bentheim. Het Oosten van ons land kan alzoo op een eigen bouwstijl wijzen. Hol land heeft niet meer het monopolie van het bezit van fraaie oude ge veltjes. Ook de Geldersch-Duitsche zijn de aandacht van den kunstlief hebber, den beoefenaar der geschie denis, den bouwmeester en den tee kenaar waard. Het is thans evenwel van belang, dat de nog bestaande gebouwen in Fig. 4. Botorhal te Zutphen, 1450; herbouwd in 1896. meente, straat, nummer, en (in geval dit bekend is) het jaartal van den bouw en verdere bijzonderheden die men weet. Van de opgegeven ge bouwen zullen teekeningen of foto grafieën worden gemaakt. Op die wijze hopen wij, door de hulp en medewerking van het publiek, een overzicht te krijgen van de nog be staande oude gebouwen in aien stijl. Het volgende moge nu dienen om van de langzaam opeenvolgende

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 2