November 1904. No. 5578. 54e Jaargang. Feuilleton. KOLONEL RANNOCK. 19-) firma a h van cleeff te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag-, Donderdagau Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post /'1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, oflicieele- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Roclaui es 1—5 regels f 1.25; elke regel meer 0.25. Groote letters naai' plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. kortegracht 9- Telephoon 19. K EN S I 8 G E V I N G E N. Afsluiting brug Gasthuislnan. «SB™ WETHOT™BS brengen ter algemeeue kennis, dat het verkeer over de brug aau de Gasthuislaan van Maand» 14 November 1904 tot en met Zaterdag 19 November 1904 zal ziju AFGEbLOfEN, zoowel voor rijtuigen als voor voetgangers. 8 Amersfoort, 10 November 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, B. W. TH. SANDBERG. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge- meerite AMERSFOORT, Gelet op arlt. 6 en 7 der HINDERWET, breugen ter kennis van het publiek, dat een door L. J. HONTELÉ, alhier, ingldiend verzoek, met bijlagen, om verguuning tot bet op richten van eene bewaarplaats van petroleum, in het perceel alhier gelegen aan de Koningstraat No. bg het Kadaster bekend onder Sectio E. No. 4581 dat «ea door C. OKHUISEV, alhier, ingediend verzoek, mot bijlagen, om verguuning tot het op richten van eene nieuwe heetelucht oven, te plaatsen in het perceel alhier gelegen aan de Kampstraat No. 14, bij het Kadaster bekend onder Sectie E. No. 8330; en dat oen door D. RUITENBERG, alhier iuge- diend verzoek, met bijlagen, om vergunning tot bet oprichten van eone broodbakkerij, iu het perceel alhier gelegen Achlor den Heiligen Geest No. I, hij het Kadaster bekend onder Sectie E. No. 2056, op do Secretarie der Gemeente ter visie liggen, en dat op Douderdag, den 24. November aaoataonde, des voor- middags te half elf uren, gelegenheid ten Raadhuize wordt gegeven om, ten overstaan van het Gemeente bestuur of van den of meer zijner leden, bezwaren tegen het oprichten van een of meer dezer inrich tingen iu te brengen. Amersfoort, 10 November 1904. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris. B. W. TH. SANDBERG. De Gemeente-begrooting voor 1905. V. We zijn genaderd tot post 133 (Subsidie Industrie en Huishoudschool) waarover óok in de Begrootingvergadering zoo 't een en ander is gezegd (zie Amersfoortsche Cou rant van 27 October). In hun Memorie van toelichting op de Ge- meente-begrooting schreven B. en W. Bij Raadsbesluit van 27 Juni 1903 werd, met ingang van 1 Mei 1904, aan de ver- eeniging »Amersi'oortsche Industrie- en Huishoudschool" tot wederopzegging ean jaarlijksch subsidie van f2500 verleend. Toen werd tevens voor ééns een subsidie van f 1000 voor het jaar 1904 toegekend als bijdrage in de kosten van oprichting dier school. Uit de Herinneringen van een Londtnsch detectieve. De lucht was zwoel «n loom en er viel een fijne regen, die scheen niet te zullen ophouden toen Faunce zgn sohreden naar Selburnestreet wendde. „Een atmosfeer, die vioolsnaren en de zenuwen van vrouwen slap maakt", dacht hg, „ik zal haar wel lusteloos viuaen." „Wel Betsy, hoe gaat het vandaag met (Ie bewoc-.- ster van de eerste verdieping?" vroeg b\j, toen het dienstmeisje hem de deur opende. „O I zij is in een van haar slechtste buien, omdat de" schoorsteen van haar zitkamer #1 den geheelen ochtend rookt, eu dat maakt haar verdrietig; maar u zult haar wel wat opmonteren, denk ik." Daar ben ik doj zoo zeker niet van, Betsy", zeide Fa'unce, die wel gevoelde, dat hg uiet als geluks- bode kwam. „Binnen", riep rnrs. Randall knorrig, toen hg aan de deur tikte. ZÜ zat gebukt over den haard in een kamer, die zwart was van den rook en droeg een kleedingstuk van morsig er gekreukt peluche, met kralen beleg sels dat zij eens haar avondjapon noemde, maar dat nu, in deze dagen van tegenspoed, haar toilet van den ganschon dag was en soms dienst deed als nactit- japou, wanneer zij het chloralspuitje wat al te dik wijls gebruikt had en zich gekleed te bed wierp om den langen nacht door te droomen. Oh ia u hetzeidc zij, „kom binnen en ga zitieo. indien u tenminste kunt ademhalen in dit rookhol. Dat beest van een schoorsteen beeft pas een uur Duor onvoorziene omstandigheden kon van dit subsidie nog geen gebruik worden go- maakt. Daar het Bestuur dier school nog met den Minister van Binuenlandsche zaken in onder handeling is en er geen zekerheid bestaat, dat binnen korten tijd reeds overeenstemming zal z(jn verkregen, hebben wij gemeend dezen post voor memorie te kunnen uittrekken vooral omdat, zoo noodig, de sommen welke op de Begroeting van 1904 zijn uitgetrokken (aan subsidiën f26Gü.605 en aan hypotheek 139 000. Rod.) bij suppletofre begroöiing op die voor 1905 kunnen worden overgebracht. Ken van de leden der eerste atdeeling stelde voor, dezen post te schrappen. Als men den memorie-post op de Begrooting brengt, toont men in beginsel vóór het g6ven van subsidie te zijn, en -lat is men niet. Een ander lid merkte op, dat de toelichting op den post niet volledig is omdat niet is vermeld, dat de toekenning van bet subsidie afhankelijk was van het gevraagde Rijks subsidie; iau dit niet is toegekend, is het Raadsbesluit vervallen. Een ander lid betwijfelde of de post wel op de Begrooting behoortook hij wees er op, dat de vervulling der voorwaarden af hangt van derden, en niet is toegestaan voor onbepaalden tijd, maar voor 1904; nu de op richting in 1904 niet heeft plaats gehad, zou een nieuw Raadsbesluit noodig zijn om het subsidie weder op de Begrooting te brengen. Een der leden merkte op, dat daarom juist was gevraagd om het subsidie op tie Begroo- tiog te laten. Het meerendeel tier leden blijkt vóorschrap- pen van den post te zijn. Ook een lid der tweede aldeeling verklaarde zich voor het afvoeren van den post subsidie aan de Industrie- en Huishoudschoolhij vreesde een noodelooze discussie mocht later het gevraagde subsidie door hot Rijk geheel worden toegestaan, dan kan men nog zien. De andere leden zijn voor behoud van den post. De Voorzitter wees er, dat de post »voor memorie" is uitgetrokken en dus geen uit gaven kunnen wordpn gedaan zonder nadere behandeling in den Raad. Wordt besloten, geen voorstel tot afvoe ring van de Begrooting te doen. B. en W. antwoordden Met de tweede afdeeling zijn wij van oor deel, dat er geen aanleiding bestaat, dezen memoriepost van de Begrooting af te voeren. In de eerste afdeeling is door een lid op gemerkt: ®als men de memorie-post op de Begrooling brengt, toont men in beginsel geleden opgehouden te rooken, maar ik kan den rook niet uit do kamer krijgen, hoewel ik al een raam heb opengezet, tot ik koud werd. Wel, wat nieuwsvroeg zg achteloos om het gesprek te openen. „Slecht", antwoordde hg ernstig. „Heel slecht. Ik ben zooeven uit Southampton gekomen." Het was omstreeks vier uur en dus al vrij donker maar voor hem toch licht genoeg oin de verandering t£ zien, welke haar gewone bleekheid onderging. „Wel. beste jongen, wat ben je daar wezen doen?" vroeg zij met een poging om opgeruimd te schijnen. ,.Je liefje wezen opzoeken of je eaudidaat laten stellen voor het Parlement?" „Ik ben wezen zien nsar een man, dit n men ver moord heeft", zeide hij. Zij keek ...iar hem met ontzetting en afschuw, „Dat is geen prettig werk", zeide zij, terwijl zij haar best deed, onverschillig te doen. „Ik hoop, dat de verslagene geen naaste betrekking van u was." „Neen; hij was geen bloedverwant van mij, noch van u, maar hij was aan u verbonden met alle bandon, die het leven van den uiensch hoiltigen, en gij hebt geholpen, om hem te vermoorden." „Oh God riep zij uit, „spreek mij daar niot over Sla mij de hersens in, tnaar spreek daar niet over I" „Ik moet; ik heb medelijden met je, maarkauje niet sparen. Het is mgn beroep, verborgen misdaden aan het dagiiobt te brengen." „Ben je dan eeu detectieve riep zij„oh, liipche- laar, om mg te konten opzoeken en voor te geven, mijn vriend te zgc I" „Ik wil de beste vriend zijn, dien je ooit hadt, als je er mg do gelegenheid toe wilt geven. Komaan, miss Prodger», je leven i? niets dan ellende voor je geweest sindsdien nachiophct water teSoutbampton". (laar verbijsterde oogon vergrootten zic.i, te-wijl hij sprak. Zij staarde bont aan, alsof een geestver schijning, mot bovennatuurlijke alwetendheid begaafd, vóór het geven van subsidie le zijn, en dat is men niet". Wjj begrijpen dergelijke opmerkingen vol strekt niet. Immers heeft juist ten vorigen jare de Raad zich uitdrukkelijk vóór een subsidie uitgesproken. Het gaat niet aan, nu te zeggen, dat de Raad cr niet vóór is. Zooals in de toelichting is opgemerkt, was, tijdens indiening daarvan, het Bestuur dei- school met den Minister in onderhandeling. Thans is gebleken, dat de Minister niet be reid is, het gevraagde Rijkssubsidie (van f5000 Red.) te verleenen, doch om f3500 'sjiars te geven. De mogelijkheid dat de schooi, al is het op kleiner schaal, tot stand komt, is hierdoor opengebleven. Ook zal, naar wij vernemen, deze zaak weer spoedig in behandeling kunnen komen. De Raad kan dan weer geheel zelfstandig een beslis sing nemen op een subsidie-aanvrage. Zoo lang echter vaststaat, dat de Raad zich in beginsel verklaard heeft vóór steun aan die school en zoolang de Raad nog geen besluit heeft genomen om van standpunt te veran deren en er dus kans bestaat, dat in hel jaar 1905 een subsidie uit de Gemeentekas wordt toegekend, behoort een dergelijke memorie- post op de Begrooting voor te komen. Ware een bepaald bedrag uitgetrokken, dan zoude vrees kunnen bestaan, dat op de zaak vooruit werd geloopen. Thans wordt niet anders gedaan dan rekening gehouden met de mogelijkheid, dat een subsidie over 1905 wordt verleend. bij no. 134 (jaarwedden Lager onderwijs) informeert een der leden of de laagste klasse van de Jongensschool gesplitst is, en op, een ontkennend antwoord, vraagt hij op welk Raadsbesluit de splitsing der tweede klasse berust. De Voorzitter belooft een onderzoek. De tweede afdeeling had geen opmerking. 11. en W. antwoordden: Een lid heeft gevraagd op welk Raadsbe sluit de splitsing van de tweede klasse der Jongensschool (te voren vereenigd met de tweede klasse der Meisjesschool) berust. Wij kunnen te dien aanzien opmerken, dat in deze geen besluit door den Raad is genomen. Toen in Augustus 1899 de eerste en de klasse van de scholen der Ie soort weinig leerlingen bevatten, heeft ons college, in overleg met de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs, als tijdelijke maatregel deze klasse der beide scholen gecombineerd. De maatregel gaf tot geen moeilijkheden aan leiding en had tot gevolg, dat verscheidene jaren minder onderwijzend personeel aan tie beide scholen behoefde te worden aangesteld. In plaats van 18 leerkrachten zijn geruimen tijd slechts 16 leerkrachten aan die scholen werkzaam geweest. Kort geleden is het aantal leerlingen in de laagste klassen aanmerkelijk toegenomen en bestond er groote waarschijnlijkheid, dat met den aanvang van den cursus 1901/5 onge veer 45 leerlingen in de tweede klasse zouder komen. Uit het rapport der betrokken school hoofden bleek, dat voor dat aantal geen plaats was. Zy verzochten dan ook om deze kiassn weder te splitsen. Evenals vroeger omlren de combinatie van klassen, hebben wij than i omtrent die splitsing het gevoelen van d<J Commissie van Toezicht op liet Lager onder wijs gevraagd en is ons gebleken, dat deze ziel» met liet oordeel der Hoofden heeft vereenigd. Eerst hierna is door ons tot splitsinj der 2e klasse besloten. Deze telt thans op de Jongensschool 29 en op de Meisjesschool 14 leerlingen. Omdat de mogelijkheid bestaat, dat laUr weer tot een combinatie kan worden ove r gegaan, hebben wij geen voordracht aan den Raad gedaan tot benoeming van een(vasto) leerkracht, doch voorloopig een tijdelijke aar- gesteld. Daar te voorzien is, dat deze in 1905 ook werkzaam zal blijven, wordt bij Nota vrn wijziging deze post met f600 verhoogd. Bij no. 141 (schoolboeken, leermiddelen on schoolbehoelten Lager onderwijs, op f3600 geraamd) informeerde een der leden von de tweede afdeeling of de levering van school behoelten geschiedt by inschrijving. De Voorzitter zeide, dat slechts éen per soon bereid wis de levering van school boeken op zich te nemen en 12% reductie te geven op de kosten. De levering geschiedt vrij geregeld; leermiddelen worden volgens rooster geleverd. Bij no. 143 (schoolverzuim) wordt in ce tweede afdeeling geïnformeerd of de f30), die gegeven wordt aan de Commissie tot wering van schoolverzuim, wordt gebruikt voor kindervoeding en of zich velen aan melden. De Voorzitter deelt mede, dat vrij druk gebruik wordt gemaakt. Bij no. 183 (Schutterij, f1666.25) informeer1, een der leden van de eerste afdeeling waarom, te zelfder tijd dat gevraagd wordt de d.d Schutterij in ceo rustende te veranderen, nog een Auditeur bij de dienstdoende wordt be noemd. De Voorzitter deelt mede, dat zulks is ge schied op uitnoodiging van de Regeering. In de tweede afdeeling werd besloten, te een Nemesis in meusohelijke gedaante, vóór haar stond. „Als deze zaak nooit am hst licht ware gekomen, als Diamand ooit bad geweten, hoe kolonel Rannock was vermoord, als Bolisco nooit tot verantwoording werd geroepen, hoeveel zou het leven je dan wel waard geweest zijn? Had jij dan een gelukkige vrouw kunnen zijn?" vroeg Faunce. „Neen, neeü, neen I" weeklaagde zij. „Nooitineer! Ik beminde hem Hij was de eouiga lusd, dien ik ooit liefhad, hoewel ik hem slecht heb behandeld; maar hg was de eenige do eenigeDie arme. goede Tony was een goeiert, en ik maakte een dwaas van hem en hielp hem ziohzelf ruïnaeren, maar Dick was mijn eenige waro liefde de knapste, de ont wikkeldste, de moedigste en altijd do gentleman altoos do gentleman", herhaalde zij snikkend, „hoewel ik bekennen moet, dat hij te veel van de kaarten hield. Hij had beter op zgn geld moeten passen." „Je hadt hem lief en hebt hom in den dood ge lokt, Je hebt Bulisco verteld, waar hij heen ging "en dat hij ziju geld in banknoten bij zich had." „Ja! Ik verleide het hem. Ik heb nooit kunnen zwijgen." „Jij schroeft den brief, die hem naar de slacht plaats leidde en hebt meegeholpen, en den slag zieu toebrengen." „Groote God! Denk je dan, dat ik wist, wat er ge- beureu zou riep zij woest. „Ik schreef den brief; het werd mij gelast eu ik moest gehoorzamen. Ik vroeg hem, mg te Southampton te ontmoeten. Jim zei, dat als hij Rannock nog eens kon spreken e9r de2e Engeland verliet, hij misschien uit oude relatie nog wel een paar pond van hem zou kun loskrijgen, want Jim was zóo na aan deu bedelstaf toe, als een sportman die door zijn weinige vrienden aan zijn lot woidt overgelaten, wezou kan. Ik ducht j I nooit, dat hij iets kwaads in den zin had. Dick en i hij waren vriendsobappelgk geweest in de goede, I oude dagen in Abbey-road, en het sprak dus van zelf, dat Dick hem wel eenige ondersteuning zou geven. Ik had dien brief niet moeten schrgven, meent u; maar ik werd gedwongen, het te doen. U weet uiet, wie Bolisco is." „Ja, dat weet ik wel. Ik weet, dat hij een koel bloedige moordenaar is, en dat terwijl jij eu Rannock langs bet water wandelden, Bolisco achter jelui op dook eu hem met oen ploerleudooder een slag tegen het achterhoofd gaf, die deu schedel verbrijzelde." „Heeft iemand het gezien?" riep ze uit. „O God, ik heb deu plof In het water gehoord, toen de boot tegen den oever opkroop den geheelen nacht door soms, al was ik in diepen slaap, heb ik het gehoord plof plof plof en daarna een stap op het plaveisel achter ons, toon gekraak en een doffen slag, toen Rannock viel. Eu ik hob in den schemer gezeten bij dezen zelfden haard, waar wjj nu zitteu, en ïk heb hom op den grond zien liggen, Bolisco geknield naast hem, zgn zakken leegend: portefeuille, horloge, doekspeldik heb hem de riugen vau zijn vingers zien halen, zijn overhemd- knoopjes en vestketting zieu nemeu, met de Bnelheid van hot weerlicht en daarna dwong hg mij, hem te helpen, het lichaam naar de boot te dragen. En ik verbeeld mg telkens, in de duisternis alleen aan de rivier te staan en het geplof te liooren, al llauwer en flauwer wegstervend in de verte. Het was als een vreeselijke droom toen, en het is mij sedert enu Yreeselyke drocm gebleven, een droom, dien ik altgd door zal big ven droomen, tot ik sterf." Fauuce zag, dat een zenuwtoeval in aantocht was en greep naar het (leschje chloral eu het spuitje op de tafei, waar zgn waarnemend oog ze reeds bad opgemerkt bg zijn eerste blik door de kamer. Hij greep haar pols en gaf haar een flinke dosis van haar geliefkoosd verdoovingsmiddel. Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1904 | | pagina 1