Donderdag 18 1905. No. 5657. 54e Jaargang. Feuilleton. DICK BULTITUDE. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt DinsdagDonderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f4. franco per post f 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Legale-, oflicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 45 cent. Reclames 45 regels f 4.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlyke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. BUREAU KORTEGRACHT Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. Van kracht geworden Kiezerslijst. De Burgemeester der Gemeente Amersfoort, Brengt ter openbare kennis, dat de op den 22 Maart j. 1. door hol Gemeentebestuur vastgestelde Kiezerslijst, zooals die door zijne beslissingen van den 18 Mei j.l. gewijzigd is, van 15 Mei van dit jaar tot 15 Mei van bet volgende jaar van kracht blijft, beboulens de wijzigingen daarin tengevolge van rechterlijke uitspraken te brengen en de aanteke ningen omtrent schorsing daarin te m-iken overeen komstig de bepnlingeu der wet. De Kiezerslijst blijft voor een ieder op de Secretarie der Gemeente ter inzage nedergelegd en in afdruk tegen betaling der kosten verkrijgbaar. Amersfoort, 15 Mei 1905. De Burgemeester voornoemd, WUIJT1ERS. Schietoefeningen op de Zniderzee. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT Brengt ter kennis van het publiek Naar aanleiding eetier missive van den Minister van Marine, d.d. 10 Mei j.l., Bureau Hydrographie, no. 71 I. dal volgens mededeeling van den Inspecteur over het Loodswezen door H. M. schepen schietoe feningen worden gehouden in de Zuiderzee op schij ven, welke geplaatst zijn op den staart van Schee ringhals, ongeveer 400 M. be N. Spitse ton no. 1 met staand kruis (Kershoek) van het Inechot. Nabij de schijven id een rood en zwart geblocie ton gelegd, ter aanduiding van de ankerplaats van do schepen, die op de schijven schietoefeningen komen a oen. Gedurende de schietoefeningen zal van de schepen een roode vlag getoond wordeu. Ligging ongeveer 53» 15' 0» N.B. en 0» 16' 3» O.L. II. dat volgens mededeeling als boven ten diepste der schietoefeningen van H. M.'s schepen scbijveu zijn geplaatst op den Westkant van het Oude Vlia tusschen de stompe tonnen no. 8 en 9 met afge- knolten kegel in den Omdraai. Ligging ongeveer 53» 5' 43" N.B, en 0» 17' 41" O.L. Nabij de schijven wordt een rood en zwart geblokte etompe ton gelegd, ter aanduiding van de ankerplaats voor de schepen, die op de schijven schietoefeningen komen doen. Gedurende de schietoefeningen zal van de schepen een roode vlag worden getoond. III. dat volgens mededeeling van den Minister van 8taat, Minister van Oorlog, in den loop van de maand Augustus 1906, schietoefeuingen sullen plaats hebben in de stelling van Den Helder, uit verschil lende vuurmonden, opgesteld op de verdedigings werken aldaar. Op deze dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het betrekken fort een roode vlag waaien, van min stens éen uur vóór den aanvang der oefeningen, alsmede gekleurde vlaggen, aangevende de richting, waarin gevuurd zal worden. Bovendien sullen op die dagen groote waarschu wingsborden worden geplaatst aan den ingang der haven en op de batterij „Vischmarkt", vermeldende de plaats waarvan en in welke richting dien dag gevuurd zal worden, terwijl nabij de haven en nabij hel Torpedo-magazijn borden sullen worden geplaatst, waarop is aangegeven de beteekenis der gekleurde vlaggen als volgt: Een rood en witte vlag beteekent Noordzwarte vlag Oost i wit en roode vlag Zuidwitte vlag West; wit en zwarte vlag Noord-Oostrood en zwarte vlag Zuid-Oostzwart en witte vlag Zuid-Westzwart en roode vlag Noord-West. Indien eon stoomvaartuig tot waarschuwing of sleepeu aanwezig is en indien de oefeningen het toelaten, zal door dit vaartuig desgewenscht hulp worden verleend aan kleine zeilvaartuigen om uit den onveiligen sector te komeu. Amersfoort, 17 Mei 1905. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Het Ministerie-Kuyper en de Vrijzinnige concentratie. Slot. 6). „Dan badt u ook maar niet moeten wenschen," zei Dick. „Moeten wenschen herhaalde de heer Bultitude. Waarachtig, daar had ik nog niet aan gedacht, ging hij voort en kreeg weer een klein beetje hoop. De steeo is een toversteenzoo zal het zyn Je moet hem in je handen nemen, en dan hardop zeggen wat je wenscht. Als 't zoo is, kan ik alles weer gauw in het reine brengen door te wenrchen, mijzelf weer te zjjn. En dan aal ik eens hartelijk om alles lachen, ja, dat zal ik Hij nam den steen, liep naar eeu hoek van de kamer, waar hü begon te praten: „Ik wou, dat ik meself weer was. Ik wensoh den man weer te sjjn van vijt minuten geloden. Ik wou, dat niets van dit alles gebeurd was," eu zoo verder, tot hü buiten adem was en er rood van zag. Hy probeerde alle moge lijke manieren den steen nu eens in den linker-, dan weer eens in de rechterhand houdend, maar er Sebeurdo niets; hy was en bleef hel jongetje, waarin ij veranderd was. „Dat bevalt me alleB behalve, zei hy eindelijk. Er is iets niet in den baak met dien beheksten ■teenik kan hem niet meer doen werken I" „Misschien, veronderstelde Diok" die niet het minste medeleden toonde, missohien is 't een van die steenen, die maar éen wensoh toestaan en dan is het uit." Te 11.05 komt de heer Duys op 't podium. Allereerst verzoekt deze te mogen doen col lecteeren, evenals zulks bij bij de vergadering van rar. Saoeenge geschiedde, voor de stakende timmerlieden, otn hen te steunen in den strijd tegen het patronaat. De Voorzitter staat dit toe. (De collecte, aan het einde der vergadering gehouden, bracht ongeveer vijf gulden op.) Dan heeft de heer Duys nog een verzoek, n.l. om 10 minuten van zijn tijd te mogen gebruiken voor dupliek, vooral met het oog op den persoon van mr. Sybrandy. De Voorzitter weigert zulks. De heer Duys. Vooruit, dan maar geen re pliek, maar, vergadering, ik moet er tegen pro- testeereu dat, zonder dat het voor u merkbaar is, mr. Sybrandy mij zit te hinderen en mij het spreken onmogelijk wil maken Toen ik inter rumpeerde, moest ik mijn mond houdenhij moet het nu dan öol* doen en daar moet u, mijnheer de Voorzitter, voor zorgen. Eu nu de antithese. De sociaal democraten erkennen het bestaan van tweeërlei levensbe schouwing. Zij willen rekening houden met het verscnil in pliilosophisch inzicht, maar wij zeggen er bijaan de vruchten kent men den boom daden moeten wij zien, want wat hebben wij, mijnheer Sijbrandy, aan dat geklets van te leven iu Gods woord, wat de eerste de beste schurk u kan nazeggen (langdurig applaus). In den Bijbel is een grens gelegen tusschen de plichten jegens God en jegens de monschen. Zij waren geschreven op twee steenen tafelen; dat is symbolisch. Vier geboden betreffen ons leven jegens God; zes vermelden de plichten jegens onze naasten. En nu kan wel iedereen zeggen, dat hij daaraan hecht, maar zijn daden moeten zulks bewijzen. En heeft dit ministerie door daden bewezen, Christelijk te zyn Talma zei dat indien zijn Christendom in conflict komt met zijn democratie, hij zijn demo cratie laat varen waarmee hij tevens bewijst van 'net Christendom niets te snappen, want Christen dom en democratie zijn éen zijn Christendom is namaak-Cliristendora. En dan dat flauwe praatje als zou het Ro- meinsche Rijk zijn ten onder gegaau door jiet Neo-Malthusianisme, terwijl Malthus eerst 1700 jaren later op de wereld kwam Mr. Sijbrandy, die zijn opleiding heeft ge had aan een Rijksuniversiteit wat spr. ver wonderde; de reputatie die mr. Sijbrandy aller- wege geniet zou je doen denken, dat hij van de Vrije Universiteit kwam west heel goed, dat de opeen hooping der macht van het groot grondbezit het Romeinsche rijk heeft doen vallen. Dat hadt ge moeten zeggen en niet de boeren, burgers en buitenlui van Amers» j foort zoo iets moeten wijsmaken. Wat zijn uw dadenmr. Sijbrandy Gij hebt het recht niet, u te verhoovaardigen en te vertellen, dat ge leeft uit den bloempot des Geloofs. De heer Moerman stond te hoog om te sprekf n van de drie notarissen spr. staat daar I niet te hoog voor en zegtmr. Sybrandy, ver leden keer hebt ge, sprekend over de partij dige benoemingen, beweerd, dat er in heel Bra- band maar diie katholieke notarissen waren en toen de heer Boukamp riep. „te Bergen op Zooi.i alleen twee" durfdet ge u vermeten den treurigen moed te hebben, te roepen „juist en de derde ergens anders." Dat was advocatory. Zelf ben ik candidaat- notaris en ik heb hier medegebracht het Jaar boekje der notarissen van 1901, niet van 1904 want dan is mr. Sijbrandy brutaal genoeg om te zeggen .,Nu is eeu Christelijke regeering aan het bewind, die het ongelijk heeft her steld", en uit het officieele Jaarboekje blijkt iiu dat er toen alléén in het arrondissement Den Bosch 37 Katholieke en 14 niet-Katho- lieke notarissen stonden. Schaam u, mr. Sijbrandy, zulke schandelijke leugens te verkoopen (donderend applaus en bravo geroep). i De heer S ij b r a n d y interrumpeert, doch is door het gehamer van den Voorzitter en het rumoer in de zaal onverstaanbaar. De Voor zitter wil den heer Duys op dit punt niet laten doorgaan omdat het z. i. niet aan de orde ie.) De heer Duys vervolgtmr. Sijbraudy heeft gezegd, dat wij in het debat alles mochten zeg en daarom verzoekt spr. den Voorzitter, hem niet lastig te vallen. De Voorzitter roeptZeg dat tegen je eigen partijgenooten (algemeen gelach). De heer Duys: Hoe durft u dat te zeggen toen ik de vorige keer hier tegen Oosterbaan debatteerde, kon ik van een jong bakkertje een pak slaag krijgen. En nu de staking. Wat brutaal dat een anti-revolutionnair ons optreden revolutionnair durft noemen, waar zij zelf niet hebben ont zien kerkdeuren te forceeren. De positie van het personeel was ellendig genoeg; jarenlang, van '86 af, was geklaagd. Reeds toen heeft Domela Nieuwenhuis er in de Kamer over ge klaagd, maar de liberale Ministers gaven geen verbetering ze zeiden vecht 't met je Directie uit. Wat het volk toen deed, een zoo alge- meene, spontane uiting, is niet het gevolg van „Dan is 't uitgromde Paul. Alle duivels, wat moet ik beginnen Wat zal ik doen i Zeg da s toch wat, om Gods wilen sta daar niet zoo onbarm hartig te raaskallen. Zie je dan niet, hoe onge- lukkig ik er aan toe ben Stel je voor, dat je uister of een van de meiden binnenkwam en me zoo zag!" Die veronderstelling vond Diok praohtig. „Laat ze allemaal boven komen, zei hy; 't zou zoo leuk we zen! Wat zullen ze lachen!" En hy holde al naar de bel. „Als je die toch aan durft raken! brulde Paul. Ik wil in dien toestand door niemand gezien worden Wat ter wereld heeft die oom van jou bezield om zoo'u vervloekt diug mee te brengen? Ik begrijp 't me niet. Nog nooit hoorde ik in mijn leven van zon'n geval. Ik kan zoo niet blyven, Ik moet er niet aandenken! Zou bet helpen, als ik om dr. Busard stuurde; bij kan mo misschien iet* geven om me weer deu oude te maken. Maar dan zou de heelt buurt bet te kooren krygen. O, als 't niet gauw alles terecht komt, word ik nog stapelgek I" En koortsachtig onrustig liep hy door de kamer op en Deer. En opeens, toen hij weer wat kalmer kon denken, begreep hy, dat er nog éen kans overbleef om aan de gevolgen der begane dwaasheid te ontsnappen, Hoe ouwaarsohynlyk een sprookje 't ook leek, in den Garuda-sleen moest toeb de eene of andere kraoht verborgen zitten, die hom in dezen benauwden toe- stand gebracht had. Ook was het duidelyk, dat de talisman doof bleet bij ieder nieuw verzoek van Paul. Maar daarom hoefde dit nog niet, wanneer een an der den steen nam. In ieder geval was 't de moeite wel waard om er de proef eeus me# te nemen en Paul verzuimde dan ook geen tyd, om zijn overden kingen aan Dick mee te deelen die er zeer opgeto gen mee was en blijkbaar iets in 't schild voerde, eeu oogenblikkelijke opwelling, maar van een lang verkropte ontevredenheid. Wat deden de clericale Ministers? Toen de arbeiders de macht in handen hadden, lieten zij het personeel niet met de Directies de questie uitvechten, maar toonde het politieke namaafc- christendom zich in zijn ware gedaante. En later uw „Vae Victis." Wat hebt ge met de overwonnen, die ge zelf de staking hadt opgedrongen, gedaan Door uw pamfletten hebt ge de patroons opgehitst een dief kon nog werk krijgen; een staker niet meer. Kijk naar uw partijgenoot Syveton in Fran krijk. Zoo iets had Troelstra moeten doen; dan hadt ge wat gehoord. Over den schurk Syveton, die den Voorzitter een klap in het gelaat gaf, zwijgt de clericale Pers. (applaus.) En dan de Speetwet. Daar moet Millerand bij te pas gebracht worden, want mr. Sybrandy weet wel dat de Sociaal democraten den ver burgerlijkten Millerand niet meer als een der hunnen erkennen. Alles te bespreken in die paar minuten gaat niet, maar deb. beweert dat dit Ministerie al lerminst „christelijk" mag heeten als het komt met een pensioen op 70-jarigen leeftijd. Van de 100 bereiken er geen 30 de zeventig. Rn in uw eigen Bijbel staat, dat Mozes heeft ge zegd; uw jaren zijn zeventig. Dus op 70-jarigen leeftijd moeten de arbeiders eigenlijk maar uit knijpen. In andere landen, waarvan debater er een heele reeks noemt, wordt reeds op 60 en 55-jarigen leeftijd gepensionueerd als het niet waar is, liegt dr. Kuyper, want van hem heelt debater de gegevens. De Voorzitter begint weer te hameren. De heer Duys vervolgtEn wat ge van Vliegen hebt durven zeggen, is meer dan schan delijk. Hy heeft gezegd, dat indien meer dan f 16 per week verdiend wordt, hij het niet zoo erg zou vinden dan iets te moeten afstaan voor het pensioen De S. D. A. P. veroordeelde dexe meening door een krachtig applaus; er staat trouwens niet in het standpunt vcu premiebelas, ting door de arbeidersKuyper wil zelfs om- geveer "l3. Straks, toen de heer Moerman door spr. ge ïnterrumpeerd werd, heeft spr. geroepen libe ralen en clericalen zyn éen pot nat. Spr. is bereid met den heer Moerman een openbaar debat aan te gaan waarin de scheidingslij eens heel secuur wordt getrokken, maar dat zal hy straks wel afspreken. Menschen onthoudt het beeld van de jat. De Christelijken willen dus hun geestelijk leven aan het zondige aanpassen. Hoe kan het ook anders met zoo'n vernis-christendom. Maar deb. protesteert er tegen, dat men hier allerhande leugens verkoopt en dan nog opent en sluit met gebed. Met een perfide leugencampagne wil mende tenminste te oordeeleu naar zijn glinsterende oogeu en opgewonden manier van doen. „Ik kan 't wel eens probeeren, zei by, geef den steen maar eens bier." „Hier is hy, myn jongen," zei Paul, met vader lijke autoriteit, zóo geheel in contrast met zyn ver anderd voorkomen, dat Dick 't opnieuw met zyu lachen te kw .id kreeg. „Hier is hy. Wencsh nou maar, dat je arme, ouwe vader weer wordt, wat hy voroeger was!" Diok nam den steen aan en bekeek hem een poosje aandachtig, terwyl Paul zenuwachtig onge duldig afwachte. „Helpt 't niet?" vroeg zyu vader. „Ik weet het niet, zei Diok kalmik heb nog niet geweuscht." „Doe 't dan toch dadelijk: toe dan took. Er is geen tijd te verspillen ieder oogenblik is van ge wicht je rytuig kan ieder oogeublik hier zyn en al beu ik nou ook al veranderd in zoo'n vreemde gedaante, ik ïal toch mijn vaderlijk gezag blijven handhaven. Ik zeg je, je zult me gehoorzamen „O, beel goed, zei Dick onverschillig. Ik gun u uw gezag." „Doe dan wat ik je gebied. Begrjjp je dan niet wat een aokaudaal het geveu zou, als dit ruchtbaar werd Ik ïou de risée van de heele stad zyn. Geen meosoh moet ook amar gissen, wat er gebeurd is. Je moest dat zelf inzien." „Ja zei Diok, ik begrijp 't 6ok wel, 't Komt nu dadelijk alles in orde. ik zal direct den weusch uilsprekeu eu uiemaud zal welen, wat er aan 'l handje is." „Je beut een goeie jongen I zei Paul heolemaal verlicht. Ik weet ook wel, dat je hart op de goeie plaats zit. Maak alleen eeu beetje voort." „Als u nou weer de oude bent, gaat dan alles weer zijn oude gangetje? vroeg Dick." „Ik ik hoop wel." „Ik bedoel, blijft u weer hier en moet ik terug tar Grimstone?" „Natuurlijk, uatuurljjk, zei Paul, vraag me toch nou niet zooveel. We kunnen ieder oogenblik ont dekt worden." „Nou is het een uitgemaakte zaak, zei Dick, iedereen zou 't in myn plaats doen." „Ja, ja maar maak dan toch voort I" „Nou, haast u zich maar niet zoo; 't kon baat gebeuren, dat u 't verre van prettig vondt, als ik er mee klaar ben." „Als je waarmee klaar bent?' vroeg de heer Bultitude achterdochtig, omdat hy iets vreemds ontdekte in de maoier van doen van zyn zoon. „O, dat gsat u niet aan, zei Diok. U zei, dat u weer een jongen wou zyn als ik, is 't niet" „Ik meende 't niet," stribbelde Paul tegen. „Ja, maar u kon toch niet veronderstellen dftteen ■teen dat begrijpen kon. In ieder geval,u werd oo- genblikkelyk een kleine jongen. Na dan, als ik nu wenach een man te worden zooals u er tien minu ten geleden een was, dan is alles weer in orde, niet waar?" „Ben je gek geworden? riep Paul heftig verachrikt door dit voorstel. Dat dat zou nog veel erger zyn." veratand brengen. Het zou glad verkeerd uitkomen. We zouden allebei er eveu ellendig aan toe zyo, allebei andera van kuiten dan van binnen.' „Nou, zei Dick koeltjes, dat zou me nou niks kunnen schelen." Wordt otrvolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1