Donderdag 6 Juli 1905. No. 5674. 54e Jaargang. Stadsnieuws. Feuilleton. DICK BULTITUDE. FIRMA A H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Vei-schijnt Dinsdag-, Donderdagen Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f n-anco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-, olïicieële- en onteigeningsadvcrtentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels/-1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht KORTE6RACHT Telephoon 19. Van de Dinsdag niddag gehouden gem ien- teraadszilting dient nog het volgende .er- meld te worden Ingekomen waren Van Ged. St. de goedkeuringen der raads besluiten tot goedkeuring van betalingen uit den post» onvoorziene uitgaven" dienst 1904 tot wijziging der begrooting dienst 1904 en die van den dienst 1905tot het doen van af en overschrijvingen op de begrooting dienst 1904; tot onderhandsche verhuring van de oude gasfabriek tot nadere rege ling van de jaarwedden van onderwijzend personeel bij het L. O.vaststelling ver ordening vergunningsrecht. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Naar B. en W. werden om preadvies verzonden: Verzoek van mej. van der Schroei! om het gymnastieklokaal der H. B. S. te mogen gebruiken voor privaatlessen verzoek om eervol ontslag van den heer de Groot als lid der commissie tot wering van schoolver zuim van mej. R. C. van Eijbergen als onderwijzeres aan de school 3e soort wegens vertrek naar eldersvan de Amersfoort- sche Tramweg-Maatschappij een verzoek om flÜOO subsidie; van de Oudheidkundige vereenigiug sFIéhité" om subsidie-verhooging met f300. Voorts zijn ingekomen een mededeeling van de coöperatieve bouwvereeniging »Eigen dak", waarbij de voorwaarden inzake de straataanleg en de overname van terrein worden aanvaard, welk stuk voor kennisge ving wordt aangenomen en een request van IJsselsteenl'abrikanten, hetwelk als ongezegeld wordt terzijde gelegd. Van de drie voorstellen die na spoed- eischendverklaring werden goedgekeurd, ont lokte het eerste, onttrekking van grond aan den openbaren dienst betreffende, eenige dis cussie, waaraan deelnamen de heeren Vels- Heyn, Plomp, Jorissen, Celosse, van Eek en de Voorzitter. De heer Veis lleyn stelde de vraag of, nu de onttrekking geschiedt ten behoeve van een circus, er ook gevaar voor bestaat dat op Zondag voorstellingen worden gegeven. De Voorzitter deelt mede dat zulks in de bedoeling ligt der ondernemers, doch niet dan na kerktijd. De h e e r P1 o rn p vindt het niet logisch een besluit te nemen alvorens de termijn verstreken is waarop bezwaren kunnen worden ingebracht. 2t .Meent u 't heusch, vroeg hij op hartelijker toon dan waarop hij in langen tijd gesproken had, „dat u het verschil opmerkt?" „Ik zag het jijna onmiddellijk, zei de heer Blinkhorn. „Dat ia heel vreemd, antwoordde Paul en toch zegt u 't zóo overtuigend, dat 't wel waar moet ziju. Maar neen, het is onmogelijk; u kunt den waren stand van zakeu niet geraden hebbent" „Luister dan naar me, en val me gerust iu de rede, wanneer ik abuis beb. Gedurende de laatste dagen is er een groote verandering in je aan het werk. Je bent de luie, onnadenkende kwajongen van vóór de vacantie niet meer." „Neen, zei Paul, dat zou ik wol willen zweren I" „Jo hoeft niet zulke sterke uitdrukkingen te ge- bruikeu maar, om tot de zuak terug te zeereu, je bent hier teruggekomen als een heel andere jongen. Is dat niet waar?" „Precies, zei Paul, overgelukkig nu eeus eindelijk goed begrepen te worden, precies. U is een heel knap man, mijnheer. Laat ik u de hand eeus drukken .Kijk, ik zou eigenlijk niet eens verwonderd meer zijn, als u ook wist, hoe dat alles zoo gebeurde!" „Dat weet ik ook, zei de heer Blinkhorn lachend dat kan ik wel raden. Het gebourde door een wenscb die bij je opkwam, is't niet?" „Ja, riep Paul, u heeft 't alweer geraden. U is een toovenaar mijuheer; verdomd, ik geloof 't heusch," De Voorzittei- deelt mede dat die termijn Woensdag 5 Juli is verstreken, doch tot heden nog geen bezwaren zijn ingebracht. De heer Veis lleyn zegt dan nu reeds hier van de gelegenheid tot het opperen van bezwaren te willen gebruik maken, en te verklaren dat hij is tegen voorstellingen op Zondag. De heer Plomp komt het voor, dat de Raad er niets mede te maken heeft waarvoor die onttrekking plaats heeft; alleen beslist hij of de bezwaren die tegen onttrekking aan den dienst worden ingebracht, dringend zijn. Of er voorstellingen op Zondag worden ge geven, dat is een zaak die de burgemeester moet uitmaken. De heer Jorissen: Waarom wacht men niet tot in de kermisweek De Voorzitter antwoord daarop, dat dan geen voldoende ruimte kan worden ver kregen. Het dislocatieplan streefde naar ruimte. Er is dan geen plaats voor een groot circus. De heer Celosse is het met den heer Plomp eens dat de Raad met het bezwaar door den heer Veis Heyu geopperd geen reke ning heeft te houden. Het staangeld beloopt een 400 gulden. De heer Plomp wijst er nogmaals op Jat het criterium hier is gelegen, dat de Raad alleen heeft uittemaken of de bezwaren te- tegen onttrekking gegrond zijn. Het, voorstel tot onttrekking, mits geen grondige bezwaren worden ingebracht, wordt met 9 tegen 2 stemmen, die der heeren Vels-Heyn en Oosterveen aangenomen. De heer Jorissen vraagt in hoeverre nu rekening wordt gehouden met de bezwa ren van den heer Veis Heyn. De heer van Eek merkt op dat de be zwaren van de zijde der burgerij als gegrond aan te merken slechts die van technischen aard kunnen zijn. Of iemand dergelijke voor stellingen al niet graag ziet, daarmee heeft de Raad niet te maken. De Voorzitter zegt toe met den on dernemer te zullen onderhandelen in hoe verre het mogelijk is de voorstellingen op den Zondag achterwege te laten. Van de punten der agenda gaf vooraf punt 10 tot uitvoeiige discussie aanlieding. flet luidt 10. Rapport en voorstel van Burg. en Weth. hetreflende een adres van de naamlooze ven nootschap Volkshuisvesting". Zooals men weet werd in de vorige raadsvergadering aan de Coöperatieve bouwvereeniging Eigen Haard" incom- „Vloek er niet om, Bultitude. Je verlangde (in den beginne misschien onbewust) iets anders te zijn, dan je tot nog toe geweest was." „Jk was dwaas, zuchle de heer Bultitude, ja, ja, zóo ging het „En zonder het direct te merken, deed je verlan gen langzamerhand een geheele» omkeer in je natuur in je heele wezen ontstaan je bent toch oud ge noeg om me te volgen?" „Als jij maar oud genoeg bent, om mij te volgen," da-illt Paul, maar hij was te gelukkig om zich l»e- leeJigd te gevoelen. „Ik kan niet zeggen, dat de verandering langzamerhand plaatsgreep. Maar gaat u vo'.rt, mijnheer, als u zoo vriendelijk wilt zjjn Ik zie, dat u er alles van weet." „Iu 't begin, stribbelde je oude ik nog wat tegen Je poogde je nieuwe gevoelens te \ergeten, je pro- Loerde zelfs om je oude gewoonten, je vroegere levenswijze weer aan te nemen maar dat werkte niets uit: en, toen je hier kwam, vondt je onder je kameraden geen venvautschap van gedachten...." „Nee, heel niet!" zei Paul. „Wat zij prettig vonden, liet jou koud...," „Ja, juist „Zjj, op hun beurt, begrijpen dat alles niet en wanneer ze ju geringe belangstelling in hun doen en laten opmerken, nemen ze het kwalijk, te kunnen niet b-grijpen (en hoe zouden ze ook) dat je je levenswijze geheel veranderd hebt en wanneer ze een verschil opmerken tussohen jou en den Bulti tude dien ze kennen, wekt dat hun boosheid op." „Ja, dat is zoo, viel de heer Bultitude iu, en ze toonen me dat op de gemeenste manie', ais ik u toch verzeker, dat ze me gisteravond..." „Stil, zei de heer Blinkhorn, zyn hand opheffend, klikken is uïet mannelijk. Maar ik zie, dat je ver wonderd staat te kijken, hoe ik dat alles toch zoo weet „Ja, zei Paul, ik ben er stil van." „Wat zeg je wel, als ik vertel, dat ik ook eens binatie met A. van der Pol, toestemming gegeven om een weg te mogen aanleg gen ter breedte van 8 Meter van het Ap pel wegje naar den Leusderweg. Naar aanleiding van dat besluit werd van Volkshuisvesting" het volgende re quest ontvangen Geeft eerbiedig te kennen het bestunr der Naamlooze Vennootschap „Volkshuis vesting" gevestigd te Amersfoort, goed gekeurd bij Kon. Besluit ad. 26 Augustus 1898, no. 64; dat ter onze kennis is gekomen het ontwerp van een nieuwe straat ten be hoeve van de coöperatieve bouwvereeni ging „Eigen Haard", welke straat ont worpen is op het terrein, dat ter eene zijde begrensd wordt door de terreinen van de Infanterie Kazerne en ter andere zijde voor een breedte van 78 M. dooi de terreinen van «Volkshuisvesting", gele gen aan de Nicasius-en Nicaciusdwars- straat dat tegelijkertijd tot onze kennis kwam het feit, dat dit ontwerp aireede voor- loopig is aangenomen dat het ontwerp dezer straat in dier voege is opgemaakt dat, als 't ontwerp wordt uitgevoerd, tusschen die straat en de terreinen van »Volkshuisvesting" een strook van 2 A 2l/j M. diepte zal liggen, die 't eigendom blijft van de coöperatieve Bouwvereeniging «Eigen Haard" dat daardoor „Volkshuisvesting" nooit het bedoelde open terrein liggende ach ter deze strook en breed 62 M. zal kun nen bebouwen, tenzij het van „Eigen Haard" het voormelde strookje grond koo- pe tegen een prijs, dien Eigen Haard" naar willekeur opdrijven kan dat het bestuur van «Volkshuisvesting" erkennende een recht van billijkheid ten gunste van «Eigen Haard", dat «Volks huisvesting" haar vergoede een deel der kosten van straat aanleg, zoodra «Volks huisvesting" haar terrein aan die nieuwe straat in exploitatie brengt; maar het anderzijds onbillijk acht, dat de Raad der Gemeente ons ten opzichte van die exploi tatie met gebonden handen en voeten aan oen ander zou overleveren dat het bestuur gegronde reden meende te hebben om te vreezen voor willekeurige, wellicht onbillijke eischen van «Eigen Haard" dat de Raad der Gemeente, toen dit ontwerp behandeld werd als spoedei- schende zaak in de vergadering van Dins- zoo'n zelfde verandering ondergaan heb?" „U wou toch niet zeggen, dat er twee van die Garuda-ateeueu op deze ellendige wereld bestaau riep Paul, ia hooge mate verwonderd. „Wat je nu bedoelt, weet ik niet recht, maar wel kau ik ie zeggen, dat ook ik in mijn verleden mjjn beproevingen gehal beb. Maanden geleden al merkte ik door sommige dingen by je op, dat dit gebeuren zou". „Dan, zei de heer Bultitude, geloof ik toch dat u me hadt moeien waarschuwen. Een briefkaartje was al genoegd geweest. Ik was dan meer op alles voor bereid geweest, begrijpt u?" ,,'tZou erger in plaats van beter geweest zyn, om de crisis te verhaasten. En ook zou dau misschien niet gebeurd zijn, wat ik zoo iuuig hoopte". „Innig hoopte, zei Paul. U durft wat te zeggen, mijuheer", „Ja zei de heer Blinkhorn. Je zie nu wel, hoe goed ik ook deu ouden Bultitude kende; hij was vroolyk origineel, kwaaddoenerig soms, maar hij droeg in zijn hart eigenschappen van onschatbare waarde". „Onschatbare waarde? riep Paul. Een schelm,zeg Ik u, een geweteulooze, zelfzuchtige, jeugdige schelm. Noem u de dingen bij hun waren naam, als 't tl blieft I" „Neen, neen, zei de beei Blinkhorn, deze zelfver achting is ook verkeerd, heel verkeerd zelfs. Slecht heid was er niet by in 't spel „Slechtheid niet? De hemel beware me, noemt u dau oudatikbaarheid de kagsle, bedrieglijkste ondankbaarheid geen ondeugd, mijnheer? U komt een beste man zijn, maar als o de dingen van zoo'n verkeerden kant beziet, moet 't er treurig uitzien met uw begrippen ran zedelijkheid". „Waar twee kijven, hebben twee schuld vrees ik, zei de heer Blinkhorn, een beetje geërgerd door de eigenaardige manier, waarop de jongen zich uit drukte. Ik beb er wel eens wat van gehoord, hoe ■t thuis ging. Aan den eenen kant de va Ier, streng, dag 30 Mei 1.1. op deze zijde van de zaak niet gewezen is en dat althans de meer derheid daarvan volstrekt onkundig waa; dat het ontwerp aan het bestuur van „Volkshuisvesting" pas bekend werd na de Raadsvergadering, zoodat het Bestuur niet bijtijds kon opkomen voor de rechten van de Vennootschap. Redenen, waarom het bestuur den Raad verzoekt le. het besluit der vergadering van 80 Mei 1905 nog eers te herzien; 2e. de uitvoering van alle bouwwerken op genoemd terrein te doen wachten tot de Cöoperatievie Bouwvereeniging „Eigen Haard" een billijk voorstel gedaan jal heb ben aan „Volkshuisvesting" omtrent voor noemd strookje grond. Amersfoort, 5 Juni 1905. H. W. SCHREUDER, Voorzitter. J. HOOYKAAS, Secretaris. Wij laten hier eveneens volgen het rap port van B. en W. Wij hebben de eer U hierbij over te leggen een adres van de naamlooze ven nootschap. „Volkshuisvesting" betreffende uw besluit van 30 Mei j. 1. tot overname van grond van de coöperatieve vereeniging «Eigen Haard" en van A. van der PoL Tevens deelen wij U mede, dat voor eenige dagen een bijna eensluitend adres dier vereeniging aan Gedeputeerde Staten gericht is, met verzoek het aangevochten raadsbesluit niet goed te willen keuren. Gedeputeerde Staten stelden dit adres In onze handen waarop wij verzochten het raadsbesluit terug te willen zenden teneinde U in de gelegenheid te stellen de overname van grond naar aanleiding van het inge komen adres, opnieuw te beoordeelen. Een afschrift van ons schrijven is hierbij Wij ontvingen daarop van Gedeputeerde Staten bericht, dat zij hunne beslissing op het ingezonden raadsbesluit verdaagd hebben, zoodat voor Uwe vergadering nog de gelegenheid bestaat het eens go- nomen besluit nog eens te overwegen en des noodig oordeelende te wijzigen. -„Volkshuisvesting" merkt in haar adres op dat tengevolge van het genomen raads besluit op het terrein van „Eigen Haard" een straat gelegd zal worden, welke van de terreinen van Volkhuisvesting" ge scheiden is door een strook grond van 2 a 1li M. welke strook grond eigendom blijft van «Eigen Haard". Tengevolge spoedig geraakt; aan den andereu de zoon, c_ dacht, vergeetachtig en soms ook wel eigenzinnig. Maar je bent overgevoelig; je hecht te reel beteekeni» aan wat voor m(j slechte een natuurlijk (hoewel niel goed) gevolg schynt van koele en onrechtvaardige behandeling. Ik zou dc laatste zijn om «eb kind tegen zyn ouders op te zetten, maar wat mg betreft ik vind 't vergeeflijk, dat je dikwijls zoo verkoerd handelde". „O, zei Paul, vindt u dat vergeeflijk? Alle duivels wat meent u toch; nu neemt u het op voor de an dere party," „Dit is geen taal om berouw te toonen, Bultitude zei de arme heer Blinkhorn, uit 't veld geslagen. Denk erom, dat je met je oude ik heb afgedaaul* „Zeg dat niet, zei Paul; ik geloof het niet!" „Wou je dan weer zoo zyn als vroeger?" „Natuurlijk, zei Paul kwaad; ik bennogniet gekl* „Ban je dan zóo gauw al moede van den strgd?* zei de ander verwijtend. „Moe? Ik ben er ziek van! Had ik maar geweten, wat me te wachten stond, voor ik zoo'n dwaas van mezelf had gemaakt!" „Dat is verschrikkelijk! zei Ue heer Blinkhorn. Ik wil niet meer naar je luisteren." „Maar u zult, schreeuwde Paull Ik zeg u, dat ik dit niet langer volhoud. Ik ben er op mün leeftijd niet meer legen bestand; u moest dat self ook inzien en maken dat Grimstone 't ook begreep!' „Nooit! zei Blinkhorn vastberaden, Ook sie ik niet in, dat 't je helpen sou. Ik wil niet, dat je weerop den ouden weg suit terugkomen. Je moet alle krach ten inspannen om deu weg dien je gekozen hebt, nu te blijven volgen; je moetje kameraden noodza ken, ook in je nieuwe hoedanigheden van'eU hou den en te waaideeren. Kom, vat moed! i. boven dien, al heb je je leven uu ook soo veranderd, er Is geen enkele reden, waaroru je niet we«r devroolijk, luchthartige jongen van vroeger aoudi worden." (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1905 | | pagina 1