Dinsdag 10
October 1905.
No. 7105.
55e Jaargang.
Feuilleton.
DICK BULTITUDE.
UITGAVE:
FIRMA A- H- VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Ve,"schijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
manco per post f 1.42. Advertentiën 1—6 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/-1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
Du BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van AMERSFOORT,
Gelet op urtt. 6 en 7 der HINDERWET,
Brengen ter kennis van het publiek, dat een
door D. li. Eysintt ingediend verzoek met bij
lagen, om vergunning tot hel oprichten van een
werkplaats voor het stellen en inonteeren van
Automobielen in het perceel alhier gelegen aan
den Arnhemschen weg No. 33, bij het Kadaster
bekend onder Sectie B. No. 2170, op de Secre
tarie der Gemeente ter visie ligt, en dat op
Donderdag den 19 Ootober aanstaande, des
voormiddags to half elf uren, gelegenheid ten
Raad huize wordt gegeven om, ten overstaan van
het Gemeentebestuur of van een of meer zijner
leden, bezwaren tegen het oprichten van de in
richting in te brengen.
Amersfoort, 5 October 1905.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WU1JTIERH.
De Secretaris,
J. G. STENFERT KROESE.
Nog eens over het cholera-gevaar.
In de October-nflevering van het «Tijtl-
schrilt voor sociale hygiene'' schrijft dr. V-'.
P. Ruysca over het ciiolera-gevaar, dat thans
weer uit Rusland, Oostenrijk en Üuitschland
dreigt.
Op de vraag of het gevaar groot is, dat
de gevreesde ziekte, evenals in 1892, weder
over West-Europa en in 't bijzonder over
ons land zich zal verspreiden, antwoordt de
Hoofd-lnspecteur der Volksgezondheid:
•Dat antwoord wordt voor een gioot deel
beheerscht door het meer of minder goed
vertrouwen in do waakzaamheid der Duitsche
en Oostenrijksche sanitaire autoriteiten en
in de maatregelen, door hen en door de auto
riteiten hier to lande genomen en nog te
nemen.
Wanneer die maatregelen zoo stipt toe
gepast worden als de internationale sanitaire
conventies van Dresden en Parijs dit voor
schrijven en als onze sanitaire wetgeving dit
bedoelt, dan is dit gevaar m. i. niet zeer
grootal kan ook de mogelijkheid niet ont-
keud worden, dat ook, zelts bij stipte uit
voering der voorgeschreven maatregelen,
enkele gevallen hier te lande kunnen worden
geïmporteerd, hetzij langs de zeezijde uit de
havens der Oostzee, hetzij langs dc oostelijke
grens des lands."
Over de hier te iande reeds genomen
maatregelen ter voorkoming van do besmet
ting, o.a. bij Kon. besluit van 22 September
dezes jaars, scb ijft dr. Ruysch
Cl.
Juist toen alle hoop vervlogen en verlossing het
meest onwaarschijnlijk scheen, werd de tooverkraebt,
die hem gedurende een afschuwelijke week zooveel
duldelooze ellende had bezorgd, gebroken door de
hand van een onschuldig kind.
Hij nam Roly op cu kuste hem zooals nooit
▼oren in zijn heele loven, eu terwijl hij het kind
zoo goed mogelijk tot bedaren zocht te brengen,
want het was natuurlijk nogal van streek, stapte hij
luchtig de trap af, die hij nog geen vjjf minuten
te voren zoo geheel anders wss opgevlogen.
Onderweg kou hij niet nalaten om iu zjju kleed'
kamer te gnau eu zich door een lange beschouwing
ervan te verzekeren, dat de steen goed zijn plicht
had gedaan. Maar bij vond alles in orde hij was
de zelfde, vormelijke, preeicse oude heer met do
zolfde kleerou aan als op dien gedenkwaardigon
Maandagavond.
Zoo stapte hij met grooter vertrouweu voort. Doch
eerst droeg hjj zorg, Roly den steen met zoete
woordjes afhandig te maken, Zoo spoedig hij hem
in handen had, opende hij een raar. en wierp
den taÜBman in het duister naar buiten. Eerst toen
voelde hij zich volkomen gerust.
Hij ging langs een aantal groepjes van jeugdige
gasten en nog lager ontmoette hg Boaier, de tnoid
en een paar bedienden, die iu groote opgewonden
heid dooreenliopen; zelfs Boaler's gewone kalmte
scheen gevloden.
«Een zeef te waardeeren practische bepa
ling in het Kon. besluit is die, waarbij de
bestuurders van Rijksinrichtingen gemachtigd
worden, in spoedeischende gevallen, verple-
gingsmaterieel ter beschikking te stellen.
«Ook verdient zeer waardeering, dat daarbij
tevens het toezicht op de rivieren afdoende
is geregeld, en dat maatregelen zijn getroffen
waardoor onmiddellijk een volledig stelsel
van geneeskundig onderzoek, observatie, af
zondering en ontsmetting op de rivieren kan
worden toegepast, wanneer de besmetting
langs de waterwegen mocht naderen.
«Nlon ziet, aan strenge bepalingen is geen
;ebrek c. elk oogenblik zijn de autoriteiten
bevoegd, krachtig handelend op te treden,
zoowel aan de greDzen als binnen de land
palen.
«Wanneer nu slechts, waar noodig, van
deze bevoegdheid wordt gebruik gemaakt en
deze bepalingen met de noodige snelheid en
stiptheid worden toegepast, zal het zeker
gelukken, als onverhoopt enkele ziektegeval
len van uit zee of van gene zyde der grenzen
worden aangevoerd, krachtig daar tegen op
te tredenneemt echter de aanvoer toe,
zooals in 1892 het geval was, dan is ten
slotte alleen heil te verwachten van de waak
zaamheid in eigen ruimeren en meer
beperkten kring en dan zal liet de groote
vraag zijn, of elke Gomeeate behoorlijk is
voorbereid. Ik vrees, dut dan aan de grens
palen van menige Gemeente bet «gewogen
maar te licht bevonden" zal moeten worden
neergeschreven.
«Onafwijsbare eisclien zullen dan toch
voor elke G 'ineeute zijn
io. het voorhanden hebben eener voldoende
inrichting voor afzondering van zieken en
van personeel om dezen te verplegen
2o. de beschikking over voldoende ontsmet
tingsmiddelen met behoorlijk onderwezen
ontsmetters
3o. de beschikking over zuiver drinkwater
voor alle ingezetenen en een behoorlijke
afvoer van vuil, zoodal zuiverheid van lucht,
bodem eo water gewaarborgd is.
Eu hoeveel laat in menige Gemeente dit
alles nog niet te wenschen over, niettegen
staande de ijverigste pogingen van de Gezond-
heidscom i.issies en van de ambtenaren van
het Staatstoezicht op de Volksgezondheid om
het daarheen te leiden, dat hierin worde
voorzien".
Dr. Ruysch eindigt zijn opmerkingen aldus
«Zooals ik boven reeds heb gezegd, acht
ik ditmaal vooralsnog het gevaar voor ver
spreiding der ziekte over Nederland niet
groof, maar dit neemt niet weg, dat nog
altijd geldt «si vis pacem, pana bellum" en
dat de autoriteiten dus op alles behooren
bedacht te zijn.
«Toepassing der hierboven laatstelijk ge
noemde maatregelen is bovendien in elk geval
ook al komt de cholera niet, aanbevelens
waardig, daar ook voor bestrijding van de
andere besmettelijke ziekten hel nemen vlier
maatregelen even gewensebt is.
«Ten slotte nog een enkel woord. Men
overdrijvo de vrees voor de cholera niet en
men bedenke, dat de cholera in Europa in
de laatste 40 jaren veel minder slachtoffers
maakte dun de tuberculose, de typhus, de
diphterie, bet roodvonk of de mazelen en tal
van andere besmettelijke ziekten".
Amersfoort in 1904.
XI.
Omtrent het Lager onderwijs rapporteeren
B. en W.
Het aantal scholen bleef hetzelfdewel
werden lokalen aangebouwd aan de open
bare Meisjesschool en de school 2e soort.
Over het algemeen kan geconstateerd
worden, dat het Lager onderwijs in deze
Gemeente zeer voldoende wordt gegeven,
terwijl omtrent ijver co plichtsbetrachting
van het personeel met lof kan worden ge
tuigd.
Na de uitbreiding der Commissie van
Toezicht met dames-leden wordt meer aan
dacht gegeven aan het Handwerkonderwys;
met uw toestemming werd gebruik gemaakt
van de voorlichting van mej. Teunisse, uit
Amsterdam.
Van het Herhulings-onderwys wordt door
jongens veel gebruik gemaakt; bet aantal
meisjes zou wel grooter kunnen zijn.
Een proet werd genomen met het ver
schaffen van schoolpantollëis; op elke der
kostelooze openbare scholen werden aan de
leerlingen van éen klasse pantoffels verstrekt.
Het verslag daaromtrent van de Hoofden
der scholen is nog niet ontvangen.
Aan de Meisjesschool werd mej. Hurting
wederom tijdelijk aangesteld, aangezien de
2de klasse van de Jongensschool, waarin ook
meisjes zaten, te groot werd en een afzon
derlijke I. sse aan de Meisjesschool moest
worden toegevoegd.
Mej. Mezger, van de .longenssschool, werd
aangewezen voor de 3de klasse.
Het eerste leerjaar werd gecombineerd met
dat der Jongensschool onder mej. Van Slooten.
Overigens kwam geen wijziging in het
personeel en de verdeeling der klassen.
Het onderwijzend personeel bestond uit
de damus Van Lessen (Hoofd), Hulstim, Van
Mill, Deck, Van der Olden, Van Nagel. Wed.
Van Slooten, Mezger, Spruyt, en tijdelijk
mej. Hurting.
De school werd bezocht door 147 leerlin
gen van welke 11 woonachtig bulten de Ge
meente, n.l. uit Hoogland, Bussum, Schor-
penzeel, Kosteren, Leusden en Baarn.
Lokalen ou leermiddelen verkeerden in
goeden stuut.
Ook de Jongeusschool werd bezocht door
leerlingen van elders tot een getal van 12
uit d' Gemeenten Hoogland Kesteren.Rbenen,
Soesterberg Woudenberg, Leusden cn Hil
versum.
Aan deze school waren werkzaam: de
hoeren C. J. van der Nagel (Hoofd), Wever,
Lindenhovius, Van Spiegel, Ermcr9, Aardema
en Slot, verder de onderwijzeres Mezger voor
de meisjes, tijdelijk op die school geplautst.
Aan den onderwijzer Slot werd een lang-
dt .g verlof gegeven tot herstel van gezond
heid hy werd tydelyk vervangen door de
onderwijzeressen Hurting on Eykelboom.
Het aantal leerlingen ual de school bezocht,
steeg tot 150.
Het ondorwys in do laagste twee klassen
werd gedurende 3 weken geschorst wegens
het heerschen van mazelen. Lokalen en leer
middelen verkeerden in behoorlijken staat.
Aan de school 2de soort waren werkzaam
de heeren l\ van den HoolT Azn. (Hoofd),
N ij land, Prins, Ousterinan, Van Gelder, Van
't Well en Van don Broek en do onderwijze
ressen Do Bruijn, Buijtenhuijs,Ch.F. Hondriks,
M. 1'. Hendriks M. de Graaf en M. Oudraad,
de laatste vier alleen voor handwerken.
Dc szhool werd bezocht door 307 leerlingen.
In den loop van het jaar werd een lokaal
aangebouwd en in verband daarmede een
onderwijzer meer aan do school verbonden.
üp de scholen 3e soort waren werkzaam
Op de school in de Beekstraat de hoer
J. van der Horst (Hoofd) en de onderwijzers
Van Dommelen, Faber, Noordenbos, Don
Hurtog, Akkerman, Radersma, Van der Hart,
Van der Klein, Frantzen en de onderwijze
ressen Frans, Akkerman, Bakker, Boukamp
en Vcrwey, de laatste alleen voor handwerken,
en verder 10 helpsters.
Aan deu onderwijzer Boude werd op zyn
verzoek eervol ontslag verleendin de vaca
ture werd tijdelijk voorzien door benoeming
van mej. Van Dam.
Op de school in de Koningsstraat waren
werkzaam de heer N. van Veeu (Hoofd),
de onderwijzers Heunks, Verburg, Buy ten-
huis, Moerman, Van Drie, Kraan, Kruithof
„Mguheer.zei hij, die school mees ter iaerjjongenheer
Dick die is uaar boven gegaan, hebt n hem
niet gezien
Paul had in zijn nieuw geluk Dick bijna vergeten,
hg had nog ernstig mot hem af te rekenenhg
had wederom do macht in handeu en toch om de
eene of andere reden voelde hij niet zooveel recht
matige woede als men donken zou,
„Wees maar niet bang, zei bij, de jongenheer is
in veiligheid. IU weet er alles van. Waar is dr.
Grimstone? In do bibliotheek Heel goed, ik zal
komen."
Eu torwjjl hg Roly bg de meid liet, ging hg nuar
de bibliotheek, niet," wanneer wij de waarheid moeten
vertellen, zonder zekere zenuwachtigheid, die hij
niet beheorschen kon, hoe onbegrijpelijk cn onge
motiveerd die ook wezen moebt ouder do gewijzigde
omstandigheden.
Hij giug de kamer binnen en daar, omringd door
stapels hoeden en jassen, ouder het bleeko licht van
een gasbrander, zag lig don vreeselgkcn man voor
wien hg gedurende de laatste zeven verschrikkelijke
dage;, had gebeefd.
Een gevoel van zelfverdediging was er oorzaak van,
dat Paul hem nog stijver en koeler dan gewoonlijk
een hand gaf.
„liet doet me genoegen u te zien, dr. Grimslone,
zei hij, maar uw aanwezigheid op dit uur noopt mij
u te vragen of er soms oen ongewone reden ia, die
mij hot genoegen verschaft van u te zien 1"
„Het smart me, u te moeten zeggeu, dat dit wer
kelijk 't geval is, zei de directeur op een graftoon,
andera zou ik u niet op dit uur hebben lastiggeval
len. Probeer, mijn waarde heer, om den slag te
dragen."
„Ik zal het probeeren," zei Paul.
„Nu het feit is, en ik weet hoe smartelijk het u
moet aandoen, dat uw ongelukkig kiud de ongeloof
lijke dwaasheid heeft begaan, mjjn kuis te verlaten."
En de directeur wachtte even om het effect tesien,
dut lig had teweeggebracht.
„God bewaar me, mjjuheer riep Paul, het is toch
niet waar?"
„Muur al te waar. Hg is weggeloopon. Manr wees
uier. angstig, mgn waarde hour; op dit oogenblik is
uw zoon in veiligheid. (Ja, de hemel tij dunk, dat
is waar, dacht Paul.) Ik zou hein zekor hebben in
handen gokregen vóór hg het station verliet, waar
heen hg zich dadelgk schgnt te hebben begevou,
ware het niet, dat ik, afgaande op inlichtingen (die
ik nu ernstig verdenk van opzettelijk fout te zgu ge-
weent) naar een ander stutiou was gegaan op don weg
naar Louden, in de meening hem daar te zullen vin
den. Ik geloof, dat lig or heelemaal niet uaar toe
gegaan ia, maar daar ik giste hoe de zaken stonden,
Heb ik. den trein, waggon voor waggon onderzocht,
toon hij binnenreed."
„Ik viud het housch ouaaiigenaam, dat li zooveel
moeite heelt moeten doen, zei Paul, meteen loven-
dige herinnering aan deu dikken stok. En toen hoeft
u hem gevonden?"
„Neen, mijnheer, zei de directeur, die opnieuw weer
woedend werd. Ik heb hem niet gevonden, maarhjj
was er wel. Hij moet er geweest zijn, maar dankzg
de bescherming van twoo onhebbelijke personon,die
mg beslist toegang tot hun oompartiuiont weigerden,
ontsnapte uw zoon."
De heer Buliitude merkte nogal ondankbaar op,
dat hot con schandalig gedrag was.
„Ja, dal was het ook, maar gelukkig hinderde liet
niet. Ik was natuurlijk verplicht om op oen volgenden
trein te wachten, inaar ik was althans in staal, hier
te komen vöor oen al te laat uur."
„Ik ben u zeer verplicht", zei Paul.
„Hot is een pijnlijk ding als zoo iels in een school
gebeurt", merkte de directeur op na «en pauze.
„Hot is ulleronfortuinlgkat", slomdo Paul too.
„Het geeft aan menschen, die niet met do toe-
stauden op de hoogte ziju, zoo licht auuleiding om
zich te vcrbeeldeu, dat de jnngons, die onder mijn
hoede zijn gesteld, zich ongelukkig voelen."
„In dit geval, verzeker ik u, dat er voormjjgeon-
twgfol overblijft", «ei Paul mot beleefde en opreoht
heid.
„Het is wel vriendelijk van u, dat to zeggen. Het
is zeker oen feit, dut zooals ik hot hedenmorgen
mgn plioht rekende u te vertellen, ik hom bjjna
een pak ransel geven had, muur door uw tuuchen-
komst werd hjj vorschoond en bovendien die jongen
zou nooit zijn woggeloopeu uit vreea voor eou pak
slaag."
„O neeti, dat zou al te dwaas zijn", stemde Pau'
woderom toe.
„Zoo'ti vroolijke, opgowokto jongon ook, zei de
directeur, gezien bij en geliefd door zijn medescho
lieren eon lieveling (niettegenstaande x\jn tokortko-
uieuingen) van zijn ondewjjzors."
„Och kom, zg Paul, is hot housch V' want hg bad
niet veel geprofiteerd van zjjn populariteit.
„Dit alles gevoegd b(j bel comfort of mag ik toggeD,
do weelde, die hij onder mijn dak genoot, maakt
het zeer vreemd on oudankbaar, dat do jongen doion
ondoordaohten slap heeft gedaan."
„Maar ziet u, dr. Griiustune en noera me niet
kwalijk, dat ik zoo ronduit spreek maar had hij
wollioht redenen om ongelukkig te zijn, waarvun u
geen idéé badt?"
„Hg zou mij alijjd gereed hobben gevonden om
klachten aan to hooren en alles in mijn vermogen
te doen om herstel van grieven te krijgen, z de
directeur, maar nu ik er aan denk, herinner ik me
wol, dat hij iets op zgn bart bad, dal hjj roo zeggen
wilde, maar zgn optreden was zöo vreemd on hij
weigerde zón hardnekkig om ter zake to komtn,
dat ik ten slotto wel genoodzaakt was om hem niet
aan te moedigen."
(Wordt vervolgd).