Dinsdag 13
Februari
1906.
No. 7158.
55e Jaargang
Feuilleton.
„MESELLE".
UITGAVE:
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 'i maanden f\.
jranco per post f 4.15, Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/1.25; elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden inrekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
'ostbus 9. Telephoon 19.
KENNISGEVING.
Paarden voor don krijgsdienst.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT
brengen ter nlgemeene bennis, (lat de ingevolge
artikel 17 van het Koninklijk besluit van 16 De
cember 1902 (Staatsblad No. 222) opgemaakte alpha-
betiscbe lget, bevatteude de namen der in deze
Gemeente metterwoon gevestigde eigenaars of be
heerders van een of meer ter vordering aan te bieden
paarden, voor ieder op de Secretarie dezer Gemeente
ter inzage is nedergelegd.
Amersfoort, 12 Februari 1906.
Burgemeester en Wethouders voornoemd.
De Burgemeester,
WUIJTIERS.
De Secretarie,
J. G. STENFERT KROESE.
Een vreemde toestand.
Door de bij het Hoog Militair Gerechtshof
te Utrecht geadmitteerde advocaten rnrs. Dop,
De Wilde, Van Zijst, Van Lier, Van Engen
en baron Van Hövell tot Westerllier, benevens
den bij dat college geadmitteerden procureur
mr. Claringbould, werd in November vin het
vorige jaar aan de Ministers van Justitie, van
Marine en van Oorlog een verzoekschrift
ingediend, waarbij zij vergoeding van Staats
wege verzochten voor hun werkzaamheden
bij het Hof.
Over deze aangelegenheid werd bij de
behandeling der Begrootiug van Justitie voor
1906 in de afdeelingen der Eerste Kamer het
volgende gezegd: »De vraag werd gedaan
of er geen termen bestonden om reeds nu
te voorzien in de betaling der praktizijos,
die pleiten voor het Hoog Militair Gerechts
hof waar vau hen een bijzondere studie
wordt geëischt, speciaal voor deze pleidooien,
verkeerden zij, naar het oordeel van enkele
leden, in anderen toestand dan de overige
advocaten, prodeo pleitende". De Minister van
Justitie, rar. Van Raalte, antwoordde hierop
»üe vraag, in hoeverre er aanleiding kar»
zijn om van Staatswege vergoeding toe te
kennen aan de praktizijos, die de justiciabelen
voor tiet Hoog Militair Gerechtshof terzijde
staan, zal kunnen worden overwogen bij de
voorgenomen herziening der militaire rechts
pleging; tot dadelijke voorziening bestaat
geen voldoende grond; wel is waar, zijn de
werkzaamheden, welke de bedoelde praktizijns
thans gratis verrichten, in de laatste jaren
toegenomen, doch de door hen te behandelen
zaken, waarvan bier de rede is, zijn voor het
meerendeel niet van zoodanig ingewikkelden
aard, dat door hen meer tijd en studie
daaraan zou moeten worden besteed dan
vereischt wordt voor de behandeling der
gewone strafzaken, welke kosteloos door de
leden van de balie moeten wjrden verricht".
Alle advocaten en de procureur bij het
Hoog Militair Gerechtshof hebben thans ont
slag genomen. Het gevolg daarvan is, dat
voortaan aan de militairen, die voor dat Hof,
hetzij in hooger beroep, hetzij in eerste in
stantie terecht staan, geen procureur en geen
advocaat door het Hof zal kunnen worden
toegevoegd.
De hoofd-redacteur van het Utreentsch
Dagblad", die èn als jurist èu als bewoner
van Utrecht wel zeer bevoegd is, in deze zijn
meening uit te sprekeu, noemt dit een »erger-
lijke toestand" en vervolgt dan ongeveer
Het aantal zaken, dat voor het Hooge Mi
litaire Gerechtshof word behandeld, is volgens
het request in den laatsten tijd geklommen
tot gemiddeld 90 per jaar. Het aantal bij het
Gerechtshof' geadmitteerde praktizijns bedroeg
zeven. Dit gaf du3 een aantal van ongeveer
13 zaken 'sjaars voor elk.
Dit aantal staat nog te worden vermeerderd,
wanneer de onlangs voorgestelde wijzigingen
in de militaire rechtspraak zullen zijn aan
gebracht.
De behandeling der zaken op zich zelve is
buitendien in den laatsten tijd óok omvang
rijker geworden, doordat thans in den regel
verhoeren van beklaagde en getuigen voor
het Hof plaats hebben, wat vroeger zelden
voorkwam.
Op zich zelf is dit natuurlijk een verbete
ring in de militaire rechtspraakmaar het
geeft den advocaten meer werk en kost bun
meer tijd.
Het overgroote deel der zaken betreft on-
vermogeuden als regel geldt, dat ieder justi
ciable beneden den rang van officier onver
mogend is. Van de praktizijns wordt dan
gratis rechtsbijstand gevraagd.
Wanneer men nu nagaat, dat de behan
deling van een strafzaak in appèl allicht een
groot deel vau den dag van een advocaat
vordert en de voorbereiding allicht drie tot
veertien dagen, dan ziet men, dat met dezen
eisch van gratis bijstand, van den advocaat
een niet onbelangrijk offer van tijd en stu
die wordt gevraagd, die hij aan andere be
zigheden moet onttrekken, terwijl hij er geen
vergoeding voor ontvangt.
In het algemeen trouwens doet zich by
het beroep van advocaat een eigenaardigheid
voor, die, voorzoover wij weten, in geen
ander beroep voorkomt.
Elk doctor in de rechtswetenschap is vrij
om het beroep van advocaat te kiezen, maar
heeft hij het eenmaal gekozen, dan legt de
Staat beslag op hem voor kosteloozen rechts-
18).
„Evelyn," vroeg Parry smeekend, Je geeft mij de
eerste wals niet waar'/"
Maar opgewonden als Evelyn was, had zg er plezier
in, hem te plagen.
„Wees niet zoo vervelend, Parry. Ik wil vauavond
ook wel eens ieuiaDd anders zien. Waarom walsje
niet liever mot oen meisje dat je niet iederen dag
ziet."
Middorwgl keek zg vragend in hel rond en ont
moette den blik van een paar mooie en bewonde
rende oogen. Zij behoorden aan mevrouw Fox's
neef, kapitein Leslie, die zoo even in het vervolg
van den heer Fox was binuengekotuende heer
Fox, het wachten op zgn vrouw, moede was met z(ju
gasten vooruitgegaan, den graaf uitgezouderd, die
met mevrouw zou volgeu. Op ditoogenblik hoorde
men gefluister van de galerij. De kiiuloreiig wier
aandeel aan het feest daarin bestond, dat z\] hun
Zondagsobe kleeron mochten aanhebben en van
boven kgken naar het dansen, zochten den week-
harligen Parry te bewegen, hun een portie ijs te
brengen. Tewgl hij zich liet vermurwen, verwijderde
hij zich even en vond bij zijn terugkomst Evelyu
dansende met den eigeuaar vau de bewonderende
oogen. Parry danste op verzoek van de gastvrouw
met een der juffrouwen Harolds, die hem later be-
aohreef als een jonkman, die met de jaren steeds
bijstand, zoowel aan onvermogende beklaag
den en appellanten in strafzaken, als aan
onvermogenden die een burgerlijk geding
wenschen te voeren.
Dat nu de Staat zorgt, dat aan onver-
mogenden en wie daarvoor worden ge
houden of daarmee gelijkgesteld rechts
bijstand niet ontbreekt, is een eisch van
billijkheid.
Maar de Staat maakt zich daarvan wel
gemakkelijk af, door hem, die dezen bijstand
verleent, daarvoor niets te vergoeden en
bewijst daarmee feitelijk liefdadigheid uit
andermans zak.
Zelfs de verschotten, zooals briefport of
'eis- en verblijfkosten van voorloopig door
hem gehoorde getuigen, schrijfloonen, enz.
moet de advocaat uit eigen beurs betalen.
Wij hebben wel de bewering hooren op
stellen, dat, volgens het wettelijke tarief be
rekend, de kostelooze rechtsbijstand te Utrecht
▼oor een advocaat gemiddeld op een gelds
waarde van f1500 'sjaars is te schatten.
Nu staat deze verplichting, voorzooveel
burgerlyke zaken en strafzaken van niet-
militairen betreft, in ds wet. Iemand, die
het beroep van advocaat kiest, weet dus,
dat die last op hem zal worden gelegd en
kan het met zichzelven uitmaken of deze
opweegt tegen de voordeelen, welke hij zich
van zijn beroep voorstelt.
Maar bij het Hoog Militair Gerechtshof
staat de zaak anders. Daar is van een ver
plichting om kosteloozen rechtsbijstand te
verleenen geen sprake; doch die bijstand
werd tot nu toe geheel vrijwillig verleend.
Het is dus zeer begrijpelijk, dat nu de
omvang dezer onbetaalde werkzaamheden
belangryk toenam, de bij het Hof ingeschre
ven praktizijns de overweging van een regeling
te hunnen behoeve, gelijk deze o. a. in
Duitschland en Noorwegen bestaat, van den
Minister van Justitie verzochten.
Het openbaar gezag toch pleegt bijv. aan
geneesheeren, vroedvrouwen en apothekers,
aangewezen om huu hulp aan ouvermogen-
deo te verleenen, die hulp te vergoeden
waarom dan de verleende rechtshulp niet
eenigermate te vergoeden aan advocaten
Er was dus uit een oogpunt van billijk
heid alles voor het adres der Utrecbtscbe
advocaten aan den Minister van Justitie te
zeggen.
Niettemin beeft Z. Exc. het niet noodig
geoordeeld, dit adres ook maar te beant
woorden.
Wel heeft Z. Exc. iu zijn Antwoord op
het Voorloopig verslag der Eerste Kamer
gezegd, dat hem een dadelijke voorziening
in deze niet noodig voorkomt en dat de taak
saaier actieen te worden. Daarna zag hij zich ver
plicht, een deftige dame in een quadrille tot cavalier
te dienen en was toen eindelijk vrij, Evelyn op te
zoeken, maar Evelyn was ongenaakbaarder dan ooit.
Kapitein Leslie was de aangenaamste man, dieu deze
nog ouervaren jonge dame ooit had ontmoet. Hg
vertelde terwijl hij dausie aardige anecdoten en ver
halen, haudig afgewissold door gezegden, die zouder
directe complimenten te zijn, zgu bewondering
duidelijk te kennen gaven. Evelyn had niet de
minste lust hem te verwisselen met Parry, zoodat
die arme jongen werd afgescheept met een vei
schuldiging, die er geeu was.
Mevrouw Cosmo Fox was de laatste der gasten,
vergezeld door den graaf, die, naast haar. deed deuken
aan een Sater, welke een godin begeleidt.
„Laat Ik was in 't minst niet laai, maar Cosmo
had weer ziju gewone haast om weg te komen. Te
Londen, verzeker ik u, mevrouw Merrington, zouden
wij, als ik het niet had tegengehouden, overal ge
komen z\jn eer de kaarsen waren aangestoken. Maar
wat is uw ball lief genrrangoerd 1 Je hebt er eer van,
Evelyn I Lieve mevrouw, wat heeft mevrouw Harold
op haai hoofd? Ik zag nog nooit zöo iets zonder
lings. Eu waarom is miss Dunoombe mot haar teint
en op hnar leeftijd in hot wit? Wie is die man iu
den hoek daar, die zoo douket kijkt? Do nieuwe
predikant te Barton? Ik ben blij, dat Barton niet
onze gemeente is. Maar wij verzuimen eeu godde
lijke wals, graaf', en lady Duueombe's blikoutmoe-
tend, liet zg er snel op 'volgen: „De graaf heeftmjj
geëngageerd voor al de rondedansen."
Waarop, zooal» mevrouw Duucombe later ver
telde, zg deu ongelukkige bg den arm pakte en
zonder blikken of blozen meetroonde.
Lady Duucombe had eenigen grond voor haar af
keuring, want dit was al do derde dans die haar
der advocaten bij het Hoog Militair Gerechts
hof niet meer tijd en studie vereischt, dan
besteed moet worden aan de behandeling
der gewone stralzaken, waartoe de leden der
balie verplicht zijn.
Dit gaat echter niet op, want de proce
dure bij het Houg Militair Gerechtshof is
een gansch andere dan de gewone, gelijk
ook het raaterieele recht een andere is dan
het gewone strafrecht. De taak bij liet
Hoog Militair Gerechtshof eischt dus extra
arbeid.
Het is begrijpelijk, dat de Utreehtsche
advocaten zich door deze houding van den
Minister zeer weinig bevredigd gevoelden.
Zij hebben nu, de een voor, de ander na,
zich laten afvoeren van de lijst der bij het
Hof ingeschreven praktizijns, zoodat er thans
geen enkele advocaat meer bij dat Gerechts
hof is ingeschreven.
Ei' is gesproken vao «werkstaking". Deze
qualificatie is hier iü het geheel niet toe
passelijk, daar er hier geen dienstbetrekking
bestaat en er geen nederlegging is van werk
met het doel het later te hervatten. De
betrokkenen hebben eenvoudig voor bun
functie bedankt.
De onvermogende beklaagden kunnen dus
geen verdediger meer bekomen, hun kan
geen verdediger meer worden toegevoegd;
want die zijn er niet meer!
Het zal ons belang inboezemen of deze
vrijzinnig-democratische Minister dezen meer
dan ergerlijken toestand, waarvan onvermo
gende beklaagden het slachtoffer zijn, wenscht
te bestendigen.
Volhardt Z. Exc. bij de meening, dat de
advocaten, in tegenstelling met geneesheeren,
predikanten, apothekers, notarissen en zoovele
anderen, er zijn orn gratis hulp te verleenen,
dan zal hij toch voor het dilemma komen,
dat öf alleen gefortuneerde personen voortaan
het beroep van advocaat kunnen uitoefenen,
bf dat voortaan een advocaat van Staatswege
bezoldigd wordt.
Wenscht de Minister echter het standpunt
der geldende wet nief uit te breiden, dan
zal hem niets anders overblijven dan aan
billijke verlangens te gemoet te komen.
Tenzij deze Regeering, niettegenstaande
velerlei verzekering van volkslievendheid in
woorden, de onvermogende justiciabelen
metterdaad het slachtoffer wil doen zijn van
het ontbreken eener billijke regeling.
Brusselsche loten.
Brusselsche loten zijn in ons land in ont
zaglijk groot aantal verspreid. Gelijk men weet,
zijn 't kleine stukjes, onder het bereik vau
dochter kon aanzien, eu daar stond die iieve mr.
Lethbridge bg den deurpost te kijken.
Mevrouw Merrington had de zelfde gedachte
„Parry> mijn vriend", zeide zg, zonder hem juist
heel ouderzoekend aan te zien, „heb je er op tegen,
dezen wals te doen met miss Duucombe?"
Voor Parry, lgdende onder een smadelijke bejege
ning, was deze onschuldige vraag de ergste beleedi-
ging van den geheeleu avond.
„Neen, mevrouw Merrington", antwoordde hij
woedend. „Ik denk er niet aan. Excuseer mg,„
Hij draaide zich om eu ging heen, mevrouw Mer
rington in éen en al verbazing achterlatende. De
oplossing van het raadsel werd haar bijna oogenblik-
kelijk versobait door lady Duucombe.
„Waarlijk, lieve mevrouw Merrington, Evelyn heeft
een ware verovering gemaakt. Dit is de zesde maal,
als ik het wel heb, dat zjj met dien langeu officier
beeft gedanst, den vrieud van mr. Fox."
Mevrouw Merrington, die het te druk had gehad
met andermsus dochters om veel op haar eigene to
letten, hoorde deze woorden met groot misnoegen.
De richtiug vau Lady Dunoombe's niet zeer wolwil-
lenden blik volgend, zag z\j Evelyu, in eeu bevallige,
koket-or verschillige houding, leuiieu tegen den muur
terwijl kapiteiu Leslie haar ijverig met haar wnuier
afkoelde. Om hieraan een eind te maken, bedacht
zg, met een haar oogewoue haudigheid, een voor
wendsel. Zij stovende recht op hen af en haar ver
ontschuldiging aan kaptein Leslie makende over het
afbreken vau de wals, stuurde zij Evelyu naar boven
om mademoiselle te halen.
„Zg beloofde vóór het souper te komen en het is
haast lijd om te gaan soupeeren. Zie haar mee te
brengen, lieve; Winifred slaapt, dat weet ik en Susan
ia in de kamer naast haar."
„Mag ik met u soupeeren fluisterde kapiteiu
Leslie, toen Evelyn zich verwijderde, maar Evelyu,
nu éen en al koketterie, antwoordde met een schaLk-
schen blik, die even goed ja als neen kou beteekenen,
maar dien hij natuurlijk als een toestemmend ant
woord opnam.
Aao den voet van de trap stuitte zij op een bewon
deraar, die iu een heel andere stemming was.
„Denk je met mij te soupeeren?" vroeg Parry
heftig.
„Niet, als je zoo kwaad kgkt", zei Evelyn, losweg
en vloog de trap op, hem dus ook in deu waan latend,
dat hg aangenomen was.
Toeu de deur achter haar dicht viel, had Evelyn
de gewaarwording, in eeu andere sfeer te zijd over
gegaan, zoo stil en douker was de overloop, waarop
de kamers der kinderen uit kwamen, na het licht
en de muziek en het vroolijk gegons van stemmen
in de hall.
„Mademoiselle" riep zij aan haar deur kloppend,
„mama stuurt rag om u ie halen. Komt u gauw?"
„Stilwaarschuwde mademoiselle, haar deur
openend. „Je zult Winifred wakker maken. Ik kom
dadelijk,"
Zij ging terug naar haar toilettafel om nog een
kleinigheid aan baar japon te verschikken en ieta
in de zooala gewoonlijk plomp-gemaakte blouse van
haar zwart avondtoilet vast te huohton. Zg wierp eeu
vluchiigen blik iu bet rond, als om ziob te overtuigen,
dat zij uiete had vergeten, deed het licht uil en
volgde Evelyn op den overloop.
„Ik wil nóg even naar Winifred zien", zeide zjj, de
deur der kinderkamer, die aanstond, voorbijgaande
en beiden giDgen binuen
(Wordt vervolgd.)