Dinsdag 1
Mei 1906.
verhuizing*
No. 7191.
55e Jaargang
Feuilleton.
Leemen voeten
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden/"l.
iranco per post 1.15. Advertentiën 16 regels (it) centelke regel meer 10 cent. Legale-
oflicieële- en onteigeningsudvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels/" 1.25; elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 0. Telephoon 19.
BELEEFD VERZOEK
ons kennis te willen geven van
opdat de courant z >nder stoornis kunne wor
den bezorgd en niet in hel oude huis in de
bus blyve liggen.
De uitgevers.
LaDdbouwtentoonstelling tc Amersfoort.
6, 7 en 8 Juni 1000.
Wat zijn er veel menschen verbaasd ge
weest toen ze hoorden, dat midden Juni een
Landbouwtentoonstelling zou worden gehou
den wat zijn er veel geweest die daar gaar
ne een anderen tjjd voor gekozen gezien
hadden, hetzij vroeger of veel laterwat
zijn er ook betrekkelijk vele geweest, en juist
onder den landbouwenden stand, die het ge
heels zaakje onverschillig liet omdat naar
hun zeggen „ze niets met tentoonstellingen
ophebben".
Het moge op het eerste gezicht vreemd
lijken, dat een Landbouwtentoonstelling werd
aangekondigd tegen midden Junivelen echter
zullen geweten hebben, dat zulks een gevolg
was van het feit, dat in dit jaar hot Land-
huishoudkundig congres te Amersfoort ge
houden wordt. De plaatselijke afdeeling van
het Utrechtsch Genootschap voor Landbouw
en Kruidkunde besloot ter gelegenheid van
dat congres en van het vijftigjarig bestaan
der afdeeling een tentoonstelling te houden.
Een volledige Landbouwtentoonstelling was
in verban 1 met den tijd niet mogelijk omdat
een gansche rubriek (die der producten, lruit,
voortbrengselen) moest achterwege blijven.
Wie voorts weet, dat het langzamerhand ge
bruik is geworden, dat een landbouw vereeni-
ging in een stad waar het Landhuishoud-
kundig congres wordt gehouden, ter gelegen
heid daarvan een tentoonstelling houdt, die
zal 't zeer natuurlijk achten, dat zulks ook hier
geschiedt; ja, wellicht waardeereu in de ge
legenheid gesteld te zijn, door inzending van
een of meer stuks veo of in hot algemeen
voortbrengselen van zijn boerderij mee te
kunnen werken tot het doen slagen vanhet
congres. Zou het niet dwaas zijn geweest
indien te Amersfoort geen tentoonstelling
werd gehouden; zou dat, zoozeer in afwy king
met hetgeen steeds elders gebeurt, niet een
aangewezen middel zijn geweest om de con-
Nu stond Ester op het toppunt vau haar geluk.
Geen onrust meer: geeu zorg. Op den groud, waaraan
ze van haar kindsheid gewend was, want. Ester
was niet zoo bekrompen om zioli slechts aangetrokken
te voelen door de provincie waarin zo geboren was,
ontwikkelde ziob haar liefde tot do stralende zeker
heid vau het bezit. Het was, of er eeu licht in haar
brandde eu het schijnsel hiervan evenals een zon
op haar omgeviug viel. In 't begin had ze Broden
ten minste éen avond in do wouk 't stadje willen
sturen. Er moest daar toch wel iois als een heeren-
societiet zijn in „De vergulde druif". Daar kwamen
de rector, de dokter, do apotheker. Door dit uilhoekje
stroomde immers uog een zijstrooiupjo der geleerd
heid. Hjj was gegaan: maar de boriohton, die by
thuis bracht, waren weiuig bemoedigend. Natuurlijk
hadden die kleine notabelen het hun zeer kwalijk
genomen, dat zy geen bezoeken waren komen af
leggen. Nu bad Broden dit vermooudo gebrek aan
tact moeten ontgelden. Men was zeer gesloten ge-
weesten had hem zelfs „moueor de referendaris" ge
noemd.
„Hoe vindt je dat, Ester? Als menschon wisten
ze klaarblijkelijk niet, wat ze van me denkon moesten
wat de dr. jur. hier iu dezen uithoek kwam doen,
was huu niet duidelijk en zoo proboereu zij hot met
den jurist, die zyu tweede examen niet geduaa heeft,
want zij kunnou zich niets voorstellen dan de ruif,
waaraan men zich laat vastbinden."
Zij begreep niet, dathy een beetje gekrenkt sobesn.
Alsof de beoordeeling van anderen iets te maken
heeft met de achting voor ouszelven.
gresbezoekers, bekende en verdienstelijke
mannen op het gebied van den landbouw,
te doen zeggen of in elk geval te doen deuken
dat de landbouw en veeteelt om Amersfoort
niet zoo heel veel bijzonders zijn, zóo weinig
misschien, dat juist daarom men geen ten
toonstelling kon of durfde houden 'l Zou
daarmede ook niet juist een geheel verkeerde
indruk zijn gevestigd en «ou de schuld
daaraan niet hebben gelegen bij allen, die
't niet noodig vonden, een tentoonstelling
mogelijk te maken
Laat nu dus een ieder die daartoe in de
termen valt, medewerken tot het doen slagen
der tentoonstelling; laat, na afloop der ten
toonstelling gezegd kunnen worden, dat,
hoewel volgens het programma niet veel
kon worden gevraagd, eeu llinke collectie
paarden, vee, zuivel, enz. hijeen was, welk
geheel een gunstigen indruk vestigde.
Eu dut is te bereikenmaar niet dun door
ernstig streven naar een dergelijk resultaat.
Maar daartoe dient eerst de onverschillig
heid ten opzichte van tentoonstellingen, die
juist onder de landbouwers zoo sterk waar
genomen kan worden, hoewel er ook zeer te
waardeeren uitzonderingen bestaan, pluals te
maken voor de gedachte door samen werking
iets goeds tot stand te brengen. Velen hul
digen belaas nog het beginsel, dal een ten
toonstelling eigenlijk een gelegenheid lot het
maken van een llinke verdienste moest zijn.
Wie uit winstbejag wil inzenden, op welke
tentoonstelling ook, lal altijd bedrogen uit
komen niet ieder kan een prijs bekomen,
maar de voordeden die men soms door
inzending op een tentoonstelling kan ver
werven, zijn dikwerf zeer beduidend al is
het niet altyd mogelijk ze op het oogenblik
zelf in klinkende munt voor te tellen. Daaren
boven staat men hier voor een bijzonder
feil daar, zooals reeds gezegd is, als gevolg
vau het congres vele bezoekers uit het gebeele
land zullen komen. Welken indruk zal men
krijgen indien de inzeudingen zeer weinige
zijn? Zeker geen veel gunstiger dan wanneer
in het geheel geen tentoonstelling werd ge
houden.
Een andere vraag is «rust eigenlijk niet
in zekere mate de verplichting op ons om
te lorgon, dat onze landbouw goed voor den
dag komt" Zeer zeker is dat zoo, aange
zien van oflicieele zijde is gezegd, dat een
congres zonder tentoonstelling eigenlijk maar
een half iets is.
Het mag voldoende bekend geacht worden,
dat als dagen waarop het congres zou ge-
„Waar spraken ze dan ovorV
„Ze waren aan 't tiuuegieten over Staatkunde.
Voor mijn pleizicr werden ook nog wat stoken op
Noord-Duit8cbland afgegeven, ofeuboon ze met mijn
naam niet goed weg wisten. En dan schijui er iu
dit nest eeu onuitputtelijk ouderwerp te zijn Hunne
Hoogheden."
Breden sprak den titel met zóóveel eerbied uit,
dat Ester in eeu lag schoot.
Zij bad op de veranda gewacht tot hy den trap
□aar ban buisje opkwam. Nu zaten zy daar en keken
in den warmen Juninaciit. Du buizon van bel plaatsje
teekenden zich slechts onduidelijk togen de buniuen
af, wanneer zij tenminste niet bier eu daar van bitinon
verlicht waren; maar do kerk en bel slot stuken
scherp tegen den horizon af. Eeu geur als van
bloeiend koren werd op den nachtwind meegedragen
eu gloeiwormpjes hingen in de klimrozen, dioiude
plaats van de glyoinia gekomen waren.
Het wa» eigenlijk te mooi om van bedompte ge
lag kniuera en de meeningen van bokroinpou burger
lui tc praten. Maar EBter wist, dat al die dingen
tot bet leven bebooren, dat mou niet steeds moet
droomen, maar ook acht op hen moot. slaan.
„Hunne Hoogheden zyu er niet. In bet slot huizen
de oude rentmoestor ou de uitgediende kamenier van
do gravin. Ik heb jc al dikwijls willen zeggen, dat
we bet eons moesten gaan bezien.
„Na de gesprekken die ik vandaag bel) moeten
aanbooren, bob ik daar niet heel veel lustin. 'sZo
mers komen de eigenaars n.l. altyd godurcude oen
paar maanden hier, en dan worden de leeraren
„verzocht". Je hadt maar oons moete booren hoe
ze bot daarover hadden. Ik vroeg hen of ze iu gala
verschenen eu ze namen mjjn vraag voor ernst op
en zeidon, dat de rok en de evontueele ridderorden
voldoende waren". Hy spotte daarna uog ooa beetje
over de onderlinge twist en tweedracht ou zooals al
tyd wierp zij er weer eon goed woord voor de aan
gevallenen tUBsehcn.
„Je moet bedenken, dat het een privaat inrichting
en hun verhouding tot hot hoofd er vuu oeu por-
bouden worden waren aangewoon 13, 14
en 15 Juni. Korten tjjd geleden echter
moest een besluit genomen worden door het
congresbestuur om het congres op andere
dagen t« doen plaats bobben en wel wegens
zeer overwegende redenen. Wat is eenvou
diger zal men misschien «eggen.
Toch was dat niet zoo eenvoudig, aange
zien hot congres-bestuur bij de wijziging
volkomen heeft rekening gehouden raat de
tentoonstelling. Juist dit is reden dut men
niet heeft besloten het congres bijv. oen weck
l iter to doen plaats hebban dan oorspron
kelijk was bepaald. Voor liet congres zelf
zou een dergelijke wijziging geen bezwaar
hebben, doch bet bestuur weet. dat einde
Juni onder normale omstundigheden de hooi
bouw in vollen gang is, wegens de drukke
werkzaamheden op de boerdery geen krachten
zoo van buer als van knecht kunnen worden
gemist, en dus een tentoonstelling, iu dien
tijd gehoudoo, weinig kans vau slagen xou
hebben. Daarom is besloten, het congres
een week vroeger te houden, niet in de
week van '2 tot 17 Juni, maar in die van
5 tot 10 Juni.
De tentooustelling, die door do afdeeling
Amersfoort wordt gehouden en steeds is
bescb juwd als een der dingen, die het congres
zullen opluisteren, is dus ook vervroegd,
zoodat volgons iiet bekende programma op
9 Juni de opening zal plaats nebben on
's middags een ringrjjderQ wordt gehouden
voor paren waarvan minstens êon der deel
nemers lid der afdeeling is. Een mooie be
paling, die de mededinging niet zoo zwaar
zal doen zijn als wanneer ieder zich tot
deelname kon aanmelden. Den volgenden
dag duurt de tentoonstelling voort en heelt
op liet terrein een concours hippique plaats,
dat geregeld is door een daartoe door het
congresbestuur ultgenoodigde commissie.
Op het programma komen ook twee num
mers voor, speciaal voor landbouwers, n.l.
een- en tweespannen voorden dissel gereden.
De 8ste Juni, een Vrijdag, is besterad voor
de vee- en paardentenloonstelling en met
voordacht daartoe gekozen omdat op deu
marktdag velen toch de stad bezoeken en
dus beter in de gelegenheid zijn een uitstapje
naar de tentoonstelling te maken dan op een
anderen dag.
Door deze vervroeging is een bezwaar, dat
veJon ineenden te hebben togen de tentoon
stelling, opgehevenhet werd immers dik
wijls gezegd door zoovelen#ik kan niets
inzenden op de tentoonstelling want dan be
gint juist de hooibouw en dan kan ik geen
volk missen. Als liet wat vroeger was, zou
het voel beter gaan". Het zal vroeger zün;
bet congresbostuur Leeft met zyn besluit
bewezen prijs te stollen op oen tentoonstel
ling. Rust nu niet op de landbouwers de
taak, te zorgen, dat ook hunnerzijds wordt
meegewerkt tot het tot stand brengen van
een tiink geheel?
Is het niet mogelijk voor hot grootste deel
der boeren, er éen dag gedeeltelijk aan op
te offeren om te maken dat do landbouw om
Amersfoort een goeden klank krijgt in ons
gohcelo land Wat daarvan Mm wordt,
is lang niet altijd gunstig en dat komt veel
omdat men van de landbouwers uit onze
streek zoo heel weinig gewaarwordt. Dezen
niet geheel juisten indruk te doen vervangen
door een gunstiger oordeel hebben de eige
naren van paurden, vee, enz., bereiders van
boter en kaas geheel in hun hand. Hot ware
daarom zoo te weoschen, dat men eens niet
voorop stelt con geldeljjken voordeelig dag
te maken, wont slechts ae zeer goede inzen
dingen kunnen bekroond worden. Doch wat
zou een tentoonstelling zijn met niet meer
inzendingen in elke klasse dan het aantal
prijzen dat erin is uitgeloofd
Werkelijk, de geduchte die men zoo vaak
hoort uiten«als ik geen prijs krijg, wordt
ik uitgelachen" is 200 verkeerd. Evenmin
is het juist, op eigen oordooi af te gaan en
te zeggen: «als A. on B. inzenden een stier
bijv. dan doe ik het niet, want do hunne
zijn veel beter dan de mijne en ik kryg toch
geen prijs".
In 't bijzonder op deze tentoonstelling
moet men rekening houden, dat de Com
missie zeer waardeeren zal een uitgebieide
collectie van het in het programma gevraagde
en daarenboven hoe dikwijls kwam het al
niet voor, dat landbouwers, die gcaarzold
hadden in te zonden op eone 01 andere
tentoonstelling bij het bezoeken daarvan
dadelijk spijt hadden terug gebleven te zijn
omdat ze sagen dat het gehalte van het
ingezondene niet zoo ver of misschien heele-
maal niet boven hetgeen was, dat ze in eigen
stal hadden staan.
Het i3 nu reeds April geweest; don löden
Mei sluit de gelegenheid tot hot doen van
inschrijvingenover twee maanden behoort
alles alweer tot het verleden, maar moge
dan do Commissi kunnen terugzien op een
tentoonstelling die in alle opzichten goed ge
slaagd mag heotcn en daardoor het gevoel
hebben, dat haar arbeid niet vergeeiach is
sooDlyke is. Zy ïuogen bom werkelijk ook wol dauk-
baar zyu. De oude graaf moot eeu goed monscb zyn."
„Ja, dat kennon wc. Mot eeu glimlachje verrichten
zulke menschen wouderoo."
Zy streek haar zachte hand over zyn voorhoofd.
„Toe, verslind nu nog niet zoo'n paar potentaten
vóór jo gaat slapen. Ze zoudon je nachtmerrie
veroorzaken."
„Kind,ie praat naar dutje veratand hebt. Laatst
ben ik by den onderwijzer van do Gemeenteschool
ingoloopon, by diou nfgoduukton. Hy woout in 't
laatste huis ou zit zich steeds in 't zonnetje op oen
bank te koesteren. Wy spraken zoo over '1 een ou
ander, óok over vroegore tijden; van die, welke voor
het volk al bHna sage zyn geworden, toen men don
slrooper, dio Ook govool had, op eon hort vastbond
on dat bet woud injoog, maar ook ovor lijden, dio
de oude man «lol» nog beol goed herinnerde, van
tienden en beerondiousten, toon men do zicht in het
gras moest laten liggen, on naar het slot moest gaan,
on als men torug kwam, was or oen onweer los
gebroken eu de oogst, die bum toch al maar gedeel
telijk toebehoorde, was vernietigd."
„Dorpssohooloiidorwijzors zyu altijd ontevreden,
Harry; dut weet ik uit Pcdorswalde.
„Ja, ik bon baug, dat jo oigoulijk net zoo'n land-
edelvrouw bent als jo grootmoeder."
Zy leunde achterover in haar stool en lachte,
nik? Dat is oigonlyk oou boleodlging. Maar tegen
woordig zijn de monsehou hier iu hun uithoek zeer
levredou. Ik sla zo zou dikwijls gado op mijn wan
delingen en kom bjj mijn kleine inkoopen ook in
hun buizen. Hol tegenwoordige is toch boo.'dzoak,
niet waar?"
Hij was vorstrooid gowordon, torwijl zij «prak. Haar
opmerkingen beschouwde hy nooit als ernstig. Toen
zy hem eobter vroeg of zo in huis wilden gaan,
schudde hy 't hoofd. Het was zoo'n wonderbaar
huldero nacht., als oen Sint Jansnacbt,ofschoon men
pas voor in Juni wan.
Uit hot loof de veranda verzumolde hy oen paar
glimworpjes en zotte die in hour haar. Nu kwamen
de gevlougelde mannetjes naar binnen en vlogen sla
vonken om de ongevleugelde wijfjes, Het baar van
Ester schoen groote, schuierende edelgesteenten te
dragon on op baar gelaat, dat hier moer kleur had
gekregen eu voller wat gowordon, viel een helder
schijnsel.
„Mijn Psyche", duisterde hy toedor. „Wat zouden
die pummels daar beneden, wel vaifzoo'u sprookjes-
aebtig geluk afweten? Eu waarom zouden we ovor
sociale toestanden «prekon als we bjj elkander zyn?"
Zoo eindigdo do mislukto poging om eenigen
gezelligou omgang in den uithoek te krijgen. Hij
knielde naast haar ucor en kook in haar oogen.die
door bot blauwaohtigo phospboressoeeron van de
glimworpjes oen zaobt licht uitstraalden, zooals do
groote sterren, dio met bloekon glans uan don hemol
voortgingen.
Ja, dut was dat opgaan in hot geluk, dat verlies
van alle bewustzijn, waarvan Ester door de brieven
van haar ouders gedroomd had, lang voor zo Breden
had loeren keunon, Toeu bad zij zich voorgonoman,
dat belllge vuur te voeden. Maar hoe meer ze tot
kalmte kwam in haar liefdesgeluk, des te sterker
werd ook weer het gevoel van baar plicht. Zü tolde
tot zich zelf, dar, wat voor haar voldoende zou ge
weest zyn tot baar dood, het onges'oord samoniyn
mot hem, Breden niet koD voldoen en met de han
digheid, die do liefde zelfs in de eenvoudigste
vrouw ontwikkelt, kreeg 10 hem zoover, dat hy don
volgenden dag naar do univorsitoit roed om vooling
te krygen mot conige professoren.
„Je moet aansporing by jo werk hebben en mis
schien heb je ook do bibliotbeok noodig. Ik kon
't best een vlag of drie alleen stellen.
Hy plangdo haar er mee, dat ze oehter zyn rug
waarschijnlijk zou gaan llirtcn: maar men zy het
bom dringend verzocht, gaf by too om haar oen ge
noegen to doen.
(Wordt vervolgd).