No. 7197. 55e Jaargang Feuilleton. Leemen voeten. FIRMA A. B. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. iranco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels GOcent; elke regel meer 10 cent. Legale- •tflicieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25;elko regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRAGHT9 Postbus 9. Telepboon 19. K E N N I 8 O K V I N G E N. Oproeping. Do BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt ter kennis van Jacobus Jagtenberit: milicien-verlofganger der lichting van 1899, behoo- rende tot bet le Regiment Veld-Artiilerio, dat bet hem verleend verlof wordt ingetrokken, mot last om, voorzien van zijnen verlofpas en al de voorworpen van kleeding en uitrusting, door hem by zijn vortrek met groot-verlof medegenomen, rechtstreeks naar zijn korps, in garnizoen te Utrecht, zich lebegeven, en aldaar op Maandag den 11 Juni aaustaanden, vóór 4 uur des namiddags aan te komen. Amersfoort, 14 Mei 1906. Do Burgemeester voornoemd, WUJTIERS. Van kracht geworden Kiezerslijst. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT, Brengt ter openbare kennis, dat de op den 22 Maart j.l. door het Gemeentebestuur vastgstelde Kiezerslijst, zooals die door zijne beslissingen van den 10 Mei j.l. gewijzigd is, van 15 Mei van dit jaar tot 16 Mei van het volgende jaar van kracht blyft, be houdens de wijzigingen' daarin tengevolge van rech terlijke uitspraken te brengen en de aanteekonin- gen omtrent schorsing daarin te maken overeenkom stig de bepalingen der wet. De Kiezerslijst blijft voor een ieder op de Secretarie der Gemeente ter inzage nedergelegd en in afdruk tegen betaling der kosten verkrijgbaar. Amerstoort, 15 Mei 1906. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIER8. Van menschen, die gezeten hebben. Wanneer men met een vriend over straat loopt en iemand passeert ons en onze vriend zegt«die heeft gezeten" of wel«die is gisteren uit de gevangenis ontslagen" dan is aat voor velen onzer voldoende om dion man of die vrouw nooit in onze nabijheid toe te laten. We zullen ons wel wachten, ons op eenigerlei manier met hem of haar in te laten. Nu is er wel een vereeniging, die zich ten taak stelt om ontslagen gevangenen plaatsing te bezorgen, maar de publieke mcening is anders dan die van 't Bestuur dier vereeni- ging en Daar waarheid is de toestand getee- kend in »Stein unter Stenen", waarin de kameraden van den onslagene eischen, dat hij verwijderd wordeze willen niet werken met iemand die «gezeten" heeft. Als de rechter noodzakelijk oordeelt, ds^ 80.) „En wy, mijn vrouw sd ik" vroeg Breden lachend, „wij ontsuappen toch niet aau uw geestige teeken- „Waarom zegt u: myo vrouw eD ik? Vormt het huwelijk dan zóo'n onafscheidelijk geboel?" Zy sloeg baar bijziende oogon tot hom op, met die eigenaardigheid, die in dit gebrek haar oorzaak vindt. Daarna kneep zy ze weer half dicht, greep het langeteelige lorgnet en keek naar Ester, die met de oude gravin naar de kinderen was gegaan. Het gritB om de kanonnen was opnieuw gemaaid. Er stond een hoop nagras eu de kinderen kondon er niet genoeg van krijgen, zioh onder het geurige hooi te begraven. „U beiden op éon teekening? Dat zou werkolyk moeilijk zyn. Gretchen aau het spinuewiol, of als pelikaan in het nest, als u eenmaal kinderon zult nebben." „Nu miskent u Ester, prinses", viel hij haar in de rede. „Nog zóo verliefd Zy sloot de oogen even om ze daarna vast en lang op hem te richten. „Benijdenswaardig I" Hy schaamde zich plotseling, dat hy zóo warm voor haar was opgekomen. Een stilte ontstondtoen greep zij haastig naar een lange, smalle strook papier. „Het nieuwste bruidspaar 1 Philemon on Baucis." Sohulze en juffrouw Amanda hadden verleden week bruiloft gevierd. Dit was de grooto gobeurtenis geweest vau betbuitenverb'yf van dit jaar. De jalousie op Erneste eu Louison, (Ie tegonwoordigo Irapslerren, had den doorslag gegeven. Amanda bad deftig, in kapothoed en handschoenen, om een audiëntie ver zocht, alhoewel ze anders heel gewoon bij de oude iemand tydelyk uit de maatschappy gebannen wordt, dan moet die iemand stellig een ge vaarlijk individu zyn, met wien het beden kelijk is, in aanraking te komen, die schadelijk of gevaarlyk is voor de samenleving. Daatom is het belacblyk, dal iemand tot drie dagen, soms tot éen dng gevangenisstraf veroordeeld wordtdenkelyk is hy dus 304 dagen niet-gevaarlyk voor de maatschappy, maar dien éenen dag wel. Het is geeu verdedig bare theorie te zeggen «Je hebt kwaad ge daan we willen je daarvoor plagenwe doen je éen dag in de doos I" En toch, die onverdedigbare theorie wordt bij de latere wetten steeds meer toegepast en dat wel ook op personen die geen kwaad hebben gedaan, maar alleen tamelijk onver dedigbare bepalingen hebben overtreden. Daar was kort geleden een moeder, die haar zoontje niet naar school kon krijgen; hij liep weg of hij zei naar school te gaan en ging nietovertreding van artikel zooveel van do Leerplichtwet. De moeder wordt tot misdadigster gepromoveerd en de rechter eischt 12 dagen gevangenisstraf. Zy heeft dan «gezeten" en brave menschen zet men niet in de gevangenis, dus Daar is een vader wiens kind den 15n geboren is; hy had zoo graag, dat helgelyk met grootva Ier jarig was eu zegt by de aan gifte, dat, het kind den 16n geboren is heel verklaarbaar, maar do rechter eischt 5 dagen gevangenisstraf! Men begrype wèl,datbier niet wordt beweerd, dat dergelijke feiten, als ze eenmaal by de wet strafbaar gesteld zyn, ongestraft moeten blijvenmaar er behoorde voor gezorgd te worden, dat er geen wetten werden ingevoerd die zulke dwaze gevolgen hebben. En boven dien, waarom moéten de belastingschuldigen gestraft of geplaagd worden met steeds hoogere belastingen te betalen voor het onderhoud van menschen, die voor dergelijke zeker „hoogst misdadige" feiten,tot gevangenis straf veroordeeld worden, dat wil zeggen voor rekening der contribuabelen worden gekleed, gevoed en bewaakt. De Leerplichtwet vooral is in dezen vorm een hoogst scbadolyke wet. Slel u een braaf ambachtsman of werkman voor, wiens zoontje de school ontloopt! De man wordt veroordeeld; voor vrouw en kin deren kan hy niets verdienen; hy komt te zitten waar misdadigers en boeven huizen, en als een kameraad van zyn zoon dezen na vele jaren 'n een driftbui toevoegt: «maar jou vader hoeft gezeten!" wat zul die vader dan gevoelen, uls de zoon ben dat öf vraagt, f 't hem voor de voeten werpt Heerlijk resultaat van een wet! Zijn die wetten nu alleen gemaakt om hot aantal ambtenaren en beambten to kunnen vermeerderen? Om gevangenisbouwers aan 't werk te houden Och, wat hebben we in de geweldigste dagen van den schoolstrijd hooren uitgalmen: «Elke gulden aan het onderwijs besteed, wordt duizendmaul (of honderdmaal) uitgowonnen aan gevange nissen!" De Leerplichtwet kost schatten, 1o voor onderwijs; 2e voor onderhoud van gevangenen. En sinds het ondorwys hoe langer zoo meer wetenschappelijk wil zyn en hoe langer zoo minder opvoedt, is do toevoer van gevangenen en de aanbouw van nieuwe gevangenissen steeds toegenomen. Een ander middel om de gevangenissen te bevolken, levert ons de Drankwet. Het is haast ondenkbaar, dat zulk een wet dronken schap kan weren. Zeker de stille drinkerR, die hun drie Litertjes thuis laten brengen, zullen aan houdend toenemen; de «Gewohnbeitstrinker". die nooit dronken wordt, drinkt geen druppel minderalleen de jongens beneden de zestien jaar (maar hebben die allen wel hun geboorte-acte in den zak?) kopien niet, of minder, in de kroeg, ert op straat ziet men minder dronken menschen maar overigens is dwaas al hetgeen de wet geeft. Daarover zyii alle juristen 't vrijwel eens. Bovendien, in groote steden keert een agent zich veelal om als hy iemand dronken ziet; en neemt hij hem al mee naar 't buroau, dan wordt de man eenige maanden later bji verstek veroordeeld en verder hoort niemand or meer iets van. Reken eens uit hoevool de contri buabelen per jaar betalen voor de veroordee- ling van personen, die in konnelijken staat van dronkenschap worden aangetroffen en veroordeeld worden, maar wier vonnis nooit wordt ten uitvoer gelegd. En wordt het wèl ten uitvoer gelegd, dan betalen de contri- buabe on nog meer; want dan moeten die personen nog zoo en zooveel dagen voedsel, verlichting, verwarming, verpleging en be waking hebben. En zyn zo er niet, dan moeten de lokaliteiten en beambten er toch zijn, tegen dat ze komen. En boe worden die wetten toegepast! De Drankwet veroorlooft maar aan enkele gravin in- en uitliep, eu under een toeder blozen, had zy vau baar besluit kennis gegeven, oiaoho >n het buar wol uooit sou gelukken, vrode te hebben met het alledaagsche JuffrouwSchulzo", en do mees ters hadden zelf de bruiloft bekostigd. Ook do Bre- dons waren in do kerk geweest. Do gans met het my-tenkroontje op, den kop beSOhumd neergebogen, maar den staart trotsch opgericht, was wel de beste teekening vau prinses Hildegard. Ongelukkig kwam de oude gravin er by en schudde misnoegd het hoofd. „Dat is leelyk van je, Hilda. Hoe kan men een goed bart hebben als ran karikaturen teekeut." „Misschien beb ik geen goed hart, mamaen boven dien onze Keizerin doet bot óok." „De myne niet", zeido de gravin oonigszins scherp. Zij hield er :iiet van, dat haar dochter zich tot de Russen rekende. „Hebt u werkelijk geen goed hart?" vroeg Breden, terwyl zij naar do andereu gingen. Zy laohte overmoedig. „Dat is een geheim. Raad eens, vriend." De laatste woorden klonkon zacht en verljjdolijk, en Broden streek zich langs den bairn). De zomer in het stadje duurde óok maar zekeren tijd. Hij gaf zyn schatten overvloediger dan in eon groote stad, omdat zijn pracht zich tot dicht bü do huizon uitstrekte cn door alle venstors naar binnen aook maar toon, nadut bü lang genoeg getwijfeld bad, 8cbeen hot, dat hij zioh gereed maakte om af scheid te nomen. In hot begin van Septembor word do gastvrije hal óok weer gesloten, maar eerst gaven do bewoners nog eeu groot afscheidsfeest in plaats van do kleine theeavondies. Ester haalde het Lavaliere-kleed weer te voorschijn. Zy zag or bleek uit; de zomerhitte bekwam buar niet goed, zeide zy. In stilte was zy bang, dat h(j een afkeurende boraerking over baar uiterlijk zou maken, maar hij bekommordo zich niet om haar. Toen zy hom verzocht de luiken dicht te doen, zeido hy ongeduldig, dat het dienstmeisje haar maar inoost heipeu, want aathjj anders zelf niet klaar sou komen. Hy was druk bezig met sjjD das en si) was veel eerder personen sterkedrank te verkoopon. Nu komt er een agent, die zich zoor verdienstelijk wil makoD. Hy treedt op als lokbeambte, als «agent provocateur"in burgerkleeding vraagt bij in oen bierhuis een borrel, krijgt dien, miuikt zich bekend, maakt AVOTVtal op en vele maandon later, als bijna niemand meer precies weet hoe de zaak zich heeft toegedragen, komt zy voor on hot is niet vreemd, dut de bierhuishouder als boof of misdadiger wordt gevangen genomen. Hfy heeft dan «gezeten". Onlangs had oen nieuwbenoemd hoogleeraar j de juridische faculteit den mood *yn in- tree-rede te beginnen met Goetho's woordon, die deze Mephisto togc.i den studont van 't eerste jaar laat zoggen Eu erben sieb Gosoiz' und Rechte Wio oino cw'go Krankbeit fort; Sio schloppon von Gescbleobtslch zum Geschlochto, Und rikken sacht von Ort xu Ort. Vornunft wird Unsinn, Wohltat Plago, Web dir. das du eiu Enkel biatl Vom Rechte, das mlt una geboren 1st, Vom dein iet, leider I nie die Frugo. De hoogleeraar pleitte, dat Goothe ongelijk had gehad en dat alles extra bost wasbe wijzen bleven uit on daar niemand na een «oratio inauguralia" ooit het woord verlangt, sprak niemand den hoogiceraar togen en achtte deze zijn pleit gewonnen want Schiller liat in den «Teil" heel waar door Geasler zeggen Der kann nicht klagen Ober harten Bpruoh Don man turn Meister seiuos Sohioksala macht. Maar in dat zelfde drama zegt ook JStauf- acher terecht Een zeer recent voorbeeld van toepassing der Drankwet: Een bierhuishoudster is zevenmaal bekeurd; twee agenten in politiek vermoeden «ontdui king", dringen 24 Februari binnen bierhuis- houdster neeint oen glaasje weg; agent springt op de toonbank en beveelt dit niet te doen juffrouw gooit glaasje do straat op; agent ziet druppeltjes op 't tatoltje, proeft die en zegl, dat 't jenever mot bitter isbezoeker weigert naam op te geven20 April (dus nu twee maanden) komt de zaak voorer is goen enkele getuige k charge, er zyn er twee k décharge; het M. acht het feit wettig en overtuigend bewezen door 't proces-verbaal. Mr. Alfred Levy acht absoluut niots bewezen het O. M. eischt acht dagen gevangenisstraf, klaar dan hy. Zij verheugde zich op dit feest, omdat het 't einde beteokende vau het zomerverblijf van don graaf. Zoodra do vele vensters in 't kasteel maar oorst weor gosloton waren, zou het stadjo haar hot oude golaat wel weor toonon on zij hot haro, niet tegenstaande ileeerste fijne rimpols (lor ontgoocheling op haar jougdig voorhoofd. Harry zou ln 't begin wel slecht geluimd zyn; het zou haar plloht dan zyn, hom weor vrooiyk to maken. Er was zooveol me- dolydoudo liofdo in haar sudort het onweer op dion avond, dat dit haar zeer gomakkolyk toeschoon. Ze moest hont wo«r voor zich alleen hebbendan zog alles wol weer werden zooals vroeger, alleen mot dit onderscheid, dat lioar liofde iete beschormcnds ge kregen had. Zwjjgeml gingen zy naar hot slot. Het was do avond van hot'afscheidsfeest. Ofschoon do zon pas onder gegaan was, schitterden do venstors met matton gloed in do schemering buiten. Do kaarson kondon zioh uog niet hnndhavon logon hot avondrood. Iti (lo kloodkamor wiorp Breden oen vluchtigon blik op z\jn vrouw. „Het is toch eeu onberispelijk toilet", zeido hy tevreden. Ester lieTademdo, ofschoon do lof niot haar ge golden had. Toen zy do trap opgingen langs do oude vaandolB (lachten boiden aan buil oorste bezoek, maar goen van beidon Uoeldo don ander zyn gedachten node. Boven, in de groote zaal, scheiddon tij zich na de corete begroeting. Men stond in groepen bij elkaar en dronk een kopje thee, een soort Tantaluskwelling voor de vrouwen, die don zakdook en den waaier niot loslieten en door al dio ombarras de richesso zeer onhandig mot hun kopjes balanooordon, lot ein delijk hot govroosdo gobourdo en oen van hen oan voorbaan van haar bruidskleed overgoot, dut sinds tien jaren alleen voor deze gelegonhoid uit «iJn doos word gebaald. „Dal moest gobouron", fluisterde prinses Hildegard Bredeu toe. „Nu zal ik bet volgend jaar van dit wittn monster bevrijd zyn." „Of u krijgt bet zelfde stuk in 't groen of blauw terug." „Het sobijot, dat u zelfs op do hoogte «Ut va t. o, ja. met v Zij ki Hij k van de klooraasl van'kleine burgerluitjes. C dat la uw stnnak?" keek door bet lorgnot naar Ester, knikte. „Ik geloof, dat u oenig verstand orvan heot. In teder geval is u do oonigo voor wien bot de moeite loont, toilot te waken." „En toch bon ik to bescheiden om to bewonderen." Zij liet haar lorgnet zakkon. „Luid to bewonderen, wilt u zeggen." Hy nam haar bet theekopje uit do haod. Hun vingertoppen raakten elkaar. Zij keken elkaar niet aan on toch gevoelde ieder van hen sterker de tegen woordigheid van deD ander. ICstcr probeerde ouderluueben kennis te maken met do vrouwen. Maar z|j stiet op ijzige ongenaak baarheid. Z|j was iedcrcn dag in het slot geweest en was elegant gekleod. Zy had hier slechts aoodavyan- dinnon. Hel was oen vreemd gezelschap. Gravin Mnehtild, die er even mooi on oven trotsch uitzag als oen marmoren beeld, sprak slechts met een paar officieren, die mol baar broer waren meegekomen, en er behoorde workeiyk de gocdhoid en do personen- kennis van hol oude oebtpaar toe om toumtuite voor 't uiterlijk de gapende kloof, die or bostond, to over bruggen. Ester had een bewonderaar govoudon, oon oud- odollyk loorling van de Gravenschool, die totnogtoe zyn eindexamon sleods uit don wog was gegaan, maar nu van dit kleine nest bet beste hoopte. Hy KAtte druk met. haar en govoeldo ziob, daar hy een tje schuchter was, by hour zóo op tün gemak, dat by boar ook naar bot buffel geleidde. Brodon was van plan gowoosl do prinsos zyn arm aau to bieden, maar een dor jongo officieren was hom voor, meteen zekerheid of het zoo hohoordo, doolt die voor Brodon holoodigend was. Hy ging nu by zyn vrouw on haar vereerder zitten. Men al aan kleino tafeltjes. Do oude graaf ging van den oen naar den andrr en praatte overal oon oogenblikjo. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1