No. 7202.
55e Jaargang
Feuilleton.
Leemen voeten,
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
iranco per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 40 cent. Legale-
officieële- en onteigeningsadvortentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25elke regel
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 9. Telephoon 19.
KENNISGEVING.
Da BURGEMEESTER van AMERSFOORT,
Brengt ter kennis van het publiek ingevolge mis
sive van den heer Commissaris der Koningin in de
provincie Utrecht van 21 Mei 1906, no. 2 A.Z.,
dat volgens mededeeling van den Minister van
Oorlog in het laatste gedeelte van de maand Juli
en in den loop der maand Augustus 1906 schietoe
feningen zuilen plaats hebben in de stelling van
Den Helder, uit verschillende vuurmonden, opgesteld
op de verdedigingswerken aldaar.
Op de dagen, waarop gevuurd wordt, zal van het
betrokken fort een roodo vlag waaien, van minstens
éen uur vöor den aanvang der oefeningen, alsmede
gekleurde vlaggen, aangevende de richting, waarin
gevuurd zal worden.
Bovendien zullen op die dageu groote waarschu
wingsborden worden geplaatst aan den ingang der
haven en op de batterij Vischmarkt, vermeldende
de plaats waarvan en in welke richting dien dag
gevuurd zal worden, terwijl nabjj de haven en nabjj
het Torpedo-magazijn borden zullen worden geplaatst,
waarop is aangegeven de beteeke.iis der gekleurde
vlaggen als volgtEen rood eu witte vlag beteekent
Noord zwarte vlagOostwit en roode vlag Noord-
Oost rood en zwarte vlagZuid-Oostzwart öd witte
vlag: Zuid-West; zwart en roode vlagNoord-West.
Indien een stoomvaartuig tot waarschuwen of
s'eepen aauwozig is en indien de oeieningen hel
toelateD, zal door dit vaartuig, desgewenscht, hulp
worden verleend aan kleine zoilvaartuigen om uit
den onveiligen seolor te komen.
Amersfoort, 25 Mei 1906.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIER8.
Burger Weeshuis.
1d de Raadsvergadering van 1 Mei werd
het voorstel van B. en W. betreffende de
wijziging van het Reglement van het Burger
Weeshuis gerenvoyeerd naar de afdeelingen.
We namen de over deze zaak gewisselde
stukken op in het nummer ran 3 Mei.
Nog dient herinnerd, dat zij bij den Raad
aanhangig werd gemaakt door het schrijven
van Regenten van 28 December 1905.
De eerste afdeeling van den Raad verga
derde Woensdag 2 Mei; afwezig waren twee
leden.
Over die vergadering wordt gerapporteerd
Een der leden wijst er op, dat Bur
gemeester en Wethouders meenen, dat ver
bouwing van het Aldegonde-gesticht noodig
zal zijn. Regenten geiooven niet, dat zulks
noodig zal blijken.
De Voorzitter, Wethouder Celosse,
meent, dat o.a. een alzonderlijke opgang
naar boven voor jongens en voor meisjes
moet worden gemaakt, zooals bij bet be
staande Weeshuis.
Het bedoelde lid gelooft niet, dat
het noodig zal zijn, daartoe over te gaan.
Verder vinden Burgemeester en Wethou
ders f 100 te laag voor reparatie der wonin
gen, belastingen en assurantie.
Hij meent, dat die raming niet te laag is,
terwijl hem een bedrag van f2000 voor
kleine herstellingen en van f6000 voor het
brengen van het tegenwoordige Weeshuisin
.Maar, grootma, wanneer de nieuwe onderneming
opneemt, zal Peterswalde in waarde stijgen."
.Nog t
t behoort me niet eons toe."
modernen staat te laag voorkomt.
De Gemeente-architect gelooft,
dat men met die bijdragen toch al veel kan
doen.
Een der leden wijst op den slech
ten staat der vloeren in het Weesbuis, ont
breken van badkamers, enz. waarop reeds
door den Inspecteur der Volksgezondheid is
attent gemaakt.
Een ander lid brengt in herinnering
den oorsprong van bet Burger Weeshuis, in
1805 ontstaan uit de samenvoeging van
Weeshuis en Kinderhuis. Het is dus een
Amersfoortsche instellingmen moet
dat karakter zooveel mogelijk bewaren en
nu noemen Regenten de schenking van barot*
Van Boetzelaer een Vorstelijke gift, maar
door de voorwaarde van opname van zes
weezen uit Leusden is het meer een voor
deel voor L e u s d e n dan voor Amers
foort; maar ook voor het Weeshuis
is het geen voordeel.
Aangenomen, dat de waarde der schenking
f35 000 is, wat te hoog is, dan wordt dat
bedrag verminderd met i/7 voor overdrachts
rechten, blijft f30000, waarvan 40/0 is f 1200
rentemaar 40/0 is weder te hoog berekend
voor een Instelling van weldadigheid. Daar
tegenover staat onderhoud van 6 weezen a
f228 per wees, ot f1368 'sjaars.
De toestand wordt nog ongunstiger door
den verplichten aankoop van lauddus het
aannemen der schenking is geen voordeel.
Een der leden bespreekt de aanlei
ding tot de schenking, er op wijzende, dat
reeds te voren door Regenten was besproken,
dat de weezeu niet behoorlijk konden worden
verzorgd in bet bestaande gebouw. De be
grooting voor een nieuw gebouw gaf eeu
cijfer van f50000.
Toen daarop het Aldegonde-gasthuis be
schikbaar kwam, is geïnformeerd naar de
kosten van aankoopeen aanbieding ten
geschenke van het gebouw door den heer
Van Boetzelaer is gevolgd, met de voor
waarde van opname der weezen uit Leusden,
terwijl aangeboden werd het bijliggend terrein
tegen taxatie over te nemen. Het is niet
de bedoeling, de huizen in de Burgerbuurt
te houden; maar om die te verkoopen.
Verder deelt hij als zijn meeuing mede, dat
de Raad het recht van veto heeft, en deze
dus heelt uit te makeu of de aauueming op
de gestelde voorwaarde gewenscht is; en of
men, in verband daarmede, tot wijziging van
het Reglement zal overgaan.
Uit het goedkeuren van rekeningen en
begrootingen, aanstellen van personeel, be
noeming bestuur, leidt hij de bevoegdheid
van den Raad af. Daar het bedoelde lid
evenwel Regeot is, zal hy zich van stemming
over het voorstel onthouden.
Een d e r 10 d e n wijst op de tot stand
koming van een Reglementswijziging.
„Ik zou nooit tegen uw wenschen handelen."
„Ik heb je al gezegd, als we bet nu verkochten,
zou er zoo goed als niets overblijven. Een paar iaar
moeteu we bet nog houden. Ben je eraan gehecht?"
„Grootma 1"
„Waarom verwondert die vraag je? Het zou je
moeder moeilijk gevallen zijn, het hieruit te houden.
Je man heeft bewezen, dat bet hora onmogelijk is.
En man en vrouw zjjn een."
„Houdt u veel van Peterswalde?"
Mevrouw Donates antwoordde uietdadelijk op deze
vraag. Zij zag zich bier als jonge vrouw weer tegen
de grootste vernederingen Btrjjdeu. Zjj hoorde het
lawaai uit de eetkamer tot zich doordringen en sid
derde in baar eenzaamheid voor hot oogonblik waarop
haar man, wanneer de vrienden zouden vertrokken
zyD, aangeschoten de slaapkamer zou binnenkomen.
Zjj vreesde voor het erfdeel van haar kind. Neen,
eigenlijk was er voor baar geen reden om van Peters
walde te houden. Als ze sentimenteel was geweest,
zou er meer dan éen spooksel zich in zijn donkere
hoeken hebben vertoond.
Nu zei ze rustig:
„Hier
■■PB
sprak.
„Ik wilde wel, dat ook mijn kind hier geboren
werd."
„Blijf dan hier."
„Neen, u hebt gelijkde vrouw behoort bij den
Maar steeds voelde zjj bet als eeu verlichting, dat
zij den heelen zomer te Peterswalde kou blijven'
Heel den dag was ze buiten. Zij lag in den hang
mat ouder de oude olmen on keelt ii> hot bladerdak
boven zich, wandelde tussoben de pijnboomen, die
de lucht met eeu geur van hars vervulden en ach
ter welker stammou do zon zoo bloedrood onder
ging, eu urenlang zat zjj in bet bruine heidekruid,
omüadderd door de kleine, blauwe vlindertjes. Zjj
las niets, dan de brieven van haar man. Die kwamen
zeer onregelmatig. Soms waren ze zeer lang, vol tevre
denheid over hetgeen hjj in zich opnam,volvrooljj kheid
over do kennissen, die hjj op reis maakte, dikwijls
outstemd, omdat hjj eeu slecht bed of onvoldoend
voedsel bad gehad, Zjj wist hoe aautrelckeljjk hjj
voor zulke toevalligheden was. Eens had hij een
aanvechting gekregen om de wereld te ontvluchten.
Hij steeg hoog de bergen op en leefde een week
lang in een Sennhut. Vandaar stuurde hij haar ver
zen, die hjj gemaakt had op het beeld der Vrjjheid,
Burgemeester en Wethouders hebben het
Burgerweeshuis gebracht onder letter dvaa
art. 2 der Armenwethet is dus een ge
mengde Instelling van Weldadigheid, en
zoolang d arin geen verandering komt, moet
het Reglement in gemeen overleg worden
vastgesteld of gewijzigd Raad en Regenten
moeten het eerst eens zijn of wijziging
noodig is en daarna wordt de in het Re
glement bedoelde Commissie voor onderzoek
benoemd. Regenteu «ijn dus door het aan
nemen der gift hunne bevoegdheid te bui
ten gegaan, aangezien daurdoor Reglements
wijziging noodig was.
Een der I 9 d e n informeert wat de
gevolgen van niet-goedkeuring door den
Raad zijn.
De S e c re t a r i s deelt taede, dat Regen
ten dan niet onder de gostelde voorwaarden
kunnen aanvaardenhij wijst er nog op,
dat voor de aanvaarding van de schenking
Koninklijke goedkeuring noodig is, en voor
de verdere handelingen, aankoop land, ver
koop inschrijvingen, enz., goedkeuring van
Gedeputeerde Staten van Utrecht.
Een der leden informeert nog of het
Aldegonde-gasthuis gegeven is met de be
paalde bestemming van Weeshuiswaarop
bevestigend wordt geantwoord.
Een der leden vindt het niet goed,
de weezen in zulk een mooi gebouw te
brengen.
De afdeeling verklaart zich daarop
met 5 stemmen vóór, éen tegen en éen ont
houding (afwezig waren 2 leden) vóór het
voorstel van Burgemeester en Wethouders
om niet over te gaan tot Reglementswijziging
en dus oiet tot opuame van weezen uit
Leusden.
Een der leden informeert nog waartoe
de Raads-commissie, in het voorstel van B.
en W. bedoeld, werd ingesteld.
De Voorzitter zegtom te onder
zoeken welke de rechten waren van Regen
ten en van den Raad in verband met den
oorsprong van de Instelling.
De tweede afdeeling vergaderde 3 Mei:
alle 7 leden waren aanwezig.
Het rapport luidt:
Een der leien wijst er op, dat men
de belangen van de weezen geheel buiten
beschouwing heelt gelaten en toch kan men
niet genoeg voor hen doen. Wie het doet,
doet weinig ter zake. Er is gezegd, dat het
Aldegonde-Gasthuis te mooi was en te mooi
gelegen. Hij vindt dat niet.
Wat betreft de vrees voor grooten toeloop
van weezen uit Leusden, hij is daarvoor niet
bevreesd en het zal niet lang meer duren
of de zoogenaamde Molenbuurt, is onder
Amersfoort gekomen, Hy heeft vernomen,
dat aan het Aldegonde-gasthuis weinig ver
bouwing noodig is, terwyl de genoemde be
dragen voor gebpele of gedeeltelijke reparatie
de gestalte die met do phrygiscbe muls op, een ade
laar aau haar zijde, op een ontoegankelijke bergspits
troont.
De verzen waren met gloed geschreven. Zij kon
er zijn geestdrift uit lezenzij zag, hoe hij in ge
dachten zelf naar den palm greep, hoog boven „die
talmende menscheu, die r.ch vetmesten, beneden
in 'tdal".
Een glimlachje speelde om haar mond. Daarnaas
zag zij den man, die verleden jaar in bet gratelijk
slot zoo gaarne gedurende eenige weken de rol op
zich had genomen van bliksemafleider voor vorste
lijke verveling, en den fijnproever, die zijn honora
rium voor eeu opstel over „het onverzadigde ver
langen naar volkskunst", besteedde aan een diner
by ühl.
Braden had bet overigens in de verheven eenzaam
heid, niettegenstaande haar onbegrensde vrijheid,
maar eeu week uitgehouden; daarna was hij afge
daald naar de weelderig laohende velden van Bozen
en Meran.
Daar hingen nu de zwellende druiven tusschen
het latwerk der prieeltjes; daar ruisolite het water
om het marmeren standbeeld van Walther von der
Vogelweide. Van de bergou zagen de burchten neer
de kleine binneuplaatseu van de Middeleeuwsche
kasteolen waren herinneringen aan oud-Duitschland.
In bet kleine hotel, by een flesch uitmuntende Mag-
dalener, kwamen de stemming en de verzen vanzelf.
Het is waar, de verheveu poëzie dwaalde hoog ver
heven boven de roodstrsleude steenvelden en boven
den rozentuin. Hier beneden in bet dal echter was
het leven uit te houden. Meer dan een fjjn, kunstig
van het bestaande Weeshuis hem te laag
voorkomen.
Tegenover een schenking van f 30 000
staat een jaarlyksche uitgave van hoogstens
f1200 als maximum voor 6 weezen. Wel
is die last niet aangenaam, maar toch niet
zoo groot. De koopprijs van de andern
goederen vindt hij niet hoog. En de koster
van een nieuw weeshuis zouden wel f30000
a f 40 000 bedragen,
Een der leden meent, dat men da
beslissing, of het Aldegonde-gasthuis geschikt
is voor Weeshuis, wel aan Regenten ka 3
overlaten, en aangezien er jaarlijks een
f1000 overblijft, zullen ontvangsten en uit
gaven wel kloppende te maken zijn.
Hij gelooft, dat het Weeshuis bepiald ondïr
letter d van art. 2 der Armenwet valt; be
hoorde het onder letter a, dan zou ean
Raadslid (de heer Scheitus) indertijd ge an
comptabele van het Weeshuis hebben kun
nen zijn.
Een der leden meent, dat men zch
bepalen moet tot de Reglcmentswyzigirg
maar wel mag men tevens met het Gemeente
belang rekening houden.
Hij had vernomen, dat het Aldegonde-
gasthuis niet geschikt was en wijst ver Ier
er od, dat de waarde van de gebou ?en
f 30 000 steeds vermindert, maar dat de
betaling van f 1200 jaarlyks blijft.
Een der leden informeert waaron. de
ingestelde Commissie geen rapport heeft uit
gebracht. Hij vindt, dat men de Comm ssie
niet moet ontbinden, maar haar onder:;oek
moet laten vervolgen. Hij vindt, dat het niet
op den weg van Amersfoort ligt, voor vee-
zen uit andere Gemeenten te zorgen.
De Voorzitter (Wethouder Visser) :egt,
dat de verhouding tusschen Weeshuii. en
Gemeente vrij eigenaardig is; o.a. is het niet
zeker of het Weeshuis het Mariënhof nag
verkoopen. Om de kwestie uit te maken, zou
een lang juridisch onderzoek moeten plaats
hebben.
Men weet, dat Mariënhof in 1611 is ge
geven aar, de Regeerders van Amersfoort
voor Weeshuis.
la 1746 is besloten door de Gemeente om
f 800 jaarlijks te te betalen aan het Weesh lis.
In 185® is het Kinderhuis opgeheven en
vereenigd roet liet Weeshuis.
In 1854 is het Burger Weeshuis gebracht
onder lettor d van art. 2 der Armenwet.
Het is dus oen gemengde Instelling van Wel-
dadigneid; de regeling moet dus geschieden
in gemeen overleg van Regenten en het Ge
meentebestuur.
Bij onderzoek in loco is hem de toestand
in het bestaande Weeshuis zeer medegevallen
zoodat hij met den Gemeente-architect geloc ft,
dat verbetering voor de genoemde bedra
gen zeer wel mogelijk is.
Hij vindt de schenking niet zoo mooial
geslepen op9tel ging naar eenige Noord-Duitscae
kranten en Ester outving brieven waarin het ver
langen naar baar, waarvan bij rimmer vergat meldi ïg
te maken, nogalecbts in bet post-scriptum een plaati je
vond.
Jp I
briefje den dood van zijn vrouw aan.
„Zoo is zij eindelijk uit baar lijden verlost", zri
Ester met warme deelneming.
„En hjj ook", voegde mevrouw Donates er b j.
„Maar ze is tocb te laat gestorven."
„Hoe meent u dat, grootma?"
„Je bent erg onbegrijpelijk, Ester. Heb je er wnl
eens over nagedacht, wat het voor een man hatet-
kent, tien jaar lang aan een levend lijk gekelenl
te zijn? Heb je Charlotte Weller ooit gezien?"
„Neen. Henk wilde bet niet. We zijn een naar
keer bij hem geweest als meisje ging ik altyi
naar zijn kantoor, als ik wat van hem weten wou
en natuurlijk bob ik hem gevraagd, of ik zijn
vrouw niet eens mocht zien. Maar hij stond het mij
niet toe. Ik denk, dat hij niot wilde, dat ik zoo iet 1
treurigs zou zien."
„Ja, hy houdt heel veel van je."
„Natuurlijk", zei Ester, of het zoo hoorde. „Wee
u, ik geloof öok, dat zijn smart nu een zacht ba
treuren ia. Zjjn eigenlijk leven is toen, met zyt
twee jongeus, gestorven."
„Heeft hjj je daar ooit over gesproken
„Neen. Ik ken alleen hun portretten; maar*00'e
verdriet kan door niets in het leven meer worden
uitgewiaoht." (Wordt vervolgd.)