Dinsdag 26 1906. No. 7214. 55e Jaargang Feuilleton. Een schot. UITGAVE FIRMA A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. franco per post 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legalc- ofïicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25; elke rege' meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekoning gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9- Postbus 0. Tolephoon 19. KENNISGEVING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Amersfoort, Gelet op art. 264 der Gemeentewet, Doen te weten, dat het 3e nanvullings-kohier der Inkomsten-belaötiug over het dienstjaar 1905, goed gekeurd door Gedeputeerde Staten van Utrecht, in afschrift gedurende vijf maauden op de Secretarie der Gemeen to voor een ieder ter lering ligt. Amersfoort, 25 Juni 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIER8. Do Secretaris, J. G. STËNFERT KROESE. Witte Steenkool. Geleerde aardkundigen hebben onderzocht hoeveel tijd nog zou verloopeu eer de nijver heid, in den huidigen stand harer ontwikke ling, den voorraad steenkool, in den schoot onzer planeet verborgen, zou hebben opge bruikt. Huii berekeningen weliswaar weten schappelijk, doch louter theoretisch hebben tot wonderbare resultaten geleid. Mugoo wjj hen gelooveu, dan zou ons nog iu vyf-en- zestig eeuwen geen steenkool ontbreken. Van dien kant raag dus alle vrees overbodig wezen. Toch staat het vast, dat de groote kolen bekkens, tegenwoordig dubbel zoo snel als vroeger geëxploiteerd, niet zoo heel lang meer zullen duren en dus zullen uitgeput ruken. Doet zich dit geval voor, dan zal men genoodzaakt zijn, armer aders te ontginnen, tot aanzienlijker diepten door te dringen, ot het «brood onzer industrie" uit verre landen in te voeren. Uit alles zal niet gaan zonder aanmerkelijke prijsverbooging van brandstof fen in het algemeen, welke noodzakelijk ook invloed zal oetenen op do handelswaarde der overige nyverheidsproducteu. Waarom echter zouden wy halsstarrig blijven stilstaan bij het gebruik van desteen- kool als eenige voortbrengster van beweeg kracht 2.) Vorst Matajefl' was de machtigste man vau het gou vernement, nauw verwant aan het Keizershuis, aan wien de hoogstefpost was toevertrouwd. Hg heersehto als onafhankelijk monarch in zgn gebied, en zjjn „hof" werd tot het land gerekend, Het leventje, dat hg voerde, gaf levendige stof tot agitatie voor de revolutionnairen. Hg was zeer goed bekend met de parforee-rgdster van bet circus. Het was ook reeds buiten Rusland bekend, dat bg haar met sieraden overlaadde en speciaal te Wecneu, wi ar zg in het vorige seizoen was opgetreden, sprak meu daarover. Ik kou dus begrijpen, dat Vorst Matajefl' geen heer en meester meer te Kiew was, daar het circus die stad had moeten verlaten. Eveneens kon ik dus de redeu vinden, waarom het circus zoo dicht bg de residentiestad was opge- slagou. Ik kocht een toegangsbewijs voor do voor stelling, nadat ik mij overtuigd bad, dat de parforce- rgderes op bet programma voorkwam. Waarschijnlijk was zg het, die ook de inwoners van de stad naar hot circus trok. Het wetneldvan menschen in de straten en de stakende arbeiders trokken ieder oogenblik in ge sloten gelederen naar het open veld, waar een groote politiemacht een kring om de tent had gevormd en nauwkeurig de personen naging, die een kaartje wenschten to koopen. Niet dadelijk ging ik bet circus binnen; wat zich vóór de tem afspeelde, interesseerde mij meer dan do voorstelling. Een kozak kwam in galop aanrijden en bracht het hoofd vau do politie een order. Direct werd demeneehenmassa het veld afgejaagd. Kort daar op verschoen een afdoeling kozakken met getrokken sabel en dikko, gevlochten zweepeudaarachter een elegante equipage. „De Vorst"liep het van mond tot mond, zoowel onder de burgers als onder de politie. Twee in uniform gekleede heeren stegen uit en sneldon het circus binnen. Daarop drongen de menscbon op, maar de rijen politie-i^onten en kozukkon stonden vast en hielden do menigte in bedwang. Nu kwam hot mjj liet best voor, naar binnen te te gaan. Een controleur en een politie-beambte stonden b\j den ingang. Huur lagen geraken uitgeput en zy kan niet dan met groote bezwaren te voorschyo worden gebaald, terwyl er elders onder ons bereik kolossale krachten liggen, ons vrije- lyk door de natuur ter beschikking gesteld en steeds door haar vernieuwd. Een beekje dat van de hoogte valt, een bergstroom die over de rotsen springt, ziedaar ovenvee! go- wichtige krachten, welke zonder veel moeite aan onze werktuigkundige behoefien dienst baar kunnen worden gemaakt. Dit is de gedachte, aldus vertelt de heer Augus* Gittë, welke eenige jaren geleden op kwam in den geest van een papierfabrikant in het Fransche departement üauphiné, met name Bergès. Elk jaar had hy de trotsche bergtoppon zich in hun wit lykkleed zien hullen en gletschers zien ontstaan op die koude punteudan, bij do eerste warme stralen der lentezon, zag hy telkens de sneeuw smelten en zich omvormen tot watervallen, die zich met donderend geraas van de berg hellingen stortten. Als men die kolossale kracht eens meester kon worden, haar tem men en haar dwingon, het groote fabrieks- rad te doen draaien, evenals liet unaauzien- lyke smalle waterstraaltje het molenrad in beweging zet 1 De heer Bergès, ondernemend ingenieur, had de stoutheid dit te beproever. bij liet een groote kanalisatie aanleggen van I gietijzer, waarin hy den bruischenden stroom I opving om hem, tweehonderd Meter lager, in verbinding te stellen met een turbine. I Zulk een turbine is, in principe althans, vrij I eenvoudig; zy bestaat uit een horizoatoal j rad met schoepen of schopborden, op welke laatste schuin vau uit de hoogte een water- straal met zekere kracht wordt gericht, zou- j dat het rad zich in beweging moet zetten. De turbine is eigenlijk een verbetering van het oude loodrecht geplaatste molenrad, I waarbij, ander» dan vroeger, de kracht van j het uit de hoogte neerstortende water wordt benut. Heeft deze hoogte nu zekere afine- tingen, dan wordt de uitgeoefende drukking dadelyk vrij aanzienlyk. De turbine zet de Daar de politie m\j niet kende, moeat ik mjjn paa I toonen en hem bovendien een roebel in de,hanaen stoppon om doorgelaten te worden daar ik andera tujju paa door het hoofd van de politie had moeten laten teekeneu, wal nog duurder zou zgn geweest. Ik woonde een merkwaardige voorstelling bij; nog i nooit bad ïk zoo iets bijgewoond. Het trof injj, dat alleaauwezigen(allenmannen) niotnaardevertooniug zagen. Aller oogen waren gericht up de met gouden franje afgezette loge, waarin do Vorst zat. Zgn door een baard omgeven gezicht was bleek en zgn oogen schitterde vau trots. Het geleek wel dat hg al deze blikken voorbij wilde zien, die hom met haat en verachting aanzagen. Strak, oubeweegljjk als een standbleed en rustig zag b\j voor zich uit. Er heersehtoademloozestilteonderde toeschouwers, doch de muziek kon het leven op het veld niet ver- dooven. Af en toe kon meu booten, datmenbuifon aan het vechten was. De toeschouweis staken de hoofden bg elkaar. De Vorstliemerkle niet*. Daar kwam de paifu.ve-rgdtter in do manege. Zij zat op een wil paard en was in een wilton mantel gehuld. Toen z|j hem afwierp, zag men haar fraaie gestalte. Met óen sprong stond zg op het zadel, prachtig en schoon. Elke spier van haar lichaam, eveneens iedere irek van haar gezicht was als hel ware door kunstenaars hand gebeeldhouwd. Om haar hals schitterden dia manten het laatste geschen!-. van den Vorat. Zoodra zg zich vertoonde, begon het onru9tg te worden onder de toeschouwers. Men stond vau zijn plaats op, riep elkander toe, schreeuwde totdo kun stenares, tot den Vorst en hel personeel. Voor de eerste maal zag men uu haar, die mach tiger was dan het volk on de Vorst. Buiten begon het óok onrustig te wordenmen boorde geschreeuw en geraas; deze demonstratie scheen tot do toeschouwers door te driugeu, die als razenden begonnen te trappelen. Eerst was het trap pelen onregelmatig en wild, maar het ging daarna over in een regelmatig marschtempo, waaraan alle circus bezoekers deelnamen. Het lawaai oversiemdo de muziek. Het paard hield op te galoppeeren, enkele toeschouwers sisten, weer anderen droigdon met hun vuisten naar de loge, waarin de Vorst nog als een wassen beeld bleef zitten en op do rijdster staarde. Ook waren er lieden, die den stalmeostera en het personeel bevolen toeschroeuwdeo. Men ging door met tranpoleu on do mensohemnassa om het circus schoen diunter on diohtor te worden. De aohterston drongen op, waardoor (ie voorsten verdor moesteu; onophoudelijk trappelde men raet do voeten en plotseling trokken allo toeschouw,,,. ontvangen kracht bijna geheel om in bewe ging, namelyk in de verhouding van maxi mum 85 pCt., zoodat men zonder moeite be grijpt wat een kostbaren dienst zulk een machine kan bewyzen. Doch er zijn schaduwzijden. De proef, genomen door Bergès, slaagde volkomen do buizen sprongen niet onuer den druk, zooals ongeloovigen en beschroom* den hadden voorspeld. Do stroom was be dwongen een merkwaardige zege van tien mensch over het element was behaald. Hoe kwam het, dat men niet vroeger er aan gedacht had deze proef (e nemen? Noodig was, oer men ertoe kon overgaan om dit waagstuk in practyk te brengen, dat de yzerindustrie doelmatige buizen wist te vervaardigen, sterk genoeg namelijk om weerstand te bieden aan den kolossalen in- wendigen druk van het opgevangen water. En mt Bergès bet probleem had opgelost en aldus gletschers en sneeuw tot een nieu» a beweegkracht had gemaakt, gaf hn aan dezen dennaam van «witte steenkool". De denkbleeden van den hoer Bergès vonden ingang en werden dra ook verder uitgewerkt. Mén beproefde, in plaats van gietijzer, vast geschroefde plaatijzeren metaalbladen te ge bruiken, en alzoo slaagde men erin om langs buizen, welke tot drie Meter in diameter luidden, geheele stroomen tot de turbines te leiden. Ook de turbines werd an gestadig verbeterd. Vooral legde men er zich op toe om het quantum aangevoerd water te regu- lariseeren en vond aldus zeer schrander be dachte apparaten. Toch loopt hut ook beden nog wel eens tegen; het getemde elemont komt in opstand en zijn toorn heeft soms ontzettende gevolgen. Onderden hoogen druk begint de turbine gek tc loopen, draait met duizelingwekkendesnelbeid, totdat alles opeens stuk springt en alom dood en verwoesting wordt gezaaid. Tot heden moeten, helaas, slechts al te veel ongevallen van dit soort worden vermeld. Vele landen telden weldra talrijke instal- latiën waarin bet vallende wator aldus als beweegkracht werd aangewend. Zweden en Noorwegen bezitten een zosraan- zienlük aantal watervallen welke thans op zeer voordeolige wijze de steenkool vervangen. Deze laatste stof is aldaar trouwens zóo schaarscb, dat men ze bijna gehoel uit Enge land moet laten komen. Dan is er nog Amerika. Ook daar zijn de watervallen en snelvlietende rivieren talrijk. De groote Niagara-water val kan, naai men heelt berekend, een kracht leveren van 7 millioen poarden waarvan tot beden slechts 50 000 zijn geëxploiteerd. Eiken dag komen er echter nieuwe fabrieken by. Kortom.de „zwarte steenkool" wordt daar door do «witte steenkool" ernstig bedreigd. Welke van de twee zal de zege behalen? ZuIIod wy beleven, dat landen, welke, dank zy de rijkdommen, verborgen in den bodem, een eersten rang hebben kunnen innemen op het gebied der nyverbeid, tengevolge van het nieuwe element die plaats staan te ver liezen Zeker, de «witte steenkool" biedt groote voordeelon. Zy kost niets. Wel zijn de installatiekosten hoog,, maar dan toch nog niet zoo boog als die eener stoommachine. Alles byeengerekend, is de prjjs van éen paardekracht, geleverd door het water, nog beduidend minder. Van den anderen kant zyn hydraulische installation altijd zindelijk: geen stof, geen kwalijk riekende rook, geen doodeljjke gassen, niets dan water, dat steeds zijn hel Ier liedje zingt. Dit alles is het spreekt vanzelf zeer verleidelijk. Doch er is ook een keerzijde: de kracht, welke voortgebracht wordt door hot vallende water, moet zoo goed als op de plek zelf worden benut. Men zan ze weliswaar omzetten in electri- citeit en deze vervolgens langs kabels naar naburige fabrieken, naar tram- of spoorlijnen, naar andere industrie-inrichtingen overbren gen doch dit stelsel wordt vrij onvoordeelig, zoodra de lengte der kabel eenige Kilometers naar de loge. Achter de teut waren eouigon bozig de stangen en touwen los te iL'.ken, sla wilden z\j de tent omvor werpeo. De schoone óquyère begon mot baar sweep naar de liedeu te slaau. Dezen pakten baar vast, sloegen op bet dier los en dreven bot naar den stal, waar zg, zooals ik tag, van bet paard werd gesleurd. De Vorst stuud up. Mot gebalde vuisten en vlam mende blikken tag bij naar de scbroeuwonde men soben Een steen vloog hciu langs het hoofd, doch bij vortrok geen spier van zijn gelaat. Toen ontstond óok eon tumult bjj don ingang. „Kozakken! Politie!" riepen eenige meusoben verschrikt on de kreet ging daarna van mond tol mond als uitdrukking van oou algomoauu paniek. Ik rende met den stro m mede, den trappelendeu stroom, die tich in marschterapo voortbewoog, of eigenlgk meer don pae markeerde, want h\j kwam niet verder. Zoo kwam ik in den stal terecht, waar de kozak ken en de politie met de blanke sabel zich een weg baandon om de logo van don Vorst te bereiken. Opeens boorde men geschreeuw, geroep eu go- jamtnor. Het gordijn voor den ingang van den stal word afgescheurd en de menaohenmisaa drong door de opening. Ik werd naar den kant gedrukt, in eon hook van don stal, tussohen den ataluitgung en don nieuwen weg, dien de menigte gemaakt had. Ik zag hoe de politie en do kozakkou de manege outruimdon en wilde den zelfden weg volgen, die do vluchtende namen, maar werd tegengehouden, daar de lieden opniouw in bet circus drongen. Bulten woonde non hevige strüd tusscnen de razende men- schnn-mossa eu oen tweede afdeeling aoldaieo. In de mauoge lagen vele gewondnn en voor den ingang van de teut stond do vorst met zijn adjudant, omgeven door kozak kon en polilieoflicieron. Geweor-salvo's klonken on bet circus-personeel riep elkaar iets iti het Duitsch toe. Oogovear tien monsohou drukten siob oaUtoldin dun zelfdon hoek waar ik etoud. Elk oougeublik konden do razende kozakken zich op ons storten. Ik meonde zelfs, dat het oogenblik was aangebrokon om mgn pas te toonen eu wilde do plaste naderen, waar de Vorat stond, toen ik bemerkte, dat «en sol daat op geen tiuu pat van mij zgu geweer op mij aanlegde. Ik had nauwelijks tijd mij om te draaien en woor naar den boek van den stal terug te keeron, want direct daarna kaalde een sohot. Ik weet niet wat me toen bezielde, maar ik trok mUu revolver en vuurde terug. De kogel was ken nelijk tussohen dn soldaden terecht gekomen, want op het zelfde oogenblik vlogen kalk en steunen ons I om de ooron. Kon geweersalvo woi op ons afgevuurd. De menschen vielen gewond op den grond, doob eer ik viel, zag ik boe de Vorat in de armen van s\jn adjudant zonk. Hij was door oon sohot getrof fen, bet schot dat watt afgogaan vóórdat bet geweer salvo klonkmijn sohot. ik was mat gewond, maar vond het wenscheljjk in bot „lijkenhuis" te gaan liggen en te blijven liggen, daar ik wist, dat wie siob verroerde, op zijn mioit tien kogels kreeg. Ik zag hou de Vorst werd wsggedragon eu hoede kozakken, die niet witten, wat in de tent gebeurd was, tien arrostanten in onzeu schuilhoek dreven. Toen stond ik op en ging op een officier toe, die met tiju sabel op de arrestanten lossloeg, om hem mijn pas te laten zien. lig nam hem verbaasd aan; blijkbaar meendebü, dat ik, do vreemde, dun gehenlon tijd ondor de arbei ders had vertoefd, dia hg vervolgd had. Ik Mg, dat hij den pos wilde stukschouren om mij, evenals de andoren, rechteloos te maken, toon op teo> oon polille-ohef ona had hemorkt en bom den pee afnam. „Wat ziet u er uil", zeide bij verwijtend, maar toch ook eenigszi.is verontschuldigend, toen ik met ge scheurde kienen veer hem stond. „Wat doet u ook hier?'" „Dat weet ik nies stamelde ik. Hij koerde zich u t zijn lioden en gaf dozen bevel, mjj naar do politiekazerne te brengen. De dienstdoend* ottlcior was zeer voorkomendhet was zeker voor de oerstn maal, dat hü een vertegen woordiger van de «oreld-pers als gast kreeg. „U komt bier i'.» waart u geroepen," zeide bü, toen ik op bet politic-bursau was aangekomen. „Ja, meneer, >k hu wonder wel uw ijver; maar voorloopig moet ik u bier houdon. U is de eerste die het nieuwtje ws.it eu, zoodra bet telegram naar hot Hof is afgcionaen, inoogt u telegrafeeren. Het telegraafkantoor is door de politie bezet, dus nie mand wordt doorgelaten." Ik had allo reden om tegen auiu gevangenhou ding te protestanten, want ik dacht, wat men wel doen zou indien men mijn revolver op do plaats vao het misdrijf vond, „Ik bon oen vrj) man, riep ik, Amerikaanscli burger, en mijn pus ia in orde. Niemand mag mj) bier tegenhouden Het gelukte mg den wachthebbende te bewegen, mij naar d«n opperbevelhebber t« brengen en kort daarop word last gegeven, mfj op vrije voeten te laten. Na dit avontuur wan het raadzaam, niot naar Kiew te ga«o. Ik keerdo terug en kwam gelukkig weer over de grenzen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1