Zaterdag 7
1906.
No. 7219.
55e Jaargang
mi\m BLOEMLEZING.
Stadsnieuws.
Feuilleton.
De verloren erfenis.
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale-
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel
meer 0.25. Grooto letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bg advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRAGHT 9-
Postbus 9. Telephoon 19,
Heden verzenden wij aan de daarop ge-
abonneerden aflevering 19 van den Vierden
jaargang van onze premie »De Muzikale
B1 o e m 1 e z i n g".
Deze aflevering bevat, behalve de gewone
«Wenken van een ouden muziekmeester"
kunstenaars-biographieën en berichten, bene
vens zeer lezenswaardige mededeelingen op
muzikaal gebied, de volgende muziekstukken
1. O. Schöner Traun», voor piano, van
H. Wenzel2. Oh 1 que je 't time, voor piano,
van J. Egghard; 3. Traumerei am Spinnrad,
voor piano, van Mary D. Norris; 4. Gebet
der Jungfrau, voor zang en piano, door Fr.
Abt.
De «Muzikale Bloemlezing" kost voor de
abonné's op ons blad slechts 60 cent per
kwartaal, franco per post f0.85, voor welk
luttel bedrag men per kwartaal 20 ét 25
muziekstukken ontvangt.
Voortaan zal de «Muzikale Bloemlezing"
eenmaal per maanl verschijnen.
KENNISGEVING.
De Gedeputeerde Stalen van Utrecbt,
Gelet op art. 162 der Proviuciale Wet,
Breugen ter kennis van belanghebbende, dat hel
uitvoerig en beredeneerd verslag over den toestaDd
der Provincie over 1905, tegen betaling vfl,n fl ter
Provinciale Griffie algemeen verkrijgbaar is gesteld.
Utrecht, 5 Juli 1906.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK, Voorzitter.
L. J. RIETBERG, Griffier.
Mr A. F. M. Steenbergen, nieuwbenoemd
ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij
de Kantongerechten in het Arrondissement
Utrecht, is Donderdag door de Arrondisse
mentsrechtbank te Utrecht als zoodanig
beëedigd.
De Burgemeester van Amersfoort dineerde
Donderdag ten Paleize «Soestdijk".
Op de gebruikelijke plaatsen is heden aan
geplakt een kennisgeving nopens de uitbe
taling dei toegekende vergoedingen voor
herhalingsoefeningen van landweerplichtjgeD.
Daarbij is bepaald, dat de uitbetaling daar
van zal aanvangen op Woensdag 11 Juli en
voorts zal geschieden eiken Vrijdag en Woens
dag des ochtends tusschen 9 en 12 uur ter
Gemeente-Secretarie.
De kennisgeving, welke we te laat ontvingen
om haar nog in dit nummer te kunnen op
nemen, wordt Dinsdag geplaatst.
1.)
„Mijn oom, zei lie man met 't glazen oog, was
wat men noemen kan een achtste milliouair; hij
bezat circa honderdtwintig duizend pond en bjj heeft
mjj alles nagelaten."
Ik zag naar de glimmende jasmouwen van den
spreker.
„Alles, tot den laatsten stuiver!" vervolgde de
man met bet glazen oog, en met het andere oog
keek hjj my aan, half beleedigd, half verwonderd.
„Ik heb nooit zulk een fortuin bezeten."
„Maar een legaat ia niet altijd een zegen", merkte
hij diepziunig op.
„Soms niet 1" bevestigde ik.
„Hjj was schrijver en heeft vele boeken geschreven."
„Och kom!"
„En dat was juist 't kwade van de zaak." Hjj
zweeg om te zien, weke uitwerking die woorden
haddendoch spoedig ging hjj voort
„Hy was mijn oom van moederszijde. Hij had
bepaald een zwak voor zedelijke literatuur. „Zwak"
is niet hot juiste woord „manie" is beter. Hij was
bibliothecaris van een onderwijsinrichting eu nauwe
lijks had hy een beetje geld, of zijn eerzucht begon
zich te openbaren. Het is een raadsel voor mij
Een man van zeven-en-dertig jaar plotseling rijk en
die niet weet, wat hij met geld moet doen. Denkt
De vergadering der Kamer van Koophan
del en Fabrieken kon Donderdagavond door
onvoltalligheid niet plaats hebben.
Hedenavond vergadert de Kimer in
comité-generaal in hoofdzaak om te bespre
ken hel Port-chèque en giro-wezen.
Donderdagavond wordt ten Raadhuize de
openbare vergadering gehouden.
Ds. A. M. Dontter is benoemd tot Pen
ningmeester der Theologische school te Kam-
pen.
De heer E. J. Beumer, tijdelijk leeraar in
Staatswetenschappen aan de Hoogere Bur
gerschool hier, is aan de Rijks-universiteit te
Utrecht bevorderd tot doctor in de Staats
wetenschappen.
Maandag 16 Juli zal het 25 jaar geleden
zijn, dat Joh. van Winterswijk, thans Hoofd
besteller aan het Post- en Telegraafkantoor
hier, werd aangesteld in vasten dienst bij de
Posterijen.
Zeer velen zullen ongetwijfeld den immer
hulpvaardigen man dien dag tot een feestdag
willen maken.
pijt aanbindt n
De heer A. J. Rant, hier, slaagde voor het
Notirieel Staats-exam'n tweede gedeelte.
Mej. H. van der Want behaalde aan de
Nieuwe Huishoudschool te Amsterdam het
diploma als huishoudster.
Mej. N. Carels ging over naar het hoogste
studiejaar van die inrichting en verwierf het
bewijs van bekwaamheid in verstellen.
Het overgangs-examen naar het oudste
studiejaar van de Kon. Militaire Academie
werd o.a. met gunstig gevolg afgelegd door de
cadetten N. A. baron Bentinek, H. J. Drijf-
houd van HoolT en A. C. F. van Kuijk, allen
Van de artillerie b.t.l., en H. Riedel van de
genie h.t.l..
Iemand, die wel geen buitenstaander blqkt,
wijdt in het «Nieuws van den Dag" van
Donderdag de volgende zeer waardeerende
woorden aan overste Metelerkamp, van wiens
schittèrend succes hij het concours-hipique
te Utrecht we reeds gewag maakten
Een groot voorrecht is 't voor de liefhebbers van
de paardensport geweest, Zaterdag tc Utrecht de
kranige overwinning vau overste Metelerkamp te
hebben mogen bijwonen.
Reeds van jaren herdateert de naam, dien Mete
lerkamp zich als kundig en onverschrokken ruiter
verworven heeft; thans is bij de nestor onzer heer-
rijders en een van de weiuige offiecieren, helaas,
die zich op de wedrenneu te paard kunnen ver-
toonen.
Hij evenaart geheel den beroemden Duitscben
oversto Von Heyndn-Linden, den vriend van Keizer
Wilhelm, die, niettegenstaande zjjn hoogju leeftijd,
nog dikwijls en met succes den strijd op het groene
u misschien, dat hij zich behoorlijk kleedue? Dat
hij zich een paar goede pantalons aanschafte Geen
kwestie vanToen liy stierf, liet hy niet eens een
gouden horloge na. Het is oen schande, dat zulke
menschen geld hebben. Hy deed niets anders dan
boeken koopen en bestollenhij kocht ook inkt en
papier on begon zelf boeken te krabben over de
zedelijkheid. Je begrypt zoo iets niet; maar toch
was het zoo. Mijn mooder was zijn eeuige bloed
verwante, behalve een verre neef. En ik was eenige
zoon. Begrijpt u mij Die neef had dok een zoon
maar ze brachten hem te dikwijls by den ouden
heer. Hy was te klein en zoodra hij oom zag, begon
hy te huilen en tegen te spartelen.
„Breng hom weg! breng hem weg. Dadelijk I"riep
oom, zoo dikwijls het kind kwam.
„Dit was een gunstige omstaudigheid voor mjj,
vindt u niet? Mijn moeder dacht dat óok."
De man zuchtte diep en vervolgde weer:
_'t Was een vreemde snuiter, die oom vau my.
Hy leek net een verschrikte jonge geit. Hij bad van
dat haar als Japansche poppen, zwart, hard eu glan
zend, in een krans om het hoofd met in het midden
nierauudal. Zijn gezicht was bleek en do grijze oogen
flikkerden altijd onrustig achter de brilleglazen. Hij
droeg ultyd een lange, zwarte jas eu een slappen
hoed van wonderlijk model. Hij zag er uit om hem
een cent te geven 1 Iu huis droeg hij een llanellen
kamerjapon met een zwart mutsje.
„Telkens verhuisde hy en nam dan zijn schatteu
mee een stoel, dio behoord bad aan Savage Land or,
on twee manuscripten, 'teen van Carlyle, 'tander
van Shelly (dat hadden de verkoopers hem ten minsto
wijsgemaakt) en de volledigste lijst van alle biblio
theken vau Engeland.
„Nooit was nem een woning naar den ain. Hy
q jongere officieren.
Men behoeft de eigenaardige figuur van Meteler
kamp schoonzoon van onzen oud-burgemeester
Den Tex slechts te zien om dadelijk den volbloed
ruiter te herkennen; de slanke, gespierde gestalte,
do gebruinde verweerde gelaatskleur, die typische
stand zijner beenen, alles verraadt den paardenman
pur snug. Meerdere malen werd Metelerkamp het
slachtoffer van zijn hartstochtelijk paardrijden en 't
is zoo typisch, dat, evenals in Duitschland van Von
Heydn-Linden, ook hier to lande ouder bet publiek
het gezogde gaat, dat Metelerkamp ten minste reeds
eenmaal al zijn ledematen en ribben gebroken heeft.
De laatste maal, dat by zoo ongelukkig ten val
kwam, was op de renbaan te Wolfhezentoen
toonde hij zich tevens den echten militair in
dienst is hij dat öok want ondanks zijn zware
kneuzingen richtte hij zica op om onze jonge Ko
ningin, dio zeer ODder den indrnk van het ongeluk
was, persoonlijk gerust te stellen.
Een uitgebreiden renstal heeft Metelerkamp nooit
gehad zyn liefhebberij is altyd geweest het fokken
van inlaudsche paarden en de twee beste inlandsche
paarden, die op «lit oogenblik hier loopen, zyn door
Metelerkamp gefokt en opgevoed't zijn „Helene",
van den heer Bultman, en „Valerie", van den heer
Creutz, die beiden „Bronze" tot moeder hebben.
Tot voor eenige jaren ging hy nu en dan naar de
groote jaarlijkse he .verkoopingen te Newmarket om
eenige Eugelsobe volbloedpairden te koopen„Aemi-
lia", thans het eigendom van jhr. C. de Pesters, is
het laatste Eugelsche paard, dat Metelerkamp in
voerde.
Hoeft Metelerkamp van jongsaf deelgenomeu aan
de actieve sport, toch hield hij er niet van, deel uit
te maken van de Besturen der verschillende vereeni-
gingen; als volbloed sportsman is hij wars vau auto-
cratischen kliekgeest en kleinzielig gedoe, waardoor
de rensport zich hier te lande ougemerkt, maar lang
zaam ou zeker, z' lke bittere vijanden gemaakt heeft.
Voor de populaire renbaan te Bussum maakte hy
een uitzondering en van de stichting dier baan af
trad by op als rechter voor de wedreknen voor het
Bestuur te Bussum is 't van onschatbare waarde,
zulk een der zake kundig en onpartijdig mau iu zyn
comité te hebben, maar tevens, dat 't iu moeilijke
tyden op den steun en den grooten invloed van dezen
nobelen sportsman kan rekenen.
Toen wij verleden Zaterdag teUtrechtMotelerkamp,
gekleed in de eenvoudige maar voorname uniform
der blauwe huzaren, zoo kalm en fier naar den start
zagen rijden, zagen hoe hy het geheele parcours
zonder fouten aflegde en op het laatste moment zoo
forse!» naar voren kwam en de overwinning behaalde,
toen dachten wy aan het schooue voorbeeld, dat
Metelerkamp iu alle opzichten aan zijn jongeren
heeft gegéven.
Aan den le luitenant J. Rinkhuyzen, van
het 3e regiment huzaren, is op zijn verzoek
ontslag verleend uit den militairen dienst
onder toekenning van pensioen en met be
noeming tot reserve-luitenant bij zijn korps.
Ingevolge de heden geëindigde overgang—
exameDs van het Gymnasium zijn bevorderd
tot ''e 2de klasse onvoorwaardelijkJ. Bakker,
H. Kievits, C. \V. F. Ivijftenbelt en J. G. F.
van Vloten voorwaardelijk H. G. F. de Bruijn
en H. N. Spitniettwee.
tot de 3de klasseonvoorwaardelijkG. A.
Fijn van Draat, P. N. U. Har ting, R. C. de
Lange, M. A. E. van der Moer. H. W. Nolting,
A. M. E. des Tombe en A. W. Verhoefvoor-
beweerde, dat hij verhuisde om de lucht, het water,
de lastige trappen of dergelijkeu onzin. Dat 't hem
in 't hem iu 't boofd scheelde, merkte hij niet.
„De buurt waar men woont, doet veel," placht hij
te zeggen, eu als hij dan merkte, dat men om hem
lachte, herbaalde hy„De buurt doet veel voor een
gevoelig mensch".
„Hij schreef niets wat niet reeds door anderen ge
schreven was; maar dat snapte hy niet. Geen mensch
kon zijn werken lezen. Hij wilde een groot opvoe
der zyn eu wist van de dingen, die hy wilde onder
wijzen niot meer dan een jongen. Hy kletste over
waarheid, rechtvaardigheid on den geest der historie.
Hy krabbelde 't eeue boek na het andere eu liet ze
alle voor eigen rekening drukken.
,,Hjj was niet goed by zijn hoofd maar raasde tegen
de critioi, niet omdat ze nem doorhaalden, maar om?
dat ze hoolemaal geen notitie van hem namen.
„Weet je, waarvan de volken behoefte hebben zei
hij met ecu vreeselyk geleerd gezicht. Te leerou, zich
te laten leiden. Ze zijn het spoor bijster en als een
kudde schappen zonder herder."
En dan schreef hjj boeken, getiteld: „De oorlog
en de oorlogsgeruchten" „De geest van tweedracht":
„Het Nihilisme"; „De vivisectie"; „De vaccinatie":
„Het alcovisme" „Het socialisme"; „Het egoïsme
van den kapitalist".
„Ik hoor bet hem nbg zeggen„Ziet gij de wol
ken, die nederdalen over het land? Daarachter loe
ren de Mongolen 1"
„Hij was sterk in praatjes over het Gele gevaar,
bet socialisme en zulke diugen.
„Maar, zei bij, weetje wat den volken ontbreekt?
Ze hebben behoefte aan leiding; ik zal hen onder
richten; dat zeg ik je in alle bescheidenheid. Ik kan
het doen. Ik zal hen brengen iu veilige haven, in
waardelijkW. F- C. van Nieuwenhuizen
niet6cn.
tot de 4de klasse: onvoorwaardelijk: J. J.
Fijn van Draat, A. Greidanus, B. A van Kleef,
O. W. A. van Pallandt, J. A. Roeseling, L. B.
N. van der Veer en J. van Nieuwenhuizen;
voorwaardelijkD. F. van Slootennietéen.
tot de 5de klasseonvoorwaardelijkTh. H.
G. Bremer, G. P. Giskes, J. E. Glim, E. Janssen,
A. Rinkel, VV. B. Spijkerboer en G. J. de Wilde
voorwaardelijkG. W, J. Neeb en Th. J. H,
Steenbeek.
To. de 6de klasseonvoorwaardelijk S. Go-
verts, H. W. van Nieuwenhuizen, D. H. Recter,
B. ter Haar Romeny, H. J. Verhey en B. D.
CordemansvoorwaardelijkE. J. Eveleens.
Voor het toelatings-examen tot het Gym
nasium hebben zich aangemeld 18 Candida-
ten, waarbij 4 meisjes.
De uitslag der overgangs-examens aan de
Hoogere Burgerschool, welke gister geëindigd
zijn, is de volgende
Van klasse I tot klasse II werden bevorderd
Jeann. de Vries, Maria \an der Plank, J.
IJpes, G. J. B. Bremer, J. F. van Lennep, C.
M Smits, J. Liscaljet, Math. M. van Verschuer,
P. A. Roggeveen, L. J. G. Berman, D. Prins, J.
Buijs, Jetske K. van der Wal, Selma H. van
Gelder, S. Knoppers, F. H. Holleman, J. Baren-
dregt, A. M. Andriesse, Th. G. H. Belinfante,
W. J. de Ruyter de Wildt, J. Verhoef, J. L.
Bruinier, G. J Buijs, A. M. E- van Dishoeck,
A. Wei8senbruch, C. Numans, S. P. Geerts, B.
G. Groeneveld, P. H. A. van Akeu, Patr.! Pot
vliet, P. A. Lijbaart, J. Albarda, A. H. Schouten
en voorwaardelijk: C. Coster.
Niet bevorderd werden 10 van de 44 leer
lingen der le klasse.
Van klasse II tot klasse III werden bevor
derd
H. W. van den Toom, S. Steenhuisen, J. H.
A. Reijuers, A. L. ter Braake, P. Schut, J. F.
Goverts, H. van Boeijen, H. van Ramshorst, A.
van Ittersum, Joh. H. Struve, Anna de Vries,
A. Snijder, B. Kruijne, J. Adriaanse, W. van
der Valk, C. J. van Ingen, H. de Veer, F. G.
van Alphen, W. G. van den Berg, F. C. W. Noor-
duijn, A. M. C. Mazel, W. Dalhuisen, Marg.
van Kooten, J. Th. Dorrestein, Adriaantje A.
Jappe Alberts, Marie J. C. Prillevitz, G. F.
Bakker, Berendina F. Vos, Bertha S. A. Evers,
G. F. M. van desDuijn, G. A. Schone, Anna S.
de Pool, A. Holland en M. J. F. van Boecop.
Een her-examen werd opgelegd aan Jeanne
C Albarda.
Niet-bevorderd werden 12 van de 47 leerlingen
der lie klasse.
Van klasse III tot klasse IV werden bevor
derd
Marg. J. A. Hemmes, Willi. A. de Tourton
Bruijns, Bertha van Slooten, Annette J. H. Kam,
G. van Soest, W. G. de Haas, E. C. M. Tjassens
Keiser, J. Migchelsen, E. van Gelder, C. Engelen,
J. F. Wesseling, W. F. Rutgers, A. Meijer, J.
C. A. van de Bogert, P. Jongejan, J. G. A.
Smalt, A, Lohman, P. J. J. Mounier, L. A. Beth,
Corn. W. Heijbroek, W. van Haselen, D. B. J.
't land dor rechtvaardigheid, vol melk en honing.
Zoo ging het maar steeds door.
Toen ik nog een kind was, kleedde mjju moeder
mij twee of drie keer per week netjes aati om dien
ouden gek te gaan hoorenen ik. gehoorzaam aan
de gegeven lessen, bleef dan kalm zitten, net of ik
al den onzin begreep.
Later, jongeling geworden, ging ik nu en dan uit
eigen beweging naar mjju oom zonder eenige bij
gedachte over de erfenis. Ik was de eenige die hem
bezocht, maar hij schreef tallooze brieven aan de
Staatslieden eu Vorsten van Europa, om hen uitte
noodigen, met hem te konicu spreken over de na
tiën en de rechtvaardigheid. Natuurljjk bleven die
brieven onbeantwoord en niemaad kwam bjj hem.
De u laatsten keer toen ik hem zag, gaf bij mjj
een boek. Hij gevoelde zich ouwel, zijn banden
beefden.
„Dit is mijn laatste boek, zei hij, mjjn allerlaatste,
be«to jongenmijn laatste woord aan de volken, die
doof zyn en onwillig."
En ik zag waarlijk een traan droppelen op zijn
perkamenten wang. Hij weende, wyl zijn einde na
bij was en hij had drie-en-vjj,'tig boeken geschre
ven over allerlei onderwerpen
„Misschien ben ik wat bitter en hard geweest
jegens dit geslacht; misschien had ik wat zachtheid
moeten gebruiken om hen te besturen."
Hjj zuchtte en verloor oen oogenblik hot bewust
zijn. Men kon zien, dat hjj erg ziek was. Toen hjj
weer bykwam, leek hij een minuut na te denken.
(Wordt vervolgd.