Dinsdag 21
Augustus 1906.
No. 7238.
55e Jaargang
Reis-exemplaren.
Feuilleton.
De misdaad zijns broeders.
UITGAVE:
FIRMA A. H. VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dmsdarj- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\.
franco per post f 1.45. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale-
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 4.25; eikeregel
meer f 0.25. Groote lettere naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Postbus 9, TeJephoon 19.
Aan onze abonné's, die tijdelijk elders
hetzij binnen- of buitenlands vertoeven, wordt
op aanvrage en met duidelijke opgave
van adres, de CoUrant eiken verschyodag tegen
vergoeding van het porto toegezonden.
Ook niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezending van de
»Amersfoortsche Courant" tijdens buD uitstek
digheid zich verzekeren.
KENNISGEVING.
De BUKGEMEESTER van AMERSFOORT
brengt ter kennis van tie ingezetenen dezer Gemeente,
dat de door den Directeur van 's Rij ka direoto
belastingen, enz. te Utrecbt cxecutoor verklaarde
fcohieren Noa, 6 eu 7 van de
Personeele belasting
over bet dienstjaar 1906 aan den Ontvanger van
'e Rijks directe belastingen alhier zyn ter hand ge
steld aan wieu ieder vorplioht is, zijnen aanslag op
den b\j de wet bepaalden voet te voldoen.
Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen
aangeplakt te Amersfoort den 20. Augustus 1906.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIEBS.
Nog eens de
vervroegde winkelsluiting.
De heer J. Knoppers W.Kzn., te Amster
dam, schreef in »L)e Telegraaf' onder den
titel «Het winkelsluitiDgs-ontworp en zijn
sociale beteekenis" een artikel waarvoor bij
den aandacht van andere bladen verzoekt
en dat wel ter kennis mag gebracht van
hen die. met name te Amersfoort, thans
weer weifelen op het sluk der vervroegde
winkelsluiting.
De bekende schrijver over middenstands
vraagstukken zegt dan
De strijd tusscben voor- en tegenstanders
van wettelijk vervroegde winkelsluiting acht
ik in zijn uard en zijn uiting een strjjd tus-
schen solidariteit en individualisme.
De voorstanders, sprekende door de ont-
werp-verordening, beoogen het welzijn van
de geheele groep van gemeentenaren, die
gezamenlijk den winkeliersstand vormen. Zij
beschouwen de winkeliers als lieden vdeelend
in elkanders vreugde, deelend in elkanders
smart". Zij raeenen, dat een gemeenschap
pelijk belang als het onderhavige hen Ier
verkrijging daarvan solidair, dat istot een
collectieve eenheid, maakt.
De tegenstanders daarentegen beproeven
de onmogelijkheid om binnen de gemeen
schap ieders individualiteit koning te laten
kraaien. Da een verkoopt na negen uur deriien
kippon, de ander twee bloedworsten en de
12.)
„Wat zullen we doen snikte Isabella.
„Hy moet zich geheel door mij laten leiden", ging
Herbert voor, „en ik denk, dat ik hom dan veilig
door deze moeilijkheid kan beenbelpen."
„Ja", snikte Isabella, „bjj zal zich door je laten leiden.
"Vergeef my myn ondankbaarheid, Herbert. Ik ben
slechts eeu arme zwakke vrouw en vergat, hoeveel
we je reeds sohuldig zijn. Je l.ebt je waarlijk als een
broeder jegens Frank betoond."
„Kom, Bella, droog jo tranen, we zullen Frank er
wel uit reddou. Mijn broeder zal niet als misdadiger
veroordeeld worden. Daar zullen we hem voor be
waren, zelfs al kunnen we zijn onschuld niet be
wijzen."
Isabella was thans kalm genoog om te begrijpen,
dat Herbert tenminste zijn bost zou doen, baar echt
genoot te doen ontkomen, zelfs al achtte hij hem
schuldig, en Herbert, ziende, dat zy kalmer was ge
worden. nam afscheid, zeggend, dat hy dadelijk Frank
zou gaan opzoeken.
Hot was een koude, ruwe en donkere November
avond, waarop Herbert zich van Ra ven wood naar
Mitch am begaf.
Daar hy reods zoovele jaren met de Zigeuners be
kend was, had hy geen moeite om door den don
derde drie kistjes sigaren* En daarom moet
de gebeele winkelende gemeenschap het
maar zien te stellen zonder verbeterde levens
voorwaarden.
Zóo kennen zij den enkeling het recht toe,
de dwingeland van de gemeenschap te zijn
Niettemin zijn juist zij het, die de ont
werpers beschuldigen van dwang en aan
randing!
Maar deze vlieger zal niet opgaan.
Als onze lusten anderen lasten bezorgen,
verhinderen deze ons, onze lusten te volgen
of zy onttrekken zich aan onze machtsuit
oefening over ben.
En wanneer deze anderen onze kinderen
zijn, w en wij door ons halsslarig vasthouden
aan gewoonten die ons afbeulen, een erfenis
van slavernij opleggen, dan zijn wij wreede,
ontaarde vaders en moeders.
En ook onze kindereu zullen ons latei-
weinig dank wyten, dat wij hun alzoo door
ons individualisme den weg hebben versperd
tot een meer raenschwaardig bestaan, den
weg ook tot die meerdere ontwikkeling en
betere vakopleiding, welke in den strijd om
bet bestaan onontbeerlijk zijn gebleken.
Gelijk de rechtgeaarde aanstaande moeder
zich solidair stelt met haar nog ongeboren
kind, haar leven richt naar het welzijn van
dezen toekomstmensch en, dit de hoogste wet
van het moederschap achtende, zich zalig ge
voelt onder de nauwkeurige naleving dezer
wet, zoo behooren ook wij, winkeliers, ons
solidair te stellen met hen die de nakome
lingen zullen zijn in onze zaken. Dan zullen
wij, terwijl wy zelf genieten van de vrijheid
die beperking ons heeft doen verwerven, het
gelukkig vertrouwen hebben, dat onze kin
deren ons voorbeeld zullen volgen en eenmaal
eveneens den schat van menschelyk geluk
zullen helpen vergrooten door van den wet
gever nog meer beperkingen te vragen, welke
hun den weg vrij houden naar het ideaal
Door deze solidariteit brengen wij alle
vakgenooten in betere toestanden en sluiten
wij ons logisch aan by den wetgever, die
immers nóóit wetten maakt voor een enkele,
maar immer werkzaam is in het belang van
een groep of van het geheel.
Maar waar dit solidariteitsgevoel ons ont
breekt, daar is het de plicht van dieu wet
gever, hooger te staan dan wij en meer
rekening te houden met het niet-begrepen
belang van allen dan met het aantal van be
krompenen, die een wetgever voor zich alleen
begeeren of zich sterk wanen te raidden
van alles wat hen bedreigt, gelijk een dwaas
tusscben de wilde dieren.
De mensch, als deel der gemeenschap,
wórdt niet gebaat door zijn individualiteit,
want in elke maatschappij loopt elke afzonder
lijke wil zich te pletter tegen den collectieven
Ala bet resultaat der enquête te Amsterdam.
keren en etormachtigen nacht den kortsten weg te
vinden naar do hut, die gewoonlijk door Job Sud-
derlacd werd bewoond. Hy klopte op de hem van
OUda bekende wijze op de deur, waarop Job spoedig
naar voren kwam cd hem naar de bouwvallige hut
bracht, waariu Frank waa verborgen.
Deze waa juist op 't punt zich op tfjn bed te
werpen. Hij had verachetdene nachten achtereen
bijna geheel slapeloos doorgebracht, terwijl hij slechts
tegen deu ochtend eenige uren in onrustige sluime
ring was gevallen. By Herbert's komst schrikte hij
op. De ontmoeting van de broeders was zeer aan
doenlijk. Frank haastte zieh naar voren eu terwyl
by Herbert omhelsde, weende hy bittere tranen,
zooals slechts een sterke man weenen kan.
„Jy tenminste," riep hy uit, „houdt mij niet voor
een moordenaar!"
„Maar Frauk 1" antwoordde Herbert, „hoe zou ik
zoo wreed kunnen wezen? Ik houd je voor
schuldig, al is de schyn tegen je."
„En mijn arme Bella; hoe gaat het haar, Her-
bert?"
„Naar omatandigoeden zoo goed als wij slechts
wenschen kunuen, Frauk. Zoodra ik vandaag vry
kwam, ben ik naar Ravouwood vegaan en deelde
haar zoo zacht mogelijk den vreeselij ken uitslag van
de reohtbank mode. Zy vertelde mij van het be
zoek, dat je honr in het geheim hebt gebracht
hoe onvoorzicgtig en dwaas van je 1 Maar ik denk,
dat je het niet kon laten. Het moet ccbter niet
weer gebeurenwant nu ik vry gelaten bon en bet
bekeud geworden iu, dat je ontkomen bont, wordt
er stellig een belooning uitgeloofd voor jo uitleve
ring en zal de ganscbe omtrek en het huis atreng
wil Yan hot geheel.
En dit zal in toenemende mate zoo voort
gaan, nu de gemeenschapswegen zoozeer de
volmaaktheid zyn genaderd, dat een wenscb
zich in weinige oogenblikken vermag kenbaar
te maken tot in de meest verwijderde plaatsen
van onze planeet.
Die wenschen tot eiken eenliug te richten,
is reeds voor lang veel te tydroovend en te
kostbaar gebleken. Dam om rich tea de handel
en de nijverheid hun wenschen hoe langer
zoo meer tot vereenigingen van eenlingen!
In zulle een vereeniging, coüporatie, stand
of hoe zij heeten moge, moet de eenling leeren
opgaan. Dit is de eenige voorwaarde voor ham
otn niet onder te gaaa.
Alleen in de vereeniging liggen de macht
en de welvaart van den toekomstmensch 1
Als eenling is hij een atoom zonder merk
bare krachtals deel van een vereeniging is
hij een molen, die groote tegenstanden te
pletter rolt
Helaas, het besef van deze waarheden
blijkt velen winkeliers nog geheel vreemd
In hun omsluiering v tn geest gaan zij prat
op een individueels vrijheid, die slaverny
moet heeten.
Zij redeneeren als de fabrieksvrouwen in
Engeland, toen de wetgever haar vóór en na
haar bevalling, gezamenlijk acht weken den
fabrieksarbeid ontzeggen wilde.
»De wetgever", riepen zij, «heeft er niets
mee te maken wat wij met onze lichamen
doen! Als wij ons te gronde richten, is dat
onze zaak; niet de zijne 1"
Zóo miskenden zij de rechten van het on
geboren kind, de rechten vau het komende
geslacht.
Precies zoo eischen ook thans te Amster
dam de tegenstanders der sluitings verordening
voor zich en hun kinderen de vrijheid tot
toenemende ontaarding en schelden zij op den
wetgever, die lichamelijke en geestelijke
veredeling beoogt!
Maar, natuurlijk, de vrijheidsleuze dezer
vrouwen heeft op den Engelscheu wetgever
geen vat gehad.
En de vrijheidsleuze van de tegenstrevende
winkeliers zal evenmin vat hebben op den
Raad der gemeente Amsterdam!
Verbeterde levensvoorwaarden voor allen,
is het wachtwooord der eeuwEn allen, die
halsstarig weigeren, dit woord uit te spreken,
blijven buiten staan!
Mijn ouders hadden een hond van edel
ras, maar door een lichaamsgebrek onge
schikt geworden voor de jacht. Als des
morgens de andere honden werden losgelaten,
was zijn droefheid hartverscheurend.
Het was de drang naar vrijheid, welke zich
kenbaar maakte in. zielroerend gehuil.
Doch na eenige maanden was het dier zoo
danig veranderd, dat het, zoodra zijn halsband
in zyn hok sloop. Met geweld
eenige 'schreden weggesleurd van zijn hok,
liep het ijlings er weer naar toe
In zulk een groote mate was de onvrybeid
hem tot gewoonte geworden.
Deze hond wenschte zich do vryheid om
onvrij te zijn
Precies als de tegenstanders van hetslui-
tingsontwerp.
Maar toch vraag ik eiken winkelier-tegen
stander
Sympathiseert gij werkelijk metdeonvrij-
heidzucht van dezen hond, gelijk zij zich,
geheel ontaard, vertoonde na maanden van
gevangenschap
Immers, neen
Welnu, noem dan ook uw slavernij geen
vrijheid, al is zij door jarenlange onvrijheid
u tot onnatuur geworden
Want gy zyt van veel edeler ras dan de
edelste rashond
Gy zijt mensch.
Dat wil zeggengy hebt plichten tegen
over uw ras. Gij naoogt bevrijding en ver
edeling van uw ras niet. in den weg staan,
maar moet ze bevorderen
Dit recht beeft het nageslacht op u, in de
eerste plaats de zoon, die eenmaal uw op
volger zal zijn
Gy moet uw individualiteit omscheppen
tot solidariteit.
Ook in uw individueel belang, want de
geschiedenis van den hond is nog niet uit.
Zoodra men den hond een groot eind van
zijn hok, in het vrije veld, had gebracht,
begon hij van vreugde te springen en te
blaffen. Dan maakte de echte, de gezonde
vryheidsliefde zich van hem meester en dacht
hij er geen oogenblik aan, naar zijn hok
terug te keeren I
Zoo zal het ook u gaan. Als eenmaal da
verordening u zal hebben verdreven uit uw
hok van slaafsche vrijheidsbegrippen, dan
zult gij dwepen gaan met hetgeen gij thans
dwang en aanranding scheldt.
Dan zult gij uw -bevrijding een geluk
achten 1
Wat kan uw tegenstand eigenlijk uitwerken?
Hij kan den schijn scheppen, dat de Am-
sterdamsche winkeliers voor een sluitingsver
ordening nog niet rijp zijn.
Maar ook niets meer dan dezen schijn.
Voor regeeringloosheid kan de mensch allengs
tot rypheid trachten te komen, door zedelijk
zóo hoog te willen stijgen, dat hij alle justitie
en politie, alle wetgevende en uitvoerende
machten ontberen kanlieflijk droombeeld,
dat nimmer werkelijkheid worden zal I
Doch voor door wetten begrensdev rijheid
is ieder rijp, omdat zij aan ge eene zijde los
bandigheid buitensluit en aan den anderen
kant door vrees voor bestraffing aanvult wat
aan de zedelijke vryheid nog ontbreekt.
doorzocht ea bewaakt worden. Ik zelf zal je te
nauwer nood durven beioeken. Ik heb Bella onder
de boed9 van moeder op Raveuwood aobtergelaten
on d&ar zullen die twee treurenden elkander slcu-
neD. Inmiddels ben ik je komen bezoeken."
„Heb dank, beste broeder. Wy zijn thans allen aan
jou zorgeu toevertrouwd eu ik weet, dat je voor ons
doeu zult, wat je kunt."
Herbert drukte zjjn broeder de band, maar kon
niet antwoorden.
Eiudelyk werd hfj zyn aandoening meester en de
broeders voerden eeu iaug eu ernstig gesprek, waar
van het onderwerp gemakkelijk to gissen is. Ten
laatste bracht Herbert zyn mond dicht bij Frank's
oor en fluisterde
„Mijn beate broeder, je zult ulet iu de gevangenis
komen. Ik heb je allyd teeder liefgehadik weet,
dat je onschuldig beut en je zult je vrijheid terug
bokomen. Ik heb eeu plan uitgedacht en als dit lukt,
bon je binnen aoht-eu-voertig uren vry, maar je zult
natuurlijk het land moeten verlaten. Stem je er in
toe?"
„Wat zog je daar riep Frank uit. „Of ik er iu
toestem? Natuurlijk; want ik ben schuldig verklaard
aan eeu misdaad, waaraan ik zoo onschuldig ben als
jij en indien je mij mijn vrijheid kunt teruggeven,
zal ik je mijn loven Iaug dankbaar blijven. Ja, ik
stem toe. Want zit ik eenmaal in de gevangenis, aan
wordt er naar den waren schuldige niet meer ge
zocht eu blijf ik vry, dau zal ik misschien middelen
vinden om mijn naam te zuiveren en mijn onschuld
aan het licht te brengen. Indten je mij de middelen
uan do hand doet, zal ik ontvluchten en moge God
om bijstaan, den moordenaar van oom to vinden!"
Nadat Herbert zyn broeder verzekerd bad, dat ook
hy van zyn kant alles zou doen wat in zijn vermo
gen was om diens onschuld aan den dag te brengen,
nam by afsoheid vun den armen Frank die den
ganschen nacht weder slapeloos doorbracht-
Den volgenden ochtend liet hy zoo vroeg mogelijk
een krant halen. Met zenuwachtig bovendo vingers
vouwde hij haar open on met doodsbleek gelaat las
hij van de groote gebeurtenis, waarboven met reus
achtige letters geschreven stond
„Ontkoming van een moordenaar I Verbazing
wekkende onthullingen I"
In het stuk, waarboven deze woorden stonden,
werd verteld, hoe de man, die schuldig was bevon
den aan den moord op den heer Wilson, ontkomen
was eu hoe de gevangene, die voor de rechters waa
verscheneo, een ander was gebleken te zijn. Hoede
ontvluchting in haar werk was gegaan, was nog in
een geheimzinnig duister gehuld. Verdere bijzonder
heden werden in een volgend blad beloofd, daar het
gerucht liep, dat de DOlitie den gevangene op het
spoor was, wiens inhechtenisneming ongetwijfeld
binuen weinige uren plaats zou hebben.
Op de laatste bladzijde van de krant stond oon
advertentie, waarin een beloooiug werd uitgeloofd
voor de gevangenneming van Frank Muurse, beschul
digd van moord mot voorboduchten rade.
Nadat de arme Frank dit alles gelezen had, voelde
hy zich zenuwaohtigor en angstiger dan ooit te voren.
Van nlle geestkracht beroofd, zat hy in de armoedige
hut, iu afwachting vau het vreeseljjke lot, dat hem
dreigde en waartegen hy niets vermocht te doen.
(Wordt vervolgd.)