Zoolang dit vorlof niet is gegeven, is het verder veevoer vaij personen of goederen met die draag baren af -\fciertuigen verboden. Van het vervoer zal ten spoedigste, zoo mogelijk vooraf, aan den Burgemeester of aan de beambten door hem daartoe aangewezen, kennis gegeven worden. Van wege de Gemeente zullen voor dit doel kosteloos een of meer draagbaren beschikbaar festeld worden, op de wijze en tor plaatse door en Burgemeester te bepalen. Art. 22. Tot de verplichtingen, i,i deze verordening aan den eigenaar opgelegd, zijn, ingeval de eigendom aan meer dan een persoon toekomt, alle mede eigenaars ieder voor zich gehouden. Bij erfpacht, vruchtgebruik of recht van opstal gaan deze verplichtingen over op den erfpachter, bruiker ot opstalier, gedurende den tijd dat zijn recht duurt. Art. 23. Bij twijfel wordt voor eigenaar,erfpachter, bruiker of opstaller gehouden degeen, die als zoodanig vermeld staat op den kadastralen legger. Ingeval de persoon, op dien legger vermeld, geen bekende woonplaats binnen do Gemeente heeft, buiten de Gemeente woonachtig is. of niet bekend is. zullen de aanzeggingen en aanschrijvingen aan den eigenaar, erfpachter, vruchtgebruiker of op staller volgens deze verordening te richten, in plaats daarvan worden gedaan aan den hoofd bewoner, huurder of bruiker van de woning of het erf. waarop de aanzegging of aanschrijving betrekking heeft. Wanneer geen bewoner, huurder of bruiker bekend of te vinden is, zal de aanschrijving op het perceel en aan het Gemeentehuis worden aangeplakt Art. 24. Met de opsporing der overtredingen van de bepalingen dezer verordening zijn de Gemeente architect, Opzichters der Gemeentewerken, Direc teur der Gemeente-reiniging en alle beambten der politie belast. Aan al de hier genoemde personen, alsmede aan de leden der Gezondheids-commissie, wordt do bevoegdheid verleend om, wanneer zij dit tot handhaving der bepalingen van deze verordening noodig achten, de woningen der ingezetenen, huns ondanks, binnen te treden, met inachtneming van de bepalingen der Wet van den 31 Augustus 1853 (Staatsblad no. 83). Art. 25. Voorzooveel daartegen geen straf bedreigd is bij eene wet, een algemeenen maatregel van in wendig bestuur of een provincale verordening, wordt elke overtreding van artikel 1, 5 of 10 gestraft met een geldboete van ten hoogste drie guldendie van artikel 2, 12, 13, 14, 15, 16, 19 of 20 met een geldboete van ten hoogste vijf guldendie van artikel 18 met een geldboete van ten hoogste tien gulden die van artikel 17 mot eene geldboete van ten hoogste vijftien gulden; die van artikel 4. 6 of 7 met een geldboete van ten hoogste twintig gulden, en die van artikel 3, 8,9. 11 of 21 met eene geldboete van ten hoogste vijf en twintig gulden. Art. 26. De artikelen dezer verordening zijn slechts van toepassing voorzoover in het onderwerp dat zij regelen, niet bij of krachtens de Woningwet en bij de door Gedeputeerde vastgestelde Bouwver ordening van de Gemeente Amersfoort is voorzien. Zijnde deze verordening aan de Gedeputeerde Staten van Utrecht, volgens hun bericht van den 25 September 1906, 3 afd., no. M/114, in afschrift medegedeeld. i En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 6 October des middags te 12 uren. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, doen te weten, dat door den Raad dier Gemeente in zijne vergadering van 28 Augustus 1906 is vast gesteld de volgende Verordening BOUWVERORDENING. Art. 1. Het is verboden, wegen, straten of voetpaden voor het algemeen toegankelijk en aansluitende aan openbare wegen, straten of voetpaden, te hebben of aan te leggen op particuliere gronden, tenzij met vergunning van den Raad en in over eenstemming met de aan eene verleende vergun ning verbonden voorwaarden. Art. 2. Alle erven, aan openbare straten of wegen ge legen, zullen daarvan moeten worden afgosloten door gemetselde muren ter hoogte van twee Meters uit de straat of den weg en ter dikte van minstens éen ijselstoen, of door een op steenen voet geplaatst ^zeren hek terzelfder hoogte. Met toestemming van Burgemeester en Wethou ders kan van deze bepaling worden afgeweken. Art. 3. Niemand mag eenig gebouw, staande aan de straat, geheel of voor een gedeelte afbreken, noch van 'binnen uitbreken, zonder daartoe vooraf schrif telijk toestemming van Burgemeester en Wethou ders gevraagd en bekomen "te hebben en met in achtneming der bopalingen en voorwaarden, door hen te geven. Art. 4. Hot is verboden, zonder schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders, of in strijd met de daaraan verbonden voorwaarden, een gebouw op te richten, te her- of verbouwen, tot woning in te richten, een gebouw, dat aanvankelijk daartoe niet bestemd was, zoomede een gebouw voor be woning voor meer dan twee gezinnen te bestem men of in te richten. Bij het verzoek om ver gunning moet worden overgelegd eene teekening in duplo, duidelijk aanwijzende a. op eene schaal van minstens 1 op 250 liet in de aangifte bedoelde terrein, voorzien van den plattegrond van het geprojecteerde gebouw b. op eene schaal van minstens 1 op 100 den behoorlijk afgewerkten plattegrond van het op te richten, te her- of verbouwen, tot woning in te richten of voor bewoning door meer dan twee gezinnen te bestemmen of in te richten gebouw c. den afstand tusschen de ontworpen gebouwen of muren en de straat of den weg. d. de richting dor naaststaande gebouwen of muren en de rooilijn der ontworpen gebouwen of muren e. de hoogte der ontworpen gebouwen of muren f. de inwendige verdeeling van hot ontworpen gebouw g. bij het bouwen van meerdere niet aan el kander gebouwde woningen den afstand tusschen de woningen onderling. Aon den verzoeker wordt ter Secretarie der Gemeente, op diens verlangen, kosteloos een ge- dagteekende verklaring van het inleveren der aangifte en der teekeningen uitgereikt. Art. 5. Burgemeester en Wethouders beschikken binnen 14 dagen op de verzoeken bedoeld in art. 3 en 4 en brengen do beslissing terstond ter kennis van den verzoeker, onder terugzending van een oxem- plaar der teekening, welke bij toestemming door hen wordt gewaarmerkt. In geval van afwijzing worden de gronden waarop deze berust in de beschikking vermeld. Van de beschikking van Burgemeester en Wet houders is binnen veertien dagen, na datum der kennisgeving aan verzoeker, beroep bij den Raad. De Raad beslist uiterlijk binnen twee maanden na de indiening van het bezwaarschrift. Wijkt deze beslissing af van do door Burge meester en Wethouders gegeven beslissing, dan treedt het Raadsbesluit daarvoor in de plaats en gelden ten opzichte van dat besluit al de bepa lingen omtrent de vergunningen, door Burgemeester en Wethouders te geven. Art. 6. Aan het verleenen der vergunning worden de volgende voorwaarden verbonden; a. dat bij den aanleg van nieuwe straten of wegen gebouwd wordt op een afstand van min stens zes Meter uit de as daarvan b. dat de vloer der woonvertrekken minstens éen decimeter boven de belendende straatkruin gelegen zij c. dat wanneer verzamelingen van meer dan rijf huizen of woningen gebouwd worden en de deur van alle niet aan de straat of den weg uit komt. de woningen minstens een toegang van twee Meter breedte hebben ddat, wanneer deze niet gescheiden zijn door een openbare straat of weg, de voor- of achter gevels tegenover elkander niet dichter geplaatst worden dan op 10 Meter e dat de privaten voorzien zijn van eene ge legenheid tot luchtverversching en niet mogen uitmonden in openbare wateren of riolen f. dat de gebouwen bereikbaar zijn voor de brandbluschmiddelen g. dat geen gebouw worde opgericht tenzij van een trasraam voorzien, minstens ter dikte van de opgaande muren en minstens 6 decimeter hoog, de halve hoogte onder- en de andere helft boven den beganen buitengrond en samengesteld uit besten klinkersteen en waterkeerende metselspecie. Alvorens mot den verderen bouw mag worden voortgegaan, moet dit trasraam van Gemeente wege worden goedgekeurd h. dat het menage-, schrob- en regenwater behoorlijk in goten, riolen, slooten, waterleidingen of zinkputten moet afloopen i. dat geen gebouw tot woning ingericht of bestemd mag worden zonder voorzien te zijn van een pomp of ander dergelijk geschikt middel tot aanvoer van deugdeliik drinkwater; k, dat aanvulling van den bodem onder ge bouwen tct bewoning bestemd, geschiede met zuiver zand l. dat voor de privaten het tonnenstelsel worde toegepast op eene voor de lediging gemakkelijk te bereiken plaats, tenzij afwijking volgens art. 6 bis is toegestaan, terwijl geen fundeeringsmuren van eenig bouwwerk mogen worden gebezigd als wandmuren voor eene leiding, put of vergaarbak van faeealiön m. dat geen vergaarbak en geen zinkput mag worden aangelegd binnen den afstard van 7 M. van een welput, en geen welput binnen dien af stand van een privuatput of vergaarbak of van een zinkput n. dat geen gebouw, dat tot woning ingericht of bestemd wordt, gesteld worde bover. een be staande privaatput; o. dat meer dan éen doelmatige uitgang naar buiten worde aangebracht bij gebouwen ter bewo ning voor meerdere gezinnen bestemd p. dat de buitenmuren van op te trekken ge bouwen (loodsen en andere tijdelijke, niet tot be woning bestemde, gebouwen uitgezonderd) geheel uit steen en kalk zijn samengesteld, ter dikte van minstens 0.22 Meter en indien de muur hooger is dan 8 Meter, ter dikte van gemiddeld minstens 0.28 Metertopgevels van het zoldervlak af, of muren van uitgebouwde privaten en uitgebouwde keukens, niet hooger dan een verdieping of 4 Meter behoeven slechts een dikte van 0.11 Meter te hebben. q. dat het te stichten gebouw rechtstreeks toe gankelijk zij van reeds bestaande wegen of straten óf van dezulken waarvan de aanleg door den Raad werd vergund r. dat de rooilijn evenwijdig zij aan de as van de straal of van den weg en zooveel mogelijk in overeenstemming met die van een der belendende perceolen, indien die minder dan 6 Meter uit de as van den weg zijn verwijderd. Art. 6bis. Het is verboden, privaatputten daar te stellen. Burgemeester en Wethouders zijn echter bevoegd, voor woningen, waar voldoende ruimte is voor liet maken van een vrij gelegen privaatput, op speciaal daartoe, met overlegging eener situatie- teekening in duplo, gedane schriftelijke aanvrage, vergunning te verleenen, onder de volgende voor waarden a. dat de privaatput worde aangebracht op een afstand van minstens 7 Meter van een welput; b. dat de privaatput niet gemaakt worde onder een woning of ander getimmerte e. dat de privaatput uitsluitend mag worden vervaardigd van materialen door Burgemeester en Wethouders aangewezen en door hen of van hunnentwege goedgekeurd en te allen tijde vol komen waterdicht worde gehouden d. dat de plaats waar de put zal worden ge plaatst voldoende door Burgemeester en Wet houders te bepalen ruimte aanbiedt en toeganke lijk is voor de lediging dat aan de privaatput geen verlaat of ge legenheid tot overstorting worde aangebracht dat de privaatput uitsluitend worde gebezigd voor de uitloozing van de door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen privaten g. dat de privaatput uitsluitend mag in gebruik worden genomen, nadat deze door of vanwege Burgemeester en Wethouders zal zijn goedgekeurd h. dat de vergunning te allen tijde kan worden ingetrokken. Art. 6ter. Het is verboden te verhinderen, dat de privaten, privaat- en zinkputten, riolen en goten van be staande of nog te stellen gebouwen door of van wege Burgemeester en Wethouders worden onder zocht. Art. 6quatsr. Het is verboden, na 1 Januari 1901, privaten of privaatputten te hebben, welke in openbare wateren uitloozen. Art. 7. Indien binnen zes maanden na dagteekoning der kennisgeving in art. 5 bedoeld geen aanvang is gemaakt met de werkzaamheden op het terrein wordt de vergunning geacht, niet te zijn gegeven. Art. 8. Wanneer eenig gebouw, muur, heining of schoor steen bouwvallig is en zulks voor de openbare veiligheid gevaar oplevert, zal do eigenaar op daartoe van wege Burgemeester Wethouders ge dane aanzegging en binnen den door het gestelden termijn het bouwvallige moeten herstellen of af breken. Art. 9. Het is verboden, schuttingen, steigers, hekken of palen op de straten, wegen of voetpaden te hebben of te stellen. Burgemeester on Wethouders zijn echter be voegd vergunning te verleenen tot het hebben of stellen van een of meer dier voorwerpen gedu rende een door hen te bepalen tijd. Art. 9bis. De eigenaar, vruchtgebruiker of beheerder van een gebouw is verplicht te zorgen, dat aan de voorzijde van dat gebouw het straatnummer over eenkomstig de Verordening, regelende de verdee ling der Gemeente in wijken en het nummeren der gebouwen duidelijk zichtbaar zij en voort durend in leesbaren, goed onderhouden staat blijve. Bij verandering of vervanging der nummers van Gemeentewege zullen de oude nummers op hare kosten worden doorgehaald en zal ieder eigenaar, vruchtgebruiker, beheerder of bewoner zulks moeten gedoogen. Het is verboden, een doorgehaald nummer binnen éen jaar na de doorhaling over te schil deren of te doen overschilderen ot to verwijderen. De eigenaar, vruchtgebruiker, beheerder of be woner van een gebouw is verplicht te gedoogen, dat daarop worden geplaatst of vastgehecht de bordjes vermeldende de namen der straten, grachten enz., overeenkomstig bovenvermelde verordening. t Art. 10. Niemand mag kelders, putten, riolen, goten of andere leidingen onder de straat daarstellen of herstellen, noch de straten tot dat einde doen op breken, zonder voorafgaande schriftelijke toestem ming van Burgemeester en Wethouders, of langer openhouden dan daarbij is toegestaan. Art. 11. Na afloop der werkzaamheden, bij de beide vo rige artikelen bedoeld, zal door hem die de ver gunning verkregen hoeft, do schade aan'do straat veroorzaakt onmiddellijk hersteld moeten worden. Art. 12. Geen stoepen mogen gemaakt, verlegd, hersteld of afgesloten worden dan mot toestemming van Burgemeester en Wethouders en volgens daarvan gegeven roóiïng. Art. 13. Niemand zal water of andere vloeistoffen van of uit een gebouw onmiddellijk op de straat megen

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 6