Zaterdag 27 October 1906. No. 7267. -56e Jaargang. Feuilleton. De mi Stadsnieuws. FIRM 4 A. H. VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f 1. franco per post /'4.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 40 cent. Legale) olïicieële- en onteigeningaadvertentiën per regel 45 cent. Reclames 4—5 regels f 4.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 40 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT9 Postbus 9 Telephoon 49. KENNISGEVINGEN. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gezien artikel 41 der Gemeentewet, Brengt ter kennis vuu de ingezetenen, dut de Raad dezer Gemeente zal vergaderen op Dinsdag, don 80 October aanstaande, des namiddags te l'/j ure. Amersfoort, 25 October 1906. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van AMERSFOORT, gelet op art.. 37 der Drankwet, brengen ter openbare kennis; le dat bij bon is ingediend een verzoekschrift oih verlof tot verkoop van alcokolhoudeaden drank, andoren dan sterkendrank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, door H. van den ESHOF. in do voor kamer van bet perceel Soesterweg No. 115 alhier; 2e dat binnen twte weken na deze bekendmaking ieder tegen het verleonen van het verlof schriftelijke bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kon in brengen. Amersfoort, 26 October 1906. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Secretaris, J. G. STEflFERT KROESE. Wat wil de Internationale vereeniging „Yrede-tentoonstelling" II. Er is groot verschil tusschen het begrip «vrede' bezien van rnilitairistiscfb'enPacifistisch standpunt. De militairist noemt «vrede" den toestand van wapenrust tusschen twee oorlogen. De vrede is dus voor hem een tijdperk, waarin de wapenen voor korter of langer duur zwijgen, maar waarbij geen enkele secpnde uit het oog mag worden verloren, dat lp een vroeger 6F later toekomst de kanonnen, ge weren en bajonetten geroepen bullen worden om ergens een internationaal geschil te be slechten. De militairist meent, dat leger en vloot aanwezig zijn in dienst van het geweld. De Pacifist daarentegen is de meening toegedaan, dat het geweld der wapenen hoogstens gebruikt mag worden als dienaar van het Recht. De Pacifist meent, dat hetgeen als juist erkend is voor den eenen burger ten opzichte van den anderen, ook als juist erkend moet worden voot alle burgers Van een Staat, d. i een natie, ten opzichte vari een andere natie. De Pacifist vindt, dat poen niet mag z\jn «rechter in eigen zaak". Hij acht het nood zakelijk, dat een internationaal recht worde vastgesteld en aangenomen. Evengoed als er in iederen Staat een po litiemacht aanwezig is, om de orde te hand haven, evengoed zal er bij een Pacifistischen vrede een internationale politiemacht moeten zijn om eventueele rechtsverkrachters totde orde te roepen. Om twee redenen echter zullen er weinig gevallen van rechtsbreuk in den internatio nalen rechtstoestand voorkomen. In het burgerlijk leven komen tamelijk veel misdaden voor, omdaf aan de groote massa der individuen het gemakkelijker valt, aan den arm van het recht te ontkomen en velen meenen, dat zij handig genoeg zijn om onbemerkt, en dus ongestraft, in strijd met de wetten te kunnen bandelen. Daar er echter een beperkt aantal Staten bestaat, kunnen er minder misdadigers voor komen en daar zullen er minder zijn, omdat de Staat, die het recht aantast, zeker weet, dat hij ontdekt en gestraft zal worden. Dit is de eerste grond waarop men kan beweren, dat weinig verkrachting van het internationaal recht-zal voorkomen. De tweede reden is de volgende: De tegenwoordige Staatsburger is bij zijn intrede' in liét leven ged'wengeri om zijn plichten tegenover den Staat te volbrengen, zonder dat hij in de gelegenheid is geweest, zich uit ie spreken over de meer oi mindere juistheid van de wet aan welke hij zich on derwerpen moet. De Statfen zullen daarentegen met hun volle bewustzijn, na rijp overleg, zich onder werpen aan .wetten, die zij gemeenschappe lijk hebben vastgesteld. Ik zal nu aantoonen, dat het niet wijs is, door instandhouding, verbetering en uit breiding van leger en vloot te trachten den vrede te bewacen. Ja, ik geloof te kpnnm aantoonen dat het binuen een afzienbaren tijd een onmogelijkheid zal blijken dat het «een utopie" is te gelooven, dat de rust der wapenen, waarnaar alle Ilegeeringen streven, blijvend kan zijn zonder grondige veranderingen in de internationale verhou dingen. De Europeesche Staten hebben in 1883 aan directe kosten voor leger en vloot uitgegeven 1807 millioen gulden. Tien jaar later, d. i. in 1893, waren de directe uitgaven 2184 millioen gulden per jaar. Maar weer tien jaren later bedragen de oorlogslasten in Europa 3550 millioen. of 1366 millioen meer dan in 1893. Zeer zeker is de bevolking in die tijdperken óok toegenomen en dus de draagkracht dei- natiën gestegen. Het feit echter; dat do schuldenlast der Europeesche Staten van 1893 tot 1903 met 2562 millioen gulden is vermeerderd, toont ons, dat de stijging dei- oorlogslasten in geen verhouding staat met den aanwas der bevolking. Ik heb nu alleen opgenoemd de directe oorlogslastenik heb niet opgenoemd de bedragen, uitgegeven aan militaire pensioenen, die óok bij de uitgaven voor leger en vloot behooren ik heb bij de directe oorlogsuit gaven niet opgeteld de verschuldigde rente der leeningen ten dienste van leger en vloot. Maar buitendien moeten bij de kosti n van oorlogstoerustingen nog opgeteld worden de bijdiagen, door ouders en voegden aan hun zonen gedurende hun diensttijd verstrekt. Ik geloof niet ver van de waarheid te zijn indien ik aann em, dat de totale oor logslasten in 4903 niet zijn geweest 3550, doch rond 5000 millioen gulden. Wij mogen veilig aannemen, dat men de stijging dftr oorlogslasten slechts door de vermeerdering der Staatsschulden heeft kun nen betalen. De vooruitgang der techniek, veroorzaakt door den vooruitgang van het rnonschelijk vernuft, doet dagelijks nieuwe verbeteringen vinden in de verdedigings middelen, waardoor dan weder een verbetering in de o o r 1 o g s wapenen moet worden bedacht, verbeteringen die ook weder, dank zij het 37.) Job Sudderland wachtte even, alsof hij do uit werking zijner woorden wilde nagaan, en her haalde toen gewichtig „'t Is misschien goed als &POg <5en ding zeg." „En dat is?" zeide do heer -Pearson. „Ja, ziet u, mijnheer, iklheb altijd een aletlf ver moeden gehad, dat het vergaan van de „Danlruno" niet geheel by ongeluk gebeurd is." Nu was het de beurt van den heer Pearson om verbaasd te sjjn, want het tinken van het schip had hy nooit aan iets auders toegesohrevon dan aan de gevolgen van don storm. Nu hy echter de zuak uit dit nieuwe gezichtspunt bezag, kwamen sommige omstandigheden, waarop hy destijds geen echt geslageu had, hem zeer verdacht voor. Hij herinnerde zich, dat de kapiteiu een der eersten was gevcsst; die het schip had verlaten, hem en vele anderen aan bun lot over overlatend. Nu hjj zich dit feit te binnen riep, kwam hem die handelwijze zoer vreemd voor. Job vertelde nu oonige bijzonderheden aangaande den koers, die het schip had genomen, eer het ver gaan was, waaruit bleek, dat het bijna mot zeker heid te zeggen was, dat het schip moedwillig aan ondergang was prijs gegeven. De heer Pearson was als verlamd door de gemengde gevoelens van schaamte, toorn en verdriet over de slechtheid van zijn broeder; want hoewel de ge dachte nog Diet was uitgesproken, stond zij bij allen vast, dat het laten vergaan door diens toedoen wM menschelyk vernuft, gevonden worden. Het gevolg daarvan is, dat onophoudelijk doelloos werk wordt verricht, omdat de arbeidskracht der menschen, die do produc tiviteit der wereld ten goede zou kunnen komen, wordt gebruikt om voorwerpen te vervaardigen, die na enkele maanden, soms reeds na enkele weken als onbruikbaar moeten terzijde worden gelegd. De koston van den «gewapenden vrede" bedragen dus per jaar zeker 5000 millioen gulden. Men beweert wel eens, dat die 5000 mil lioen niet weggeworpen zijn, omdat toch zeer velen bun brood verdienen door de leveran ties aan leger en vloot. Men beschouwt dan het railitairisme als een inrichting voor werkverschaffing. Maar zij die zóo rede- neeren, handelen verkeerd, indien een ar beider brood koopt, dient dat voedsel om opnieuw brood te verkiijgeu voor hem en anderen. Het voedsel, dat de militair ont vangt, dient niet om nuttige werkkracht te produceeren. De kapitalen, verstrekt aan het militairisme, worden improductief, ten minste voor 'bet grootste gedeelte. Laat ons eens n igaan, in welke verhou ding deze uitgaven voor leger en vloot staan tot ile uitgaven voor onderwijs, justitie, enz. De statistiek van professor Hickmann leert ons, dat de totale uitgaven der Euro peesche Staten verdeeld zijn als volgt Algemeen Beheer 4 pCt., Marine 6 pCt., Leger 17.2 pCt., Pensioenen 2.2 pCt., Rente en aflossing der schulden 24.0 pCt., Finan cieel beheer 13.2 pCt., Openbaar onderwijs 5.6 pCt., Justitie 2.1 pCt., Buitenlandsche zaken 1.7 pCt., Verschillende takken van bestuur 27.0 pCt.; samen 100 pCt. Indien wij een deel der pensioenen daarbij optellen, bedragen de oorlogskosten ongeveer 25 pCt. der gezamelijke Europeesche Rijks uitgaven. Hieraan kunnen wij nog toevoegen een deel der uitgaven, gedaan voor rente en aflossing der Rijks-schulden, dio wij feitelijk alle op rekening van den «gewapenden vrede" kunren schuiven. In ieder goval mogen wij minstens 25 pCt. der totale jaarlijksche uit gaven op rekening stellen van leger en vloot, terwijl bet openbaar onderwijs eh de justitie slechts 5.6 pCt. en 2.1 pCt. ontvangen. Met deze cyfers komt dus te vervallende redeneering van vele militairisten, als zou de vooruitgang der volken onder de oorlogs lasten niet lijden. Het militairisaie is een woekergezwel gelijk, dat alle krachten van het Staatslichaam op slorpt. Ook de economische verhoudingen der Europeesche volken worden bedreigd door dezen toestand van gewapenden vrede. Maar nog meer. In 'vroegere tijden stierven de menschen, doordat de wetenschap niet bij machte was hun te hulp te komen, en nu de wetenschap de middelen heeft gevonden, ontbreekt het aan geld om de ziekten te bestrijden en de vorderingen der wetenschap algemeen toe te Het onderwijs vraagt meer geld voor scholenbouw, vraagt meer geld om de onder wijzers beter te betalen. Het geld is echter niet beschikbaar. Wat zien wij De Staat is gedwongon, meer gevangenissen, meer krankzinnigengestichten, meer zieken huizen te bouwen, omdat het geld ontbrookt voor hygiënische maatregelen, voor de be strijding van ellende, onwetendheid en tuchte loosheid. Maar ondanks «lat alles de Pacifisten zyn geen anti-militniristen zij erkennen het recht van zeltverdediging zy weten, dut het in de mcnschëlijke natuur ligt om zich te weren, óok al weet de mensch, dat h\j het onderspit moet delven. Do Pacifist gelooft, dat indien de mensch- heid overtuigd zal zijn, dat rocht gaat boven geweld, de legermachten zullen komen in dienst van het recht, dat er dan alléén zal zijn een zeer beperkte politiemacht. Zij willen, dat hetgeon erkend moet worden als juist en dat hetgeen als juist erkend is voor de individuen onderling, óok erkend zal worden als juist voor de groepen van individuen, dat zijn de Natiën. Een dief steelt omdat hy het begeerde niet langs gerechtelijken weg kan verkregen, hoezeer er een gerechtelijke weg bestaat. Voor do Staten bestaat echter geen gerech telijke weg en dus zijn zy gedwongen, hun toevlucht te nemen tot het geweld, indien hun recht door de anderen niet wordt erkend. De tegenwoordige Staten nemen van andere Sluten met geweid hetgeen zij niot lungs gerechtelijken weg kunnen verkrijgener heerscht dus tusschen hen rechteloosheid, een toestand van anarchie. Deze anarchie nu bestrijden de Pacifisten. Al hetgeon hierboven geschreven is, hoeft uiteraard alleen betrekking op beschaafde volkeren. Onbeschaafde volksstammen kun nen nimmer lid zijn van oen rechtsgemeen schap. (Wordt vervolgd.) Mr. A. W. van Beeck Calkoen, lid der Provinciale Staten voor Amersfoort, zal in de aanstaande zitting dier Staten ontslag nemen als lid van Gedeputeerde Staten, doch voorloopig nog in functie blyven als lid der Provinciale Staten. geschied. Do hoer Pearson kon het niet langor uithouden. Hij wenschte dien dag niets racer van Job te zien of te honren. „Ik heb genoeg gohoord", zoide hy, „laat hy heengaan." Na Job's vertrek zaten beide boeren eenige oogen- blikken in diep nadenken verzonken, pciuzeodo over de vroemde ontbullingou, die Job bad gedaan. „Geef me nog vijf minuten, mynheer, ou ik zal u alles vertollen", zeide Havik ten Inatslo. „Zeer goed", antwoordde do aoiigesprok-ue en zij vervielen weder in stilzwijgen, „Nu ben ik gereed om u mijn meaning over do gcheolo zaak mede to deelen", zoide Havik, na een langen tyd to hebben nagedacht „Zal ik beginnen „Ja, ga uw gang. Ik geloof, dat ik nu alles dragon kan, wat u my te vertellen heeft." „Beat, mynheer. De feiteD zijn u bokenddus zal I ik u slechts tnededeelen tot welke slotsom ik bon ge komen. Agenda voor do openbare vergadering van don Raad der Gomoonte Ameretoort op Dinsdag 30 October 190G, do» middags half twee 1. Voorstel van Burgemeester on Wethouder» tot het goven van eervol ontslag aan de ondor- w ij zo ros H. Hulstyn (Meisjesaohool). 2. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het goven van eervol ontslag aan do onder wijzeres L. C. Oerlemnns(school Koningsstraat). 3. Benoeming van een onderwijzer aan do openbaro Jongensschool 1ste soort (Heorenstraat). ■I. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot hot goven van verlof aan den onderwijzer II. van Gelder (school Hellestraat). 5. Voorstel van Burgemeestér en Wothouders tot vaststelling van de jaarwedde van de onder wijzeres M. B. ICykolboom, G. Voorstel van Burgemeester en Wethouders betreffende de voorziening in do vacnture, ont staan door het eervol ontslag van den onderwijzer L. A. Slot. 7. Vaststelling van jaarwedden en pensioens grondslagen voor personeel, verboniEu aan de Burgeravondschool en Iloogere Burgorschool. „Ton eerste, wie hoeft don hoer Wilson gedood Een .onbekend persoon heeft hem dood gescooten uit oen anderen trein, die evenwijdig liep met don trein' waarin u had plaats genomen. Do tweede, de persoon, dio hot meeste belang bad by uw overlijden en bij dat van u oom, was ongetwijfeld uw broeder Herbort, wart by waszoker goed ingelicht omtrent don inho'M van hot tuata- incut van uw oom. Ik kom dn- tot cfo overtuiging, dat hot uw eigen broeder is, dio uw oom hooft dood geschoten, hoowel w(j orjuog goon bowys van hebben, dat voor do rechtbank van mnieo waarde zijn zou; maar zijn godrag na den oord bewijst voor mij onorostooiolijk on overtuigend, dat hy do moorde naar is! Dat do schu'd on do verdenking op uzou- don vullen, is zokor -orst nlot zyn bedoeling ge weest, daar hy zelf govry,.-nare was logon ontdekking of verdenking." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1906 | | pagina 1