Donderdag 14
Maart 1907.
No 7324.
56e Jaargang.
Feuilleton.
Het Kroontje.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en ZaterdagmiddagAbonnement per 3 maanden 1.
franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regeL (30 cent; elke regel meer 10 cent. (.egale
olïicieële- en onteigeningsadvorteutiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels f 1.25; elke rege
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buitea de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
BUREAU
EORTEGRACHT 9
Postbus 0 Telaphoon 19.
KENNIS G EYING.
De GEDEPUTEERDE STATEN Tan de provincie
UTRECHT
maken bekend, dat op Woensdag 3 April 1907,
van dea middag* twaalf lot dea namiddags balf een uve,
eene |oomini*ai« uit luin midden zitting zal houden
in bet Gemoen'huia te Amerefoort tot bet aanhoo-
reu van bezwaren tegen de door Departement van
Oorlog voorgenomen uitbreidiug van de Hoefsmids-
gchool in die Gemeente.
Utrecht, 12 Maart 1907.
De Gedeputeerde Siaten voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK, Voorzitter.
L. J. RIETBERG, Griffier.
Handel en Nijverheid.
De Dinsdagavond onder voorzitting van don
heer S. J. van Duinen gehouden maandver
gadering van «Handel en Nijverheid" was
vrij Koed bezocht.
Nadat de notulen van 13 Februari onge
wijzigd waren vastgesteld, werden benoemd
tot leden der commissie tot nazien van het
financieel beheer de heeren Bern. Brom,
Laurens J. Luycx en A. J. van Zalingen.
Ingekomen was een ljjst van wanbetalers
in geheel Nederland zal worden toege
zonden aan de leden.
In de vorige vergadering werd aangehou
den de bespreking naar aanleiding van een
vraag over de ook hier door de Gezondheids
commissie voorgenomen raelk-controle.
De heer Van der Wal herinnerde, dat
hij verhinderd was de vorige vergadering bij
te wonen. Inmiddels sprak spr. den Voor
zitter der Gezondheids-commissie, die hem
meedeelde, dat deze commissie de zaak aan
hangig maakte bü den Raad. Onder deze
omstandigheden achtte ook het Bestuur van
H. <Sc N. het 't best, te wachten, Wel wilde
het verklaren, dat het zeer met zijn wenschen
strookt, dai ook hier melk-controle zal komen.
Het Bestuur stelde voor, de besprekingen
aandermaal aan te houden.
Het Bestuur wilde thans een mededeeling
doen naar aanleiding van de behandeling
van het rapport der markt-commissie van
H. N. in de Kamer van Koophandel en
Fabrieken.
De Voorzitter zegt: „De Ka mor heeft
zich niet alleen in hoofdzaken, maar ook in
bijzaken niet kunnen vereenigen met dat
rapportzy trekt niet éen lyn met de ter-
eeniging H. N. Dat is wel jammer, doch
het komt niet ongedacht.
Voor degenen, die achter de schermen
kijken, was bette verwachten, dat de Kamer
de (Jlannen van H. N. zou tegenwerken.
De anthipathie van enkele barer leden tegen
on- a vereeniging heeft weer veel goeds be
dorven. Want mooie frases mogen in de
33).
„Ik werd echter slot en grendel gezet, moeder,
en bleef daar den beelen nacht. D»n anderen dag
vroeg ik of oom by mij wilde komen. Hij kwam
en slaagde erin, mij vrij te krijgen, onder voorwend
sel, dat ik slecht* deelgonomou had aan eeu te ver
Sedreven grap. Dat had ik hem verteld en bij gelooft
et heden nog. Nu echter heb ik u de waarheid
verteld."
.Ik kan 't niet gelooven, neen, neen."
De angstige uitdrukking van haar gelaat woorsprak
echter haar woorden.
.Vraag 't dan aau oom, moedor. Schrijf hem, nu
dadelijk, en vraag 't hem, of, nog beter, ga morgen
zelf naar hem toe. Het is gemakkelijk genoeg om
zekerheid te krijgen."
Zijn moeder zonk achterover in haar stoel.
„Wat heb ik toch misdreven, datje me dit most
aandoen i" jammerde zij.
,Ik zweer u, moeder, dat ik een nacht in de ge
vangenis heb doorgebracht, verdacht van inbraak.
Onlange hebt u mij opheldering gevraagd over mijn
zonderliug gedrag; nu hebt u ze."
.Mijn zoon I" Mijn coon I" kreunde zij en snik
kend verborg zy het gelaat in haar handen. George
zag haar wanhoop en 't deed hem leed, dat by haar
zoo'n verdriet moest aandoen.
„Nu weet u, moeder, waarom u niet kunt doen,
zooals u gedreigd bebt. Doet u 't toch, dan ga ik
Kamer hebben weerklonken over de pogingen
van H. N., voor den onbevooroordeelden
opmerkzamen toeschouwer, is het duidelijk,
dat een veel dieper grondtoon, dan het be
handelen van het rapport ter wille van
den handel wenschHijk maakte, door alles
heen werd gehoord
Eri juist dit is de zwarte zyde, dat de
handel slecht gediend wordt door een op
treden van de Kamer, zooals zy heelt gedaan.
Waut al vrzekert haar Voorzitter, dat by
hem geen parti-pris heeft voortgezeten, de
feiten bewijzen het tegendeel.
Een paar daarvan tot bewys.
Nog eer het rapport in behandeling kwam,
beweerde hjj reeds, in het bijzijn van alle
leden der Kamer, dat de onderteekening van
het rapport bewees, dat daarmee personen
waren belast, niet op de hoogte met Amers-
foortsche toestanden. Die bewering werd door
niets gestaafd.
Eveneens werden door den Voorzitter der
Kamer, zonder eenigen schijn van bewys, in
een vóórvergadering van de Kamer, de cyfers
van de verschillende begrootingon in het.
rapport van nul en geener waarde verklaard.
En toch staan de namen van hen, die de
gegevens verstrekten, iu het rapport.
En dan wordt nog gesproken van: niet
een parti-pris hebben.
Ik vraag aan allen, die prys stellen op een
eerlyke, loyale behandeling van zaken in een
corporatie, of zoodanige aantijgingen zonder
bewys niet zyn beneden de waardigheid van
een Voorzitter in het algemeen en of dit
praeliminairen zijn, die door een leider van
eeu ol'fioieeie vergadering mogen worden ge
uit. En deze zelfde Voorzitter durft beweren,
dat van tegenstand ten opzichte van de ver
eeniging geen sprake was «alleenlijk kon
de Kamer niet in allen deelen met het rapport
meegaan".
Dit «niet in allen deele" beteekentin
geeneu deele.
Niet éen enkel punt bleef onaangevochten,
zelfs die punten, welke geheel buiten hot
verband van het marktwezen staan.
Wij hopen, dat ons nog gelegenheid zal
worden gegeven, officieel de zienswijze van
de meerderheid der Kamer te mogen weer
leggen".
Spr. vervolgtLaat ons nu eens nagaan,
aan de hand van het rapport en van de
notulen der vergadering van de Kamer van
Koophandel, welke bezwaren zijn ingebracht
Die notulen zijn uagenoeg woordelijk gelijk
luidend met het verslag iu de «Amersf. Crt."
van 9 Maart.
Hetgeen omtrent de Botermarkt wordt ge
schreven in het rapport (een stoffige, be-
6ok lie govangeuis in. Zy en ik hooren by elkaar
en u kunt de een* niet straffen «onder ook den
ander te treffen
Eeuige minuten lang werd er geen geluid gehoord,
uitguzondord het gesnik van mevrouw Hemniingi.
George atond naait haar en het viel hem xwaar, haar
zoo te sien.
.Ik had, dit alles verre vau u willen houden,"
«ei by ten slotte. .Er bleef my echter niets anders
over".
„Heb je berouw?" vroeg zyn moeder plotseling
terwyl zy hnm aankeek,
.Opreoht".
„Zal je je in 't vervolg niet meer met misdaad
inlaten f"
.Nooit van myn leven meer."
Zijn hart klopte onstuimig. Zou lijn list gelukken
.Wil je my op je eerewoord beloven, dat je verder
niet meer naar die vrouw zult omxien?"
Even dacht hij na.
.Dat kan ik niet doen," antwoordde by eindelijk.
„Waarom niet?"
.Ik heb haar iief."
Als geelectris erd vloog zyn moeder overeind.
„Je hebt haar lief? Welnu dan,deel haar lot, want
ik zal je beidou vertrappen. Indien uw oog u leed
doet, ruk bet uit." Met woedende blikken Iceuk lij
hem aan, dooh dexe woede bedaarde even suel als
ijj was opgekomen. Zij strekte haar armen uaar
hom uit.
.George, George, is dat je laatste woord f"
„Ik kan niet auders," antwoordde hjj op vasten
toon. „Ik kan u niet heioven, dat ik baar nooit
(«rug wil zien, omdat ik vast besloten ben, haar
eenmaal le vragen of xjj mjjn vrouw wil worden."
Zjjn moeder wrong in wanhoop haar handen.
„Ik zou je nog liever dood zien, dan getrouwd
met die vrouw. Zweer my, dat je haar zult laten
nuuwde, ruimte, die niet voldoet aan de eischen
dor hygiene door het bergen er onder van
karren en wagons waarop alles e>s nog wat
wordt vervoerd) werd door den Voorzitter
der Kamer bejegend mot een sdat is een
zaak voor de politie do nieuwe b illen zullen
óok worden veronireinigd als zij niet tusschen-
beide treedt".
Nopens de eiermarktplaats stelde de Kamer
voor, geen hallen op den Hof te plaatsen,
doch het Havik te overdekken en daarop
éen hal te stellen, waarin boter, eieren, voL
geus sommigen groenten, volgens anderen
ooft en vruchten en aardappels zouden onder
gebracht. Ten slotte kwam men overeen de
groenten daar onder te brengen «voorzoover
er ruimtu is''. Waar moet..dan de overige
groenten blijven als de aanvoer eens groot
is ot groot wordt?
Het plan voor de Beestenmarkt is onbe
sproken gebleven. Ook de Kamer wil daar
het groote vee bijeenbrengen met het klein
vee. Eén minder vriendelyke opmerking wil
spr. zwijgend voorbijgaan.
Hot verleggen der varkensmarkt naar het
Havik werd afgekeurd. De Kamer wil die
ook verplaatst zien naar de Beestenmarkt.
De vischmarkt is er op den duur nog het
best afgekomen. Wol is getracht, daarvoor
de Botermarkt binnen te smokkelen, doch
door het ernstig protest van oen der leden
is dit uit het advies gelicht.
Spr. heelt niet het plan, de besprekingen
«in allen deele" na te gaan. Up éen zaak
wil hy echter nog wijzen en wel op de
passage iu de Memorie van toelichting, door
het Bestuur van H. N. gevoegd b\j hot
request aan den Gemeenteraad nopens de
fabrieksnijverheid hier ter stede. (Zie «Aft.
Crt." 12 Januari. 2e blad, bladiyde 4, van
«misplaatste zuinigheid" tot «nadenken stem
men".)
De Voorzitter der Kamer heeft daaraan
aanstoot genomen en dit beantwoord opeen
wijze, die spr. geen lust deed gevoelen, in
de vergadering der Kamer daar togenin te
gaan.
Omdat de Memorie uitging van het Bestuur
dezer vereeniging acht spr. zich verplicht,
tegenover deleden een enkel woord te zoggen.
De Voorzitter dor Kamer heeft gemeend,
dat gedoeld werd op het Amersfoortsch linnen
eu beweerd, dal i<t is verdrongen door de
tricot-goederen. Wat in de Memorie is ge
schreven, doelt niet hierop, doch op gebeurte
nissen van veel vroeger tijd, want toen do
nog bestaande stoomweverij werd opgericht,
was de kans voor Amersfoort al grootendeels
verkeken.
De tijd der verplaatsing van de industrie
loopeu want, bj) God, ik breng ju naait haar op do
bank der bescnuldigden en je zult evenals zjj met
do gevangenis kennis maken om injj nimmer meer
onder do oogec te komen."
„Ik geloof, dat u vorstaudiger doet, indien u nu
naar bod gaal, moeder," zei George vriendelijk „Dit
gesprek is niet goud voor u."
„Wjj hebben altijd ous hoofd boog gohoudon in
het graafschap. Onze uaaiu is geslachton lang mot
eere genoemd. Jy ben de eerHte, die afvallig wordt.
Ik dank God, datje vader niet meer leeft; ol de
last is te zwaar voor my om alleen te dragon."
Zij greep naar de dourkuop en wankelde, Hjj
vloog op baar toe.
„Moeder, moo'»', waarom kent u geen modelij
den Zjj is toen n vrouw, al* u?"
„Dat is zjj niet!" riep movrouw Hemming» woe
dend uit. „Zjj is niet al* ikik bon goeu dievegge.
Laat tuyn arm lol, ik kan wel alloen loopen."
Hij opende do deur en zij ging langs bom hoen.
Mevrouw Hemming» bracht ecu slaneloozon nacht
door, gekweld door allerlei schrikbeelden. Zij traoh-
te zich wijs te maken, dat do bewering van baar
zoon, als zou hij lid zijn van non dievenbende, oen
verziniol was van het oogonblik, uitgedacht om do
sirene to redden, die hom in haar netten had ver
strikt. Doch hoe langer zy over do zaak nadacht,
des te muer kwam zy tol do overtuiging, dat hij de
waarheid had gesproken. To vergeefs hield iü zich
voor, dat de gchoele geschiedenis (e onmogelijk lclonk
om waar te kunnen xün. Steeds schoten haar do
woorden van movrouw Du Courey weer te binnen,
waar nog bij kwam hol onloochenbaro feit, dat hij
do jonge vrouw roeds gokond bad vóór hun ont
moeting aan bet atatiou.
Alle» was eerder to dragon dau de pijnlijke on-
zekerheid, waarin zij thans vorkeorde. Daarom be
ult België naar ons land dateert van 1833
tot 1836. Da Nederlandsche Handel-maat-
schappy zat vreeselyk in den knoei. Zij had
groote leveranties voor Oost-Indië, doch door
de troebelen kon of wilde zy niet meer uit
België betrekken. Wel boden Belgische fabri-
kauleu aau, hun hedryf te verplaatsen, doch
duarop werd niet ingegaan, te ineer omdat
Thomas A ins worth, zoon ran oen groot-wever,
uil Engeland naar ons land kwam met een
nieuwigheid, eeu snel-spoel, waarmee moo
driemaal xooveel kun produceoren als voor
heen by weinig moeilykor behandeling. H(j
poogde hier een Weefschool te openen, doch
do menschen hielden hier du handen op de
zakken en hy ging naar Twente, waar hij
in relatie kwam met den Secretaris der Neu.
Huudel-raaatsdiappy. In 1833 werd de Weof-
school opgericht en wei te Goor. Aanvanke
lijk leerden er enkele wevers, die de Dieuwe
incthoae onderwezen aan kinderen een jaar
later reeds aan honderd kinderen. langzamer
hand liep de snel-spoel in heel Twente, waar
tevens vele stoomweverijen werden ingericht
de eorste te Hengeloo. In 1836 werd alleen
te Enschede negen aan toa loon uitbetaald.
Verschillende fabrieken van bombazijn, enz.
werden omgezet in kantoenweverijon.
Op die gebeurtenissen, vallende tussehen
1833 en 1840, doelt de passage in de Memorie
van Toelichting. De clausule is niet uit da
lucht gegrepen en gaat verdor en dieper dan
de Voorzitter der Kamer van Koophandel
zich voorstelt.
Had in dien tijd Amersfoort de zaken goed
ingezien dan waren hier in den omtrek tal
van fabrieken verrezen, ware hier het cen
trum der katoennyverbeid en zou de finan
cieel') toestand der Gemoenlo heel wat anders
zijn dan thans.
Een Bestuurslid heelt uit het ver
slag van do vorgadering der Kamer van
Koophandel gelezen der. zin «het rapport
van H. N. laat aau ernst te wenschen
over".
Wolnu, do Kamer wil in geeu geval de
hallen op don Hof, maar wel een veel klei
nere en zelfs veel te kleine hal op het Havik
bewesten do Bloemendalscho brug. Uit do dis
cussion biykt, dat die hal nu reeds te klein
wordt geacht. In hel advies wordt met name
geschreven: «als do ruimte het toelaat". En
(erwyl erkend wordt, dat de ruimte te klein
is, wordt tóch voorgesteld voor een zeer
groote som gelds het Havik te overdekken
eu daar een hal te bouwen die voor de toe
komst stellig niet voldoende zal blijken.
Spr. wil vragen wat als de Voorzitter
der Kamer de markt-commissie, die zes maan
den werkte en óok de mogelijkheid van hot
sloot zy, naar baar broor te telegrafeer*» *u ham
to vragen wat ur waar <va» van bel verhaal, dat
buar zoon haar had opgodisoht.
Hot in alkaar xotimi van hot lulegram ging niet
gemakkelijk, want zy wist, dat op het platteland (la
inhoud van oen telegram vaak beschouwd wordt als
gemeengoed, Hel sou daarom al te dwaas sijn, op
den man af Ie vragen of haAr zoon was gearresteerd
onder verdenking van misdaad. Zoo'n vraag sou de
kalme juffrouw van het telegraaf-kauloor heolemaal
van strook hrongen. Ten slotte slaagde zy er iu,
haar vraag in een genoegzaam onbogrijpelyken vorm
te kloedon.
„O. heeft my vortold, dat u bom oen», toen b\j ia
moeilijkheden verkeerde, to bulp bent gekomen. Is
zijn «ouderling verbaal waar? Jo begrijpt, dal ik geen
verdere bijzonderheden kau treden. Ik bedoel 't
voorval op Soamoreploiu. Het koint mij voor. dat de
geschiedenis vertonnen is. Woea zoo goed eu sein
oogenblikkelijk terug, Anna."
Nadat het telegram verzonden was, kon «ij niet
anders doen, dan op baar stoal gaan zitten en wach
ten. Eindelijk kwam hot antwoord on met bevende
vinger» scheurde ty do enveloppen open. Wat kon
«ij bevallen, de boveeiiging van haar afsohuwelijken
argwaan, ef de verontschuldiging van haar toon op
allo punten, uitgesonderd dat van x\jn dwaze liefde?
„Het verhaal is volkomen waar, doch slechts een
onschuldige aardigheid, soo*ls George wel uitgelogd
aal hebben. Maak jo niet ongerust. Hjj had gelyk
vertrouwen te stollen ia xün moeder, alhoewel het
vorstandiger was geweest, indien hy geswegen had
Kwee» wal meer zelfstandigheid van karakter hij
hem aan. Alfled."
(Wordt vervolgd.)