Donderdag 4 April 1907. No 7332, 56e Jaargang. Stadsnieuws. Feuilleton. Het Kroontje. UITGAVE: FIRMA A. H VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi. franco per post f 1.15. Advertentiën 19 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale, oflicieële- en onteigeningsadvertentiën por regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25; elke rege' meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht, BUREAU KORTE6RACHT9 Telephoon 19. KENNISGEVINGEN. BURGEMEESTER ou WETHOUDERS van AMERSFOORT, Gelet op aril. 6 eu 7 dor Hinderwet, Brouwen ter kennis van bul publiek, dal een door P. J. WIJNEN ingediend 'verzoek, mei bijlagen, oin vergunning lol bel nprioiiten van eou oven, bestemd tol liet bakken vau brood eu kleingoed in het per ceel alhier gelegen aau do Krommesiraut No. 45, tig bel Kadaster bekend onder Sectie E. No. 2658, op do Secretarie der Guineetile ter visie ligt, en dat op Donderdag, den 18 April aansUuudc, des voor mid dags to balf elf uren gelegenheid ten Raadbuize wordt gegeven otu, tou overstaan vau het Gemeen tebestuur of van een of meer zyuer leden, bezwaren legen liet oprichten van du inrichting in te brougeu. Atnorsloori, 4 April 1907. Burgemeester au Wethouders voornoemd, Ge Burgemeester WUiJTIERS. De Secretaris, J. G. STENFERT KROESE. Do BURGEMEESTER van AMERSFOORT brengt lor keunis van de tiigezetoneu dezer Gutueoulo dat de door den Directeur vau 'sitjjks direct belastingen, euz. te Utrecht ezeuuluor verklaarde kohieren Nos. 1, 2 tin 4 van do Persoueolo belasting over het dieuslja.tr 1907 aan den Ontvanger van 's Rijks directe belastingen alhier zgu ter baud ge steld aan wieu ieder verplictii is, zgueu aanslag op den by do wet bepaalden voel te voldoen. Gedaan en op de daarvoor gebruikelijke plaatsen aangeplakt te Auieufooit dou 4. April 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. Bij de gistermiddag van 1.45 tot 3 uur onder voortzitting van den heer Burgemeester jhr. J' W. A. Barchman Wuy tiers vau Vliet gehouden openbare Raadsvergadering waren slechts tegen- ivsordig 1.1 leden en de Secretaris, mr. dr. J.ü. Stenfert Kroese. Met kennisgeving waren afwezig de heeren Rolandus Hagedoorn, mr. Van Voorst Vader, Plomp, Van Beek, Hamers en Van Kuiken. Tegen de notulen der vergadering van 26 Februari waren geen bezwaren ingebracht zoodut zij als goedgekeurd werden beschouwd. Ingekomen waren van Gedeputeerde Staten beslissingen omtrent aanslagen in de Straatbelasting l'JOö voor kennisgeving verslagen over 1906 van de cotnmissiën van bijstand voor de Gasfabriek, het Middelbaar onderwijs, den Reinigingsdienst, het Lager onder wijs, eu het seminarium der Oud- bisschoppe lijke l.lurezie zullen worden gevoegd bij het Getneente-verslag over 1906; het rapport der Raadscommissie in zake de tram zal worden gedrukt van de Commissie van toezicht op het Lager onderwijs ;en afschrift van een brief, gericht aan haar medelid den heer J. W- Jorissen. De Voorzitter stelde voor, het schrijven te deponeeren ter Secretarie ter inzuge voor de leden. De heer Gerritsen achtte het beter, het stuk publiek te maken De heer J o r i s s e n wenschte dit zelf ook. i De Secretaris doet voorlezing van het schrij ven, dat gedagteekend is van 4 Maart, naar aanleiding van het in de Raadsvergadering van 29 Januari door den heer Jorissen gesprokene, i De heer Gerritsen zou liever het stuk gedrukt willen zien. De heer Jorissen is voorshands tevreden j met voorlezing. Uit de lezing door den Secretaris blijkt, j dat de commissie het betreurt, dat de heer Jorissen niet in haar vergadering van 1 Maart tegenwoordig was en dat zij inet leedwezen heeft kennis genomen van zijn houding in de Raads- 1 vergadering van 29 Januari toen behandeld werd haar voorsicl betredende de salaris-regeling der onderwijzers. De commissie had reden en recht op een meer waardige houdingreden uil wellevendheid, recht j om de verplichting, ook als Raadslid de'Gom- j missie niet te minachten, doch haar prestige i hoog te houden Zij acht het een beleediging, dat tie lieer Jori&Bon zulks niet deed. De heer Jorissen vraagt een kleine toe- lichting te mogen geven en zegt, dat hij den j avond vóór de vergadering een particulier brittlje j ontving, waarop hij antwoordde, dat hij oiuno- gelijk ter vergadering kon zijn en verzocht de I discuesie uit te stellen. Bij voorbaat wilde spr. j nochtans verklaren, dat hij geen rekening of verantwoording wenschte af te leggen van hetgeen hij als Raadslid meende te moeten doen. De brief der commissie is aan spr. geadresseerd uls lid der commissie van toezicht, wat wel een verkeerd adres in. Spr. weet niet, dat hij ooit I de commissie beleedigne, in eenige functie. Tot dusver wacht spr. vergeefs op eenige op- i heldering. Het eerste lid hut beste van de com- missie dat spr. tegenkwam, vroeg hij of dit lid den brief had gelezen of wat spr. had gedaan, I en hel antwoord luidde: lk weet het niet. De Voorzitter stelt voor, het schrijven aan te nemen voor kennisgeving. De lieer Gerritsen zegt, dat de quaestie i in hoofdzaak loopt over de houding door den heer Jorissen in den Raad aangenomen. Diens woorden waren niet aangenaam. Vrijwel zeide I hij ik doe er niets aan ik stel voor het voor- 1 stel aan te nemen voor kennisgeving. Juist weel spr. de gebezigde woorden niet meer on hij verzoekt daarom den Secretaris, die voor te lezen. De heer Jorissen kon do heer Gerritsen licht uit den droom helpen. Spr. stelde 29 Januari voor, het voorstel aan te nemen voor notificatie èn omdat het ontijdig inkwam met het oog op de bestemming tier golden van do Begrooting ën omdat deze zaak pas geregeld werd, maar ook opdat uien niet tot adressanten of wie voor hen opkwamen zou kunnen zeggen, dat do zaak nog in behandeling was. Spr. heeft dat alles breed gemotiveerd en niet geweten, dat daar iets beleedigends in was. De heer Gerritsen leest, dat de heer Jorissen in de Raadszitting van 29 Januari ongeveer zeide: „Mijnheer de Voorzitter,ik heb in de commissie van toezicht op het Lager onder- 40.) Mevrouw Hemmigs stond op. „Ik zal 't eveu halen, Ik had het wel dadeljjk inee naar boven kunnen brongen, maar ik vond 't een beetje gek om daar in de hall mijn dooB uit te pakken." Zij liep naar de deur. „U beeft op uw boouen, mevrouw Hemmings," zei lady Harlsmore modelijdend. „Laat mg oen vau de bedienden sturen." „Neen, neen 1" Zij zoohl naar den deurknop, maar kon hem niet zoo gauw vinden. Het begon haar voor de oogen te duizelen en xjj zou gevallen zijn, indien lord Harlsmore haar niet in zgu armen had opgevangeD „Het is niets, het is alwoor over," zeide xy zwak jes. „Indien u mij even uw arm wilt geven. „Hoor eens, daar komt nieto van in," zei lady Harlsmore op beslisten toon. „Zet haar in dien leun ingstoel, Augustus on haal wat cqguac. Arme ziel, hoe kom je er bij, jo zooveel moeite te govon, ter wijl je doodziek bent." Na een paar slokjes cognac gedronken te hebben, voelde mevrouw HeuimingB zicu heel wat hater. Ondanks alle prolesten der gravin trachtte zij op te staan. wijs reeds als mijn meening doen kennen, dat haar adres in alle opzichter, ontijdig is. Er is pas kort geloden een nieuwe salttrisregcling voor de onderwijzers vastgesteld. De financiën van do Gemeente zijn niet z(io, dat men alweer daaraan kan beginnen. „De Voorzitter: I-Iet is beter, nu niet de zaak zelve te behandelen. „De heer Jorissen: Dat is ook miin be doeling niet, mijnheer de Voorzitter. Ik zou willen voorstellen, deze adressen voor kennis geving aan to nemen. Wij behoeven niet hang te zijr. of de betrokken personen zullen zich nog wel eens weer tot oub wenden over deze zaak. Mochten zij zelf dat verzuimen, dan zullen anderen haar wel opnieuw Ier sprake brengen. Er gaat niets bij verloren, als wij deze adressen voor kennisgeving aannemen". De heer Jorissen: Juist en dat acht ik heter dan deponeeren ter Secretarie, dat wil zoggen la mort suns phrase, terwijl een verwijzing naar de Begrooting is eeu begrafenis eerste klasse. De beer Gerritsen: Zeer zeker zal mon van mij niet verwachten, dat ik mij nu druk maak over deze quaestie, doch de heer Jorissen zal het wel inet mij eens zijn, dat uls in een com missie een voorstel unaniem is aangenomen, een lid dier commissie dan geen andere houding kan aannemen als Raadslid. Op die wijze is samenwerking in commissiên onmogelijk. Had een ander zoo gedaan, dan ware 't nog "niet zoo ergdoch een commissie-lid. De heer Jorissen; Hoe weot de heer Gerritsen, dat liet voorstel unaniem werd aan genomen f De Voorzitter: Het staat in den brief. De heer Jorissen: Ik sla vrij om te stemmen, zooals ik wil en ik naar geweten moet stemmen Wie beledigde? Niet ik, doch de Commissie van Toezicht, welke zegt: „doe'tnog eens over". De heer Vela H e y a mag niet nalaten op te merken, dat een Raadslid een zaak uil gansch under standpunt beziet dan een commissielid. Spr. wil den heer Jorissen niet beschermen deze is daartoe zelf mans genoeg. Doch spr. wil sichzelven vrij houden. De heer V an E s v e 1 d vindt dit een zeer onaangename discussie over een zaak, die beel niet thuis hoort in den Raad en waarmee men als Raadslid niets te maken heelt, Spr. acht het afschrift niet vatbaar voor disoussie. De Raad kan zich niet stellen tusachen den heer Jorissen eu du commiBaie. De heer Gerritsen is het volmaakt eens met dc heeren Veis Heyn en Van Esveld. Het loopt nu echter over de vraag of hut commissielid Jorissen niet een meer fairo houding had dienen aan te nemen. De lieer Jorissen: De heer Gerritsen zal dan eerst moeten bewijzen, dat het mijn doel het voorstel dood te maken, De Voorzittor sluit de discussiön. Ingekomen is nog het advies der Kamer Koophandel eu Fabrieken op het rapport der markt-commissie van de vereeuiging „Haudeleu Nijverheid". De Voorzitter stelt voor, het advies in handen te stellen van B. en W. om prse-advies. „Geeu quaestie vau, dat ik u al die trappen laat afloopen," zei lady Harlsmore, „laat Augustus 't even halen." Mevrouw Hemmings reikte hem een sleutelring toe. „Zoudt u zoo vriendelijk willen zgu?" „O, beel graag," antwoordde de jonge lord met de meeste bereidwilligheid. „U zult 't vinden iu een doosje, een choco lade-doosje, dat geheel in elkaar gedrukt is eu ge sloten met oen touwtje. Het ligt onder mijn zwart- zijdou rok in den reebter hoek. Als u zoo vriendelijk wilt zjju ik geloof werkelijk, dat ik op 't oogen- blik de trap uiet af zou kuunon." Lord liarlstnore nam de sleutels aan. Hg opende de deur oti liep de gaug in, ua de deur zorgvuldig gesloten te hebben. „Het is onbegrijpelijk," zei lady Harlsmore, „dat u mijn kroontje gevonden bebtl Ik wil niet ontken nen, dat ik uieuwsgieiig ben, waut dat zou dwaasheid zgu, maar ongetwijfeld zal do politie alle bijzonder heden willen weten." Mevrouw Hemmings begon te schreien. Wel trachtte zg haar tranen terug te driugeu, dooh hat was r" onmogelijk. Lady Harlsmore keek haar eenige oogenblikkon ongerust aan en daarop sprong zij 't bed uit en strompelde zg was de grootste heldendaad van heel haar leven tiaar mevrouw Hemmings too. „Huil niet, lieve," zeide zij, terwijl zg een arm om do soboudors van de oude dame sloeg. „Ik zie, dat u verdriet hebt en ik zal verder geen woord meer zeggen. De menscnon komen wel eens bij mg, wanneer zg verdriet hebben en soms slaag ik er iu, hen te troosten." De heer Gerritsen acht de zaak zóo in grijpend, dat hij haar liever behandeld zag in de afdeelingen Reiivooy naar de afdelingen zal toch volgen. De heer Visser, Wethouder van Open bare werken, acht het prematuur, thans reeds te besluiten lot ronvooy naar de afdee lingen omdat ook hot advies zal ingewonnen van den Gomeente-architect en do Commissie voor fabricage Zijn deze adviezen ingekomen dan voelt spr. veel voor behandeling in de afdeelingen. De heer Gerritsen zegt, dat hij bedoelt geen advies van B. en W. dan nadat de taak in de afdeelingen is geweest. Als die documenten gereed zijn, kun de zaak naar de afdeelingon. Er zal wei r. tg meer dan een maand tijd» ver- loten worden. De Voorzitter voelt moer voor het voor stel-Visser. De afdeelingen zullen dan ook hot advies van B, en W. kunnen booordeelen. De hoer Veis Heyn steunt het voorstel tn B, en W. na de toelichting, welke Wethou der Visser gaf. Het voorstel- Gerritsen wordt nu verworpen met 6 tegen stemman (voor de heerenOos- en, Van Duinen. Jorissen, Tromp van Holst en de voorsteller). Het voorstel van B. en W wordt aangenomen z. h. st. Ingekomen zijn nog een adres van de firma Gebrs. De Jager en andere bewoners van den Hof, houdende verzoek op den Hof geen markthallen te doen plaatsen bij het markt-rapport een adres van de plaatselijke afdeeling van „Patrimonium houdende verzoek om in dc be stekken voor Gemeente-werken bepalingen op te nemen omtrent om praeadvies aan B.en W\; een adres van de Directie van het „Ned. Ste- nogrufen-bureau Vcs Diaz" om belast te worden met de vervaardiging van het stenografisch vor slag der Raadszittingen gedeponeerd ter Se cretarie een adres van het Hoofdbestuur van den „Algemeenen Nederluudschen Politie-bond" om subsidie voor het examen-fond» om prtB- advies aan B. en W.; een adres vau H. Los houdende verzoek om hooger beroep in zake de beschikking van B. on W. omtrent voorgenomen woningbouw als voren van hut Bestuur dor Diaconieschool, houdende verzoek om uitgang voor een woning naar het Plantsoen als voren; een verzoek van A. van do Pol om restitutio van kosten voor stratenaanleg als voren; van den Directeur dor Hoogere Burgerschool eeu verzoek om kennis te nemen van stukken, in den luntsten tijd over die school geschreven gedeponeerd ter inzage voor de leden. Om 2.18 kwam aan do orde de Agenda, •i. Voorstel van R urge meester en Wethou ders tot goedkeuring van de rekening van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over 1096. Zij sluit in ontvangst en uitgaaf met f300 en heeft con tekort van f29.' Wordt goedgekeurd z. d. of h. st. 2. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders lot het geven van oen buitengewone „O, lady Harlsmore, uw arm, arin boen I" Iedor der vrouwen vorgat haar eigen lijden, om slechts aan dat van de andere te denken. Welke fouten eeu vrouw ook mag hebben, als zg ziet, dat eou audor Igdl, is zg steeds bereid tot xelf- opo during. „Wat komt er mijn been op aan? Aul Het is alweer over." „Laat ik u m bed helpen," „U? Wel, u kunt zelf ïtauweljjkB staan." ,Stoun op mij." Lady Harlsmore sukkelde weer in bed en met moederlijke baud schudde mevrouw Hemmings de kussets op. „Hoe kwam u er bij, zooiets onvoorzichtigs to doen?" zeide zij. „Ik kan andere menscben onmogelijk in tranen zien, behalve wanneer ik uit mijn humeur ben, tiau zie ik 't wel graag", logdo lady Harlsmore uit. „Ja, ik beu een vreemd menschMaar wilt u rnjj uiet zeggen, wat u verdriet doet?" „Ja", zei mevrouw Hemmiugs, „Ik zou 't u heel graag willen zeggen, want ik geloof, dat u mg zoudt begrijpen; maar uw zoon kan iederoogonblik terug komen." „lk zal hem de kamer uitsturen. Wo zullen toch eens zien, of wy elkaar niet kunnen troosloo." Üp dit oogenblik ging de deur opeu en kwam lord Harlsmore binnen. De chocolado-doos, samen gebonden met oen touwtje, had hg in do hand. „Ik kou 't zoo gauw uiet vinden", zei hij. „Ik dacht, dat u gezogd huilt in den linker hoek," „Neon in den rechter", antwoordde mevrouw Hem- mings. „Dit is immers 't doosje, dat u bedoolt?" „Ja juist. Wilt u 't maar aan uw moeder geven Hg ovorhaodigde hot aan de gravin, die het touw tje begon te ontknoopen. „Verbeeld je. mgn kroontje, dat mo in een scho- colatlc-doosje teruggebracht wordt! Maar wat ia dat mevrouw Hemmiugs I" Mevrouw Hemmings vloog ovoreind. „Wat is or?" „Dit is toch tnjjn kroontje niet I" Zij uield oen prease-papier in haar hand. Mevrouw Hemmings staarde het onschuldige voor werp aan of zjj een spookgestalte zag. „Ia er niets meer in do doos?" stamelde zij. Do gravin keerde het doosje onderstebovon. „Neen, dit is alles, behalve wat sajet." Mevrouw Hammings keek sis verdwaasd naar da doos, do presse-papier en het vulsel. Zg «treek mot haar hand langs bet voorhoofd. „Ik heb 't or zelf ingedaan," mompelde zy, „en 'I daarna in mijn zwarte doos weggesloten." „Dan moet iomuud 't uit dia doos gehaald hebben," merkte lord Harlsmore op. „JaJ' Eenige oogenblikkon zat zy diep in godachton verzonken, daarna beurde »y hot hoofd op. „Ik begrijp 't. Toen ik dat dal schepsel ging opzoeken, moet hij... o, zoo zal 't tynl... Ik liet do doos in mgn slaapkamer slaan. Wel sloot ik de deur at, maar hU zal..." „Wie is dio hg?" riep do gravin uit. Mevrouw Hemmings kook haar met verwilderden blik aan. „Mgn zoon. O, God 1" Zij liet zich voorover op hot bed dor gravin vallso. Ofschoon zg juist op 'l pijnlijke beun terechtkwam, werd geen enkele klacht geboord. (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1