Zaterdag 6 April 1907. No 7% 56e Jaargang. Feuilleton. Het roontje. Stadsnieuws. FIRMA 4. H VAN CLEEFF AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag- Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1. franco per post ƒ1.45. Advertentiën 1—8 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale» oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25elke rege' meer ƒ0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9. Telephoon 19. SG EVINGEN. JBSS?» WETHOUDEB8 Gelet op art. 37 dor Drankwet; bronnen ter ope ibare kennis 1°. dat by he is ingediend een verzoekschrift om verlof tot verkoop van alcobolhoudenden drank, anderen dan StsiHandrank, voor gebruik ter plaaise «n verkoop, do, W. i. BOOY, In d. voork.m.r van het perceel Slesterweg, no. 264 alhier 2e. d»t binnen twee weken na deae bekendmaking ieder tegen het vcileenen van het verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders kan in brengen. Amersfoort, 4 April 1907. Burgemeester en Wethouders van Amersfoort, De Burgemeester, WU1J TIERS. De SocreUris, J. G. STENFERT KROESE. Dn BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van den Commissaris Her Koningin in de provinoie Utrecht, dd. 26 Maart 1907, 4e Atdeeling, no. 1277/904, ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Jutpbaas een geval van MILTVUUR is voorgekomen. Amersfoort, 5 April 1907. De Burgemeester voornoemd. WUIJTIERS. Cougres Handelsonderwijs. In het «American Hotel" te Amsterdam is onder voorzitterschap van dr. D. Bos ge houden het congres voor Handelsonderwijs, uitgaande van de «Nationale Vereeniging voor Handelsonderwijs". Mr. Everwijn, referendaris bij het Depar tement van Landbouw, Nijverheid en Handel, vertegenwoordigende den Minister van dat Departement, en jhr. mr. C. Feith, hoofd commies, vertegenwoordigende den Minister van Binnenlandsche Zaken, de beeren G. S. de Clercq, voor de Maatschappij van Nijver heid, J. Bruinwold Riedel, van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, dr. J. H. H. Hüls- mann en de heer Van der Heide, voor het Nederlandsch Schoolmuseum, waren o. a. tegenwoordig, lei-wijl verder de volgende Gemeentebesturen vertegenwoordigers zon den Amsterdam,} 's Gravenhaye, Dordrecht, Delft, Utrecht, Schiedam, Enschede, Deventer, Amersfoort, Zuaoiim en Arnhem. Nog behelsde dè presentielijst de vertegen woordiging vau tel van Kamers van Koop- hundel, een groot aantal vereenigingen en ten slotte ruim 60 schoolopzieners, Directeu ren van scholen en leeraren. De Voorzitter, ifr. Bos, hield een uitvoerige openingstoespraak, waarin hjj allereerst de beide vertegenwoordigers der Regeering wel Lilian was ln 'i raiost geen zenuwachtig persoontje zjj maakte zich niet ©ngernst over dingen, die wel eens zouden kunnen gebeuren en haalde zich even min muizer.nissen in't hoofd over ongelukken, die waarschjjnljjk iocb niet gebeurden. Het was een karakteristieke eigenschap van haar, de dingen te nemen zooals zij wsrèn en zich zoo goed mogelijk naar de omstandigheden te schikken. Toen haar woede over mevrou* Hemmings' lage gedachten eenjgezing bedatrd begon zij eeDs rustig deu toestand na te gaan en kwam tolde overtuiging, dat wanneer die dsnie «erkeljjk haar bedreiging, om naar de politie te g*an, tea uitvoer bracht, het Waurschijnljjke gevolg sou zjjn, dat zjj gearresteerd werd. Alhoewel zij den ernst van een dergelijk dra matisch slot van haar bezoek te Woollacombe nu wel niet overschstte. besefte zij tech ten volle de bespottelijkheid van die gebeurtenis. De t|jd voor opheldering was gekomen en 't zou het verstandigst zijn, die opheldering te geven aan de buitenzijde van de gevangenismuren. Bovendien moest zij niet alleen aan zichzelf denken, maar dat „gekke wijf' (zoo betitelde zjj in gedachten mevrouw Hemmings) zou waarschijnlijk in staat zjjn, haar tante en haar vader in gezelschap van Berlinga ach ter slot en grendel te laten zetten. Ofschoou zij in 't minst geen lust govoelde, laatstgenoemden te be schermen, begreep '-U l°cb, dat 't al te gek zou zijn, hem te gelijk met baar familie op het beklaagden kom heette. Daarna wees hij op de groote belangrijkheid van dit congres, dat in het geheele land sympathiek is ontvangen en waaraan het geheele land zich gehaast heelt deel te nemen. Spr. eindigde met den wensch uit te spreken, dat het congres rijke resul taten zou opleveren en dat 's lands welvaart er door zou gebaat worden. Jhr. mr. C. Feitb deelde mede, dat het den Minister leed deed, zelf niet tegenwoordig te kunnen zijn, maar dat Z. Excellentie het noodzakelijk geacht had, zich officie^te laten vertegenwoordigen. Spr. zou goede nota nemen, van al hetgeen zou gesproken wot^en en daarvan uitvoerig rapport uitbrengen aan den Minister. Verhinderd waren de heeren mr. C. Pjjn- acker Hordijk, Eere-Voorzitter der vereeni ging, en F. B. Löhnis, Inspecteur van den Landbouw. De heer A. van der Schaaf behandelde het eerst de vraag wat moet de omvang zijn van het onderwijs voor kantoorbedienden Zyn conclusie was: Engelsch, Fransch Duitscb, dubbel boekhouden handelsrekeneti Aardrijks kunde, handelskennis, schoonschrijven, machi- neschrijvet» en stenographie. De keuze dei- vakken moet echter vrij zijn. Voor den winkelbedienderekenen, han delskennis. enkelvoudig boekhouden, waren kennis, Aardrijkskunde, Engelsch, Duitsch, Fransch. Met het oog op den weinig vrijen tijd, dient men zich tot het allernoodzake lijkste te beperken. Als tweede inleider trad op de heer Meusen, die een ontkennend antwoord wenschte te geven op de vraag, of liet onder de gegeven omstandigheden mogelijk is, het onderwijs buiten ie avonduren te geven. De heer Meusen wenschte slechts een nadere verklaring te geven van zijn conclu- siën. Spr. was het eens met dr. Bos, die geschreven heeft, dat de winkelbedienden ten minste 10 lesuren per week moeten hebben om het noodige onderwijs te ont vangen. Voor 80 procent van de patroons in het winkelbe 'rijf is het echter onmogelijk, aan het personeel des daags gelegenheid te geven, lessen te volgen. Spr. zou het toejuichen indien van de vergadering een drang kon uitgaan om te komen tot een wettelijke rege ling van het leerlingswezen. Dit acht spr. noodzakelijk ën in het belang van het bedrijf èn in dat der bedienden. Ook de beer H. J. Kolstee, de volgende inleider, wilde slechts kort spreken tot ver duidelijking zijner eonclusiën. In zijn couclusiën zeide de heer Kolstee Jat het de plicht van den patroon is, zijn' jeugdigen bedienden gelegenheid te geven zich bankje te breDgen. Wat inoest zij doen Zij besloot oogeublikkoljjk Woollacombe te verlaten en naar Londen terug te keeren. Eenmaal daar, zou zjj de hulp inroepen van haar vriend, den Secretaris van Binnenlandsche, Zaken, en bem uitleggen in welke moeilijkheden de omstandigheden haar gebracht haddeD. Hij moest 't dan maar met zjju zuster en zijn neef zien klaar te spuien. Als de zaak gesust was, zou zij er voor zorgen, dat zij George nóg eens ontmoette, hem er kennen, dat «y dwaas gehandeld had en vergiffenis vragen. Haar wangen kleurden zich eenigszina don kerder, toen zjj aan hem dacht. Zjj bad bem bela chelijk gemaakt en er was alle kans, dat hg 't haar nooit zou vergeven, maar als hg 't deed wel, dan zou ze hem eens toonen, hoe dankbaar zg kon zgn; mogelgk zou dan selsf na verloop van tgd Zij liet baar gedachtengang den vrjjep loop en de kleur op haar wangen was een aanwijzing voor den aard dier gedachten. Om de waarheid te zeggen, zij was getroffen, en meer dan zij zichzelf bekende, door zijn zelfopofferende toewijding. Welke andere man onder al haar kennissen zou beleid geweest zgn, zich schuldig te erkennen aan eon lage daad, ofschoon hg volkomen onschuldig was, en dal alleen om baar te beschermen Zou Tommy dat gedaan heb ben Zy was er van overtuigd, dal hg er hartelijk voor had bedankt. De meeste vrouwen wekken wel eens te een of anderen tijd liefde op en de meeste mannen zgn dan wel bereid om baar in welspre kende woorden hun liefde te bekennen, maar boe weinigen zijn in slaat, de eerste regelen van eigen belang en gezoiid verstauu voor haar te laten varen Misschien siond George's bereidwilligheid om zoo te handelen ineer in verband met zgn goud hart, dan niet zijn gezond verslaud maar inentohen met een gezond verstand treft men zoo vaak aan en met een goed hart zoo weinig I te ontwikkelen; bovendien is bet zijn belang. Als proef beveelt spr. aan den jongsten be dienden, bijv. die onder de 18 jaar, een vrijen middag per week te geven ter wille van hun onderwijs-belangen. In de middagxitting werd het vraagstuk behandeld Hoe kan het leerlingwezen in den handel worden geregeld om een behoorlijke opleiding te waarborgen Als inleider trad op dr. J. C. Eringaard. Spr. wees erop, dat vele ouders, door een verkeerd gevoel gedreven, hun kinderen liever naar een kantoor dan naar de werkplaats zenden, niettegenstaande een jongen of een meisje vaak de geesteseigenschappen mist, die hij of zij op bet kantoor noodig hebben. Eronlstaan daardoor vele kantoor-»krukken", proletariërs met een hoed op. Daarom achtte spr. bet gewenscht, dat jongelieden, die niet voldoende bewijzen hebben afgelegd van kennis der Lager onder wijs-vak ken en voor studieaanleg niet als kautoorleerlin worden aangesteld. Anderzijds wordt een behoorlijke bandelsopleiding belet door den langen duur of de onaigebrokenheid der beroepswerkzaamheden, waarom spr. wettelijke beperking van den arbeidsduur van jongelieden beneden 18 jaar een dringend vereischte noemde. Eenig debat over dit vraagstuk volgde. Het woord was daarna aan dr. J. H. H. Hülsmann, den oud-Directeur der openbare Handelsschool te Arasterdam, met het onder werp: Is het ooodig, dat de leerkrachten voor het lager handelsonderwijs speciaal ge vormd worden? Zoo ja, kau men dan vol staan met vacantie-cursussen, of zal op den duur een meer omvattende opleiding gevor derd worden? De eerste vraag werd bevestigend beant woord. Omtrent de tweede meende dr. Hülsmann, dat vacantie-cursussen welgeschikt zijn om in betrekkelijk korten tijd een vol doend aantal personen voor de taak van het handelsonderwijs op te leiden. Laatste inleider was de heer Fabius,Inspec teur van het Lager-onderwijs, en wel over het volgende Moeten de inrichtingen voor lager handels onderwijs worden opgerichta. door parti culieren als winstgevend bedrijf, b. door vereenigingen van kooplieden, c. door Ge meenten, d. door het Rijk. Spr. verdedigde deze eonclusiën1. Op richten van lagere handelsscholen door par ticulieren is niet ongcwenscht, maar kan nooit regel zijn. 2. De Gemeenten behooren in het doen geven van handelsonderwijs niet te worden belemmerd, doch haar dat op te leggen als wettelijke plicht, verdientafkeuring. 3. Lager handelsonderwijs door het Rijk te doen geven, is ongewenscht. 4. Het steunen door Rijk, Provincie en Gemeente van bij zondere vereenigingen (die van kooplieden niet uitgesloten) welke zich het geven van handelsonderwijs ten doel stellen, is de beste weg om dit onderwijs tot ontwikkeling te brengen. Ook hierover ontspon zich een vrg belang rijk debat. Omtrent het laatste punt merkte de Voor zitter op, dat de Vereeniging stappen behoort te doen om daar, waar eventueel een con servatief gezind provinciaal bestuur subsi- deering van inrichtingen voor handelsonder wijs in den weg staat, die subsidieering van Rijks- en Gemeentewege toch te verkrijgen. Daarna werd de vergadering gesloten. De Staats-courant voor heden bevat een Kon. besluit waarbij, met ingang van 8 April aan den beer H. P. Staal, op zijn verzoek, een eervol ontslag wordt verleend als Mi nister van Oorlog, onder dankbetuiging voor* de vele en gewichtige diensten, door hem in die betrekking aan H. M. en aan den lande bewezenen benoemd wordt tot Minister van Oorlog, de heer W. F. ridder Van Rap- pard, generaal-majoor, commandant van de Stelling van Amsterdam, bevelhebber in de eerste militaire afdeeling. Van de terugneming Yan de ontslagaan vrage van het Ministerie zal geen mededee- ling worden gedaan in de «Staatscourant". Hiervan zal, evenals met het besluit tot ont slagaanbieding is geschied, kennis worden gegeven aan de Tweede Kamer der Staten- Generaal. Het ministerie dieode zijn ontslagaanvraag in op 12 Februari. Nogmaals zij herinnerd aan ieders plicht, die volgens art. 4 der Kieswet kiesbevoegd is of zich kiesbevoegd rekent en deswege te bekwamer tijd aangifte voor het kiesrecht heeft gedaan, inzage te gaan nemen van de ter Secretarie ter lezing liggende voorloopige kiezerslijsten, teneinde, zoo noociig, daarvan verbetering te kunnen Trage?:. De gelegenheid daartoe staat nog slechts open tot den 45en dezer maand en uitstellen tot den laatsten dag is verkeerd. Ook de tweede druk der De Ruyter-zegels vliegt weg. Juist omdat ze alleen geldig zijn in het binnenland worden ze bij groote massa's opgekocht voor verzamelingen in bet bui tenland. Lieve George I Ja, in haar geheimste gedachten noemde zij hem reeds zoo. En niet alleen baar wan gen, maar ook haar hart gloeide, wanneer zjj aan zjjn edelmoedige handelwijze dacht. Zou zjj ooit in de gelegenheid komen om 1 hem te zeggen hoezeer zij bem verkeerd beoordeeld had en boe zij de liefde onwaardig was, die hjj zoo spontaan voor haar ge toond had Zjj pakte haar koffers en ging daarna haar tante opzoeken, die zij spoedig in de bakkerjj vond. „Lieve tante," zeide zjj, „ik krijg daar juist be richt, dat ik naar Londen terugmoet." „Toch geen slecht nieuws, kind „O, neen, maar ik moet oogenblikkelijk een paar goede kennissen spreken." „Het zal wel zjjn, datje je hier doodeljjk verveelt. Ja, Woollacombe is een nest." „Iutegendeel, ik vind het hier wel wat te opwin dend voor mij." „Kom je nog terug Lilian aarzelde. „Misschien niet logeeren, maar ik kom ik u toch spoedig weer eens opzoeken, tante," Zjj kuste haar. „Wat is u liet voor mjj geweest en wat houd ik veel van u!" Zjj nam harteljjk afscheid van de meisjes in de 'lunchroom en nadat zjj verzocht had om haar koffers na te sturen, ging zjj naar bet station. Zjj was blij, dat haar tante geen tjjd had om haar weg ie brengen, want als zij nu tóch eenmaal gear resteerd moest worden, onderging ze die operatie liever alleen. Op weg naar 't station keek zjj meer malen anstig links en rechts. Er was niemand te zien. Plotseling kwam er eenter iemand met vaart den hoek van een straat omzetten; het was haar of zij door den schrik aan den grond genageld werd, lot zij zag, dut het George Hemmings wwa. „Ik heb maar een minuut den tjjd," zeide hjj, buiten adem, „want ik moet den sueltrein naar Londen zien te balen. Ik moest u echter nog even spreken, want ik wilde „Waarschuwen, haar wangen. „U kunt ieder oogenblik worden in hechtenis ge nomen". „Dat weet ik, dat weet ik." „Ik wilde niet vertrekken vóór ik u dat gezegd had, anders zou 't ljjken, of ik u in den steek liet". „Waar gaat u heen f" „Mijn oom heeft getelegrafeerd, dat ik dadeljjk over moet komen. Ik zou niet gegaan zjjD, indien ik wellicht door hem te bezoeken u zou kunnen redden." „Mij redden Hjj knikte. „Hjj zal alles doen om een schandaal te vermjjden." „Waarin zjjn neef betrokken is, nietwaar? U wilt dus voloonden, dat u mjjn compaan is?" Hjj keek haar verbaast aaD. „Hoe weet u dat?" „Uw moeder ia bjj mjj geweest." „Wat is er gebeurd?" vroeg bjj nieuwsgierig. „U zult den trein missen." Samen wandelden zjj op naar het station. „Was moeder, toen zjj vac u wegging, nog van plan, naar de politie te gaan?" vroeg bjj. „Vaster besloten dan ooit, geloof ik. Van mjj ia zjj reebtatreeks naar bet bureau gereden." „Heeft... beeft zjj u een voorstel gedaan?" Zij keek hem snel even aan. „Ja, zjj beeft mjj het zelfde voorBtel gedaan, dat zjj u deed." „Hebt u 't geweigerd vroeg hjj stotterend. „Ik stond op 't punt bet aan te nemen, maar. maar zjj beleedigde mjj en toen heb ik baar de deur gewezen." „Stond u op 't punt, bet aan te nemen?" „Het eerste oogenblik wel." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1