Donderdag 11
April 1907.
No 7335.
56e Jaargang.
Ver-Fotografie.
Feuilleton.
Het Kroontje.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post f 1.15. Advertentiën 13 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale»
oflicieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent.Reclames 15 regels/-1.25; elke rege'
meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Telephoon 19.
KENNISGEVINGEN.
De GEDEPUTEERDE STATEN der provincie
UTRECHT,
Gelet op art. 105 des Kieswet.
Brengen ter kennis van belanghebbenden, dat de
in de vergadering van bun college van beden vast
gestelde Lijst der Hoogstaangeslagenen iu de provincie
Utrecht, verkiesbaar als afgevaardigde dtr Eerste
Kamer der Stateu-Generaal tot eu met 21 Mei as.
(Zon- en Feestdagen uitgezonderd) voor een ieder
ter Provinciale Griffie van Utrecht ter inzage is
nedergelegd en iu afschrift tegen betaling der kosten
verkrijgbaar is gesteld.
Bedoelde lijst zal, ingevolge art. 105 der Kieswet,
worden geplaatst iu de NederlaudsoheSlaats-couraut
van 5 Mei a.s.
Utrecht, 9 April 1907.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK, Voorzitter,
L. J. RIETBERG, Griffier.
Afgifte vaii attestation de vita aan
gega geerden.
De BURGEMEESTER van AMERSFOORT.
Gelet op bet Koninklijk Besluit van 3 November
1802 (Staatsblad uo. 192),
herinnert belanghebbenden er aan, det aan gega-
geerden geen attestatie de vita wordt afgegeven, dan
na vertoon der gage men Wak te of der door het
Departement van Koloniën in de plaats van eene
dusdanige sekt afgegeven verklaring.
De attestation de vita worden voor genoemde
gegageerden ten Gemeentebuize afgegeven op 15
April 1907, van des voormiddags 9 tot lO'/i uur, en
wordt ieder belanghebbende dringend verzocht, zich
op dat tjjdstip ten Secretarie te willen vervoegen.
Amersfoort, 10 April 1907.
De Burgemeester van Amersfoort,
WUIJTIERS.
Nieuwe zaken, nieuwe woorden. De Redactie
van het maandschrift »De Natuur" gebruikt
dit woord ver-fotografie voor hetgeen inter
nationaal, in buitenlandsche tijdschriften, als
teletotografie in de laatste maanden druk is
ter spraak gekomen. Men kon dit laatste
woord eigenlijk wel behouden, want het voor
voegsel »tele" kennen wij tóch al lang in
telescoop, telegraaf en telefoon, en door de
vervanging er van door „ver" maakt men
toch het geheele woord nog niet tot een
Nederlandsch. Als de zaak ingang vindt, zal
zij denkelijk ook in ons land dit wel doen
onder den naam telefotografie en daarmee
opnieuw het aantal internationale woorden,
die in alle talen gelijk luiden, hebben ver
meerderd.
Een afbeelding of een teekening per tele
graaf, dit is door middel van den electrischen
stroom, over te brengen, is reeds sinds vele
jaren geen nieuws meer. Men moest dan de
teekening met dikken, de electriciteit niet
43).
„Daarna ga ik mijn tante bezoeken, die een win
kel houdt. Waarom zou ik geen tante hebben, die
een winkel heeft Een jongmenach, een van de be
zoekers, geeft rnjj een kroontje, bezet met diamanten,
om dat voor bern te bewaren. Later blijkt het gt-
stolen te zijn. Terwjjl ik op weg ben om 't aan de
rechtmatige eigenares terug te brengeD, tracht een
verschrikkelijke man het mg te ontrooven. U komt
tu8schenbeide en neemt het kroontje mee."
„Dit is niet zoo mooi verzonnen," zei George.
„Uw moedor neemt 't u af. Z(j geeft er de voor
keur aan, te gelooven, dat u medeplichtig is aan
den diefstal. Ongetwijfeld kent zij u beter dan ik.'^
„Het is nergens voor noodig, aat u grof wordt."
„Zij loopt naar de politie om ons te laten arres
teeren. Ik beu op 't oogenblik een vluohtelipg,
evenals n." Zij lachte. „Wat is 't toch bespottelijk
en toch, hoe tragisch! Hoe moet dit eindigen?"
„U is ongelooflijk cyDisch," zei George. „Ik bad
gehoopt, dat u berouw zoudt hebbeD. Het was mijn
bedoeling, u de rsddende hand toe te steken, maar
klaarblijkelijk ia u van mijn bulp niet gediend en
discht u mij liever een aantal leugens op, waarover
u zelf moet lachen."
Lilian wetd plotseling ernstig. „Hebt u wel eeDs
een roman gelezen, waarin twee opnoozele menschen
gedurende langen tjjd er maar niet toe komen, de
meest voor de hand liggende opheldering te geven, die
geleidenden inkt op een metalen plaatje bijv.
op bladtin schrijven, en als dit model dan
in een toestel, van vrij samengestelde inrich
ting, bevestigd werd, kon de telegraafdraad
door de werking der electriciteit op honder
den mijlen afstand, iu een oogwenk een derge
lijke ruwe afbeelding doen ontstaan. Men
beeft dit wel uitgevoerd, min of meer uit
aardigheid, en het was zeker een gewichtige
uitvindiDg uit een wetenschapelijk oogpunt,
maar een nuttig gebruik in het practische
leven is er nooit van gemaakt.
Later heeft men herhaaldelijk beproefd,
in plaats van een teekening, een fotografie
»over te seinen". De pogingen slaagdeu wel,
maar toch niet zoo, Jat men er veel aan had.
Het ging te moeilijk, te gebrekkig en te
langzaam. Stap voor stap is de uitvinding
echter verbeterd en thans is de Duitsche
prol. Korn, te München, er zoover mee ge
avanceerd, dat de resultaten in het openbaar
kunnen bewonderd worden en de telefoto
grafie haar intrede zal doen bij de hulpmid
delen, die de gtoote geïllustreerde tijdschriften
gebruiken om hun lezers niet alleen in
woorden, maar ook in afbeelingen zoo spoedig
mogeljjk het nieuws onder de oogen te
brengen.
De hoofdzaak waarop het aankomt, is een
schakel te hebben, die als het ware het licht
aan de electriciteit verbindt, iets waardoor
het licht en donker van een fotografie over
gevoerd worden, men zou kunnen zeggen
^vertaald" in wisselingen in sterkte van een
electrischen stroom. Hiervoor beeft men reeds
van den aanvang der proeven bet element
selenium gebruikt, een stof, die veel op zwavel
gelijkt, doch vrij zeldzaam is." Het selenium
bezit de bijzondere eigenschap, gevoelig te
zijn voor licht, en wel in dien zin, dat het
vermogen der stof om de electriciteit voort
te leiden, versterkt wordt als zij wordt ver
licht. Laat men een electrischen stroom door
een staafje selenium gaan, dan gaat die er
gemakkelijker door als het staafje doorlicht
beschenen wordt, dan wanneer het in het
donker is geplaatst. Men drukt dit meestal
uit door te zeggenhet licht vermindert
den weerstand, welke het seleninm aan den
stroom biedt. Houdt men dus een klein stukje
selenium, waardoor de electrische stroom
gaat, achtereenvolgens in de donkere en in
de lichte gedeelten van een foto, dan zal die
stroom, als het selenium op een licht plekje
zich bevindt, door het ondervinden van
Wg willen hier even aanleekeneD, dat desele-
uiumcellen, die prof. Korn gebruikt, vervaardigd
worden in de fabriek van den heer J. W. Giltay
(firma Kipp Zonen) te Delft, zoodat Nederlaila
ook nog z\jn aandeel in deze nieuwe uitvinding
heeft.
een eind Hiin 't verhaal maakt Er is niets wat my zóo
irriteert. Maar thans zie ik, dat ik de romanschrijvers
onrecht heb aangedaan. Hier zit ik nu op te helde'
ren en op te helderen tot ik er beesch van word.
en u wilt m\j maar niet gelooven. Niets vau 'tgeen
ik zeg, is in staat u te overtuigen. U hebt u nu
eenmaal in 't hoofd gezet, dat ik een verloren schep
sel ben en een verloren schepsel moet blijven."
„Uw weorden kunnen de leiteD niet ongedaan
maken."
„U gaat naar uw oom, nietwaar? Ik ken hem heel
goed; 'tig een van ingn beste vrienden. We zullou
samen naar hem toe gaaD, dan zult u zien, dat ik
waarheid gesproken heb."
George schudde ongeloovig 't hoofd". Ik betwijfel,
of u myn oom kent. U zegt maar zoowat, of moge
lijk is u overspannen." Ik heb dien medelijden
met u en 'tbest te begrijpen, dat u er maar op los
borduurt. Onder gelijke omstandigheden zou ik
waarschijn)ijk precies het zelfde doen; maar wer-
ke ijk, 't is veel verstandiger indien u openhartig
alles bekent en onvoorwaardelijk vertrouwen stel t
in een waar vriend."
Wie is dat?"
Ik zelf."
Lilian liet zich met een gebaar van wanhoop in
de kussens terugvallen.
„Mijn zenuwen houden 'tniet langer uit. Ik zal
nog gaan gelooven, dat ik ben, voor wie u mij
houdt. Waarom stAat u mij niet toe, de zaak op te
helderen? Beantwoord mij éen vraag. Mag ik met u
meegaan naar uw oom
„Geen quaestie vanwaarvoor zou dat goed zijn
Laat u alles maar aan mij over, ik zal 't wel tot
een goed einde brengen."
„U verbiedt mg dus, naar uw oom te gaan?"
George dacht een oogenblik na.
„Zeker doe ik dat. U zoudt waarschijnlijk mijn
minder weerstand sterker zijn, dan wanneer
het op een minder licht plekje gehouden
wordt, waar de weerstand gruoter was.
Hoe nu deze eigenschap voor het doel aan
te wenden 1
Bij de het laatst verbeterde inrichting van
prof. Korn gebruikt hij een hollen, glazen
cylinder, die, evenals de cylinder van de
fonograaf van Edison, uiterst regelmatig en
snel om zijn as kan draaien, doch tevens
voortdurend een weinig in de richting van
de as verschuift, zoodat hij in werkelijkheid
een zeer enge schroeflijn beschrijft. Op de
oppervlakte van dien cylinder wordt de foto
bevestigd, afgedrukt op een dun,doorschijnend
buigzaam vlies, het zoogenaamde film. Een
sterk lichtgevende lamp werpt haar licht,
tot een enkel puntje geconcentreerd, op die
foto. Van daar gaat het licht uaar het er
voor ingerichte seleniumplaatje, de zooge
naamde seleniumcel, waar de electrische
stroom doorgaat, die vervolgens door den
telegraafdraad het andere station bereikt.
Draait nu de glazen cylinder regelmatig
volgens de schroeflijn rond, dan zal het
lichtende puntje van de lamp achtereenvol
gens op al de plekjes vau de mee rond
draaiende foto vallen, nu eens op een vrij
donker deel dier foto, daD weer op een lich
ter gedeelte. Daardoor zal de seleniumcel nu
eens meer, dan weer minder verlicht worden,
en in overeenstemming hiermede zal de naar
het andere station voortsnellende electrische
stroom afwisselend wat sterker of zwakker
fijn.
De zaak is nu maar om daar ginds de
afwisselingen in sterkte van den aankomen
den electrischen stroom als het ware terug
te vertalen in afwisselingen in lichtsterkte
en dan door dat wisselende licht een nieuwe
foto te doen vervaardigen, gelijk aan de oor
spronkelijke op de plaats van afzending.
Hiervoor heeft men op dat station van
ontvangst een dergelijken glazen cyÜDderals
op het verzendstation en er wordt met de
grootste zorg op gelet, dat beide cylinders
volkomen gelijk zich bewegen. Dit is zulk een
noodzakelijk vereischte, dat er door middel
van den telegraafdraad herhaaldelijk moet
onderzocht worden, of de gang van beide
cylinders wel tot in de kleinste bijzonder
heden geheel de zelfde is. Deze tweede cylin
der nu wordt bekleed met een film dat nog
in blanco is, maar gevoelig gemaakt voor
het licht, evenals de gevoelige plaat in een
camera, want daarop moet nu de nieuwe
loto ontstaan.
Om dit te bereiken, valt ook op dezen
cylinder, en dus op het daarop aangebrachte
lilm, het tot een klein puntje geconcen-
heele plan in duigen doen vallen."
,U weigert dus beslist en onherroepelijk, mij i
te c
at"
teerde licht van electrisch lampje, en dit
lichtende plekje zal op dit film, door de be
weging van hen cylinder, achtereenvolgens
de verschillende plaatsen beschijnen en wel,
door het volkomen gelijk loopen van beide
cylinders, precies met de zelfde snelheid van
verplaatsing en in de zelfde volgorde als
op het station van afzending geschiedde.
Waar hier, op hel station van ontvangst,
het licht op het gevoelige film schijnt, tee
kent het zich zelf af door daar een plekje
donker te maken. Do zaak is nu nog maar,
het er op vallende licht sterker of zwakker
te doen zijn, geheel overeenkomstig met de
lichte en donkere plekjes op de fotografie,
die op het afzendstatic n als model dient.
Dit laatste te verkrijgen, heeft prof. Korn
veel moeite gekost. Kort vóór het aanwen
den der methode, waarmee hij nu het best
slaagt, heeft hij een zoogenaamde Geissler-
sche buis gebezigd, die meer of minder licht
uitstraalde naarmate de electrische stroom,
die er door ging, meer of minder sterk was.
Thans doet hy het echter eenvoudiger en
beter.
De stroom, die aan het ontvangstation arri
veert, brengt een bijzonder soort galvano
meter in beweging, een werktuigje, dat in
het algemeen voor het meten van electrische
strnomen gebruikt wordt en waarin een wijzer
meer van haar plaats afwijkt naarmate de
stroom, die er langs gaat, sterker is. Nu beeft
prof. Korn dit toestel zóo ingericht, dat de
wijzer van den galvanometer een klein
schermpje beweegt, geplaatst op den weg van
hel licht, dat van het electrisch lampje op
de gevoelige film schijnt. Wordt de stroom
sterker en men weet, dat dit geschiedt,
als daarginds, op het station van afzending,
een licbtplekje op de fotografie zijn werking
op de seleniumcel uitoefent dan laat het
schermpje de lichtstralen vrij en valt er veel
licht op het gevoekge film wordt daaren
tegen de stroom zwakker d. i. als daar
ginds een donker vlekje van de foto aan de
beurt is dan schuift door den galvano
meter het schermpje verder voor het licht en
krijgt men ook hier op den draaiende» cy
linder een minder licht vlekje. En zoo volgen
lichte en donkere plekjes elkaar hier op,
in precies de zelfde volgorde en met juist
de zelfde plaatsing, op de gevoelige dunne
plaat als zij daarginds op de «overgeseinde"
loto stonden.
Om de werking geheel volledig te hebben,
moet er nog op meer zaken gelet worden
dan wij hier kunnen bespreken, maar bet
beginsel is hiermede aangewezen. Goede resul
taten zij n reeds verkregen met het overbrengen
van de portretten vau den Duitsche Kroonprins
„,Zeker."
„Dank u. Nu weet ik vraar ik rag aau te houden
heb en wat mg te doen staat."
„Wat wilt u dan doen?"
„Ik ga regelrecht naar uw oom. Het is belachelijk,
dat u mij dat wilt verbieden. De caba «go ten dienste
van iedereen, die er achttien stuivers voor over heeft.
De klopper aan de deur van uw oom's huie ia even
goed voor mg daar aangebracht als voor u. Zoodra
we to Londen aankomen, spring ik in een cab en
binnen twintig minuten ben ik er."
„Men zal u niet toelaten."
„Ik zal den huisknecht net zoolang lastig vallen
tot hg toegeeft. Misschien is bjj in xgn jonge dagen
óok wei inbreker geweest."
„Als men u toelaat, suit u uw eigen ondergang
bewerken."
„Maar ik zal die van u weten te voorkomen. Me
neer Hemmings, u is van pUn uW oom niets dan
leugena op den mouw te spelden."
„Pardon.
„Leugens, echte schooljongens-leugens, waardoor
hg zich geen oogenblik zal laten beetnemen. Denkt
u, dat ik wil hebben, dat u sich zóo aanstelt?"
„Ik vraag niet wat u wilt."
„George neem me niet kwalijk—ik bedoel me
neer Hemmings, er is heel wat op mijn gedrag aan
te merken geweest, maar na een ijjd van dwaasheid
komt het verstand. Toen wjj elkaar't eerst ontmoet
ten, was u jong eu onnoozel. Sedert is u wat minder
afhankelijk geworden van uw moeder", lij wachtte
even door het hoogst bedenkelijke gezicht, dat Hem
mings trok, doch vervolgde kslm
„U ia door 't leven heen en weer geslingerd, in
de gevangenis gezet, tot heler gemaakt van gestolen
juweélen en langzamerhand er toe gekomeo, nw
dwaze idealen te laten varen. Waarom heb ik dat
alles bewerkt? Louter uit een gril? Ik verzeker u
van niet. Ongetwijfeld zou ik mij niet zooveel moeite
met u gegeven hebben, indien ik niet in myn hart
belang in u gesteld bad, zelfs zèo, dat 't mij speet,
dat iemand, die in den grond zóo goed is, zóo.
onnoozel zou blijven."
„U is overspannen."
„Neen, ik weet wat ik zeg. Later zult uzich myn
woorden berrinneren en mij gelijk geven. Ik begrijp
echter, dat u mij op 't oogenblik als krankzinnig
beschouwt."
„Daar zou ik zoetjesaan toe komen."
„Later zult u mjj echter begrijpen en als u dan
nog eens aau dezen tjjd denkt, zult u van schaamte
blozen. Vergeven zult 't u mg nooit. De voorbij
gaande toegenegenheid, die u thans voer mjj ge
voelt, zal veranderen in baat. Als wjj elkaar nog
eens ontmoeten, zult u mg trotsch voorbjjloopen.
Het zij zoode resultaten van mgn werk sullen echter
blijven. U zult u nimmer meer tevreden stellen met
uw moeder steeds en overal aan den boezelaar te
hangen. Tot haar en uw verwondering is u een man
geworden."
De trein stopte aan een tusschenatation. Twee
dames stapten in hun compartiment.
„Ik ga verhuisen naar een rook-conpé," zei George
zeer uit de hoogte. „Goeden dag."
Hg stond op en verdween.
„Ik wist dat 't zoo zou afloopen," mompelde
Lilian. De tranen kwamen haar in de oogen en
woedend veegde zg ze met haar zakdoekje weg.
„Geen enkele man kan de vrouw liefhebben, die
hem beeft gedrild."
(Wordt vervolgd.)