Zaterdag 3
Augustus 1907.
No. 7383
56e Jaargang.
Reis exemplaren.
Feuilleton.
UITGAVE
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden ƒ1.
franco per post 1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Legale,
officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent.Reclames 1—5 regels/11.25;elke regel
meer 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening
gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9
Telephoon 10.
Aan onze abonné's die tijdelijk elders,
hetzij binnen- oi buitenlands, vertoeven, wordt
Op aanvrage en met duidelijke opgave
van adres, de courant eiken verschijndag tegen
vergoeding van het porto toegezonden.
'Jok niet-geabonneerden kunnen op de
zelfde wijze de geregelde toezeuding van de
„Araersfoortsche Courant" tijden bun uitste-
digheid zich verzekeren.
KENNISGEVINGEN.
De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS
FOORT
brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in de provincie
Utrecht, dd. 1 Augustus 1907, 4e Atdeeling, no.
3888/2844, ter kennis van belanghebbenden, dat in de
Gemeente Linschoten een geval van MOND- en
KLAUWZEER is voorgekomen.
Amersfoort, 2 Augustus 1907.
De Burgemeester voornoemd,
WUIJTIERS.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
AMERSFOORT,
brengen ter kennis, dat by hen is ingekomen een
adres d.d. 2 Augustus 1907 van JACOB DOOL,
houdende verzoek om vergunning voor den verkoop
van sterkedrank in bet klein voor gebruik terplaatee
van verkoop, bedoeld in artikel 1, 2e lid, letter a
der Drankwet voor de benedenlokaliteit van bet
perceel, staande aan de Lavendelstraat no. 7 alhier;
dat binnen twee weken na deze bekendmaking een
ieder schriftelijk bezwaren tegen het verleenen der
vergunning kan inbrengen.
Amersfoort, 8 Augustus 1907.
Burgemeestor en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
WUIJTIERS,
De SecretariB,
J. G. 8TENFERT KROESE.
De voordeelen van den
midden-Europeeschen tijd.
Stel, dat 's nachts om 3 uur, als alle men-
schen slapen, zonder dat men het dus weet,
plotseling alle klokken 40 minuten worden
voor uitgezet.
Ik wordt eenigen tijd later wakker, zie op
de buiten mijn weten verzette klok, dat het
half acht is m'n gewone tijd van opstaan
eu sta dus opfeitelijk alzoo 40 minuten
vroeger dan anders. Ik heb dien nacht 40
minuten te weinig geslapen.
Ik moet om 9 uur op mijn bureau zijn;
Olga stond aan het venster van haar slaapkamer
en keek naar buiten, waar alles door de morgenzon
helder verlicht was. De dauwdroppels waren reeds
verdampt eu het gouden zonnelicht speelde door de
bladerlooze twijgen van boom en struik.
„Jelui hebt zeker geen verdriet." zei Olga zacht,
terwijl zy naar twee grauwe vogeltjes keek, die op
het tuinpad vroolyk heen en weer huppeldeD. „Jelui
bent vrij, je kunt vliegen waarheen je wilt, maar
Zij zweeg en keerde zich onr, daar zn do deur
hoorde openen. Primes Anna stond voor baar.
„Daar is juist het rjjtuig aangekomen, waarmee
ik Sulkowsky heb laten afhalen," sprak zij. „Doe
vlug een japon aan en kom in den salon."
Prinses Anna verliet haastig de kamer en Olga
was weder alleen. Zy trad weder aan bet venster en
keek zoo lang naar buiten, tot Warwara eindelijk
kwam eu haar herinnerde, dat haar moeder haar
wachtte.
Olga antwoordde nietszy ging da oude voorbij
en liep de suialle, donkere gang door, die van het
eene einde van bet gebouw lot bet andere liep.
Warwnra schudde het grijze hoofd.
„Het doet my barteiyk leed als ik haar zoo zie,"
dacht zy, „maar dat mag zy niet weten. Mevrouw
heeft me nu eenmaal tot waakhond benoemd."
In don salon vond Olga baar moeder, die druk
met Sulkowakv praatte, terwijl deze verstrooid glim-
lucbend voor zicb keek. Olga begroette den prins
nog stijver dan anders on nam toen een weinig ter
zyde in een gezollig hoekje plaats in een lagen
leunstoel.
Prinses Anna praatte met zenuwaebtigen ij verover
haar schilderijen en bronaen kunstwerken, doch ia-
ik ga er, denk ik, op mijn gewonen tijd heen,
maar begin feitelijk 40 minuten vroeger te
werken.
Om 12 uur ga ik thuis koffiedrinken, feite
lijk 40 minuten vroeger dan gisteren.
Om 5 uur gaan we eten, feitelijk 40 mi
nuten vroeger dan anders.
Om half negen komt de courant. »Hè",
zogt m'n vrouw «wat gek; gisteren en vorige
dagen moest dan altijd het licht opgestoken
worden en nu nietzeker omdat het zulk
helder weer is vandaag. Nu, dat spaart al
weer uit''.
Om haif elf gaan we naar bed, feitelijk 40
minuten vroeger dan gisteren.
Den volgenden dag herhalen zich de zelfde
verschijnselen, met dit onderscheid, dat er
nu niet 40 minuten gesmokkeld wordt op
onze nachtrustalleen behoeft het gas weer
niet opgestoken te worden als de courant
wordt binnen gebracht, wat m'n vrouw weer
opvalt want zij let op de klientjes vooral,
daar het dien dag niet zulk helder weer ge
weest ishet beeft zelfs een paar keer ge
regend, zooals dat hier wel eens meer ge
beurt.
Daar dat latere opsteken van het gas zich
voortaan eiken dag herhaalt, vraagt m'n vrouw
mij wat dat toch is en of dat nog lang zal
duren.
»Ja", zeg ik, «dat zal je heele verdere leven
zoo voortgaan, eu óok ais wij al lang dood
i begraven zijn".
»Dus", concludeert m'n wederhelft, »dan
bespaart ieder huisgezin, dat gas brandt, da
gelijks een paar centen aan gas uit; dat is
per jaar een gulden of zeven".
s Volkomen juist", antwoord ik, «en je voelt
wel, dat dit, uitgebreid over alle Hollandsche
huishoudens die gas branden, een heel aardig
sommetje wordt, dat per jaar bespaard wordt.
Prof. d'Aulnis de Bourouill, te Utrecht, heeft,
meen ik, in 1892, uitgerekend, dat als ieder
Hollander door dat latere aansteken van het
licht slechts 1 cent per week bespaart, dit
aan ons land een besparing zou geven van
om en bij twee en een half millioen's jaars".
»Dat is geen kleinigheid", zegt m'n vrouw.
»Maar nu is dat toch niet heele maal juist;
immers haast alle gasfabrieken zijn Gemeente
exploitaties, dus w&t daar minder wordt
ontvangen, moet weer aan belasting worden
opgebracht; voor ons is het dus eigenlijk
lood om oud ijzer."
«Neen", merk ik op, «er moet aan belas-
lussohen wierpen haar oogen woedende blikken op
haar dochter. De prins wierp er nu en dan een
enkel onbeteekenend woord tusschenslechts aan
een zoo oppervlakkige vrouw als prinses Anna kon
het ontgaan, dat hy in het gesprek volstrekt geen
belang stelde.
„Wat zou hy toch in het hoofd hebben?" dacht
Olga. „Het ziet er uit alsof hem iets bijzonder aan
genaams is overkomen."
Kort vóór hot middagmaal verscheen ook Fedor
in den salon. Hy verontschuldigde zich bij Sul
kowsky, dat hij hem niet zelf bij Stwolinsky was
komen afhalen, daar hem dit totaal oumogelyk was
geweest, hy had noodzakelijk te Eydtkunen moeten
zijn.
„Je bent óok nog daarginder geweest, nadat wij
elkander verlaten hebbon," vroegde by er met een
spottenden glimlach by.
„Tweemaal zelfs," antwoordde Sulkowsky kortaf.
Prinses Anna rekte don bals om goed te kunuen
luisterendoch Fedor zette het gesprek niet voort,
daar dit den gast blijkbaar niet aangenaam was er
zoo vernam zijn moeder ook niet waarover vj het
eigenlijk hadden. Later, in den loop van den dag,
vroeg zij haar zoon ronduit, wat dio rytoertjes om
het lyr hadden.
Aanvankelijk gaf Fedor ontwijkend" antwoorden,
maar eindelij:, bekende hy, ginds twee schoonheden
ontdek* te hebben, san wie hjj en Sulkowsky nu
ijverig het bof maakteu.
„O, jou domkop 1" viel de prinses tegen haar
zoon uit. „Dus zóo gaat jou het welzijn vsd je moe
der ter harte I In plaats van er op bedacht te zyu,
den prius aan ons huis te binden, opdat bjj zich
met je zuster verlooft, Bleep je hem mee, naar wie
weet.
„Maar mamastotterde Fedor ontsteld, daar
zijn moeder tegenover haar lieveling nog nooit zulke
harde woorden had gebezigd.
Prinses Anna beet zich op de lippen en keerde
het gelaat naar het venster.
Een poos bleef Fedor besluiteloos staan; toen
sloop by zacht de kamer uit. Hjj had den moed
niet, om vergiffenis te vragen.
Des avonds kwam er bezoek van «enige families
ting meer worden opgebracht wat minder
wordt verdiend door de gasfabrieken en,
daar de winst natuurlijk minder is dan de
ontvangst stel de winst is 10% van
deze dan voel je, dat de Hoilandsche
burgerij toch nog 90% voordeel heeft van
dat mindere gasverbruik, dat, geloof ik, door
wijlen den gasdirecteur Van der Horst ge
schat is op 5
»En dan al die menschen, die petroleum
branden, en dat zijn in de stelen juist de
minder met aardsche goederen bedeelden,
vergeet dat niet, die sparen het volle bedrag
uit,** zegt m'n vrouw.
«Bovendien is het leven bij daglicht veel
gezonder dan bij kunstlicht", voeg ik eraan
toe.
«Maar waaraan is dat alles te danken?"
vraagt m'n vrouw.
«Wel", antwoord ik, „eenvoudig hieraan,
dat wij onze klokken gaan regelen naar den
Middel-Europeescben tijd, waarover je wel in
de couranten zult gelezen bebben, en waarvan
het eenige bezwaar is, dat wij éen keer in
ons leven drie kwartier zijn te kort gedaan
in onzen nachtrust, en dat wij gedurende
een korten tijd in den winter 's morgens bet
licht wat vroeger moeten opsteken."
«Maar dan begrijp ik niet", besluit m'n
vrouw, »dat men die nieuwe tijdregeling al
niet lang lot stand heeft gebracht."
>lk óok niet", was het eenige, dat ik daarop
antwoorden kon.
dr. J. G. van DEVENTER.
Uit «De Middenstandsbond".
Simulatie.
In het nieuwe, hoogst lezenswaardige tijd
schrift »Moleschot" vinden we de volgende
heel sterke staaltjes van simulatie
Patry heeft de bekentenis ontvangen van
een ontmaskerden simulant. Deze vertelde,
dat men een langdurig etterende wond kan
veroorzaken door zich een klein wondje toe
te brengen, daarop een druppel zoutzuur te
laten vallen en de wond met vet te bedekken.
Na een kwartier houdt de pijn op er vormt
zich een korst en daaronder blijft het etteren.
Na ieder geneeskundig onderzoek moet men
de operatie herhalen, doch na eenigen tijd
blijft alles van zelf maandeu lang »in orde".
Laat men een vischgraat een geheelen nacht
in een wondje stekeD dan kan men den ge
heelen winter «trekken". Ook roest enasch
uit den omtrek eu van vier of vijf officieren. Onder
de laatateu was ook Stwolinsky.
„Gregor heeft my vanmiddag een bezoek gebracht.
Ik ben alleen gekomen om u een groet van hem
over te brengen", fluisterde hy Olga toe en drukte
haar een briefje in de hand.
Voordat Olga hem kon dankzeggen, was hij weer
onder de gasten verdwenen. In een afgelegeu hoek
brak zij den brief opon en verslond met de oogen
den inhoud. Juist wilde zij hem in het hardvuur
werpen, toen haar moeder op den drempel ver
scheen.
„Ontaarde I" riep zy en sprong op Olga toe. „On
danks al myn maatregelen gelukt het je dus toch,
een briefwisseling met Czeroiaobew te onderhouden
Olga slingerde het papier weg, doch bet bereikte
het vuur niet en viel voor den haard op den grond.
Onmiddellijk raapta haar moeder het op eu las het.
Haar gelaat werd eerst donkerrood en daarna
aschgrauw, terwijl er een afschuwelijke grijns om
haar lippen speelde.
„Dub dezen nacht tusscheii twaalf eu eeu uur wil
hij bier voor je venster zijn", hjjgde zij. „Nu, hy
zal waardig ontvangen worden; d.t bezweer ik je!"
Zy borg den brief weg, greep haar dochter krach
tig aan den arm en trok baar den muzieksalon
I binnen.
„Kom, myn engel, speel eens iets," zeide zy zóo
luid, dat allen bet konden hooren. „Onze vriend
Sulkowsky heeft gezegd, dat hy gaarne wat muziek
zou hooren."
Werktuiglijk nam Olga voor de vleugel pianoplaais
en haar viugers gleden gedachteloos over de geel
geworden toetsen.
„Wat is zy van plan?" dacht Olga in de grootste
onrust. „Kom ik hem slechts waarschuwen 1"
„Speel dan toch I" ritp de prinses. „Met zulk ge
trommel zal je by onzen vriend weinig eer iuleg-
gen."
Olga schrikte, maar tevergeefs raadpleegde zy baar
geheugen om een melodie te vinden.
„Neem dan toch een muziekboek voor je 1" riep
haar moeder boos.
Olga stond opdoch haar band, die naar de mu-
slek greep, werd door een andere hand plotseling
kan men op de wond strooien.
Door een kwartièr met een of ander voor
werp op de band of op de knie te kloppen,
en dit enkele dagen te herhalen, krygt men
een dikke hand of knie, waaraan men wel
acht dagen «lijdt". Dit kunstje kan men
zelfs in een ziekenhuis voortzetten zonder ge
vaar, «gesnapt" te worden.
Ook over dit onderwerp heeft dr. Feenstra
geschreven, een paar maanden terug.
Hij zei er o. a. over
Dat heb je soms, dat je denktsnufheel
aardig, maar dat beteekeut in de maatschappij
en in de wereld geen zier. En dat je aan
opeens menschen spreekt, wier halve leven
dat is. Dat je over een bijbeldik boek een
moeilijken studieavond leert begrijpen, dat
wat je zelf niets waande een Wdreld van
gebeuren voor Anderen is.
Gisteravond gevost over een lexicon van de
simulatie. In bet gewone leven loop je dat
probleem glad voorbijbelet wegens hoold-
pijn. Laffe uitvlucht!
Leepelingen die «arrebeiers" om de kluit
zoo te verlakken met de Ongevallenwet. En
bij elk modern ridder-oplichter-verhaal blaas
balg je een stuk of wat zware neushalen
daar moet je toch geen stomme jongen voor
wezen om die psychiaters dermate in 't ootje
te loodsen. Dat is met den tegen woordigen
stand der wetenschap niet voor de poes.
Je weet, dat de wereld riekt naar en ziek gaat
van gelogen symptomen. Je weet, dat achter
'n heelen boel huil-koppen de bedotgrijns
?reugde-trekt. Weet, dat het stempel der
lichamelijke ellende ook zonder koortsen en
bacteriën met een poederlje en wat misplaatste
Müller-gymnastiek naar willekeur is op te
wekken.
Maar je wist niet, dat de simulatie de
ziekte-voorgeverij een veld van zwaar-
doorploegde studie was. Wist niet, dat de
persoonlijke dienstplicht,Ongevallenwet,Ziek
te-verzekering en «Haftung" der spoorwegen
in onderscheidene Staten de simulatie een por
in de ribben bebben gegeven, dat ze thans
almede vooraan in de rij der medische speciaal-
3tudiën staat. En vermoedde nauwelijks, dat
de leepheid van doorzien zóo de leepheid van
verlakken op de hielen zat zóo geraffineerd
in systeem getracht en zóo door-en-door
wetenschappelijk van opzet. Terwijl je er
heelemaal geen kaas van hadt gesnoept, dat
vastgehouden, en een zachte stem zeide
„Neen Olga, laat hét maar. Je bent niet wel, ik
zie het."
Olga wierp Sulkowsky, den spreker, een afwyzen
den blik toe en maakte haastig haar band vry.
„Gy vergist u; ik ben volkomen wel," klonk net
kort en hard van haar lippen. Zy ging vlug weer
zitten en speelde met zenuwachtige haast en zonder
eenige uitdrukking een modern salonstuk, dat zy
van buiten kende.
Sulkowsky was naast den vleugel blijven staan.
Toen Olga opstond, boog hij voor haar en bood haar
zyn arm, doch rij deed alsof zy daar niets van be
merkte.
Alle voorzichtigheid ter zyde zettend, snelde zij
naar Stwolinsky, die aan het andere eind der zaai
alleen stond.
„Wat moet dat beduiden t" mompelde pr.nses
Anna, en zy volgde haar dochter zoo vlug als zy
kou.
„Zeg aan Gregor, dat by in geen geval dezen
nacht hier moet komen," fluisterde Olga den offi
cier toe. „Ik
„Aha, ie dat de overbrenger van de minnebrieven,"
viel de prinses in, die bevend van toorn plotseling
naast hen opdook. „Ik dank u, mynheer," sprak z3
daarop tot Stwolinsky. „Ik xal Diet nalaten u by
gelegenheid als boodschapper voor verliefden aan
te bevelen."
De stem weigerde haar verder den dienst.
„Maar mevrouw, waarom maakt u zich zoo boos
vroeg Peter doodbedaard. „Wat komt daarvan? In
het gunstigste geval haalt ge u een beroerte op den
hals."
„Genoeg, genoeg," viel prinses Anna weder in,
Zy sprak zacht, maar aan den toon van haar stem
hoorde Stwolinsky, dat hy zich niet langerzou kun
nen beheerschen. Om eeu schandaal te vermijden,
verdween hij zonder iemand afscheid te nemen.
Kort daarua gingen ook de andere gasten heen,
daar de aangename stemming maar niet wilde ko
men. leder gevoelde instinctmatig, dat er biet iets
ernstigs op til was.
(Wordt vervolgd.)