Augustus 1907. Zaterdag 24 ANGELINA. 56e Jaargang. No. 7392 Feuilleton. COURANT. FIRMA A. B VAN CLEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden f\. franco per post f 1.15. Advertentiën 16 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Legale, officieële- en onteigeningsadvertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels 1.25; elke regel meer f 0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KEN NISGE Y ING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS der Ge meen to AMERSFOORT, brengen ter algemeene kennis, dat bij hun besluit van beden, ingevolge art. 8 der HINDERWET, aan Weduwe A. SMINK en ZONEN wouende alhier, vergunning is verleend tot de oprichtingeener keper- en blikslagerij in het perceel Krankeledenstraat wijk E No. 20, kadastraal bekend Gemeente Amersfoort, Sectie E. No. 280. Amersfoort, 22 Augustus 1907. Burgemeester en Wethoudere voornoemd, De Burgemeester, WUIJTIERS. De Seoretaris, J. G. STENFERT KROESE. Mond en Klauwzeer. De BURGEMEESTER van AMERSFOORT, Gelezen de circulaire van den Commissaris der Koniogin in de provincie Utrecht dd. 20 Augustus 1907, 4o «fdeeiing No. 4358/8223 brengt, ter kennis van belanghebbenden dat de llii lister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft goedgevonden met ingang van 20 Augustus 1907. iu te trekken zijue beschikkiogen van 30 Juli 1907, directie van don landbouw, Nos. 6355' en 6355', afdeeling vee- artsenijkundige Dienst (Nederl. Staatscourant van 81 Juli d.K.v., No. 177), voorzooveol daarbg verboden werd de invoer van herkauwende dieren en varkens in on de uitvoer van herkauwende diereD en varkens uit kringen respectievelijk iu de Gemeenten Mjjdreoht, Wilnis, Karaerik en Zegveld en in de Gemeenten Benschop en Polsbroek. Amersfoort, 24 Augustus 1907. De Burgemeester voornoemd, WUIJTIERS. De BURGEMEESTER der Gemeente AMERS FOORT brengt, ter voldoening aan de aanschrijving van den Commissaris der Koningin in de provincie Utrecht, d.d. 22 Augustus 1907, 4e Afdeeling, no. 4374/3240, ter kennis van belanghebbenden, dat in de Gemeente Oudenrjjen gevallen van MOND- en KLAUWZEER zyn voorgekomen. Amersfoort, 24 Augustus 1907. De Burgemeester voornoemd WUIJTIERS. Het Leerlingwezen in Nederland. Bovonstaanden titel draagt het rapport dat de heer Bruinwold Riedel, de even ijverige als kundige algemeen Secretaris van het Nut heeft samengesteld, in opdracht van de Nuts- comraissie voor Onderwijs. Het rapport, dat door zakelijke behande ling van het onderwerp uitmunt, is te uit gebreid om er van, zonder den indruk te verzwakken, een kort resumé te geven. Maar de inleiding op zelf is reeds zeer lezenswaardig een geeft heel wat punten om te overdenken. 21. Toon do slagboom achtor hem was neergevallen en hg langzaam do dorpsstraat doorreed, dacht hg plotseling aan Angelina. Op de plek waar oen smalle zijweg naar de herberg met deu straatweg samen kwam, hield hg syn paard in. Vandaar kon hg de lompe planken hut zien en na een poos het oog daarop geriobt te hebben, ou- dertusschen overleggende of hij het verbod van zyn moeder zou overtreden of niet, zeide hij tot zich zelveu„Waarom zou ik me aait mogelijke onaan genaamheden blootstellen?" Hg trok de teugels vaster aan en wilde juist syn paard laten omkeeren toen hg zijn naam boorde roepen door eon stem, die van vreugde beefde. Hij keek terzyde en zag Angelina naait zich staan. Zy was naar 't dorp geweest om inkoopen te doen en bevond zich nu op weg naar huis. „Bon je het werkelgk riep zg verrukt, en in haar oogen glinsterden tranen. „Jo was op weg naar ons, niet waar?" 15ij deze laatste vraag, die zoo angstig klonk, trof hein een hartverscheurende blik. Fedor sprong uit den zadel, sloeg de teugels om zgn arm en drukte haar zacht de hand. „Hoe heb je toch zóó lang kunnen wegblgven?" fluisterde zg met zacht verwijt. „Ik ben weken lang zeer swaar ziek geweest, An gelina." Zij verschrikte. „Was je siek En je hebt mg daarvan nieta laten Daarin toch zegt de schrijver: De stelselmatige vorming voor bet ambacht of handwerk, door middel van vakonderwijs, is eene bemoeiing van de laatste jaren. Voor dien tijd stelde men zich met de opleiding van de leerlingen in de werkplaats tevreden. De oorsprong van dit zoogenaamde .leer lingwezen" is te zoeken in de middeleeuwen en hangt samen met de betaalbewerking van dien tijd, Dit leerlingwezen had in den tyd der oude gilden veel, dat in onzen tijd nieuwe toepassing vraagt, al was 't in werkelijkheid niet zóo mooi als het op het tooneel door Hans Sache en rijn leerlingen wordt voor gesteld. Er was een breede broederlijke geest onder de verbonden vakgenooten. Het gilde, dat de vakopleiding in de werkplaats leidde, de patroon die de opleiding gaf en de leer lingen, die haar ontvingen, begrepen van dit leerlingwezen de groote maatschappelijke be- teekenis en waardeerden den band, die de vakgenooten, als zoodanig ouderling verbond, tot verheffing van het vak zelf. Maar die toestand is niet meer dezeltde als vroeger. De kenmerken van het vroegere handwerk waren degelijkheid en eenvoud. Eén persoon deed 't geheele werk, hij kon zijn persoonlijke opvatting in het werk leggen en dit min of meer tot een kunstwerk stempelen. Nu heeft de machine een groot deel van het handwerk overgenomen. De arbeidsverdeeling tusschen onverscheidene personen cn met behulp van verschillende werktuigen en machines is ge komen in de plaats van den vroegeren een voud in de techniek, 't Publiek vraagt veel en goedkoop en geeft wegens gebrek aan smaak aan de productie veelal niet de richting, welke kunstzin leert op prijs stellen. Er wordt nu wat meer eu sneller gepro duceerd, maar in de plaats van het degelijke en duurzame kunstwerk van vroeger, is veelal getreden het surrograat. Van een bond van alle vakgenooten, het liefde voor hun werk, is de vakvereeuiging gewordende eenzijdige sociale of politieke factor, het wapen in den strijd. Daarmede, is veel verloren gegaan van hetgeen bet am bacht voorheen bezat aaD beteekenis en moreele vormingspracht. Toch blijtt de op leiding voor het vak iu de werkplaats thuns nog mogelijk en wenschelijk, maar zij moet nu plaats hebben overeenkomstig de na ge wijzigde behoeften en toestanden. De heer Bruinwold Riedel heeft met dezen, geheel zijn persoonlijkea arbeid mede be doeld een stoot te geven aan eigen werk zaamheid en initiatief in menig vak, teneinde samenhang, samenwerking en samenleving te bevorderen in deze belangrijke levens- weten?" „Ik wilde je door die tijding aiet verontrusten," zeide hg om zich ie verontschuldigen Beschroomd maar leeder legde zij baar hoofdje een oogenblik tegen ziju schouder. Haar jeugd, haar eigenaardige schoonheid en natuurlijke bevalligheid nauwelijks heric uerde hg zich die o'genschappen van het muisje mee/ -• doch nu hg iu haar nabgheid was, kwam by ooaieaw onder deu indruk daarvan. „Kom, laat ons naar het boscbje gaan," stelde hg voor. „Daar kunnen wy ongestoord met elkaar n a- ten." Hg sloeg don arom hnar schouders eu zg vlijde zich dicht tegen aan. Zoo liepen zij tegen het heuveltje op en het boscbje in, zonder oen blik naar de herberg te werpen. Aan de overkant van den weg, in de onmiddetijke nabgheid van de hut, stond Be nedetto en keek ben na. „Wat straalde zg van geluk!" mompelde hg „Nu zal zg ook wel weer beginnen te zingen. En Angelina zong werkelgk, maar zóo zacht, dat het alleen kon gehooid worden door Fedor, naast wien zy in het gras lag. Zy zong voor hem van haar liefde, van haar trouw, van het zielsverlangen dat zg naar hem had gehad, en dat zij zou gestorven zgn als by nog langer was weggebleven. „Heb je me dan werkelgk zóo lief?" fluisterde Bariatiusky aan haar oor. „Zóo lief, dat, ik met ongeduld wacht naar het oogenblik, waarop je mg voor heel de wereld je bruid zult noemen. Ja ik ben trotsch op je liefde." Fedor richtte zich op. „Hoeveel leed het m» ook doet, toch zal jo nog een beetje geduld moeten hebben," zeide hg, blyk- baar ontstemd. „Mijn moeder heeft in den Isatsten tgd veel verdrietelijkheden en tengevolge daar van heeft zg zóo geleden, dut ik haar onmogelyk over myn verloving kan spreken." „Maar het is toch geen treurige tydiDg, die jo haar hebt mede te doelen," voerde Angelina aan, torwyl kringen. Schr. gaat vervolgens na: lo. Welke verbeteringen in de vakoplei dingen, door de toepassing van het leerling- wenen kunnen worden verkregen 2o. Op welke wijze, in welke bedrijven en werkplaatsen dit leerlingwezen reeds op meer of minder navolgingswaardige wijze toepas sing vindt en welke overeenkomsten daar bij gebruikelijk zijn 3o. In welke andere bedrijven en werk plaatsen en in welken vorm deze toepassing ons wenschelijk schijnt 4o. Welke uitkomsten de toepassing van het leerlingwezen in den handel en in het winkelbedrijf in Zwitserland tot heden heeft opgeleverd 5o. Hoe de bevordering van bet leerling wezen in ons land kan en moet geschieden door het initiatief van vereenigtngen en par ticulieren. Na deze punten in den breede te hebben ontwikkeld, geeft de schrijver ten slotte twee wegen aan, die ingeslagen kunnen wonleu of voorschrijven, dat jongelieden, beneden zekeren leeftijd, in eenig bedrijf werkzaam, in het algemeen uitsluitend als leerling mo gen worden aangenomen, onder bepalingen, betreffende het onderwijs dat zij in 't vak zelf en in aanvullende scholen of curssen moeten genietende verhouding regelende tusschen meesters en leerlingende af te leggeD examen enz.; of door het verleenen van subsidiën aan patroons, die in staat zijn en zich bereid verklaren, een deugdelijke vakopleiding in de werkplaatsen te geven en aldus het herleven van een goed leerling wezen te bevorderen. Bij het inslaan der eerste richting ontmoet men echter het zeer groote bezwaar dat de toestanden in vele bedrijven een goed leer lingwezen, althans gedurende vele jaren, niet zullen toelaten, en dat bepalingen, als bijv. aangeduid in het wetsontwerp van dr. Kuyper iu 1904, tot bescherming van den arbeid; in de practijk zullen blijken een doode letter te wezen. Daarom stelt de schrijver zich veel meer voor van den tweeden weg, dien der s ibsidieering van patroons, gelijk dit reeds in België plaats vindt. Daartoe, om de zedelijke verplichting van patroons en leerlingen wederzijds ten bate van beL vak zelf om te zetten in een daadwerkelijke toepassing, is nuodig zedelijke en ftnancieele hulp, zoo van üe overheid als van plaatselijke vereenigingen en commissiën. De aVereeniging tot bevordering van het ambaebtsonderwerp in Drenthe", sedert 1892 bezig met wezenlijk succes de toepassing zij rechtop ging zitten. Feder fronste het voorhoofd. „Weet je dau niet, dat ook vreugde een zwak mensch kan dooden vroeg hg ougeduldig. „Ik bid je, laat aan mij over, wanneer de tgd gekomen ia om onze verloving bekend te maken." „Yergeef mg," fluisterde Angelina. „Ik wilde je □iel lastig zijn. Ik dacht slechts, dat je evenals ik behoefte had om.Zg verstomde, toen Bariatiusky bet hoofd afwendde en iels onverstaanbaars mom- Cicte. „Ben je boos op me f" vroeg zg met bevende pen. „Ocb, lieveling, wees niet boos." „Hoe kan je toch zoo aandringen?" vroeg hg een beetje boos. „Myn moeder is zoo lydende. „Dat kon ik tooh niet weten, Fedor," waagde Angeliua tot haar verdediging in te brengen. Rariatinsky sprong op, „Het is tgd, dat ik er een einde aan maak. Waar moet dat op uitloopen 7" dacht hg en op koeleo, beleedigdeu toon zeide hg luid: „Het schgut wel, dat je vau plan bent met mg te twisten." Ook Angelina stond op. Zwijgend, met een dee moedig gebaar, greep zij zgn hand en bracht die aan hare lippen. Dal liet hg begaan; immers, hij was aan allerlei huldebetoon gewend geraakt. Zonder een woord te sproken, maakte hg zgn hand los; Angelina kreeg Seen liefkozing, geen vriendelijkeu blik zelfs, en aarom uitte zg haar verdriet in een smartelyken zucht. De schouders ophalend, ging Bariatinsky naar zgn paard, dat met den teugel aan een boom stond vastgebonden. „Fedor, mijn Fedor I" riep Angeliua in vertwyfe- liug. „Vergeef mg, ik bid je! Ik heb ongelyk.ja, ik heb je gekrenkt, beleedigd, maar ik heb het niet opzeltelyk gedaan; ik zal het nooit weerdoen. Kan je mg dan geen vergiffenis schenken?" Haar geheele lichaam beefdezg kon zich nan- welgks staande houden. Al haar krachten rename- BUREAU KORTEGRACHT 9- Postbus 9. Telephoon 49. van het leerlingwezen bij de opleiding voor het ambacht te bevorderen, de uitnemende regeling van deze aangelegenheid in de machinefabriek van Gebr. Stork en Co te Hengelo e. a. kuonen als voorbeelden eener dergelijke daadwerkelijke toepassing dienen. Het rapport geeft vau deze en andure een uitvoerige beschrijving met een aanhangsel van modellen van contract enz. Uit alles blijkt, dat, hoe groot de moeilijk heden ook zijn, om tot een goed leerlingwezen te geraken, de mogelijkheid daartoe zeer bestaat. Ook de Nuiscommissie, zal gaarne, naar hare krachten, streven om dit werk in verschillende vakken op gang te brengen. Men zou aan de regeering moeten vra gen het verkrijgbaar stellen van subsidies aan gezantschappen of vereenigingen, die voor of ten behoeve vaa de vakopleiding willen werkzaam zijn, door het aangaan van leercontracten met patroons en ouders van leerlingen, of die het sluiten van die contrac ten door deze personen onderling willen be vorderen. Deze contracten zouden dan bepa lingen moeten bevatten omtrent: lo. doelmatige buisveftmg van den leer ling; 2o. een proeftijd; 3o. den duur van den leeftijd 4o. het loon van den leerling en eventueel de vergo<:di.jgaan den patroon 5o. het afleggen van proeven van bekwaam heid; 6o. de verplichting van den leerling, om alle aangewezen inrit htingen van onder wijs trouw te bezoeken en van den patroon, om hem do uren daarvoor van het gewone werk vrij te geven7o. het uitreiken van een diploma en het toekennen van prijzen 8o. het verbod van het gebruik van sterken drank door een leerling op of bij het werk 9o. het toezicht; 10. strafbepalingen; llo. de beslissing van geschillen. Maar indien de kroot. op deze vakoplei ding zal gezet worden door een voldoende opleiding in de werkplaats, zullen de patroons in de verschillende vakken in het algemeen meer bekwaam moeten zijn dan nu meeren- deels het geval is. Dit zal moeten worden bevorderd vooral door het inrichten van pa troons-cursussen en door vakscholen voor volwassen ambachtslieden, gepaard met rei zende vakleeraren en reizende vakbibliothe ken. Ook aan deze zijde van het vraagstuk wenscht de »Nutscommissie van Onderwijs" haar aandacht te geren en haar krachtige medewerking te schenken. Ieder is de smid van zijn eigen geluk, als de fortuin maar aan den blaasbalg trekt. lend, Bleepte zij zich naar hem voort. „Heb medelijden met mij I" kermde zg en hield snikkend zgn arm omklemd. Met verdrietig gezicht stond Fedor eenige oogen- blikken zwygend naast haar en draaide besluiteloos zijn knevels op; eindelijk drukte bij haar vluchtig een kus op het voorhoofd. Hoe onbartelyk deze liefkozing ook was, toch was Ange'iua er door verrukt. Half lachend, half ween end, drukte zjj zich vast tegen Fedor's borst en stamelde woorden var har- telgken dank. „Ik had bg myn voornemen moeten blyven," dacht Bariatinsky, toen hg een half uur later don weg naar de grens insloeg. „Het is een malle ge schiedenis." Hfj glimlachte ontevreden. „Wat zou mama wel van soo'o sohoondocht=r zeggen Hij nam zich voor, Angelina niet meer op te zoe ken. Ondanks dit voornemen bracht hy in de vol gende weker toch weer by na dagelijks een paar uren in haar gezelschap door. Om mei haar te kun nen omgaan, sloop hij, nu eens onder dit, dan weer onder dat voorwendeel het huis uit. Het was reeds half Mei geworden. Bijna dagelgks kwamen er brieven en rgke geschenken van Roman Sulkow3ky voor Gemma; doch hg zelf kwam niet. Onophoudelijk werd Ferrari door zijn gasten ge plaagd met zijn prinselgken schoonzoon, en zgn antwoorden werden werden voortdurend vinniger, naarmate Sulkowsky langer weg bleef. Op zekeren dag maakte een jong, rijk handelsman grynslachend de opmerking„Als de prins worke- lyk van plan was je dochter te trouwen, Ferrari, dan zou hg' in de eerste plaats wel gezorgd hebben, je een behoorlijk jaargeld te geven, want bg kan er onmogelijk mee tevreden zgn, dat syn schoon vader hier een herbergje hoadt." (Wordt vervolgd.)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1907 | | pagina 1