Dinsdag 19
November 1907.
No. 7429.
57e Jaargang.
Feuilleton.
OM TWEE Hit"
AÏÏERSFOORTSCEE COURANT.
UITGAVE:
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post f 1.15. Advertentiën 1—6 regels 60 centelke regel meer 10 cent. Bij regel-
Itipu. - abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, öflicieële- en onteigènings-
4 VAN CLEltF advertentiën per regel 15 cent. Reclames 1—5 regels 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
te AMERSFOORT.
per i
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten wórden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
K0RTE6RACHT9
Telephoon 19
Het praatgevaar.
De vroegere vertegenwoordigende colleges
in ons vaderland hadden iets voor boven de
tegenwoordige: er werd niet zóo ontzettend
iu gepraat als in de huidige.
De Begroetingen kwamen op tijd klaar en
voor de rest van de werkzaamheden scheen
ook niet veel tijd noodig. Bepaalde immers
de Grondwet niet voor dé Staten-Generaal
een minimum van zittingtijd? »Ue gewone
jaarlijksche zitting duurt ten minste twintig
dagen, tenzij de Koning gebruik make van
het regt in art. 73 omschreven" (het recht
van ontbinding).
Twintig dagenKom daar nu eens om.
Steeds meer breidt zich het aantal verga
deringen en haar duur uitof de zelfde
resultaten niet inet ontzaglijk veel minder
geredevoer zouden te bereiken zyn?
Ons dunkt, dat meer en betere uitkomsten
zouden verkregen worden, althans wanneer
me;, uiet het aanial pagiDa's der «Handelin-
gen" tot de resultaten rekentwant dat
loopt langzamerhand iu de duizenden.
Men zou wellicht meeuen, dat het te veel
niet schaadt en dat de tongen-gymnastiek
der leden hoogstens dezen zelf wat erger
vermoeien zal, maar dit zou ous geen aan
leiding geven om op het praatgevaar te
wijzen, wanneer 's lauds belang er niet zeer
bij betrokken ware.
De uitbreiding van het aantal en den duur
der zittingen, zonder evenredig nut, bergt
ernstige bezwaren in zich.
Wij laten nu nog daar, dat over belang
rijke wetsontwerpen de beraadslaging ontzag
lijk veel tijd kost aan den betrokken Minister.
Het kan zijn, dat het belaug der behandelde
stof zóo overwegend is voor land en yolk,
dat de tijd daaraan besteed inderdaad niet
te veel was, hoewel het gevaar altijd groot
is, dat de discussie een moeilijke zaak niet
helderder maakt, maar wanneer de voorbe
reiding deugdelijk is, kan de openbare be
handeling snel afloopen.
Iu latere jaren schijnt dit te onzent niet te
kunnen, althans het gebeurt niet.
In «De Gids" heeft de heer J. Boude-
wijnse een lijstje gegeven van de zittingen,
die Gemeente-, Provinciale en Kieswet heb
ben gekost ongeveer een halve eeuw gele
den, eu daartegenover gesteld wat thaDS
Drankwet, Ongevallenwet en Arbeidswet
vorderden. De beraadslagingen zijn blijkens
die mededeelingen zoo wat tot het zes v o ud
gestegen. Maanden en maanden praat men
over een wetsontwerpartikel na artikel
wordt gepoogd te amendeeren.
De heer Boudewijnse stelt o.a. voor, het
recht van voorstellen van amendementen der
leden te breidelen, en terecht; maar daar
mede alleen is men er niet. Langzamerhand
15).
„Van welke omstandigheden" vroeg Jane „We
moeteu elkander eens en vooral goed verstaan,
Rachel".
„Als me het zwijgen me voordeel aanbracht, zou
ik ook den mond gesloten kunnen houden", ant
woordde de andere met een loerenden blik.
„Ik mootje derhalve omkoopon riep miss Palmer
verachtelijk.
„Noem het zooala je wilt."
Beiden keken elkander een tydje zwijgend aan
als wildon zij wederkeerig elkanders geheimste ge
dachten lezen.
Noem me den prysl" nep Jane eindelijk,
"je bezit vijfduizend dollar, met waar 1
"ja maar dat is ook alles wat me toebehoort.
*Dan kan je ontegenzeglijk ook niets meer geven
hernam Rachel droogjes.
„En je wilt me dus den laatsten cent afnemen
Tien Jaue onthutst.
Zeker, m'n lief wjjfje't sal je goeddoen als ie
ook eens ervaart, wat het zegt, mots te bezitten. Ik
ken dat gevoel sinds jaren eu je bent volstrekt met
beter dau ik. Werkt verdien je brood, zooals ik he.
doen moet, of sterf van honger! klonk het sissend
is het parlement afgeweken van de juiste
methode van werken. Men beschouwt de be
raadslaging niet meer als de behandeling
van het betrekkelijke wetsontwerp, maar als
een middel om overallerlei principieele vraag
stukken tot de kiezers te spreken.
Niet tot de beginseleu van het aanhangig
vraagstuk beperkt zich het debat, neen, het
gansche vraagstuk moet in den breede be
handeld, ver buiten de grenzen van het ont
werp; ja, zoo mogelijk worden nog aanver
wante ouderwerpen in redevoeringen van
urenlang behandeld en dikwijls niet door
éen lid van elke party, maar soms door twee
en meer.
Het gevolg blijft niet uit.
Dit herhalen van hetgeen eeo ander reeds
heeft gezegd, dat nogmaals zeggen van het
geen een en ander reeds herhaald heeft, kan
op den duur de leden der vergadering, die
zelf ook het ontwerp, waarover het gaat, be
studeerd hebben, natuurlijk niet boeien, met
het gevolg, dat de redenaars spreken voor
een half of drie kwart ledige zaal en de
tribunes, niet te vergeten die der Pers.
Kan men dat nu inderdaad beraadslagen
noemen, het plegen van raad over 's lands
hoogste belangen)
Immers neen, want hoevelen van de aan
wezige leden luisteren naar 't gesprokene
De redevoeringen zijn eenvoudig het uit
stallen geworden van desiderata, waarvan
toch voorloopig niets komen kanhet doen
zien aan de kiezers, dat hun afgevaardigde
er bij is, maar deze zelf kan in den regel
zich onmogelijk een andere illusie maken
dan dat hij zijn medeleden ontzaglijk ver
veelt en aan zijn eigen invloed op den duur
schade doet.
Dit is een gevaar van de praatzuchtmaar,
er is nog een ander en veel grooter.
Aan de leden van de Tweede Kamer wordt
jaarlijks als schadeloosstelling toegekend
een 'som van f 2000 een aardig bedrag,
wanneer het lidmaatschap den tijd laat tot
de waarneming van een ander ambt, maar
natuurlijk een kleinigheid, wanneer daarvoor
de heele man moet gegeven worden.
Duren de Kamerzittingen bijna het geheele
jaar, dan zullen weldra alleen rijke en arme
lieden het lidmaatschap der Kamer kunnen
aanvaardenrijke, omdat zij niet van die
f2000 afhankelijk zijn en de geheele schade
loosstelling kunnen missen, arme, omdat zij
in de f2000 een voor hun stand betrekkelijk
§root inkomen vinden, een inkomen, grooter
an zij anders zouden genieten.
En zou dat wenschelijk zijn? Zou bet
voor de iunerlijke kracht van het parlement
goed zyn, dat mannen, wier maatschappelijke
betrekking hun veel meer oplevert dan de
f2000 schadeloosstelling, in de onmogelijk
heid werden gebracht om het lidmaatschap
der Kamer te aanvaarden, zoodat de keuze
zich zou moeteu bepalen tot menschen, wier
toewijding zeker niet minder behoeft te zijn,
maar wier gezichtskring veelal beperkt is, en
die, eenmaal gekozen, niet gemakkelijk tot
hun vroegeren werkkring kunnen terugkee-
ren.
Wjj gelooven van neen.
De Kamer tracht trouwens blijkbaar zelf
reeds maatregelen te nemen om de praat
zucht te beperken. Het verluidt, dat de par
tijleiders omtrent zekere maatregelen zijn
overeengekomen, maar van welken aard die
zijn, is niet duidelijk.
De algemeene beraadslaging over de Indi
sche begrooting is inderdaad bekort, maar
toch hebben wij bij de beraadslaging over
die Begrooting, op den beer Helsdingen na,
al de Sociaal-democratische Kamerleden zien
optreden.
Terwijl de Vrijziunig-democraten het debat
overlieten aan den heer Van Deventer, zagen
wij voor de Sociaal-democraten in het krijt
treden Van Kol, Schaper, Hugenholtz, Troel-
atra en Ter Laan. Zoo helpt de beperking
niet veel.
Algemeene beginseldebatten dieuen gehou
den te worden bij de algemeene beraadslaging
over de Siaatsbegruoting; speciale punten
by de algemeene beschouwingen over de
hoofdstukkenbij de artikelen dient men
zich te bepalen tot korte opmerkingen. Dit
dient in het Reglement van orde streng
omschreven te worden. Doet men dat niet,
dan zal het aauzien van het parlemont in
gelijke reden dalen als de omvang der pra-
terij toeneemt. En dat is een gevaar voor
het gansche volk.
Propaganda onder de kiezers make een
garlea.entaire partij bij de kiezers zelf; in
et parlement bebooren baar daden voor
haar te spreken.
Aldus V. D. in de »Arnhemsche Crt.'
uit den mond van de oude vrouw.
„Je beut eeu ondankbaar, slecht schepsel!" riep
Jane. „Je zult den gevorderden prijs hebben, en ik
zal trots a'.'es aan mijn besluit getrouw bljjven."
Nog den zelfden dag droeg miss Palmer aan de
dienstmaagd de haar toegezegde som vau vijfduizend
dollar over in oen check op de Bank, waarbij baar
laatste spaargeld gedeponeerd was.
Rachel Gibbs wist, dat dit geld, bet bedrag eener
erfenis, welke Jane van een overleden tante was ten
deel gevallen, het gansche vermogen van het meisje
was, daar men in de brandkast van den vermoorde
niets had gevonden. „Maar waar," zoo vroeg zij zich
zelf af, „is het geld gebleven, dat zich in de brand
kast van bet kantoor, en bad geen zich in de par
ticuliere brandkast vau den doode heeft bevonden?
Mijn broer Tibald is een doortrapte kerel;bij houdt
een gewichtig geheim voor me verborgen. Wacht
maav, broertjeJe zutt van my óok niets verne
men I"
Nadat Melville Palmer naar zijn laatste rustplaats
gedragen was, ontving diens dochter Jane een be
zoek vau Robert Wake, den heer, die de jongedame
reeds bij den lijkschouw met groote belangstelling
had gadegeslagen.
De verschijning van den vreemdeling wekte bjj
Jane weemoedige herinneringen en toch wist zj]
zich vau het zonderling gevoel, dat in zjjn na
bijheid haar overmeesterde, zich geen rekenschap
te geven, want zjj kende hem niet.
De hoor Wake verklaarde zyn bezoek by het
meisje uit de vóór meer dan dertig jaren gesloten
vriendschap met haar vader dien bjj reeds als jongen
Verzekering tegen gedwongen
werkloosheid.
Tot recht begrip van het verslag der ver
gadering vau gisteravond moet hier vooraf
gaan het volgende schrijven van den Eere-
Voorzitter van «Onderlinge Hulp", denbeer
J. C. J. Pels Rijcken, die deze zaak inleidde
op de vergadering van 4 November. IL-t
was, zooals hij ons gisteravond meedeelde,
zijn bedoeling, dat het ook in deze courant
werd opgenomen, doch het heeft ons niet
bereikt. Wat daarvan de oorzaak is, weten
we niet.
Open brief aan de Besturen der Vakver-
eenigingen te Amersfoort.
Mijne Heerenl
Op de vergadering van 4 November jl.,
toen gij mij uw welwillende aandacht schonkt
voor het onderwerp «Verzekering legen werk
loosheid", ben ik niet ingegaan op de ver
schillende bezwaren toen geopperd, omdat
naar mijn meening deze niet aan de orde waren.
Het hoofdbezwaar tegen de niet door
mij, maar door de Regeering voor
gestelde regeling was, dut daarvan óok zouden
genieten de n i e t-georganiseerde arbeiders
zij die geen lid zijn eener vakvereeoiging.
De beer Wyland e. a. vreesden daarvan
verzwakking der vakorganisatie.
Wanneer ik bij deze het hoof (bezwaar on
der de oogeo zie, dan wenscb ik dit te doen
niet van 't standpunt des heereu Van
Wijland en zij, die met bem instemden, doch
van bet standpunt dat de o v e r h e id (het
Rijk, de Gemeente) in deze moet en niet
anders dan kan innemen.
Voor de overheid toch is elk werkman,
die gedwongen werkloos is in den zin zooals
de Regeering dat omschreef: werkloos;
onverschillig toch of hij behoort tot een vak
vereeoiging of niet, onverschillig ook welke
kerkleer bij is toegedaan.
Onderscheid te maken tusscben georgani-
seerden of niet-georganiseerden raagtde
overheid nietanders zou zij zich partij s el
len in een zaak, die het particuliere leven
der arbeiders betreft en ongeoorloofden
dwang uitoefenen op een vrij Nederlander.
Wat zouden do heer Van Wijland eo zijn
medestanders er van zeggen wanneer Regee
ring en Gemeente voorstelden, de niet-ge
organiseerden a 11 een te subsidieeren, omdat
de georganiseerden reeds steun zouden kun
nen verkrijgen van de vakvereenigingeD, tot
wier taak verzekering tegen werkloosheid
toch zeker behoort?
Ik geloof niet te overdrijven wanneer ik
de veronderstelling waag, dat dan een storm
van verontwaardiging zou opgaan uit den
boezem der wel-georganiseerden.
Welnu, omgekeerd is de eisch, dien de heer
Van Wijland e.a. stellen: onrechtvaardig.
De dwang dien de heer Vau Wijland den
arbeider wil opleggen, is erger dan die
der door zijn partij aóo gehate priester
kaste en in strijd met een V r h i d s-
lied, zoo dikwijls door ziju party .jenooten
aangeheven.
Zijn uitroep op mijn mededeeling, dat
wanneer tot stand kwam wat hij weuschte
slechts 20 percent der arbeiders geholpen
zouden zijn en 80 percent misschien zouden
verhongeren slaat ie dau honger lydeu"
die uitroep is in strijd met alle meuschelijk
gevoel.
Besturen der vakvereenigingenIk mag
verwachten, dat gij aan deze beschouwingen
ook uw aandacht zult schenken met dien
ernst, die in de gegeven omstandigheden
zeker geboden wordt.
Uw dnr.
PELS RIJCKEN.
man had leeren kenneu en waardeeren. Hy vertel
de, dat hij eerst onlangs, na een veeljarige afwezig
heid in vreemde landen, naar Amerika was terug
gekeerd en, toen hij van plan was rijn ouden vriend
op te zoeken, diens dood had vernomen.
Op verscheidene vragen deelde Jane hem mede,
dat Hicks onschuldig was en hy niet eens kennis
van de misdaad kon gedragen hebben, daar hy dien
nacht was afgereisd. Zij sprak daarbjj op zulk
een beslisten toon, dal de heer Wake de gedachte
niet van zich kon metten, dat zy bewjjzeu vóórhaar
bewereu moest hebben.
„Mag ik me de vraag veroorloven, of ik u op eene
of andere manier van dienst kan zjjn, miss Palmer?"
vroeg daarop de oude heer; „ik beu in meer dan
éen opzicht uwe vaders schuldenaar geworden en
kan me van mjjn verplichtingen niet meer k wjj ten
aan mjjn ouden vriend na diens verscheiden, maar
wel aan zijn eenijp dochter."
Jane bloosde bjj de gedachte, dat bet zooeven ge
zegde slechts een voorwendsel was om haar een onder
steuning te kunnen verleeuen, welke hij anders niet
zou gewaagd hebben haar aan te bieden; zy begon
den ouden heer lief te krjjgen, maar toch bedankte
ail hem voor zjjn edelmoedigheid, daar zjj voor het
1...1»
genblik geen hulp behoefde.
„Maar vroeger of later kan de tjjd korren, waa'op
u de hulp van eeu onbaatzuchtigon vriend behoeft,"
hernam de heer Wake sraeekend; „beloof mjj, dat
u zich dan zonder eenige aarzeling tot mjj zult wenden
en houd u verzekerd, dat u immer op mjj rekeneD
kunt,"
Daarop gaf hjj haar zijn adres en vertrok.
Eerst op straat epenbaarde zich de met moeite
ng van dei
.,0, Janel" mompelde hjj, „wat ben je mooi, maar
wat zie je er ook verdrietig en ontsteld uit I Hier
bestaat, behalve de laadselachtige dood van den
vader nog een ander geheim waar ik achter moet
komen, het moge kosten wat het wil."
Intuaschen zat bet meisje, dat in de kamer was
achtergebleven, in diep gepeins verzonkeneindeljjk
prevelde zij; „Die oogeu kan ik niet vergeten, want
bet zijn Roger's oogen; het is zjjn uiterlijk, en toch
is het mjjn arme Roger uiet J Ik stel vertrouwen in
den ouden heer en zal me tot hem wenden, als ik
naar bet politiebureau om den déteotive Franklic
Rider in zijn kantoor op te zoeken.
De laatste had juist aen brief weggelegd, welken
hjj uit Palmer's vroegere correspondentie had ge
nomen en in de borstzak van zjjn jas laten verdwij
nen. Het slot van dezen brief luidde „De ure zal
komeD, Melville Palmer, waarin jjj ie het grocte on
recht zult berouwen, dat je mij hebt aangedaan."
Dit sohrjjven was onderteekend met „Roger
Warren".
„Dev.e brief behelst een bedreigingwellicht was
"reoLniet de eenige beweegreden tot het vermoorden
vanPsTmer/'^reide Ride.' in zichzelf, „er kan ook
wraak bjj in 't spel zjjn geweest. We moeten achter
het vroegere leven van dien Roger Wanen zien Is
komenmisschien is bet de zelfde, die in de spoor
wagen Hioks' jas voor de rjne nam."
(Wordt vervolgd.)