Dinsdag 21
Januari 1908.
011 TWEE TOK.
No. 7456.
57e Jaargang.
Feuilleton.
Stadsnieuws.
FIRMA A. H VAN CLEEFF
te AMERSFOORT.
Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden
franco per post ƒ1.15. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10 cent. Bij regel-
abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosteloos. Legale, officieële- en onteigenings-
advertentiën per regel 15 cent. Reclames 15 regels f 1.25 elke regel meer f 0.25. Groote
letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten
evenals afzonderlijke nummers 10 cent.
Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht.
KORTEGRACHT 9.
Telephoon 19.
KENNISGEVING.
De GEDEPUTEERDE 8TATEN der Provincie
UTRECHT,
Voorzieniugen willende nemen tot bet doen op
maken der Ivjat van de Hoogstaangeslagenen in
'sRyks directe belastingen, ter benoeming van leden
voor de Eerste Kamer der Stateu-Generaal
Gelet op de 2n alinea van art. 102 der Wet van
7 September 1896 (Staatsblad no. 154) regelende het
kiesrecht, enz., zooals die wet is gewijzigd bij de
Wetten van 31 December 1897 (Staatsblad no. 309)
en 8 December 190(Staatsblad no. 208)
Noodigen de inwoners van dit gewest uit om, bij
aldien z(j elders dan in deze Provincie in 's Rijks
directe belastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór
den 15. Maart 1908 te doen blijken.
Utrecht, 14 Januari 1908.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
F. D. SCHIMMELPENNINCK, Voorzitter
L. J. RIETBERG, Griffier.
RUWHEID.
Een kwaal, die reeds vrij algemeen is en
band over band toeneemteen waarover wel
eens een woordje mag gezegd.
Heel wat jongelieden, scholieren nog,
vinden het niet dan hoogst natuurlijk, dat
zij, van hun ouders sprekend, dezen aanduiden
als «oudelui" sedert de sport het mogelijk
heeft gemaakt, dat een jongmensch in eeo
borstrok met een weidschen titel »trui"
genoemd wielrijdt, roept bij, alsof 'tzoo
hoort, een hem vergezellende jongedame, die
wat achterblijft, toe «kom, vooruit nou ha?.i
nou wat op" heel wat jonge mannen loopen
kalmweg een dame of ouden van dagen van
de kleine steentjes en denken er zelfs niet
aan, hun plaats voor baar in te ruimen in
eeD volle tram.
Het is ongelooflijk wat de beter opgevoeden,
de meer ontwikkelden, durven toevoegen aan
een agent van politie die hun wijst op een
overtreding. Laatst nog, toen een agent een
jongeheer verbood op een grasperk van het
Plantsoen te loopen, kreeg hij een mond zóo
erg, dat een door de wol geverfd sjouwerman
zou hebben gebloosd over de woorden, den
vertegenwoordiger van het openbaar gezag
toegevoegd.
Wat moet in zoo'n geval de agent doen
Zijn plicht gebiedt hem proces-verbaal op te
maken. Doch eer hij dat kan doen, moet
hij den overtreder naderen en deze zorgt
wel, op eerbiedigen afstand te blijven. Moet
hij nu krijgertje gaan spelen Tien tegen
een, dat het jongemensch hem te vlug is.
En gesteld nog eens, dat hij hem krijgt
en proces-verhaal opmaakt wegens beleedi-
ging van een bedienend beambte in functie.
Eerst zeer vele maanden later wordt de zaak
berecht en als nog het jongemensch in per
soon verschynt voor den Kantonrechter dan
is de zaak afgeloopen met een uitbrander en
een paar kwartjes boete.
Had het recht zijn loop, dan zouden er
al gauw een paar dagen Tuchtschool op zitten.
En dit nu weerhoudt veie rechterlijke amb
tenaren van ingrijpen.
Waarom toch worden deze en dergelijke
diugen niet onmiddellijk berecht Waarom
worden zij, die handelen tegen de openbare
orde, die overtreden de bepalingen in het
algemeen welzijn gegeven, niet onmiddellijk
gestraft.
Een jongen, die thuis stout is, krijgt aan
stonds nadat hij zich onbenoorlijk gedroeg,
een lik om liju ooren en /.al zich na deze
parate executie in den regel wel wachten,
in herhaling te vervallen. De jongen, die
hoogst onhebbelijk is geweest tegen het gezag,
maakt zich uit de voeten en vertelt al heel
gauw aan zijn schoolmakkers: «ze doen me
toch niets". En ziet, in den regel wordt de
«aak ook maar niet verder voortgezet en
in 't allerhoogste geval betaalt papa een paar
kwartjes boete. Papa vindt het dikwijls ook
niet zoo heel erg, dat zijn zoon zich bij ver
stik laat veroordeelen. De jongen moet
anders immers de school verzuimen en dat
is toch veel erger dan het doodeenvoudig
negeeren van den last des Kantonrechters om
voor hem te verschijnen.
We erkennen gaarne, dat hieraan evenmin
wordt gedacht als aan de gevolgen, welke
niet meer of raiuder zijn dau ondermijning
van het gezag van justitie en politie. «Ze
doen me toch niets".
Waar dit voorbeeld wordt gegeven door
de beter opgevoeden, kan het niet uitblijven
of het heeft een zeer slechte uitwerking op
de overigen.
Ergerlijk is het dan ook te zien, hoe ruw
heid hand over hand toeneerfit.
Zaterdag nog in de Utrechtsche straat.
In de goot van de Hellingstraat ligt een
gebroken flesch. Wacht, denkt een jongen,
daar moet ik eens mee voetballen. Zoo ge
zegd, zoo gedaan. Bij eiken trap wordt de
hals der flesch kleiner; maar de flesch zelf
houdt het nog lang uit.
Eindelijk is de jongen het trappen moe
maar zijn vernielzucht is nog niet voldaan.
Hij neemt de ilesch op en gooit die middenin
de Utrechtschestraat in diggels. Juist komt
iemand op een rijwiel aanuitwijken kan
hij niet meer, en de banden der splinter
nieuwe flest worden zóo beschadigd, dat de
wielrijder te voel zijn karretje moet brengen
naar den reparateur.
Wie draagt de schade
la den afgeloopen zomer hebben jongens
het zóo bont gemaakt met het afrukken van
bloemen in voortuintjes aan Lange en Korte
Bergstraat, dat de Commissaris van politie
zich genoodzaakt zag, een ernstige waar-
Op de vraag van Wake beschreef de bode d®
lokaliteit, waarin zich Jaue bevond, en gaf ook op
waar bij «elf te allen tijde kon worden gevonden.
Met eeD belooning, zóo groot ais hij nauwelijks
bad durven verwachten, keerde de man tot Jane
terug en deelde haar mede, dat de heer Wake haar
*oo spoedig mogelijk te hulp zou komen en alles
voor haar zeu doen, wat zij verlangde.
Terzelfder tijd evenwel, waarop de heer Wake
kennis kreeg van Jane's verblijfplaats, hadden ook
Rider's makkers de plaats waar zij zich bevond, met
tamelijke zekerheid vastgesteld en de geheime poli-
tiesgenten hadden besloten, het nest zoo mogelijk
nog des zelfden avond uit te roeien.
Wake vernam dit toevallig en hij besloot, de
detectieven vóór te zijn. Hij vond den man, die hem
Jane's brief bad gebracht, in de nabijheid van het
aangeduide huis en mankte ook terstond met hem
een plan om de bevrijding nog den zelfden avond
te bewerkstelligen.
De kamer, waarin miss Palmer was opgesloten,
lag omstreeks tien voet boven den beganen grond.
Voor bet eenige venster bevonden zich stevige lui
ken, welke van buiten met sterke bouten gesloten
waren, xoodat zjj slechts met geweld opengebroken
konden worden. Door dit venster wilde Wake 's avonds
binnendringen en het meisje bevrijden.
By het vallen der duisternis opende hij, met be
hulp van den bode, op een kleine ladder staande,
met geweld de luikeD.
Daardoor word de toegang tot de kamer vrijhy
schoot de onderste helft van het raam in de hoog
te en klom in de kamer.
Jane, die het gedruiech had gehoord, wachtte met
kloppend hart tot baar bevrijder zichtbaar werd
eu toen hy voor haar in de kamer stond, greep zjj
zjjn handen en drukte die in stomme dankbaarheid.
Wake Verzocht het meisje, zich gereed te tnakeu
om deze plaats te verlaten, en terwyl Jane dit deed,
verzekerde bij haar van zjjn algeheele onbaatzuchti
ge toewjjding en verklaarde haar, dat hjj van baar
onschuld vast overtuigd was, en bij haar ook voor
de politie in veiligheid zou brengen.
Miss Palmer vertrouwde zich volkomen aan den
edelen ouden heer toe, wiens gelaatstroken haar
zoozeer aan hem herinnerden, die haar dierbaar was
en met wien zij door de geheele wereld zou gegaan
zjjn, zoo hjj bet verlangd had.
Op het zelfde oogenblik, dat zij de vlucht langs
den ladder wildeu beginuef, werden er in het voor
huis stemmen vernomen, en onmiddellijk daarop
weerklonken er ook zware voetstappen voorde deur.
„Snel door het vensterriep Wake,
Toen hjj evenwel zijn beschermelinge hjj het uit
klimmen behulpzaam wilde zijn, zag bij, dat de ladder
was weggetrokken en er verscheidene mannen onder
bet venster stonden. Door du deur was evenmin aan
ontkomen te denken.
Na verloop van eenige minuten reeds waa deze
van buiten opengebroken en er versohenen verschei
schuwing id de plaatselijke bladen te doen
opnemen. Met wortel en tak werden dikwijls
kostbare planten uitgorukt, bloemen, die meu
met groote zorg had opgekweekt, voor altijd
bedorven.
De eigenaars hadden ook hier de schade
te dragen bij het leed, hun door een paar
ruwe klanten berokkend.
We zouden nog heel wat staaltjes kunnen
aanhalen, doch dit behoeft te meer niet omdat
elke lezeres en ieder lezer uit eigen ervaring
er »oo maar voor 't grijpen heeft.
Hoog tijd wordt het, dat paal en perk
wordt gesteld aan de toenemende ruwheid.
En daarvoor is 'tnog niet noodig, dat
worden ingevoerd politie-rechtbanken, die
zonder verwijl straf opleggen nadat iemand
op heeterdaad is betrapt een wijze van
straffen, die oneindig meer uitwerkt dan die,
welke door de overlading met werkzaamheden
onze rechterlijke macht thans toepast.
Maar er is een ander middel, dal ook heel
wat vlugger- kan in werking gesteld.
Meer samenwerking tusschen school en
huisgezin.
Het behoeft geen tijd te kosten, de kin
deren met twee woorden te leeren spreken.
Het kost geen tijd om den kinderen te
leeren zeggen «dank u", als ze iets hebben
gevraagd en men hen heeft geantwoord of
het gevraagde gegeven.
Het tost niet zoo heel veel tijd hen te
leeren, anderer eigendom te eerbiedigen, óok
in het kleine, minder ruw te zijn tegenover
wien ook, gelijke of meerdere.
En wie het komende geslacht in deze zaken
ten goede voorgaat, het telkens en telkens
weer op deze dingen wijst, zal een zeer uit
stekend werk doen.
Alweer de
Middenstand.
De »Utr. Crt." wijst op een nieuwe poging
tot belasting van den middenstand.
De Staats commissie voor de Gemeente-
finantiën is vrijwel eenstemmig geweest op
het punt der verbreediug van het belasting
gebied der Gemeeuten. zegt het blad, en
heeft zelfs een ontwerp van wet in het leven
geroepen.
Gaan wij de daarin neergelegde beginselen
eens wat nauwkeuriger na, dan zien wij, dat
men ook op 'toog heeft de heffing van
debietrechten op bier, wijn, tabak, gevogelte,
wilil en dergelijke zaken, of rechten op den
verkoop van waren in het klein.
Wat wil dat zeggen
Een belasting op den middenstand; anders
niets.
deue politieagenten in de kamer. Wake en Rider
atonden met revolvers in de hand tegenover elkan
der. Het wan een pijnlyk oogenblik voor beiden
maar reeds het volgende oogenblik lieten zij hunne
wapenen zakken. Er volgde nog een minuut i
stilwijgen, gedurende hetwelk alle aanwezigen
geapanDen verwachting van den afloop der dingen
verkeerden. Rider nam het eeret het woordden
heer Wake de hand toestekend, zeide hij
„Ik weet nu, wie u ie, en ik ken de beweegredenen
van uw handelen, want de hoofdcommissaris van
politie heeft me op mijn dringend verlangen omtrent
uw persoon inlichtingen gegeven. U is Roger Warreu,
de verloofde van mies Palmer."
„Roger I"
Met dezen uiIroep van vreugde zonk het meisje
aan de borst van den heer met het zilvergrijze haar.
Deze sloot het geliefde meisje in zijn krachtige
armen en zeide
„Ja, mijn lieveling, ik ben Roger Warren en na
jaren van scheiding zyn wy eiudelyk weder ver-
eenigd t"
„Maar, ik ongelukkigeriep Jane in tranen uit
barstend, „nauwelijks hebben wy elkander weder
gpvonden, of wij moeten opnieuw scheiden. Rachel
Gibbs beeft my wegens den moord op myn vader
aangeklaagd.
„De sluier moet tbans opgelicht worden en je zult
zonder op iemand te latten, ons de onbegrijpelijke,
geheimzinnige vnorvallen van dien nacht ophelderen
Je moet alles zeggen, wat tot onthulling der volle
waarheid leiden kan."
„Hei wae een grove dwaling van me, dat niet
terstond te doen, antwoordde Jane en de onschul
dig aangeklaagden Hioki, die niet meer Bchuld heeft
Alsof die zelfde middenstand al niet meer
dan genoeg in de knel zit op belastinggebied.
Voert men in een Gemeente den Hoofde-
lijken omslag of de gemeentelijke Inkomsten
belasting wat neel hoog op, dan trekken
allen die 't doen kunnen, naar buiten, en
vestigen zich in de onmiddellijke nabijheid
van de stad.
Doch zoo iets kan de middenstand niet
doen.
Hem rest slechts te betalen, daar hij aan
zijn winkelhuis is gebonden en aan vertrek
naar elders niet denken kan.
Het verdient dus zeker allerminst aanbe
veling, te juichen over clezen p-.ssus iD het
ontwerp der commissie, want zoo eréen stand
is, die reeds meer dan behoorlijk gedrukt
wordt door de belastingen, dan is 't onge
twijfeld de middenstand.
Maar wat eigenlijk nog meer dan dit alles
pleit tegen deze debietrechten is dat deze
strikt genomen niet anders zijn dan een
terugkeer tol de gemeentelijke accijnzen.
De Staats-commissie gevoelt dit trouwens
zelve blijkbaar óok wei, want waar nu artikel
241 der Gemeentewet luidt
«Belastingen op voorwerpen van ver
bruik worden niet geheven",
wil zij dit artikel laten luiden
«Accijnzen worden niet geheven".
Maar daarmede is zij er niet.
Want wat zy voorstelt in haar ontwerp,
is de verkapte wederinvoering van gemeente
lijke accijnzen.
En daarvoor behoort gewaakt te worden.
Het blad heeft een zeer goed werk gedaan,
met hierop te wijzen.
Het Regaeringsantwoord op het afdeelings-
verslag der Tweede Kamer over de belasting
wetten zal spoedig verschynen.
Hier is een mooie taak voor de midden-
staodsvereenigingen om, nu het nog tijd is,
het kwaad zooveel mogelijk te keeren.
Het kantoor der directe belastingen, invoer
rechten en accijnzen te Amersfoort is weer
aangewezen als kantoor waar Nederland-
sche pasmunt, mits voor niet minder dan
vijftig gulden voor de zilveren en tien gulden
voor de nikkelen en bronzen, kan worden
ingewisseld tegen rijksdaalders, guldens en
halve guldens, en wel den tweeden werkdag
van elke week, of, indien hij op den eersten
dag der maand valt, den derden werkdag,
en indien hij op den laatsten dag der maand
valt, den vierden werkdag der week, op de
gewone kantooruren.
dan de andere, zou evenveel onreebt en leed bespaard
zij - als my zelve".
„U zult door volkomen openhartigheid uzelven
en al de overigen den grooteteo dienst bewijzen"
hernam thans Rider; „er moet volle helderheid in
de zaak komen. Uw 'bereidwilligheid, al,et op te
helderen, zal ons veel onnoodigen arbeid, maar u
groote moeilijkheden besparen".
Roger Warren keek Jane met groote bezorgdheid
aan, want zij scheen een aanval van zwakte te krij
gen eer hy het evenwel vermoedde, was zij in on
macht gevallen eo lag bewusteloos op den grond.
De inv!o»d van de gebeurtenissen, van den schrik
eu het lijden, waarvan een geheim zielelyden het
ergste was, hadden baar geheele zenuwstelsel zwaar
geschokt en baar weerstandsvermogen gaandeweg
ondermijnd. De gelijktijdige werking van schrik en
vreugde had haar buitendien reeds geschokte gezond
heid vernietigd.
De arts, die onmiddellijk geroepen werd, verklaarde,
dat de zieke een hevige zenuwkoorts had, welker
verloop niet te bepalen was.
Jane Palmer werd naar een particulier ziekenhuia
vervoerd eu daar met de meest mogelijke zorg ver
pleegd maar reeds na weinige uren lag zy in een
hevige ijlende koorts eu sprak over gevaren en be
dreigingen, waartusscheu niemand eenige samenhang
kon vinden.
De inlichting welke de politie Rider omtrent Robert
Wake gegeven bad, verklaarde voldoende dienB ge
heimzinnig optreden en diens verschijnen te New
York onder ue vermomming van iemand, die ver
in de zestig ia, terwijl hy inderdaad niet meer dun
zes en dertig jaren telde.
(Wordt vervolgd.)