Donderdag 12 Maart 1908. No 7478. 57e Jaargang, KOSTELOOS. Feuilleton. DAGMAR. Stadsnieuws. FIRMA A. H. VAN CUEEFF te AMERSFOORT. Verschijnt Dinsdag Donderdag- en Zaterdagmiddag. Abonnement per 3 maanden fi.— franco per post 1.45. Advertentiën 16 regels 60 cent; elke regel meer 10cent. Bij regel- abonnement reductie, waarvan tarief op aanvraag kosleloos. Legale, oflicieële— en onteigenings- advertentiën per regel 15 cent. Reclames 45 regels 1.25 elke regel meer /'0.25. Groote letters naar plaatsruimte. Bewijsnummers naar buiten worden in rekening gebracht en kosten evenals afzonderlijke nummers 10 cent. Bij advertentiën van buiten de stad worden de incasseerkosten in rekening gebracht. KORTEGRACHT 9 Telephoon 19. jic zich met 1 APRIL Mwenscht te doen in- Tv schrijven als abonné, ontvangt de tot dien datum verschijnende nummers Bestrijding van den woeker. (INGEZONDEN.) Niet lang geleden is door het Kamerlid dr. Bos, oen der oprichters van de «Nationale vereeniging tot bestrijding van den woeker", in een dor organen van ae dagbladpers een uitnemende uiteenzetting gegeven van het streven dier vereeniging en den nadruk ge legd op den omvang en den ernst van het kwaad, tot welks besn ijding deze vereenigiog zich heeft aangegord. Het is ons voornemen niet, in die be schouwingen terug te treden. Maar wij hebben er aanleiding in gevonden om, afgescheiden van dit betoog, eenige opmerkingen in het midden te brengen, ten einde de overtuiging te versterken, dat het iuderdaad mogelijk is, met hoop op gunstigen uitslag dit euvel te bekampen. Het bezwaar,, dat men steeds hoort opperen door degenen die van het vraagstuk geen of slechts oppervlakkige studie hebben gemaakt, richt zich hootdzakelijk tegen het denkbeeld van een wettelijke bestrijding van den woeker en komt hierop neer, dat het on mogelijk is, aan te geven wat ondei dit begrip valt te verstaan. Men wijst dan ge meenlijk op het fiasco, door de oude woeker- wetgeving gemaakt, waarin bepaald werd, welke reute als maximum raag worden ge vorderd bij het ter leen verstrekken van gelden. In de eerste plaats zij nu opgemerkt, dat er behalve wettelijke, maatregelen tegen den woeker, nog andere middelen ter bestrijding zijn, waarvan do doel treffendheid ieder in het oog moet springen. W -nneer degenen, die thans, doordat de bestaaude credietiustellingen in hun behoeften niet voorzien, genoodzaakt zijn hun toevlucht tot woekeraars te nemen, in de gelegenheid worden gesteld zich te wenden tot instellingen uitsluitend opgericht in hun belang, spreekt bet vanzelf, dat de woekeraars minder te doen zullen krijgen. Oprichting van zoodanige instellingen is dus in de eerste plaats gewenscht. 5.) Wie en wat was die baron, die zijn ontslag uit den d'eaat had geuomen en hel zich oogenschyulyk tot een eer rekende, voor hooggeplaatste personen tegen betaling paarden af te richten, en wat wilde hjj toch van haar Wist by dan niet wie en wat zij was Waar haalde h\j den moed vandaan, om met te zeggen de onbeschaamdheid, zijn blikken tot haar op te hefieD, als ware hy inaatsohappelyk haar gelijke Zij nam zich voor, zich ook niet meer om. hem te joekommeren, hem geheel en al als lucht te be schouwen, maar zyn tegenwoordigheid hinderde haar zoo, dat zjj ten slotte ophield met rijden, zoodat zij hem niet meer behoefde te zien. Zij had dadelijk aan hem moeteu denken, toen zij de annonce las. Zou hjj er misschien van gehoord hebben, dat men den graaf den raad gaf, zjjn dochters nog eei)9 rij- onderricht te laten geven En had hjj nu die adver tentie geplaatst om, wanneer het toeval hem guustig was, zoo naar Qründingen te kunnen komen? Zou bij do brutaliteit zoo ver drjjveu, baar ouder dit voorwendsel toch weer te naderen, ofschoon zjj hem toch duidelijk genoeg had te verstaan gegeven, geen peraoonljjke keunisinaking te wenschen Dat zou meer dan sterk zjjn. In 't eerste oogen- blik dacht zjj er aan, haar ouders af te raden, dezen baron, of nat hii ciin mocht, uit te noodicren: want Maar tevens is het een feit, dat Yelen heizij uit onbekendheid met het bestaan van zoodanige instellingen want hier endaar, zij 't nog op te weinig plaatsen, zijn zij er reeds hetzij uit onbekendheid met de groote gevaren die hen bedreigen indien zij de voorkeur geven aan inrichtingen, die misbruik makeu van den geldnood waarin zij verkeeren, toch in de handen van woeke raars zullen blijven vallen wanneer niet zorg wordt gedragen voor doeitreifende voorlich ting van het publiek. En zoo blijkt dus een tweede afdoend middel ter bestrijding vau deze maatschap pelijke kwaal gelegen in het verbreiden van kennis omtrent den waren aard dier pand jeshuizen, voorschotbanken, enz, <lie vooral in de groote centra van bevolking zoo tal rijk zijn. Het publiek moet leeren, voorzich tig te zijn en zich niet te laten misleiden door de schoonschijnende advertentiën waarin geld op gemakkelijke voorwaarden met of zonder borgen, wordt aangeboden. De arbeiders ea de kleine luiden moeten doordrongen wordeo van de schromelijke ge volgen welke het gebruik maken van par ticuliere pandjesbuizen maar al te vaak met zich sleepthet moet een schande worden, zich naar zulk een inrichting te begeven liever dan gebruik te maken van de diensten der gemeentelijke Bank van leeuing, wan neer men in nood verkeert. De volksovertuiging moet zich kauten tegen het ongehinderd, ongeregeld voortbe staan van die woekerh uizen, die ontucht en misdrijf in de hand werken, het kind op voeden tot een leven vau leugen eu bedrog en de beste sappen zuigen uit hef merg der natie. Gaat men nu na, wat op dit gebied tot dusver in Nederlaud is verricht, dau inoet bet antwoord zeer onbevredigend luiden. Hier ligt een groot terrein braak, een ter rein, waarvan zelts de omvang, oudanks enkele prijzenswaardige onderzoekingen, als van de bekende «Nuts"-coramissie, nog in geene deele volledig bekend is. De Nationale vereeniging tot bestrijding van den woeker is bezig, dat terrein te ver kennen, zij koestert de hoop, eerlang den stoot te kunnen geven tot de oprichting van waarlijk goede credietinstellingeueen com missie houdt zich met de voorbereiding daar van sinds enkele raaauden ^ezigzij tracht te komen tot vaststelling van een «zwarte" en van een «witte lijst" der bestaande cre- dietstellingen. Maar reeds thans bleek deze taak zóo omvangrijk, dat de commissie, welke dit werk ter hand zou nemen, beslo ten heeft, zich voorloopig alleen tot Den Haag te bepalen. Tot Den Haag alleenEn wanneer hij ds zelfde was van de manege, dan zou hij uit het feit, dat hy naar Qründingen geroepen werd, allicht de conclusie kunnen trekken, dat zij haar bonding tegen hem betreurde en zich zij u hof makerijen zou laten welgevallen. Dat zy wist wie hy was, kon voor hem niet twij felachtig wezen, waut zeker had de ritmeester den baron wel meegedeeld, dat zij naar hem gei'uformeerd had. Dat zij dat gedaan bad, ergerde haar buiten gewoon, want daaruit zou hij toch de conclusie kuunen trekkeu, dat zij aich voor hem interesseerde. Zij wilde haar ouders vragen laat hem niet komen. Iemand van adel, die eenerzijds zich wil laceu bji1 talen, maar van den anderen kant als gast beschouw! wi1 worden, is een onding en de verhouding, die daaruit ontstaat, zal voor heide psrtyeu pijnlijk zijn. Maar later dacht zy er audera over. Juist wanneer een aanbieding van haar vader uitbleef, waarop de baron daarvan was zij zeker rekende, dau zou hij daaruit kuuneo coucludee- ren, dat zij z'yu nabijheid vreesde, dat zy ertoe had aangezet, dat bij niet zou komen, misschien uit angst om haar hart toch aau hem te verliezeu. Dio gedachte stemde haar by na vroolijk, maar wekte ook haar trots Op. Dreef hij de brutaliteit werke lijk züo ver, dat hij haar ouder dilt voorwendsel naderde, had hy werkelijk den moed toch haar gunst to willen verwerven, dan zou zy bem bewijzen, dat zij niet bang voor hem was, dat zyn al of niet komen haar volkomen onverschillig was. Zij was en bleef wie zy was de schoone eu trolsche graviu Dagmar I En zij zou den afstand tusschen hen beiden wel weten te bewaren. Een rijle<Taar kon voor haar Diet gevaarlijk worden, zelfs wanneer bij cavalerie- otficier was geweest. Daarover zou zy hein van den beginne af niet in twijfel laten. En zooals zü eerst bang was geweest, dat de baron dat, terwijl toch te Amsterdam en te Rot terdam, om slechts deze twee plaatsen*te noemen, zeker niet minder credietgelegeu- heden zullen zijn die mat een zwarte kool dienen goteekend te worden. Maar wil men komen tot een alle Gemeenten van ons land omvattend onderzoek, dan zal het vóór alles noodig zijn, dat het aantal leden der Natio nale vereeniging tot bestrijding van woeker vertienvoudige, opdat in alle streken vau ons land de krachten aanwezig mogen zijn die zich met dit waarlijk niet gemakkelijke werk willen belasten. Wat overigens het wekken der volksover tuiging betreft, in dit opzicht valt reeds eenige vooruitgang te constateeren sinds den korten tijd dat hier ter iande de georgani seerde woekerbestrijding gevoerd wordt. De Pers, dat machtig wapen der publieke opiuie, zweeg tot voor weinig jaren over dit euvel. Thans bevatten onze bladen herhaaldelijk berichten, artikelen over het vraagstuk, dank zij vooral de rustelooze activiteit, door de reeds herhaaldelijk genoemde vereeniging ontwikkeld, die zelf, door het uitgeven van een propagandablad, voortdurend de aandacht voor de zaak levendig houdt. Eu dat ook iu Regeringskringen haar streven m«'t sympathie gevolgd wordt, bewijst wel het feit, dat de vereeninging van het Departement van Buitenlandsche Zaken een op haar verzoek door tasscheukurast van het Departement van Btnnenlandsche Zaken bij eengebrachte omvangrijke verzameling van de woekerwetgeving der verschillendelanden mocht ontvangen. En zoo zijn wij dan thans ongemerkt weder gekomen tot het vraagstuk vau de wetgeving tegen den woeker. Dat deze gewenscht is, ook voor ons land, zal wel door weinigen worden ontkend. Zoolang immers niet ieder door- droDgen is van de noodzakelijkheid zich, in dien hij geld noolig heeft, alleen te wenden tot betrouwbare credietinstellingen zoolang niet ieder in staat is, liet kaf van het Ivoren te scheiden; zoolang niet ieder terecht kan bij een goede credietgelegenheidzoolang derhalve woekeraars nog in de gelegenheid zijn slachtoffers te maken, is het plicht van den wetgever, in het belaug van ons volk ervoor te waken, dat er zoo weinig mogelijk slachtoffers vallen en dat de woekerpractyken binnen z> keregrenzen teruggedrongen wordeu opdat de ellende, door den woeker veroorzaakt, althans iets geringer zij. Het is dus alleen de vraag--en dit wordt door de tegenstanders der woekerwetgeving in twijfel getrokken oi zulk een wetgeving mogelijk is. Welnu daarop wordt het meest welsprekend antwoord gegeven dour de zeldzaum vnll-'.lio'fl eu de steller der annonce de zeilde pt r oon waieu, evenzeer hoopte en wenschte zij dut thans. Het lachte haar toe, den strijd niet hem aau te bindeu waarin zij de overwinning zou behalen. „Wat deuk jy ervau, Dagmar?" vroeg de graaf nog eeus. „Ik vind, dat de zaak zoo'u haast niet heeft," gaf zij uiterlijk onverschillig ten antwoord, „maar wan neer u vandaag al scurijven wilt, waarom niet Misschien is het toch wel goed als ik óok oog wat les neem. Schaden kau het in geen geval. Eu of de leernar nu cuvalerie-officier en baron is, komt er tocb cigeulyk weinig op aan hij is en blijft ouze leeraar." En hoe hartelijker de anderen wenschteu, dat hy ook nog wat anders zou zijn, des te eer vielen zij Dagmar bij. En zoo BChreof de graaf nog den zelfden avond op de annonce en daar de landraad, ondanks zijn belofte, toch uiet weer scheeu te komen „aan wippen", ging men vroeg slapeu. Het was toch wel heel vervelend op het slot Qründingen. Het leok wel alsof de baron niet genoeg kou kyken naar het prapbtige spin hengsten, dat de graaf met het rijtuig naar het staiïon had gezonden oin zijn gast af te halen. Nog altijd stond hy onder zoekend en monsterend te kyken. Frederik, de koetsier, was het gewend, dat men zijn paarden prees en dat zij, die er het minste verstaud vau hadden, het spoedigst met hun lof- tuigingen klaar wareu. Maar deze vreemdeling zeide uietsgean blik zelfs verried, dat de paarden hem bevielen. De prachtigo dieren stonden onbeweeglijk, behalve, dat zij van tyd tot tyd de halzen rokteu en het verlangeu te kenneu gaveu, iu snellen draf weg te rennen wanneer de wil van den koetsier en uitvoerige verzameling van buitenlandsche wetgeving, welke thans bij de Nationale ver eeniging tot bestrijding van den woeker in studie is. En wanneer men daarbij let op den zeer recenten datum van verscheidene dier wetten, dan valt daaruit reeds af te leiden dat de bewering, als zou de woeker wetgeving iets zijn, dat tot de oude doos behoort en volledig fiasco heeft gemaakt, eenvoudig uit de lucht gegrepen is. Wij hopen later uitvoeriger op dit belang rijke ouderwerp terug te komen en willen thans slechts degenen die beweren, dat het begrip «woeker" niet valt te omschrijven, antwoorden, dat het in tal v,an bnitenland- sche wetgevingen met groote juistheid om schreven is ongeveer ia dezen .'eest, dat als zoodanig valt aan te merkenliet misbruik maken van den nood, de onwetendheid of de lichtzinnigheid van een ander om vau hem een voordeel te bedingen dat, iu verband met da in normale gevallen bij dergelijke overeenkomsten geldende gewoonten, oneven redig hoog is tegenover hetgeen hij vanzjn schitldeischer ontvangt. Bij een dergelijke omschrijving heeft men niet meer te maken met het stellen van een voor alle tijden en gevallen geldenden maxi mum-rentevoet, gelijk in de vroegere woe kerwetgeving geschiedde. En dat het bedrijf der pandjeshuishouders en houders van voorschotgelegenheden in algemeen niet aan reglementeering zou zijl te onderwerpen, wie zal het willen beweren Doch laat ons niet voorttiiloopen op di resultaten van «in studie door de N itionah vereeniging tut bestrijding van den wuekei ondernomen en ons bepalen tot het uitspre ken van de hoop, dat zeer velen zich gedron gen zullen gevoelen, zich bij die vereepiginj aan te sluiten (Ie Secretaris is de heer J. M Maury, Grootüertoginnelaan. 121, Den Haag en dat bet streven der vereeniging moge bt kroond worden met den uitslag; dat het be drijf der woekeraars een gevoeligen ktmut krijgt en door een krach'ine wnnkerwetge ving aan ergerlijke misbruiken paal eu per wordt gesteld. Naar aanleiding van de erttiek, welke h» in October 1906 aan den voriuen Miuistt van Landbouw, Nijverheid en Handel, dut de loodwit-comraissie uitgebrachte voorloopi rapport heeft uitgelokt, is door de commissi een tweede rapport samengesteld, waari eenige aanvankelijk verkregen resultaten va haar arbeid worden medegedeeld en overigi-i aan de bedoelde criliek voor zooveel noodi hen niei had tegen gehou leu. Een kruier was bezig de koffers van den bart in ontvangst te nenteu, ot liever gezegd een waken oog te laten gaan over het uitladen, en Frederi zal nog steeds onbeweeglijk op deu bek en ru den scuerpen blik, bem eigeD, bad hij (iadeli gezien, dat deze heer zich niet alleen als kenn uitgaf, maar het inderdaad ook was. Plotseling bemerkte bij, dat de blikken van d< vreemdeling op bent rustteu. Paarden, rijtuig koetsier zijn i5en en aanueer de koetsier onberi pelyk is, is dat gewoonlijk ook met de paarden b geval. Dat wist Frederik wel en daarom ook w hy stokstyf, onbeweeglijk blijven zitteu, zyu oogi recht vooruit ntsscheu de boofden der paardeu, hij had niet eenmaal een poging gewaagd om zien weinet) indruk het geheel op den baron niaaki Eu nu keek deze mar hem Ni U bewoog Han nem. De zweep rustte oubewee lijk in de linkerhand, de nebterhand was n steeds aan den hoed en alleen een roode kleur zijn waugeu, by de op hem rusteude blikken opt komen, bewees dat er nog leven was in dit ooge schynlijk steenen beeld. Eiudeljjk was ook i ouderzoek afgeloopeu en de barou moest wel tevred zyn; dat zag Frederik aau zijn gezicht. Maar o nu nog zeide de vreemde geen woord van w ardeeri eu dut vond by dun koeisicr den grootsten bijv Een woord van lof had doen denken, dat de bar niet in alle opzichten bet volmaakte verwacht bi Nu, en wanneer de zeer, rijke graaf Von Gründiog dat niet bad kunnen hebben, wie dan wel! Misschi de landraad, wiens stal vroeger beroemd was gewei maar waar nu de paarden stoudeu te luier n do rijtuigen verschimmelden, sinds die verwenscl automobielen (Wordt vervolgd,

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsche Courant | 1908 | | pagina 1